| |
| |
| |
Politiek Overzicht de maanden juli en augustus
● Internationale samenwerking
Europese Veiligheidsconferentie
Op 3 juli werd in Helsinki de Europese Veiligheidsconferentie geopend, waaraan de Ministers van Buitenlandse Zaken van 35 landen deelnamen. Monaco kwam er op het laatste ogenblik nog bij; Albanië bleef verstek laten gaan.
Niet allen die aan de conferentie deelnamen, stond hetzelfde doel voor ogen. De Sovjet-Unie, en met haar de landen van het Oostblok, streefden naar drie dingen. Ten eerste een stabilisatie van de na-oorlogse verhoudingen, met name door de erkenning van de beide Duitslanden. Ten tweede het scheppen van een vorm van economische samenwerking, die een minder vernederend karakter draagt dan de ‘financiële bijstand’ van kapitalistische aan communistische landen. Ten derde het tot stand komen van een orgaan van Europese samenwerking, dat én de EEG én de NATO zou kunnen overkoepelen en de Sovjet-Unie - of het Oostblok zo men wil - enige medezeggenschap in West-Europa verzekert. De Westeuropese landen van hun kant zijn bereid de bittere pil van het verdeelde Duitsland te slikken en hopen daardoor, gebruik makend van de gunstige stemming van Rusland, het ijzeren gordijn wat verder op te halen. Sommigen willen daartoe een geforceerde poging doen; anderen, waaronder Frankrijk, willen toch nog wel even de kat uit de boom kijken.
Veel meer dan een eindeloze herhaling van vriendelijkheden kwam er eigenlijk niet uit de bus.
Waar het om ging, was vooral de eindverklaring. Rusland wilde een lange verklaring, die nauwkeurig een aantal besluiten vastlegde en snel de weg zou banen naar een topconferentie, die nog vóór het einde van het jaar deze besluiten zou bekrachtigen. De Westerse landen echter voelden daar niets voor, ten eerste omdat de conferentie in Helsinki dan aanzienlijk langer had moeten duren en ten tweede omdat zij geen zin hadden om onvoorbereid min of meer gedetailleerde besluiten vast te leggen. Het werd dus een korte beginselverklaring, die in betrekkelijk vage termen inhield: de soevereine gelijkheid van de Staten, de toezegging dat de Staten zich wederzijds zouden onthouden van dreigementen of geweld, de onschendbaarheid van de bestaande grenzen, de terretoriale integriteit van de Staten, de bereidheid tot vreedzame regeling van geschillen, de niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden, de eerbiediging van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden, de gelijke rechten en het zelfbeschikkingsrecht van de volken, de onderlinge samenwerking en het in goed vertrouwen nakomen van verplichtingen krachtens het internationale recht.
Een nadere uitwerking van deze beginselen wordt nu door verschillende commissies voorbereid. Daarbij komt ook het probleem van de vrije uitwisseling van personen en ideeën aan de orde; een der moeilijkste van alle. Op 18 september komt de Veiligheidsconferentie opnieuw bijeen in Genève. Tenslotte komt er dan nog een derde (top-)conferentie, weer in Helsinki.
Dat zal wel volgend jaar worden.
| |
Europese Gemeenschap
Alle hooggestemde verwachtingen aan het begin van dit jaar ten spijt gaat het nog steeds niet best met de Europese Gemeenschap.
Nog steeds worden marathon-zittingen gewijd aan allerlei landbouwpietluttigheden, die opgeblazen worden tot kwesties van ‘levensbelang’ voor een of meerdere lidstaten, zodat de Europese Raad van Ministers er alleen met eenstemmigheid over mag beslissen en iedere staat dus alles kan tegenhouden.
Nog steeds houdt Frankrijk vast aan de opvatting dat de Gemeenschap een economisch orgaan is en alles wat buiten
| |
| |
het terrein van de economie valt, wel besproken kan worden tussen de negen landen onderling, maar dan niet in Brussel of Luxemburg, waar de bestuursorganen van de Gemeenschap zetelen. Een typische Franse spitsvondigheid, die er in juli toe leidde dat dezelfde ministers, die 's middags in Brussel bijeen moesten komen om over economische vraagstukken te praten, 's ochtends eerst naar Kopenhagen werden gedirigeerd om daar te delibereren over politieke samenwerking.
Op het terrein van de economie echter stapelen zich de moeilijkheden op. Eind juli kwam in Brussel een conferentie van de EEG met 41 ontwikkelingslanden bijeen. De EEG hoopte daar tot afspraken te kunnen komen omtrent de uitwisseling van gelijkwaardige concessies op het gebied van de invoerrechten. In ruil voor tariefvoordelen, die de ontwikkelingslanden in de Europese Gemeenschap zouden krijgen, zouden zij van hun kant gelijkwaardige voordelen aan de negen landen van Europa verlenen. Unaniem echter wezen de ontwikkelingslanden iedere suggestie in deze richting van de hand. Noch de Afrikaanse noch de Caraibische noch de Oceanische landen waren bereid ook maar een duimbreed in deze richting toe te geven. Ook op het terrein van de monetaire samenwerking is men niet veel verder gekomen. Integendeel. De ingrijpende verschuivingen in de verhouding der valuta's, ontstaan vooral doordat noch Italië noch Engeland erin konden slagen hun valuta op peil te houden in vergelijking met andere deelgenoten in de EEG, met name Duitsland, maakt het tot stand brengen van een monetaire eenheid moeilijker dan ooit.
Met diezelfde schommelingen in de valuta hangen moeilijkheden op het gebied van de landbouwpolitiek samen. Die landbouwpolitiek is erop gericht één prijspeil voor landbouwprodukten in heel Europa te handhaven. Dit zou betekenen dat Duitsland door de opwaardering van zijn Mark zijn boeren minder zou mogen betalen, maar Duitsland denkt daar niet over. Engeland heeft ook bezwaren tegen de landbouwpolitiek; het moet er zwaar aan meebetalen zonder er enig voordeel van te genieten. Alleen Frankrijk met zijn eeuwig gezeur over zijderupsen, broedeieren, komkommers, sojabonen en al dies meer, houdt stokstijf aan die landbouwpolitiek vast. Het wil kost wat kost stabiliseren wat het gewonnen heeft; van vooruitgang wil het niet horen. En vindt daarbij Denemarken aan zijn kant.
Ook van meer verantwoording tegenover het Europese parlement komt zo goed als niets terecht. Opnieuw dreigt de EEG in de blubber van de Franse politiek te zakken.
| |
Het Britse Gemenebest
Begin augustus kwamen in Ottawa de regeringshoofden van 33 landen bijeen, die samen het Britse Gemenebest vormen. Sedert dit Gemenebest in 1926 werd gegrondvest op de zogenaamde Balfour-verklaring, is dit de negentiende maal dat een dergelijke bijeenkomst plaats vond. In de loop der jaren zijn de nodige verschuivingen opgetreden in de samenstelling van het Gemenebest. Ierland trad er in 1949 uit, Zuid-Afrika in 1961 en Pakistan in 1972; anderen zijn er inmiddels bij gekomen zodra zij politieke onafhankelijkheid verwierven. Maar het karakter van het Gemenebest is hetzelfde gebleven. Het is géén federatie of confederatie; het is geen militair, politiek of economisch bondgenootschap; het is alleen maar een diplomatieke club van landen die allemaal enige familiebinding met Engeland en daardoor met elkaar hebben. Engeland mocht aanvankelijk misschien hebben gehoopt op sterkere bindingen, in de zestiger jaren is het definitief van dergelijke verwachtingen afgestapt en heeft het de landen van het Gemenebest duidelijk te verstaan gegeven dat het de banden met hen bepaald niet meer liet prevaleren boven banden met andere landen, met name die met Europa. Niettemin is de Commonwealth in stand gebleven.
Hetgeen niet betekent, dat alle conferenties in pais en vree zijn verlopen. Engeland heeft het er vaak genoeg op moeten ontgelden. Om zijn Europese aspiraties, zijn Rhodesië-politiek en zijn leveranties aan Zuid-Afrika.
Dank zij vooral het taktisch optreden van de gastheer, premier Trudeau van Canada, die de aanwezige regeringsleiders ruimschoots de gelegenheid bood om in een ontspannen sfeer onder vier ogen stoom af te blazen, werd de sfeer ditmaal niet verstoord. Men bleek nog allerminst eensgezind - behalve op het punt der verwerping van kernproeven - en men heeft de problemen die tussen de Gemenebest-leden bestonden,
| |
| |
ook niet opgelost, maar de ‘club’ is intact gebleven. Met nieuwe problemen in het verschiet, omdat verschillende rijke broeders duidelijk te kennen hebben gegeven, dat zij hun ontwikkelingshulp in geld en in natura niet meer zonder zekere tegenprestaties kunnen blijven leveren.
| |
Samensmelting van Egypte en Lybië
Verleden jaar september werd bekend gemaakt, dat Egypte en Libië hadden besloten samen één Staat te zullen gaan vormen. Dit besluit is echter nog niet uitgevoerd. De Libische leider, kolonel Khadafi, wil wel en heeft zelfs haast. Zoveel haast, dat hij - achter de schermen overigens - in de tweede helft van juli een demonstratievee tocht van enkele tienduizenden Libiërs naar Cairo, waar zij voor samensmelting van de twee Staten zouden betogen, aanmoedigde. President Sadat van Egypte echter toonde zich daarmee dermate ongelukkig, dat hij de demonstranten bij de grens de pas liet afsnijden en zelfs de weg naar Cairo liet opblazen om hun de doorgang te beletten. Wat Khadafi voor ogen staat is de vorming van één groot staatsverband, dat met de macht van zijn olierijkdommen Israël aan kan. Egypte is weliswaar arm en zou de olierijkdommen van Libië best kunnen gebruiken, maar voelt niet zo veel voor een staatkundige aaneensluiting zolang de staatkundige organisatie van beide landen zó sterk uiteenloopt als thans nog het geval is. Egypte is min of meer modern georganiseerd; Libië is, naar moderne maatstaven, alleen maar een achterlijke anarchie, bijeengehouden door het geweld waarmee Khadafi de Mohammedaanse wet in al zijn gestrengheid toepast. Overhaaste samensmelting zou de staatkundige organisatie van Egypte volkomen kunnen ontwrichten.
Khadafi echter dramt door. Eind augustus bereikte hij een compromis. De samensmelting zal in etappes geschieden. Per 1 september gaat een commissie, bestaande uit 50 Egyptenaren en 50 Libiërs, aan het werk voor de samenstelling van een Grondwet. En eer die commissie klaar is, ach dan zijn wij alweer een hele tijd verder.
| |
● Internationale conflicten
Zuid-Oost Azië
Zowel in Vietnam als in Cambodja gaat de strijd, die nu door het terugtrekken van de Amerikanen volledig het karakter heeft gekregen van een burgeroorlog, onverminderd voort.
| |
Het nabije Oosten
Er hangt nog steeds gevaar in de lucht. Palestijnse kapers sloegen enkele malen hun slag en moordden ditmaal op het vliegveld van Athene. Er zijn echter tekenen die erop wijzen dat dit terrorisme niet meer de zegen heeft van de leiding der Palestijnen, die maar al te goed schijnt te beseffen, dat de Palestijnse zaak met dit terrorisme de weerstand van de hele wereld aan het oproepen is. De indruk wordt nu gewekt, dat de geweldacties in de lucht en elders nog slechts het werk zijn van verbitterde en verbeten eenlingen. - Israël heeft nu ook zijn vuist in de lucht geheven door een Arabisch vliegtuig boven de Libanon tot landen te dwingen, zulks onder het motief dat een der grote Palestijnse guerilla-leiders aan boord zou zijn. Deze bleek echter een ander vliegtuig te hebben genomen. Deze actie van Israël, bevolen door Dayan persoonlijk, heeft verontwaardiging opgeroepen vooral in de Verenigde Naties, die Israël deswege heeft veroordeeld. Israël heeft echter te kennen gegeven van deze veroordeling niet onder de indruk te zijn geraakt en in de toekomst iedere gelegenheid te zullen aangrijpen om op soortgelijke wijze te werk te gaan wanneer het daarmee de kans ziet om belangrijke Palestijnse terroristen in handen te krijgen.
| |
De Franse kernproeven
Zonder zich iets aan te trekken van de uitspraken van het Internationale Hof van Justitie en van de felle protesten uit heel de wereld is Frankrijk met zijn kernproeven in de Stille Oceaan begonnen, zulks onder het motief, dat Frank- | |
| |
rijk zonder de Bom in de wereld geen invloed meer heeft. De wereld moet dus die Franse invloed maar belangrijker achten dan de veiligheid! Leve Pompidou!
| |
Portugal en zijn koloniën
Onthullingen van missionarissen over het optreden van de Portugese troepen in Mozambique en elders hebben overal ter wereld een storm van verontwaardiging ontketend. Premier Heath van Engeland mocht daar dan geen aanleiding in vinden om het bezoek van de Portugese premier Caetano aan Londen af te lassen, het is toch wel duidelijk, dat Portugal door deze publikaties steeds meer geïsoleerd komt te staan. In hoeverre dit tot breuken of conflicten kan leiden is nog niet duidelijk. Portugal weigert een internationale commissie van onderzoek in zijn koloniën toe te laten.
| |
● Nationale politiek
Nederland
- Het Kabinet Den Uyl. De maanden juli en augustus zijn in de regel windstille maanden in de Nederlandse politiek. Iedereen is met vakantie. Ook Den Uyl zelf, de eerste Nederlandse minister die zijn vakantie ging doorbrengen achter het ijzeren gordijn. Nederlandse militairen is dat weliswaar ten strengste verboden, maar ja, Jan Soldaat kan belangrijke staatsgeheimen verklappen; een minister-president blijkbaar niet.
Geruchten over de plannen van het kabinet hebben er natuurlijk wel genoeg gelopen; geruchten die zowat allemaal neerkwamen op belastingverzwaring. Maar hoeveel waarheid al die geruchten bevatten, zal pas in september worden geopenbaard. In de Troonrede en de Miljoenennota. Het heeft dan ook weinig zin al die geruchten aan de vergetelheid te onttrekken; de klap komt in september vroeg genoeg! Den Uyl zelf vond, voordat hij op vakantie ging, dat hij, alle moeilijkheden in het vooroverleg ten spijt, een ‘heel fijne begroting’ had samengesteld. Of de Nederlandse belastingbetalers, vooral in de hogere inkomenssfeer, dat met hem eens zullen zijn, moet nog worden afgewacht. Een van zijn kornuiten, minister Gruyters, heeft er blijkbaar moeite mee om niet op één speciale groep ‘kapitalisten’ los te stormen: de bezitters van een eigen woning. Eerst zou hij er een stokje voor gaan steken dat deze mensen hun hypotheekrente op hun belastbaar inkomen in mindering mochten brengen. Toen het tot hem doordrong, dat dit in strijd zou zijn met de algemene beginseleen van de belastingwetgeving, liet hij dit plannetje schieten. Eind augustus echter maakte hij bekend, dat hij die verdomde eigenaren tóch wel zou krijgen. Zij zouden extra-zware belasting over hun huis moeten gaan betalen. Daarmee verkorf hij het echter bij zijn eigen fractie in de Tweede Kamer, die niet inziet waarom mensen die vaak met pijn en moeite bezitters van een eigen woning zijn geworden, nu eensklaps door hun partijgenoot in de kraag moeten worden gegrepen. D'66 meent, dat het bezit van een eigen woning juist moet worden bevorderd inplaats van ontmoedigd. Bovendien: waar wil Gruyters het geld voor gebruiken? Hij wil zoveel woningen bouwen, dat de woningreserve wordt vergroot. Maar waarom in hemelsnaam? D'66 acht de woningreserve zoals die nu wordt nagestreefd groot genoeg. Laat Gruyters maar liever de bestaande woningen helpen opknappen en moderniseren.
Den Uyl zelf komt overigens ook met zijn partij in moeilijkheden. Voor het congres, dat in september wordt gehouden, is al officieel gesteld, dat het program van de ‘progressieve drie’, ‘Keerpunt’ geheten, de basis van het kabinet moet vormen en dat de bijdragen van de confessionele partners niet meer mogen zijn dan enkele aanvullingen, die vooral niet met Keerpunt in strijd mogen zijn. In wat voor bochten Den Uyl zich nu weer moet gaan wringen om de progressieve kool en de confessionele geit te sparen op dat congres - ook dat is afwachten.
- Defensie-perikelen. Leger en marine moeten het wel ontgelden onder het kabinet Den Uyl. Minister Vredeling vindt het veel belangrijker om in een goed blaadje te komen bij de Vereniging van
| |
| |
Dienstplichtige Militairen, die van de groetplicht af willen - zij zijn er nu van af! - dan met de legerleiding. Opnieuw heeft een generaal ontslag genomen, de opperofficier-personeel van de landmacht, generaal Berghuys, die, evenals generaal Van Rijn een maand eerder, bezwaren koesterde tegen de stelselmatige afbraak van de defensie. Vredeling liet ze rustig gaan en hervormde en passant de interne organisatie van zijn departement in dier voege dat niet langer meer de militairen doch de burgers daarin de dienst uitmaken. Hup generaals!
De defensie moet kost wat kost naar de achtergerond worden gedrongen. Bij het regeringsjubileum van Koningin Juliana, dat begin september wordt gevierd, mogen leger en marine nauwelijks meedoen. Een ‘heel bescheiden eerbetoon’, meer niet. Intussen bezocht mijnheer Vredeling Amerika en inspecteerde hij daar als fier socialist een erewacht van het leger, groter, dan hij Hare Majesteit de Koningin heeft toegedacht. Maar hij is dan ook Vredeling!
Ook de marine kreeg een lik uit de pan. Een vlooteenheid van de NAVO mocht vooral geen bezoek brengen aan Amsterdam en moest maar in Den Helder afmeren, want er was een Portugees oorlogsschip bij. Mag niet van mijnheer Vredeling.
- Buitenlandse politiek. Er is in de maanden juli en augustus weer eens vlijtig geliefhebberd in de buitenlandse politiek.
Eerst naar aanleiding van de afschuwelijke berichten over het optreden van de Portugezen in Mozambique, waar de Portugezen in het gebied waar zij oorlog voeren tegen de Frelimo, hele dorpen hebben uitgemoord. Deze berichten, bevestigd ook door Nederlandse missionarissen, hebben een golf van verontwaardiging over de hele wereld losgeslagen. Twee Nederlandse kamerleden echter vonden het nodig zichzelf daar eens op de hoogte te gaan stellen.
Berichten uit Mozambique en andere Portugese koloniën bevestigen echter telkens weer, dat er een terreur heerst in die omstreden gebieden. Niet alleen van de kant der Portugezen, maar ook van de kant van de Frelimo. Aan beide kanten wordt gemoord en gebrandschat. Of het nu op de weg ligt van de Nederlandse regering om de Frelimo te gaan steunen, daarover zullen niet alleen de beide, binnen veertien dagen ‘deskundig’ gemaakte kamerleden, maar waarschijnlijk ook een aantal andere parlementariers bij de komende begrotingsbehandeling nog wel eens ernstig van gedachten willen wisselen met de betrokken minister.
Een parlementaire delegatie is ook naar China getrokken en daar ontvangen door Tsjoe En Lai zelf. Tsjoe En Lai, die in Frankrijk studeerde, wilde met deze beschaafde Europeanen een gesprek in het Frans aangaan, maar kamervoorzitter Vondeling moest hem duidelijk maken, dat niet alle heren deze taal machtig waren en liever Engels spraken. Tsjoe En Lai sprak toen maar Chinees en bediende zich van een tolk. Onder de Nederlandse parlementariërs was er klaarblijkelijk niet één, die als tolk in het Frans kon optreden. Tsjoe En Lai had gelijk. De Chinezen van Europa waren bij hem!
Overigens is de ‘deskundigheid’ der Mozambique-bezoekers op zijn minst geevenaard door de heer Vondeling, die na zijn bezoek aan China wel de indruk had dat hij zo ongeveer wist, hoe het daar in elkaar zat!
Wat Tsjoe En Lai zei was overigens wel duidelijk. De Nederlanders moesten Europa maar goed duidelijk maken, dat het verstandig deed zijn bewapening op peil te houden. De ontspanningspolitiek tussen Oost en West beviel hem helemaal niet. Europa mocht noch Amerika noch Rusland vertrouwen. Van Mierlo lokte een woedende uitval van Tsjoe En Lai uit door een ongelukkig geformuleerde opmerking, die erop scheen te wijzen dat hij de eerste minister van China verdacht van eigenbelang bij het verlenen van dit advies. Door zich militair sterk te maken immers zouden Russische legers aan de westelijke grenzen van Rusland worden gebonden. Boos informeerde Tsjoe En Lai welke partij de heer van Mierlo vertegenwoordigde. D'66! Nou dat weten ze dan nu in China.
- Sociaal-economische verhoudingen. Er is in de Nederlandse vakbeweging een proces gaande, dat zich nog moeilijk laat analyseren. En waarvan het ook moeilijk is te voorspellen waar het op uitloopt.
Het leek na de oorlog allemaal zo mooi: aan de top zaten de vakcentrales samen met de werkgevers in één overlegorgaan, de Sociaal Economische Raad; aan de voet lagen de ondernemingsraden, waarin de arbeiders medezeggenschap en mede-verantwoordelijkheid in het bedrijf
| |
| |
zouden krijgen. Zo bleef Nederland lange tijd een eiland van sociale rust.
Onder de oppervlakte echter broeide een zekere onrust. De vakverenigingen, geboren uit het idee van de klassenstrijd, hielden niet veel meer te strijden over. Zij traden wel ieder jaar in onderhandeling over nieuwe verbeteringen in de collectieve arbeidsovereenkomsten maar die onderhandelingen speelden zich af achter gesloten deuren. Daar mocht wel eens met de vuist op tafel worden geslagen, doch daar had de buitenwacht nauwelijks weet van; in ieder geval had zij er nauwelijks deel aan. Als gevolg van die onderhandelingen verbeterden de arbeidsvoorwaarden ook van jaar tot jaar. De lonen werden praktisch waardevast en vaak ook welvaartsvast in die zin dat zij niet alleen aan inflatiecorrectie, maar ook aan reële inkomensstijging werden onderworpen. Langzaam maar zeker kregen de arbeiders het beter. Zij kregen hun portie van de welvaart. In absolute cijfers tenminste. Of zij relatief in dezelfde mate van de welvaart profiteerden als de trekkers van hogere inkomens, of de toename van de bedrijfswinsten wel in gelijke mate werd verdeeld tussen arbeiders en werkgevers bijvoorbeeld, is een andere vraag. Maar ook bij een ontkennend antwoord op die vraag moesten de vakverenigingen zich realiseren, dat zij als strijdbare organisaties in de ogen van hun aanhang begonnen af te zwakken. De arbeiders zagen de vakbondsleiders langzamerhand meer als hun zaakwaarnemers dan als de voorvechters die voor hen de barricaden op gingen.
Dit nu zint een aantal leiders van de vakbeweging niet. Deels omdat zij overtuigd zijn dat de arbeiders recht hebben op een groter deel van de groeiende welvaartskoek dan zij, alle onderhandelingen en alle daarbij behaalde successen ten spijt, thans daarvan krijgen. Deels omdat zij hun strijdbaarheid niet alleen aan de onderhandelingstafel willen bewijzen, maar ook voor hun aanhang meer zichtbaar willen ten toon spreiden. Hun aanhang moet weer in strijdbaar gelid gaan lopen, anders verliezen zij de vingers waarmee zij aan de conferentietafel een vuist trachten te maken.
Die vingers zijn echter niet zo soepel meer als vroeger toen de arbeiders niets te verliezen hadden. Dat heeft de stakingsactie van een half jaar geleden bewezen. De werkgevers hielden het been stijf en de stakingskassen moesten zodanig worden aangesproken, dat er gauw een eind moest komen aan het staken, wilden die kassen niet helemaal uitgeput raken.
Dat men niettemin wil voortgaan op de weg van spectaculaire acties, tonen de ontwikkelingen van de maanden juli en augustus. Begin augustus liep het NVV boos weg uit de Sociaal Economische Raad, omdat deze een rapport over de economische toestand had samengesteld waar de heren van het NVV het niet mee eens waren. Daar werd wel luid over gejeremieerd, vooral op de voorpagina's van de kranten, maar veel meer dan een slag in de lucht was het niet. De heren gaven duidelijk te kennen dat zij zich niet helemaal aan de werkzaamheden van de Raad wilden onttrekken. Het oude liedje van ‘zij dronken een glas...’. Maar spectaculair was het wel. Evenals de weigering van de Industriebond NKV, die aan het eind van de maand weigerde een collectieve arbeidsovereenkomst te tekenen en daarbij duidelijk liet uitkomen, dat dit een heldendaad was omdat zij daarmee een dik miljoen verspeelde, die de werkgevers krachtens deze arbeidsovereenkomst aan de vakorganisaties zouden uitbetalen. De bond heeft echter eveneens laten doorschemeren dat zij wellicht over een paar maanden tóch wel zal tekenen en dan krijgt zij dat miljoen tóch uitgekeerd. Met andere woorden: wat theatraal aan de voordeur wordt afgewezen, wordt straks stilletjes aan de achterdeur weer binnengehaald. Ja, de bond zal daar gek zijn!
Intussen blijkt echter wel, dat de vakbeweging hoog spel speelt. Niet iedereen in haar gelederen is even gelukkig met dit beleid. Met name in die bonden die de klassenstrijd verwerpen en in de bonden van hoger personeel, dat zich bedreigd voelt door de nivelleringspolitiek, rijst verzet. In hoeverre dit de eenheid van de vakbeweging gaat ondermijnen, moet nog worden afgewacht.
- De Nederlandse Antillen. De verkiezingen in de Nederlandse Antillen hebben een onverwacht resultaat opgeleverd. De heer Ciro Kroon, die als ridder uit de oude garde van de Democratische Partij op Curaçao in zijn eentje ten strijde trok tegen het verraad dat deze partij aan de oude beginselen pleegde - voor zover men op deze eilanden tenminste van politieke beginselen mag spreken! - heeft in het zand moeten bijten. Hij heeft geen enkele ze- | |
| |
tel gehaald. De bestaande verhoudingen zijn op Curaçao niet veranderd. Op Aruba echter wél. Een nieuwe partij, de MEP, die fervent vecht voor een afzonderlijke status voor dit eiland - afscheiding dus van de Nederlandse Antillen en als staatkundige eenheid - heeft daar vijf van de acht zetels gewonnen. Een teken aan de wand voor de komende Ronde Tafel Conferentie.
| |
Verenigde Staten van Amerika
- Watergate. Gedurende de hele maand juli en nog een eind in de maand augustus zijn de senaatsverhoren over de Watergate affaire doorgegaan. De werkelijk belangrijke getuigen zijn nu op de proppen gekomen. Onder degenen die zich schuldig verklaarden, stonden vooral Dean en Mitchell lijnrecht tegenover elkaar in zoverre dat de een het vertikte om als zondebok te dienen en de President ervan beschuldigde de hand in de hele zaak te hebben gehad, terwijl de ander gewillig de rol van zondebok speelde en de President van iedere medeplichtigheid vrij pleitte. Wie had gelijk? Uit het verhoor van een lagere employé van het Witte Huis kwam eensklaps de verrassende onthulling voor de dag dat President Nixon overal in zijn ambtswoning en in zijn buitenverblijven elektronische apparatuur had laten aanbrengen, waarmee alles wat in zijn werkkamers werd gezegd en alle telefoongesprekken die hij voerde, op bandjes werd vastgelegd zonder dat degenen die aan de gesprekken deelnamen of de President belden, daarvoor werden gewaarschuwd. Dit betekende dat Deans getuigenis dat hij op een bepaalde datum de President had ingelicht en dat de President hem had aangemoedigd voort te gaan, bewijsbaar werden - of het bewijs kon worden geleverd dat zijn getuigenis vals was. De bewijzen lagen in het Witte Huis. Prompt eiste de senaatscommissie de bandjes op. Nixon echter weigerde met de meeste stelligheid ze af te staan. Daarmee raakte hij uiteraard in een kwaad daglicht. Als hij zo onschuldig as als hij zei, waarom weigerde hij dan de bewijzen voor zijn onschuld over te leggen die hij voor het grijpen had? Zijn argumenten waren tweeërlei. Ten eerste: er staat op die bandjes een heleboel dat niets met de Watergate affaire te maken heeft en dat ik de Senaat niet aan de neus hoef te hangen. Ten tweede: de President heeft het recht vertrouwelijk met zijn adviseurs en anderen te spreken zonder dat deze het risico lopen dat hun opmerkingen vroeg of laat ter ore
komen van buitenstaanders. Noch de Senaatscommissie noch de speciaal tot het onderzoek van de Watergate affaire aangewezen officier van justitie, Cox, legde zich bij Nixons weigering neer. Zij brachten de zaak voor de rechter. Eind augustus besliste deze inderdaad, dat de President de bandjes aan hem persoonlijk ter beschikking moest stellen, dan zou hij ze afluisteren en zien of ze voor het onderzoek van voldoende belang waren. Nixon echter bleef weigeren en ging in beroep. Het Opperste Gerechtshof zal nu uiteindelijk uitspraak moeten doen.
Intussen was de vraag of de President al dan niet schuld trof van minder belang geworden. Een andere vraag kwam op de voorgrond. De vraag wat voor mentaliteit er eigenlijk heerste in het Witte Huis. Eenvoudig verbijsterend waren op dit punt de onthullingen van een van Nixons topmedewerkers, Ehrlichman. Deze hield weliswaar bij hoog en laag vol dat de President van niets wist en hijzelf ook niet zo best op de hoogte was van wat er allemaal rondom hem heen gebeurde, maar probeerde daarnaast ook al het afluister- en spionagewerk dat vanuit het Witte Huis was georganiseerd, te verdedigen met een beroep op de ‘nationale veiligheid’. Zelfs moord zonderde hij niet expressis verbis uit. Of de President die middelen gebruikte om al degenen die hij als politieke rivalen of critici beschouwde, te bespioneren en schandaaltjes op te sporen, waarmee hij hen zou kunnen chanteren, daar had Ehrlichman geen boodschap aan. Wat deze kerel preekte was het puurste nazisme. Hij legde de eed dan ook af als een Hitler-soldaat. Nixons tweede topmedewerker, Haldeman, was voorzichtiger, maar maakte dan ook een vrij armzalige indruk voor iemand die in feite besliste over de vraag wie al dan niet tot de President werd toegelaten.
- Agnew. Intussen is ook de Vice-President, Agnew, in opspraak gekomen. Als Gouverneur van de Staat Maryland en later als Vice-President zou hij steekpenningen uit het bouwbedrijf hebben aangenomen. Een gerechtelijk onderzoek daarnaar is gaande. Agnew zelf speelde natuurlijk de vermoorde onschuld, maar uit de berichten in de Amerikaanse pers moet men afleiden, dat hem de grond
| |
| |
onder de voeten toch wel heet begint te worden. Tegen het eind van de maand gingen er geruchten dat hij aftreden zou overwegen.
- Geheime bombardementen. Aan het licht is gekomen, dat tijdens de oorlog die officieel door Amerika in Vietnam werd gevoerd, ook reeds geruime tijd in het diepste geheim bombardementen werden uitgevoerd op het officieel als neutraal erkende Cambodja. Nixon heeft de verontwaardiging die over deze onthulling rees, trachten te bezweren door toe te geven dat hij inderdaad opdracht tot die bombardementen had gegeven, doch dat daarvoor ernstige redenen bestonden, die niet onthuld konden worden. Het Congres heeft weliswaar krachtens de Amerikaanse grondwet de beslissing over oorlog en vrede, maar ja, de ‘nationale veiligheid’... zie Ehrlichman.
Kissinger. Henry Kissinger, die als kind met zijn Joodse ouders uit Duitsland naar Amerika vluchtte om aan de Nazi-vervolging te ontsnappen en die een wereldcarrière maakte als speciale adviseur van President Nixon, werd eind augustus officieel tot minister van Buitenlandse Zaken benoemd.
| |
Chili
President Allende raakte in de loop van de maanden juli en augustus steeds dieper in de moeilijkheden. Stakingen op grote schaaal vooral in de transportbedrijven verlammen de economie van zijn land. Pogingen om met de Christen-Democraten te praten zijn op niets uitgelopen. De legerleiders, die aanvankelijk wel bereid schenen zitting te nemen in zijn kabinet, trokken zich een voor een terug, omdat Allende niet van zijn streven naar een radicaal links bewind af te brengen was. De toestand werd eind augustus hoe langer hoe meer kritiek. Het kwam nu tot openlijke opstanden en tot arrestaties. Met een steeds onbuigzamer oppositie, die vastbesloten is Allende uit het zadel te wippen. Hoe de President zich uit deze benarde situatie kan redden, laat zich nog niet overzien.
| |
Argentinië
Op 25 mei werd de nieuw-gekozen President van Argentinië, Hector José Campora, geïnstalleerd; nog geen twee maanden later, op 13 juli, trad deze schertsfiguur weer af om het veld te ruimen voor zijn ‘baas’, de oud-President Juan Perón, die zich bereid heeft verklaard 45 dagen later kandidaat te zijn voor het presidentschap. Tijdelijk nam een andere schertsfiguur, Raul Lastri, het hoogste staatsambt op zich. Die periode van 45 dagen is intussen verlengd. De nieuwe verkiezingen zullen op 23 september plaats vinden. Peron is de kandidaat - en heeft de keus van zijn partner voor de kandidatuur van het vicepresidentschap laten vallen op zijn vrouw Isabel. Een soort Evita rediviva. Eind augustus bestond er nog geen twijfel aan de uitslag van de verkiezingen.
| |
Griekenland
Het referendum van 29 juli is uitgemond in een overwinning voor Papadopoulos' voorstellen tot wijziging van de Griekse grondwet in dier voege, dat Griekenland voortaan een Republiek zal zijn met voorlopig Papadopoulos als President. De oppositie bleek wel iets sterker dan gewoonlijk het geval is onder dictatoriale regimes, maar aan een indrukwekkende steun kwam zij nog niet toe. Zowel haar leiders als Koning Constantijn, die nog steeds als balling in Rome leeft, hebben het referendum als een farce bestempeld, die niets met democratie te maken had. Op 19 augustus werd Papadopoulos als President beëdigd in de Grieks-Orthodoxe kathedraal van Athene. Bij die gelegenheid kondigde hij tot veler verbazing een massale amnestie af. Deze amnestie zou voor 300 politieke gevangenen gelden. Inderdaad werden de eersten daarvan 's anderendaags vrijgelaten. Tot de vrijgelatenen behoren ettelijke tot levenslang veroordeelden en mensen die gevangenisstraffen van acht tot 25 jaar kregen. De amnestie geldt niet voor officieren en voor degenen die ‘misdrijven’ in het buitenland hebben gepleegd. Tegelijk met de verlening van de amnestie werd de staat van beleg, die zes jaar geleden werd ingesteld, opgeheven. Er heerst twijfel over de vraag of deze maatregelen beschouwd mogen worden als de eerste zwaluwen van een democratische lente.
| |
Noord-Ierland
De nieuwe assemblee is gekozen, maar de onrust blijft. Aan terreur nog steeds geen gebrek. Eind augustus kreeg ook Engeland zelf zijn portie door bombrieven, die in Londen en andere plaatsen
| |
| |
deels ontploften en deels tijdig werden ontdekt.
| |
Bahama's
In het Caraïbische gebied is een nieuwe Staat tot stand gekomen. Engeland heeft de Bahama's na een referendum volledige onafhankelijkheid verleend. Een staat van 185.000 inwoners. De vijfde Engels-sprekende nu in het Caraïbisch gebied.
| |
België
Christelijk en Vlaams?
In Vlaanderen zit de verzuildheid met diepe fundamenten tot in de kleinste gemeenten en tot in de meest plaatselijke culturele en sociale verenigingen. Politieke partijen, sociale organisaaties, culturele verenigingen en kerkelijke parochiekringen zijn zovele vertakkingen van de gevestigde macht, die de bestaande ordening waarborgt en de volgzaamheid van de leden, de vrienden of de beminde gelovigen in de gaten houdt.
Dat dit niet zo gemakkelijk meer loopt in een tijdperk van openheid en zucht naar inspraak en participatie is reeds lang duidelijk geworden. Dat de bestaande orde zich bedreigd ziet door zelfstandig denkende burgers die hun kritiek niet sparen en die eigengereid informatie, autonomie en medebestuur opeisen, ligt voor de hand.
Het hoeft dus niemand te verwonderen dat de afweermechanismen waarover de machtigste groep beschikt brutaler worden. Hier geldt evenzeer wat H.J.A. Hofland in zijn merkwaardig boek Tegels lichten over het Nederlandse bedrijfsleven schreef: daar ‘heeft de laatste autoriteit, en tot nader order ieder van hem afgeleid gezag, de macht om volkomen binnen de wet iemand desnoods dodelijk te beledigen, zonder zijn medeweten zijn beloning en toekomst te bepalen, hem via de gevestigde trucages te ontslaan, een stille of openlijke terreur tegen hem te voeren, hem te straffen voor inbreuken op een of ander goddelijk inzicht en zijn eventuele toewijding of loyaliteit tot voorbeeld van velen aan zijn laars te lappen’.
Dit alles wijst er op dat men onderkent dat er gevaar dreigt voor de bestaande machten wanneer autonoom denkende mensen zelf oordelen over eigen en andermans gedrag aan de hand van nieuwe normen van welzijn.
Een dergelijke stroming kunnen wij naspeuren in het vormingswerk en zij is er niet meer uit weg te denken. De evolutie die de vormingsbeweging naar inhoud en methode de laatste tiental jaren heeft doorgemaakt leidt naar politisering van de burger. Het is mede deze werking die effect ressorteert in de vraag naar het doorbreken van de verzuildheid, naar radicalisering van de politiek, verdeling van de macht en vernieuwing van de ethische en culturele waarden.
Met lede ogen zag men zich gedwongen toe te geven aan deze onstuitbare stroming, doch enkel tot op een bepaald breekpunt. Waar de breuk tussen de middelpuntzoekende macht en de middelpuntvliedende vernieuwers volledig is,
| |
| |
kan men naar gelang de omstandigheden twee verschillende ingrepen waarnemen. Ofwel worden de vernieuwers uitgestoten en wordt de orde bij de getrouwe volgelingen hersteld, ofwel worden de vernieuwers door schijntoegevingen geneutraliseerd, hetzij door ze totaal te ontkrachten - waar geruisloze afval op volgt - hetzij door ze op te slorpen.
Het eerste is deze zomer in het Davidsfonds gebeurd, het tweede zag men gebeuren in de Christelijke Volkspartij. Wij gaan even in op de gebeurtenissen op deze twee plaatsen, maar nog in vele andere partijen, verenigingen, jeugdorganisaties e.d. kan men dezelfde tactiek observeren.
| |
Het Davidsfonds
Deze zomer heeft het christelijk en Vlaamse Davidsfonds zijn Augiasstal opgekuist. De Jongerenbeweging die zich té autonoom en té politiserend had opgesteld werd opgeheven. Vier personeelsleden van het secretariaat van Jong-Davidsfonds en van het DF zelf werden ongemotiveerd van de ene dag op de andere uit hun functie ontslagen. Onder de drogredenen dat financiële besparingen dit noodzakelijk maakten (de rekeningen wijzen andere verliesposten aan), werden deze mensen buiten gezet omdat zij al te zeer bindmiddel waren voor de actieve minderheid die vernieuwing, verjonging en kritische zin in de vereniging had binnengebracht.
Het politiserend werken in het vormingsproces, het zoeken naar een meer linkse koers, het voorzichtig verschuiven van de normen, de gemengde jeugdwerking en de pluralistische openheid waren onbegrijpelijk voor de traditioneel-denkende leiding en dus een doorn in het waakzame oog. Een totaal onvermogen om democratisch deze vernieuwingstendens een kans te geven, leidde fataal tot de breuk.
De jongeren, die na dertien jaar werken binnen het DF geloven in de noodzaak van een kritische opstelling, hebben beslist de moedervereniging de rug toe te keren om definitief als vormingsbeweging hun eigen weg te gaan. De groep die hen binnen de volwassenenbeweging de hand boven het hoofd hield en die bij de jongste evolutie schaakmat werd gezet, heeft evenmin willen kapituleren voor het overwicht van de behoudsgezinde strekking. Zij heeft een Alternatieve Nationale Werkgroep Davidsfonds opgericht en stelt zich tot doel bij te dragen tot meer democratie in het Vlaams cultureel verenigingsleven. Achtergehouden informatie zal zij opsporen en naar buiten brengen. Dat zij deze informatie blijkbaar toch in handen krijgt, duidt erop dat er een band van solidariteit bestaat met een kleine zwijgende minderheid die de nieuwe richting meer genegen is dan de gezag-en-orde-agenten die nu de bovenhand haalden. Volgens deze linkervleugel, die voorheen vooral in het cultureel vormingswerk met de afdelingen actief was, zou de succesvolle machtsgreep van de behoudsgezinden te wijten zijn aan het feit dat deze groep de informatiemogelijkheid heden in handen heeft. Door stelselmatig gedurende drie jaar onrust te wekken bij de in het Davidsfonds geïnteresseerde katholieke middengroep zou de leiding er in
| |
| |
geslaagd zijn een aantal progressieven tot verdachte ‘valse lieden’ te brandmerken en kon zij de vernieuwende tendens afschilderen als ‘louter en uiterst linkse maatschappijkritiek’.
Het nationaal bestuur werd in de loop van dit jaar zo samengesteld, dat het naar de pijpen danst van de machtige raad van beheer die waakt over de lijn van de beweging: (traditioneel) christelijk en Vlaams, d.w.z. in de lijn van de kerkelijke overheid en binnen de invloed van het Vlaams establishment. Dit werd vooral bereikt door steun van de pers, de trouwe waakhond van de gevestigde belangen. Eenzijdige voorlichtingsvergaderingen, een harde perscampagne, gewijzigde verkiezingsmethoden, afdreiging o.m. via de katholieke onderwijsinspectie, broodroof, waren zovele middelen die de leiding brutaal en zonder scrupules hanteerde in haar strijd om het behoud van de macht.
Wellicht kan men deze evolutie vergelijken met wat zich drie-vier jaar geleden afgespeeld heeft in de Universiteitsgroep, waar het tot een breuk kwam tussen de generaties. Ook daar werd de studentengeneratie afgestoten omdat zij de normen had verlegd (en o.m. een ‘seksnummer’ uitgaf), maar het conflict was veel algemener dan de aanleiding die de deur dicht deed. Uit deze studentengeneratie vormde zich de redactie van Omtrend, een progressief georiënteerd studentenweekblad. De meer links geëngageerde volwassenengroep heeft naderhand de redactie van het met Universitas verwante tijdschrift De Maand omgevormd tot De Nieuwe Maand, op pluralistische basis en met een vooruitstrevend links engagement.
In nog meerdere organisaties is een conflict tussen de jongerenorganisatie en de machtige volwassenengroep die haar patroneert en subsidieert aan te wijzen. Ook daar werden mensen aan de deur gezet.
| |
De C.V.P.
In even moeilijke schoentjes stond de C.V.P. tegenover een groeiende tegenstroming die zich vroeger en ook nu wel eens agressief tegenover de partij uitlaat. Zij heeft een andere tactiek toegepast.
Overrompeld door een enthousiaste jongerenploeg werden haar resoluties van het programmacongres te Kortrijk (december 1970) duidelijk in een meer linkse richting gestuwd. De interne discussies werden handig onder de tafel gepraat door W. Martens, toen voorzitter van C.V.P.-Jongeren, nu voorzitter van de C.V.P.. Maar het bleef een populair gezegde onder de jongeren dat ‘hun jas aan de kapstok hing’ waarmee zij bedoelden dat zij voor de uittocht paraat bleven. Het was maar al te duidelijk dat de dagelijkse politiek van de partij maar weinig liet naspeuren van de progressieve programma's.
Martens werd tot voorzitter gekozen en de Jongerenorganisatie is de wind uit de zeilen gehaald. Nu koketteert de partij opnieuw met een ‘progressistische vleugel’: enkele vedetten met een links cachet die in de partijdiscipline en onder het doorwegend gezag van het traditionele machtsblok van de oude top, het
| |
| |
katholiek onderwijs en de sociale organisaties totaal machteloos of zelfs ongeloofwaardig zijn geworden.
Een typische tactische zet voorspelt ons het partijcongres van 27-28 oktober e.k. te Hasselt over het buitenlands beleid. Gealarmeerd door de invloed van de C.V.P.-Jongeren op het resolutiecongres te Kortrijk, werd de resolutie over de buitenlandse solidariteit destijds ingehouden, verschoven naar een volgend congres in het voorjaar en vergeten. Nu acht men de tijd gunstig om weer uit te pakken met de rode lap over buitenlandse politiek. Er worden gedurfde alternatieven ter keuze gesteld waaronder: steun aan de bevrijdingsbewegingen in Mozambique, Ombouw van de Nato tot vredesorgaan, frontvorming met Nederland voor een politiek in dienst van de vrede en de ontwikkelingssamenwerking, reductie van het leger enz....
Doch wie in Vlaanderen hecht nu nog geloof aan linkse woorden komende van een partij die in het verleden toonde dat behoudsgezind gedrag zo gemakkelijk met vooruitstrevende programma's verzoend kan worden?
Ondertussen is er een geruisloze afval waar te nemen bij de aanhang van deze partij en wellicht is het niet te vermetel een parallel te trekken met het stilletjes wegblijven uit de kerk van velen die na de belofte van dialoog en inspraak, die niet resulteerden in een deelname aan de besluitvorming, noch in een open confrontatie tussen de verschillende strekkingen bij het gelovige volk, de zin niet meer zagen van hun traditionele kerkelijkheid.
Het doorbreken van de verzuildheid, het loskomen van een paternalistisch en dominerend gezag, het links engagement komt hier moeilijk op gang. Het gaat gepaard met schokken en met scheuren. Wij zijn nog erg ver verwijderd van een democratisch en breeddenkend Vlaanderen en de breuk tussen de twee stromingen lijkt op een diepe kloof. Uit wat vooraf gaat kan voorzien worden dat het conflict zich nog scherper en veralgemeend zal stellen. Terwijl in Nederland de polarisatie tussen de partijen onderling op gang komt zal de grotere verzuildheid en de machtsconcentratie hier dit in een eerste fase althans niet mogelijk maken. Veeleer zal de afgestoten groep die zich niet meer herkent in de bestaande structuren gedreven worden om zich te bundelen in een sterker front wil zij iets overhouden van wat zij oprecht wil realiseren. Zo valt te voorzien dat de polarisatie eerst tussen buiten en binnen zal plaats vinden. En hoelang zal het duren eer de buitenwacht zal staan trappelen om ook in staat te zijn om een politieke vuist te maken?
8-9-'73
Rita Jolie-Mulier en Ward Bosnians
|
|