| |
| |
| |
Politiek overzicht de maand juni
● Internationale samenwerking
De Europese Veiligheidsconferentie
Medio juni is eindelijk de voorbereidende Veiligheidsconferentie, die in november van verleden jaar in Helsinki startte, beëindigd.
De conferentie heeft het probleem van de Europese veiligheid uiteindelijk in drie delen gesplitst. Ten aanzien van alle drie deze problemen heeft zij een compromis bereikt.
Eerste probleem: de beginselen waarnaar de betrekkingen tussen de landen onderling zullen worden geregeld. Daarbij was het hete hangijzer de eerbiediging van elkaars grenzen. In de oorspronkelijke resolutie werden de grenzen ‘onschendbaar’ genoemd. Deze term echter bleek voor verschillende uitleg vatbaar. De Sovjet-Unie en de landen van het Oostblok interpreteerden ‘onschendbaar’ tevens als ‘onveranderlijk’ en daar hadden verschillende landen van het Westen ernstig bezwaar tegen. West-Duitsland wil de grenzen met Oost-Duitsland beslist niet als ‘onveranderlijk’ erkennen; Ierland oogt nog altijd naar een verandering van de grenzen met Noord-Ierland; Spanje hoopt nog steeds op Gibraltar; Italië kan de gedachte aan één Europa zonder grenzen nog niet van zich afzetten. De conferentie heeft dus vastgehouden aan de interpretatie dat bestaande grenzen niet door gebruik van geweld mogen worden geschonden.
Tweede probleem: de militaire aspecten van de veiligheid. Daarover - met name over de vermindering van de bewapening in Midden-Europa - zijn de mogendheden in Wenen aan het disputeren. Wenen echter kan pas tot zaken komen wanneer de twee supermogendheden, Amerika en Rusland, tot overeenstemming raken. De vertegenwoordigers in Helsinki waren zich daar goed van bewust en besloten dus de definitieve Veiligheidsconferentie aan te bevelen zich op dit punt te beperken tot ‘aanbevelingen’, die men desgewenst in Wenen ter harte kan nemen.
Derde probleem: de uitwisseling van culturele contacten en de vrijheid van de burgers om zich ongehinderd tussen Oost en West te bewegen. Aanvankelijk wilde men dit probleem scherp stellen en volledig openheid van de grenzen nastreven; daartegen echter verzetten zich de Oostblok-landen, die tenslotte water in hun wijn deden en akkoord gingen met een compromis waarin op ‘verruiming’ van uitwisseling werd aangestuurd, wat die verruiming dan ook mag inhouden.
De conferentie kwam op het nippertje met haar aanbevelingen gereed; drie weken later zou eveneens in Helsinki de definitieve Veiligheidsconferentie beginnen. Een conferentie van 34 staten; de grootste internationale ontmoeting sinds het Wener Congres, anderhalve eeuw geleden.
| |
De Europese Gemeenschap
De Europese Commissie heeft een geruchtmakend document ter tafel gelegd, waarin wordt aangedrongen op een vrij diepgaande wijziging van de EEG-verdragen in die zin dat meer bevoegdheden worden toegekend aan het Europees Parlement. De voorgestelde wijzigingen houden o.m. in:
- grotere controlebevoegdheden van het Europees Parlement over de financiën der Gemeenschap; de controle der financiën moet worden uitgeoefend door een Rekenkamer samen met een rekencommissie uit het Europees Parlement en alleen het Parlement is bevoegd de Europese Commissie kwijting te geven voor haar financiëel beleid;
- het Parlement wordt in grotere mate betrokken bij het sluiten van handelsovereenkomsten;
- blijken de inzichten van het Parle- | |
| |
ment aanzienlijk af te wijken van die der Europese ministers, dan moet een tweede lezing van de zaak in het Parlement mogelijk zijn;
- door een jaarlijks algemeen verslag van de activiteiten der Gemeenschap aan de nationale parlementen, die over dit verslag terzelfder tijd als het Europese Parlement kunnen delibereren, moet de belangstelling in de werkzaamheden van de EEG worden verbreed. Deze voorstellen gaan echter de Voorzitter van het Europese Parlement, de Nederlander Dr. C. Berkhouwer, niet ver genoeg. Hij wil het Europees Parlement ook zeggenschap verlenen over de regels waarnaar met name de inkomsten van de Gemeenschap worden verkregen - een totaal budgetrecht dus. Hij vertrouwt dat zowel de Nederlandse als de Britse Regering in deze richting mee wil ijveren.
Ook op het gebied van de voedselproduktie zijn nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Het lid van de Commissie dat hiermee in het bijzonder is belast, Ir. Lardinois, maakte bekend een glijdend systeem van garanties te overwegen, waardoor de minimum-prijzen kunnen stijgen of dalen naar gelang de voedselsituatie in de wereld.
| |
De N.A.V.O.
Op een vergadering der ministers van Buitenlandse Zaken van de NAVO-landen heeft minister Van der Stoel aangekondigd binnenkort een nieuw ontwerp Atlantisch Handvest aan de organisatie te zullen voorleggen. In dit handvest zouden als beginselen van de Westelijke samenwerking worden vastgelegd het totstandbrengen van sociale rechtvaardigheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten in de aangesloten landen, het bevorderen van ontspanning tussen Oost en West en de steun aan andere volken tot het bereiken van meer welvaart. Van der Stoel zelf liet zich pessimistisch uit over de bereidwilligheid van een aantal participanten in de NAVO om de beginselen van het Handvest opnieuw te formuleren.
Ten aanzien van de Veiligheidsconferentie besloten de ministers der vijftien landen op hun bijeenkomst in Kopenhagen om een duidelijke waarschuwing te geven aan de Weense conferentie voor de vermindering der bewapening in Midden-Europa. Die conferentie moet 31 oktober bijeenkomen; de NAVO-landen besloten zich niet te binden aan een datum voor de tweede vergadering van de conferentie in Helsinki, zulks onder het motief dat het weinig zin heeft zo'n tweede vergadering bijeen te roepen wanneer men niet weet tot welke resultaten men in Wenen is gekomen.
| |
Bilaterale samenwerking
Amerika - Rusland. Grote betekenis wordt algemeen gehecht aan een bezoek, dat de Russische leider Brezjnev aan Amerika bracht en aan de uitvoerige besprekingen die hij daar met President Nixon voerde. Brezjnevs optreden in Amerika maakte daar een bijzonder goede indruk. Zijn besprekingen met Nixon mondden uit in een akkoord waarin beide landen elkaar beloven militaire botsingen te vermijden en niet te zullen dreigen met geweld, zulks ter voorkoming van een oorlog met kernwapens. Deze verklaring zou een eind moeten maken aan de koude oorlog en de stoot moeten geven aan een beperking van de kernbewapening.
- West-Duitstand - Israël. Voor het eerst heeft een Duits regeringsleider, Willy Brandt, een officieel bezoek gebracht aan Israël. Een symbolisch bezoek in de eerste plaats, omdat daarmee te kennen werd gegeven dat de kloof tussen deze beide landen, overgebleven uit de behandeling van de Joden in het Derde Rijk, niet onoverbrugbaar is. In diplomatieke kringen echter veronderstelt men dat de bereidwilligheid van Israël om Brandt te ontvangen mede verband houdt met de vrees dat het herstel onlangs van de betrekkingen tussen Duitsland en de Arabische landen het evenwicht in het Midden-Oosten wel eens kon verstoren.
- Frankrijk - Rusland. President Pompidou heeft het moeilijk kunnen verkroppen, dat Brezjnev en Nixon samen confereerden zonder Europa te kennen - en dat betekent in zijn gedachtengang zonder hem erin te kennen. Hij nam dus op het laatste moment het initiatief tot een gesprek eveneens met Brezjnev, die hem inderdaad op zijn terugreis uit Amerika ontmoette. In schrille tegenstelling tot Nixon ontving hij de Russische partijleider tamelijk stijfjes en of hij er veel zaken mee kon doen, is niet bekend, maar wel mocht hij deze ontmoeting als een diplomatiek winst- | |
| |
punt boeken, omdat zij mocht worden uitgelegd als een erkenning van Frankrijk als de meest aangewezen gesprekspartner voor Rusland in Europa.
- West- en Oost-Duitsland. Op 20 juni hebben West- en Oost-Duitsland de ratificatie-oorkonden van hun basisverdrag uitgewisseld. Hun betrekkingen zijn thans volkenrechtelijk geldig genormaliseerd.
| |
● Internationale conflicten
Vietnam
Na bijna een maand onderhandelen kwamen Kissinger en Le Duc Tho in Parijs tot overeenstemming over een nieuw akkoord betreffende de uitvoering van het wapenstilstandsverdrag dat in januari werd gesloten, doch waarvan het aantal schendingen langzamerhand in de tienduizenden liep.
Het akkoord bevat veertiten punten. In de eerste twee verplichten de Verenigde Staten zich hun verkenningsvluchten boven Noord-Vietnam stop te zetten en 't vegen van de mijnen voor de Noordvietnamese havens te hervatten. In de volgende punten verklaren beide partijen, dat zij de wapenstilstand strikt zullen naleven, niet meer over elkaars gebied zullen vliegen, geen militaire acties meer tegen elkaar zullen ondernemen, geen troepen en oorlogsmaterieel meer in Zuid-Vietnam zullen binnenbrengen tenzij ter vervanging van reeds aanwezig materiaal, doch zulks alleen onder controle van de internationale commissie van toezicht, die nu eindelijk de haar toegezegde onschendbaarheid en bewegingsvrijheid moet krijgen. Aan het Vietnamese volk wordt vrijheid van beweging en vrijheid om zijn eigen politieke toekomst uit te stippelen nogmaals toegezegd.
Afwachten maar weer wat ervan komt.
| |
Ethiopië - Somalië
Reeds vanaf het moment dat uit het vroegere Britse en Italiaanse Somaliland de nieuwe Staat Somalia werd gevormd, broeit er een conflict. Somalië, het noordelijkste Afrikaanse land aan de kust van de Indische oceaan, wil de grenzen die Engeland en Italië indertijd trokken, niet erkennen en wil ten koste van Ethiopië en Kenya dieper het binnenland in vanwege ‘verwantschap’ met de volksstammen die op het grondgebied van deze beide landen leven. Met Ethiopië kwam het in 1964 tot een gewapend conflict, waarin echter Ethiopië de sterkste bleek. De Organisatie voor Afrikaanse Eenheid wist toen te bemiddelen en nadien is het ook inderdaad rustig gebleven, doch intussen versterkte Somalië wel met hulp van Rusland zijn leger. Kort voor de topconferentie van de OAE (zie het overzicht over mei) begon het weer een dreigende diplomatieke activiteit te ontplooien. Ethiopië met meer dan acht maal zoveel inwoners als Somalië liet zich daardoor niet intimideren. Het conflict tussen beide landen hing als een wolk boven de topconferentie, doch in geheime besprekingen schijnt de spanning enigszins te zijn verlicht door de instelling van een bemiddelingscommissie, waarin een der Afrikaanse koningen en zes presidenten zitting hebben.
| |
● Nationale politiek
Nederland
- De nieuwe Regering. Mat reageerde de Tweede Kamer de laatste dagen van de vorige maand op de regeringsverklaring van het kabinet Den Uyl; mat reageerde ook in de eerste dagen van juni de pers op de kamerdebatten. Eén ding erkenden ook Den Uyl's tegenstanders: het ontbrak zijn regeringsverklaring niet aan visie. Een regeringsverklaring echter
| |
| |
behoort niet alleen visie te geven, maar ook concrete uitwerking van een program. En op dit punt schoot de regeringsverklaring van Den Uyl naar veler oordeel tekort. Er werd wel een aantal punten in genoemd, maar over de uitwerking daarvan zou alsnog beraad binnen het kabinet nodig zijn, aldus de heer Den Uyl. In feite betekent dit, dat de formatieperiode, die al exorbitant lang heeft geduurd, nóg niet helemaal is afgesloten. Het overleg over de concrete uitwerking van het regeringsprogram, dat gedurende de formatie had behoren plaats te vinden, wordt na de formatie voortgezet - uitgerekend door de man die zijn kiezers verzekerde dat hij een concreet regeringsprogram al in zijn zak had en geen kabinet zou vormen dat dit program niet met pak en zak zou overnemen.
Tegen het einde van de maand echter begonnen bijzonderheden over het concrete program van het Kabinet bekend te raken. In begrotingstermen komen de aangekondigde maatregelen hierop neer:
- het Rijk gaat 57 miljoen meer bijdragen aan de ambtenarenpensioenen;
- een verlaging van het collegegeld tot 500 gulden gaat het Rijk 25 miljoen kosten;
- aan huursubsidies gaat het Rijk tien miljoen meer besteden;
- voor ontwikkelingshulp wil het kabinet 13 miljoen en voor cultuur, recreatie en maatschappelijk werk 24 miljoen méér beschikbaar stellen;
- voor werkloosheidsbestrijding komt 250 miljoen ter beschikking;
- de uitgaven voor defensie worden met 64 miljoen verlaagd;
- de uitgaven voor de werkloosheidsbestrijding worden gevonden uit ‘een meevaller in de belastingontvangsten’;
- de overige meeruitgaven worden bestreden door een krachtige verhoging van de benzine-accijns, die de prijs van de benzine reeds per 1 augustus met 8 cents per liter zal doen stijgen. De automobilist krijgt dus het gelag te betalen. Overigens schijnt het kabinet er financieel niet zo slecht voor te staan als tijdens de formatie werd gevreesd.
Intussen hebben enkele ministers ook al beleidsdaden moeten stellen. Minister De Gaay Fortman van Binnenlandse Zaken heeft de ambtenaren aangekondigd, dat het kabinet ook te hunnen aanzien een beleid van salaris-nivellering zal toepassen; hij heeft daar echter in een gesprek met de bonden overeenstemming over bereikt. Minister Lubbers van Economische Zaken deelde mede, dat de vestiging van nieuwe bedrijven in de Randstad aan vergunningen zal worden gebonden, dus zal worden bemoeilijkt. Argument hiervoor is het tegengaan van de vervuiling, doch Rotterdam, Amsterdam en Den Haag zagen er een regelrechte aanval in op hun belangen. Bepaald niet gelukkig waren de eerste bestuursdaden van de ministers Van Doorn en Van Kemenade, waarover verder in dit overzicht.
Andere ministers konden blijkbaar hun draai nog niet goed vinden in hun nieuwe positie. De minister van Buitenlandse Zaken, Van der Stoel, beging aanstonds na zijn optreden een aantal kapitale diplomatieke blunders. Ten aanzien van Zuid-Afrika brak hij botweg met de regels van het diplomatieke verkeer tussen landen die regelmatige betrekkingen met elkaar onderhouden door het bezoek van een Zuidafrikaans minister met een smoesje uit te stellen, twee schepen van de Marine te verbieden een lang tevoren afgesproken beleefdheidsbezoek aan de Zuidafrikaanse haven Simonsstad te brengen en aan te kondigen dat hij geld zou schenken aan de vrijheidsbewegingen die in Zuid-Afrika tegen hun regering in verzet komen. Frankrijk en Engeland stootte hij voor het hoofd door een verbod aan de Concorde om over Nederland te vliegen, terwijl een soortgelijk vliegtuig van Russische makelij daar wél toestemming voor kreeg. Ook liet hij doorschemeren dat hij in het NAVO-verband fel te keer zou gaan tegen Griekenland en Portugal. Toen echter omstreeks het midden van de maand op de vergadering van de NAVO in Kopenhagen puntje bij paaltje kwam, bleek hij enigszins bakzeil te hebben gehaald en het toch maar beter te achten geen spectaculaire stappen te ondernemen en zich te bepalen tot actie ‘in de wandelgangen’.
Minister Gruyters van Volkshuisvesting liet zich in het begin van de maand ontsnappen dat het in zijn voornemen lag de eigenaars van ‘dure’ huizen aan te pakken door hun de pas af te snijden naar het afschrijven van hun hypotheekrente bij de aangifte van hun inkomstenbelasting. Dit was niets minder dan een blunder. Krachtens de algemene belastingwetgeving zijn de renten van schulden nu eenmaal aftrekbaar en hypotheekrenten behoren tot de catego- | |
| |
rie renten van schulden. Van tweeën één dus: het Kabinet heeft besloten de algemene regel af te schaffen die renten van schulden aftrekbaar maakt, óf mijnheer Gruyters maakt uit hoe de belastingwetgeving in Nederland wordt toegepast. Mijnheer Gruyters heeft dan ook al heel gauw bakzeil moeten halen en verteld dat men hem ‘verkeerd had begrepen’. De standaardsmoes van iedere politicus die zich verpraat. Maar intussen liet hij wel doorschemeren, dat hij voornemens is de jaarlijkse huurverhogingen te laten vervallen - vermoedelijk om het ‘kapitalisme’ van de kleine huiseigenaars de kop in te drukken - en dat een nieuw systeem van subsidiëring in de woningbouw zal worden toegepast. Hoe dat er precies uit zal zien, zal hij pas later bekend maken. Kijken of hij wéér verkeerd is begrepen. Het meest bont echter maakte het minister Pronk van Ontwikkelingshulp, die openlijk verklaarde dat de Partij van de Arbeid, waarvan hijzelf deel uitmaakt, alleen vrede heeft gevonden met dit kabinet, omdat zij daarin de mogelijkheid onderkende om de polarisatie-politiek voort te zetten en de partijen van het midden - daarmee bedoelde hij uitdrukkelijk de confessionele partijen - verder te kunnen uithollen. In diezelfde geest lieten zich andere bewindslieden - Mevr. Vorrink en Gruyters o.a. - uit. Begrijpelijkerwijs kwamen de leiders van de twee confessionele partijen die in het kabinet zitting hebben, de heren Aantjes en Andriessen, daar
tegenop. Als het zo doorgaat, zei Andriessen, polariseert het kabinet zichzelf weg. En Aantjes stelde officieel vragen aan de minister-president, die echter met een boog om de zaak heenliep en vierkant ontkende dat de heren (en dame) van de Partij van de Arbeid zich in het kabinet meer door partijbelang dan door het landsbelang lieten leiden. Hij meende bovendien, dat ministers uit het confessionele kamp zich aan soortgelijke uitlatingen hadden schuldig gemaakt - Van Agt had verklaard, dat hij en de KVP tot het kabinet waren toegetreden om een ‘irreële radicalisering van de Partij van de Arbeid te voorkomen’ - en dat men tenslotte maar niet te zwaar aan ‘woorden’ moest tillen en beter deed op de daden van het kabinet te wachten. Het botert nog niet zo best tussen de partners in dit kabinet.
- Eén christen-democratische partij. Prof. Steenkamp, de man onder wiens leiding de besprekingen hebben plaatsgevonden die tot de vorming van één christen-democratische partij moesten voeren, heeft kabinetsformateur Burger een fikse trap na gegeven. Dat Burger doelbewust op een kabinet Den Uyl aanstuurde, was begrijpelijk en alleszins gerechtvaardigd; maar behalve dat heeft hij even doelbewust doch met een minderwaardig soort middelen een wig trachten te drijven tussen de drie confessionele partijen; en daarmee handelde hij in zijn vertrouwensfunctie van formateur ten enen male onbehoorlijk. Doelbewust smeet hij de Christelijk Historische Unie verwijten voor de voeten die niet alleen onjuist waren, doch bovendien bekleed werden in termen die geen enkele zichzelf respecterende partij van een formateur hoeft te nemen. Daarmee manoevreerde hij de CHU buiten het kabinet, terwijl de beide andere confessionele partijen eraan deelnamen.
Een listige streek van Burger.
Immers, aldus Steenkamp, door dit verschil in positie ten opzichte van het kabinet werd niet alleen de eenwording van de drie confessionele partijen bedreigd, maar ook hun voortbestaan. De samenwerking immers met het kabinet Den Uyl dreef niet alleen een splijtzwam tussen de confessionele drie, maar ook binnen de drie confessionele partijen ieder afzonderlijk. In alle drie dreigde onderlinge verdeeldheid tussen leden die samenwerking met links voorstaan, en leden die meer prijs stellen op samenwerking met rechts. Zouden de drie confessionele partijen zich naar die scheidingslijn opdelen, dan zouden in feite én Den Uyl én Wiegel hun zin krijgen en de kern van politiek Nederland in twee blokken worden verdeeld. Voor een ‘middenblok’ zou er dan geen plaats meer zijn. De christelijke beginselen zouden dan in de politiek geen eigen stem meer hebben.
Deze waarschuwing vond gehoor bij alle drie de confessionele partijen in de vergaderingen die zij ieder afzonderlijk op 23 juni hielden en waarin zij alle drie een resolutie behandelden die het principe-besluit inhield om tot de vorming van één christen-democratische partij te geraken. De minste weerstand onttmoette deze resolutie bij de KVP, die haar ongewijzigd aannam. De Anti-Revolutionairen amendeerden de resolutie in die zin dat de nieuwe partij niet alleen, zoals in de oorspronkelijke tekst
| |
| |
stond, ‘bij voortduring op de uitdaging van het Evangelie wil antwoorden’, doch ook, volgens de tekst van het amendement, ‘zich daartoe laat gezeggen door de verplichtende norm van het Evangelie, zodat er geen sprake kan zijn van gelijkwaardigheid van andere inspiratiebronnen’. Dit amendement richtte zich tegen de opvatting van de KVP voorzitter, De Zeeuw, die aanstuurde op een ‘open’ partij, waarin naast de Bijbel ook andere inspiratiebronnen als bijvoorbeeld het humanisme werden erkend. De KVP accepteerde deze correctie, omdat daarin het humanisme niet werd uitgesloten als inspiratiebron doch slechts als gelijkwaardige inspiratiebron. De Christelijk Historische Unie had meer moeite met de resolutie. Oudminister Beernink verzette er zich heftig tegen en dreigde zelfs de oude CHU opnieuw te zullen oprichten, als het ooit tot een samensmelting zou komen. Op haar vergadering echter sprak Steenkamp en zijn woorden deden de stemming omslaan. Met grote meerderheid werd ook daar de resolutie aangenomen. De nieuwe partij zal voorlopig als een samenwerkingsverband optreden onder de naam Christen-Democratisch Appèl. - Wij hebben een wet! (1) Wij hebben een wet die het omroepbestel regelt, en wij hebben een verdrag dat illegale zenders verbiedt. Dan moeten wij ons ook aan die wet houden. Dat verdrag moet worden geratificeerd en onmiddellijk daarna moet Radio Veronica uit de lucht. Dat was het standpunt van minister Van Doorn, die daarbij steun vond bij alle partijen die politieke of geestelijke affiniteit vertonen met een aantal omroepverenigingen. Veronica mocht dan enkele maanden geleden de grootste demonstratie van jongeren hebben opgeroepen die Nederland tot dusverre aanschouwde, het argument dat deze demonstratie ‘de volkswil’ tot uitdrukking bracht, maakte nauwelijks enige indruk. Veronica's dagen zijn geteld.
Ietwat wrang deed het aan, dat de werkelijk zwaarwegende technische en internationaal-juridische argumenten voor het standpunt van de minister nauwelijks ter sprake kwamen en het hele debat zich concentreerde op politieke argumenten, waar zich maar al te zichtbaar de belangenorganisaties - de omroepverenigingen - achter verscholen. - Wij hebben een wet! (2) Wij hebben een wet die door het parlement is aangenomen en waarin van studenten aan de universiteit een collegegeld van duizend gulden, ineens te betalen, wordt geeist. Dan moeten wij ons... Pardon - niet aan die wet houden vond minister Van Kemenade, die zich bij zijn eerste optreden in de Tweede Kamer in allerlei bochten wrong om de ongeveer 1500 studenten die aan hun verplichting niet hadden voldaan, vrijuit te laten gaan en degenen die wél aan de wet gevolg hadden gegeven, zo goed en zo kwaad als het nog kon, compensatie te geven voor wat zij teveel bleken te hebben betaald als het collegegeld tot 500 gulden werd teruggebracht.
Theoretisch kon hij natuurlijk moeilijk volhouden dat een eenmaal aangenomen wet niet moet worden nageleefd, maar hij betoogde dat de wet zoveel lacunes bevatte dat zij onmogelijk meer kon worden uitgevoerd. Waar de Kamer tegenover stelde, dat middelen ter uitvoering alsnog kunnen worden gezocht. Zij bond de minister op het hart zich alsnog naarstig aan het zoeken te zetten. Een desbetreffende motie, door de Kamer aangenomen, werd zodanig geformuleerd dat de Minister haar naast zich neer kon leggen. Fraai!
- De eerste botsing. Tegen het einde van de maand kreeg het kabinet Den Uyl reeds zijn eerste politieke nederlaag te incasseren. Van de zijde der confessionele partijen werd bezwaar gemaakt tegen enkele maatregelen door de Regering aangekondigd - met name tegen de verlaging van het collegegeld en de verhoging der begroting van CRM. Teneinde de doorvoering van deze maatregelen te verhinderen, stelde de KVP voor de verhoging van de benzine-accijns slechts voor een derde goed te keuren. Toen dit voorstel werd verworpen, stond zij voor het dilemma ófwel de hele voorgestelde verhoging goed te keuren en daarmee de weg open te maken voor de doorvoering van het hele regeringspakket ófwel de accijnsverhoging in zijn geheel te verwerpen. Zij besloot tot het laatste. Premier Den Uyl tilde niet al te zwaar aan deze nederlaag; hij achtte - terecht - de 75 miljoen waar het om ging, geen kabinetscrisis waard.
| |
Verenigde Staten van Amerika
- Het Watergate-schandaal. Veel nieuw licht is er in de Watergate-affaire niet gekomen gedurende de maand juni. De
| |
| |
Senaatscommissie onderbrak haar verhoren midden in de maand om Nixon de gelegenheid te bieden zich ongestoord met zijn gast, Brezjnev, bezig te houden. Daardoor kwam de kroongetuige, John Wesley Dean, voormalig juridisch adviseur van de President, eerst tegen het einde van de maand aan de beurt om gehoord te worden. Uit de voorafgaande verhoren in deze maand is reeds gebleken, dat oud-minister Maurice Stans als hoofd van de commissie uit de Republikeinse partij, die de gelden voor Nixons herverkiezing bijeen moest brengen, een verre van fraaie rol heeft gespeeld in het verdonkeremanen van belangrijke gegevens omtrent de herkomst van deze gelden. De verklaringen van Dean kwamen erop neer, dat de President reeds enkele dagen na de ontdekking van de inbraak in het Watergate-gebouw op de hoogte moet zijn geweest van de pogingen die vanuit het Witte Huis in het werk werden gesteld om deze zaak in de doofpot te stoppen. Hij heeft het vuur wel nader aan de schenen gelegd van de President en van zijn allernaaste medewerkers, maar een absoluut bewijs heeft hij nog niet kunnen leveren. Aan het eind van de maand is het echter duidelijk dat het onderzoek zijn hoogtepunt nadert.
- Inflatie-bestrijding. De indexcijfers gingen in de eerste helft van dit jaar in Amerika scherp omhoog - zo scherp dat voor het heel jaar een stijging met 9% moest worden verwacht. De oorzaak daarvan lag voornamelijk in de stijging van de voedselprijzen. Dit betekende dat de liberalisering van prijzen en lonen, die Nixon in januari afkondigde, heeft gefaald. Niet aan de kant van de lonen; de vakbonden hebben zich in de onderhandelingen over de collectieve arbeidsovereenkomsten inderdaad overeenkomstig de wens van de President gematigd. Niet echter de ondernemers, die hoge prijzen konden maken door de export van hun goederen. Medio juni heeft Nixon daar een eind aan gemaakt door een prijsstop af te kondigen, die gedurende zestig dagen zal gelden en alle prijzen bevriest op het niveau van de eerste week van juni. ‘De consument gaat vóór de export’, verklaarde hij. ‘Ik kan niet toestaan, dat biefstuk, kaas en eieren van de Amerikaanse eettafel verdwijnen’. Het ligt in zijn bedoeling gedurende de twee maanden dat deze prijsstop werkt, een meer efficiënt systeem van prijstoezicht in te voeren. Zowel in Amerika als daarbuiten vraagt men zich af of deze maatregel niet rijkelijk laat, zo niet reeds té laat komt om de inflatie nog te kunnen keren.
| |
West-Duitsland
- Omkoopschandalen. Tijdens de verkiezingscampagne eerder dit jaar beschuldigde Willy Brandt zijn christendemocratische tegenstanders ervan enkele overlopers uit zijn eigen partij, die tegen zijn Ostpolitik stemden, te hebben omgekocht. Naar aanleiding van deze ernstige beschuldiging eiste de CDU een parlementair onderzoek. Hangende dit onderzoek zijn echter feiten aan het licht gekomen die de hele zaak ondersteboven keren. Niet de CDU, maar Brandts eigen partijgenoten hebben zich aan grove omkoperij schuldig gemaakt. Van twee christen-democratische Bondsdag-leden staat vast, dat zij met bedragen van 50.000 mark zijn omgekocht om vóór Brandts Ostpolitik te stemmen. Vooraanstaande personen uit de socialistische partij bekokstoofden deze omkoperij. Ook door figuren uit de liberale partij, die met Brandt samengaat, zouden soortgelijke omkooppogingen zijn aangewend. Het ergste van alles is daarbij, dat Brandt indertijd zijn Ostpolitik slechts met de kleinst mogelijke meerderheid door de Bondsdag zag aangenomen. Dat hij met andere woorden zijn overwinning aan omkoperij dankte. Niets wijst er weliswaar op dat hij daar persoonlijk aandeel in had - niemand twijfelt aan zijn integriteit - maar een pijnlijke zaak dreigt het voor hem toch wel te worden.
| |
Frankrijk
- Machtsstrijd in de oppositie. Binnen de linkse oppositie tegen het Gaullisme werken de socialistische partijen, de voormalige katholieke vakbonden en de communisten zogenaamd ‘broederlijk’ samen onder leiding van Mitterand. Daarbij proberen de communisten, ouder gewoonte getrouw, de toon aan te geven. Mitterand echter wil zijn oppositie aanvaardbaar maken voor een meerderheid van het Franse volk en zich daartoe zo ver als binnen één beweging mogelijk is, distantiëren van de communisten. Daarin werd hij deze maand ge- | |
| |
holpen door de ‘democratische vakcentrale’, die zich op haar congres duidelijk opstelde in liberale richting - te weten in de richting van het behoud van vrijheid en zelfbestuur. Mitterand heeft zich gehaast te verzekeren dat hij in diezelfde richting wil koersen.
| |
Griekenland
- Afschaffing van de monarchie. Op 1 juni hebben de Griekse kolonels de monarchie afgeschaft, zulks onder de beschuldiging aan het adres van koning Constantijn dat hij ‘een onvergeeflijk gebrek aan volwassenheid’ ten toon spreidde. Minister President Papadopoulos riep Griekenland uit tot een ‘presidentiële republiek’ en benoemde in één adem daarmee zichzelf tot President. Alle emblemen van het koningschap werden verwijderd. Constantijn zelf, die zich gedurende zijn ballingschap in Rome maar al te gretig heeft ingelaten met allerlei complotten tegen de kolonelsregering, blijft zichzelf beschouwen als de vertegenwoordiger van de legaliteit en verklaarde te zullen blijven vechten voor een herstel van de monarchie in zijn land. Hij eiste een volksstemming. De kolonels willen eveneens een referendum over de ‘basisprincipes’ van hun nieuwe Grondwet, die onder het mom van democratie een legalisering van de dictatuur inhouden. Uiterlijk eind juli zal het Griekse volk gelegenheid krijgen zich over deze basisprincipes uit te spreken. Hoeveel vrijheid het daarbij zal genieten om tegen te stemmen, moet worden afgewacht.
| |
Ierland
- Presidentsverkiezing. Heeft de Fianna Fail onder leiding van de voormalige premier Lynch in maart de verkiezingen voor de Dail verloren, de presidentsverkiezingen heeft zij gewonnen. Zij had de protestant Erskine Childers candidaat gesteld voor het hoogste ambt in de Republiek en deze won de strijd tegen de kandidaat van premier Cosgraves' partij, de katholiek Tom O'Higgins. Childers is de tweede protestantse President van Ierland. Zijn vader stamde uit Engeland en koos in de burgeroorlog van 1922-1923 de partij van De Valera, de thans aftredende, 91 jaar oude President van Ierland. Hij werd gevangen genomen door de vader van de tegenwoordige minister-president en door deze ter dood gebracht. - De Fianna Fail stelde Childers kandidaat om aldus een geste te maken tegenover de protestanten in Noord-Ierland.
| |
Spanje
Generaal Franco, die 34 jaar lang vier topfuncties in zijn persoon verenigde - President, Minister-President, Opperbevelhebber en Leider van de Falange-beweging, die hem in de Burgeroorlog aan de macht bracht, - heeft twee van deze topfuncties prijsgegeven. Hij heeft zijn naaste medewerker, Luis Carrero Blanco, een adminraal nog conservatiever dan hijzelf, tot Premier benoemd en de leiding van de Falange aan een nieuwe secretaris-generaal, Valcarel, overgedragen. De nieuwe Premier heeft meteen een uiterst conservatief kabinet gevormd uit politiek weinig vooraanstaande personen, die hem dus niet naar de kroon kunnen steken. Het is echter de vraag of hij het zich daardoor gemakkelijker heeft gemaakt. Zijn kabinet is aanzienlijk kwetsbaarder geworden, ten eerste omdat hij zich niet meer de steun heeft verzekerd van de partijen die onder Franco in de regering zaten - met name de Falange en de Opus Dei - en ten tweede omdat hij niet kan steunen op de onkwetsbaarheid van het Staatshoofd, Franco. Of de oppositie, met name de christen-democraten, veel kans zullen krijgen om hem zijn kwetsbaarheid te doen voelen, staat nog te bezien, maar dat zij het zal proberen is zeer wel mogelijk.
| |
Noord-Ierland
Overeenkomstig het Britse hervormingsplan zijn in Noord-Ierland voor het eerst verkiezingen gehouden op basis van evenredige vertegenwoordiging. Deze verkiezingen hebben ertoe geleid, dat ten eerste de absolute overmacht van de protestanten in het parlement ten einde is; de katholieken hebben 19 van de 78 zetels kunnen bemachtigen. De partij van Brian Faulkner, die tot dusverre aan het bewind was, verwierf 25 zetels. De overige zetels gingen voor een groot deel naar meer militante protestantse groeperingen, waaronder die van Ds. Paisley. Faulkner staat dus nu voor de keus. Gematigd als hij is, wil hij met Paisley niets te maken hebben, maar dan rest hem slechts een verbond met de katholieken. Of dat haalbaar is, zal de toekomst leren. De verkiezingen heb- | |
| |
ben ten tweede aangetoond, dat de veronderstelling van de Britse minister Whitelaw, dat het Ierse volk in grote meerderheid niets van de terroristen moet hebben, juist was. De kandidaten van de IRA en van de protestantse militanten hebben geen voet aan de grond gekregen.
| |
Argentinië
De nieuwe President van Argentinië, Hector Campora, is persoonlijk zijn politieke peetvader, de ex-dictator, nog steeds El Lider voor miljoenen Argentijnen, uit Madrid gaan halen. Hem werd een triomfantelijke terugkeer bereid, die echter ontaardde in een schietpartij, die enkele tientallen doden en enkele honderden gewonden eiste. Daarbij is het merkwaardige, dat deze schietpartijen naar alle waarschijnlijkheid niet werd ondernomen door Perons tegenstanders, maar door minderheidsgroepen binnen zijn aanhang zelf.
| |
Chili
Het verzet tegen de regering Allende is in de loop van de maand hevig opgelaaid. Het komt nu van alle kanten tegelijk opzetten. De arbeiders in de kopermijnen staken, hetgeen desastreuze gevolgen heeft voor de Chileense economie; de christen-democraten hebben Allende de totale oorlog verklaard en een grondwetswijziging door het parlement gekregen die een eind moet maken aan het nationaliseren per decreet; het constitutionele hof, dat tot dusverre zich altijd regeringsgetrouw opstelde, heeft ten aanzien van deze grondwetswijziging het veto van de President niet gedekt; de bisschoppen zijn in verzet gekomen en tenslotte dreigen de militairen met gewapend verzet. Dit laatste is niet bij dreigen alleen gebleven. Tegen het eind van de maand werd er een aanslag gepleegd door een tankeenheid op het presidentiële paleis. Allende restte niet anders meer dan een wetsvoorstel tot invoering van de staat van beleg.
| |
België
Iedereen is opgetogen over de prachtige zomer die uit de lucht valt, maar klaagt over de hittegolf die daarmee gepaard gaat. Er is droogte en dreigend gebrek aan drinkwater. Er zijn ook klachten over de overvolle want nog te schaarse zwembaden. Maar in de voorbije junimaand hebben de Belgen vooral gepraat over het steeds duurder wordende leven. Eind juni verliep de eerste drie maanden prijzenstop en op 1 juli ging de prijs van de benzine de hoogte in. Binnenkort volgt het openbaar vervoer en ook de sociale abonnementen staan op de lijst. Er werd nog veel nagekaart over de staking van de havens van Antwerpen en Gent die werden doodgedrukt in de achtste week. Een langzaam-aan-actie is er nu een uitloper van. De tuinbouw kent zijn drukke seizoenperiode en voor de landbouwers wordt het een vroege oogst. De ronde van Frankrijk is begonnen.
Veel Belgen hebben tot hun spijt het besluit genomen voortaan geen nier noch lever meer op tafel te brengen. Nier en lever treden immers op als opslagplaats van chemicaliën bij het vee dat behandeld wordt met hormonen en antibiotica. Zij zijn er des te giftiger om geworden. Hormoon-kalveren worden al lang afgeschreven en de moedigen weren ook al een paar jaar de onsmakelijk opgeblazen kippen. Vroeger vond men troost in vis, maar ook deze illusie werd ons afgenomen toen Testaankoop zes maanden geleden het kwikgehalte van dit
| |
| |
natuurprodukt belichtte. In juli gaf ditzelfde blad van de verbruikersvereniging dan ook de raad mee: zorg voor sobere tafelgeneugten en voor afwisseling in de vergiften die je inneemt. Op ministerieel niveau nam men het besluit de zaak wat strenger te controleren. De vraagt blijft echter of men de kredieten en het personeel zal voorzien om dit efficiënt te doen.
Onze kinderen hebben hun proefwerken gemaakt en mogen hogerop of moeten zittenblijven. Er zouden zowat 50% kinderen zijn die in de lagere school ooit een jaartje moeten overdoen. Een symptoom dat nog maar weinig onrust meebrengt in de publieke opinie en op het hoogste vlak, waar men vooral denkt aan versteviging van gebouwen en zuilen. In alle stilte zijn werkgroepen bezig, na het Vernieuwd Secundair Onderwijs (V.S.O.) nu ook te werken aan een Vernieuwd Lager Onderwijs (V.L.O.). Wij hebben nog niet gehoord dat verontruste ouderverenigingen zich hier verdienstelijk maakten.
We hebben nagekaart over de schandalen in de politiek en slechts weinigen vonden het belangrijk zich te ergeren over het overhaaste nachtwerk van de parlementairen die in Kamer en Senaat zowat zestien belangrijke wetten en pakten hebben gestemd op de laatste dag voor hun vakantie. Er zijn niet zoveel Belgen die weten dat wij nu een nieuw schoopakt hebben, dat de twee zuilen van het Rijks- en het Vrij Onderwijs verstevigt, hetgeen het land tientallen miljarden mag kosten. Dat wij een cultuurpakt rijker zijn waarbij de gevestigde groepen voor zichzelf verzekerd hebben dat zij voor de toekomst de officieel gesubsidieerde cultuurbeoefening stevig in handen kunnen houden. Wij kregen een Duitse cultuurraad. Een en ander werd nog beslist inzake de begrotingen van onderwijs, van economische en van buitenlandse zaken, nog wat inzake kredieten en leningen, er werd een aanpassing van de ziekenhuiswetgeving gestemd en een wet over natuurbehoud en geluidshinder. De anticonceptiva mogen nu vrij bekend gemaakt worden en wij kregen, in weerwil van een felle campagne van de grootwarenhuizen die veelal tot 21 u. open zijn, een verplichte winkelsluiting om 20 u. (behalve op vrijdag of op de vooravond van een feestdag).
Nadat de Kamer dit alles op één zitting erdoor had gejaagd, deed de Senaat het nog eens mooi over, eveneens in één zitting, met nachtwerk toe. Eén ontwerp van wet heeft zij geamendeerd als symbolisch bewijs dat het tweekamerstelsel een waarborg is en blijft voor een ware democratie in ons land.
Nu de B.S.P. zich zo besproken ziet als ‘Belgische Schandalen Partij’, heeft zij een verhaaste inspanning gedaan om haar ideologisch blazoen op te frissen. Het ideologisch congres dat reeds enkele jaren naar ‘later’ werd verschoven, ligt nu vast voor april 1974. Verleden zaterdag werd de Algemene Raad van de partij bijeengeroepen om een voorbereidend basisdocument, gepresenteerd door Henri Simonet, te bespreken. Het is een behoorlijk stuk, maar het wordt door linkse B.S.P.-ers argwanend bekeken: zij vermoeden dat de modernisering van de doctrine een gelegenheid is om een stap te zetten in de richting van de integratie in het neokapitalisme. Ook de figuur van Simonet als auteur en presen- | |
| |
tator van de nieuwe boodschap wekt onbehagen. Hij is immers de succesvolle centrumfiguur in de B.S.P.. Uit de tekst valt ook te lezen dat men hoopt op een verrijking van het kiezerspubliek, komend uit de middengroepen van kleine zelfstandigen, middenstanders, ontevreden kaders e.d., wat een verschuiving naar centrum-links betekent en dus niet langer meer in de lijn van de frontvorming van de progressisten ligt.
Het is opmerkelijk dat vele radicale jongeren uit de leeftijdsgroep van 20 tot zowat 40 jaar zich niet aangetrokken voelen door de socialistische partij. Zij hebben zich meestal zopas geëmancipeerd uit de eigen christelijke zuil en voelen zich allesbehalve aangetrokken door radicale ideologie met integrerende politieke praktijk. Wegens haar verlangen naar radicale praktijk en eerder soepele ideologie voelt deze groep zich politiek dakloos. Noch in de Christelijke Volkspartij, noch in de B.S.P. voelt zij zich thuis; de P.V.V. komt niet in aanmerking, de Volksunie blijkt slechts een noodoplossing en de Communistische Partij is te dogmatisch.
Een aantal van hen is van mening dat de tijd rijp is om verzamelen te blazen. Zij zijn ermee begonnen. Regionale werkgroepen worden samengeroepen, plaatselijke kernen beginen zich te vormen. Er werd een eerste start gegeven tot een ideeënopbouw over wat men wil en wie er eigenlijk bijhoort. Wat deze groep zal worden, blijft een open vraag. In ieder geval is dit de start van een nieuwe politieke beweging. Zij noemt zichzelf Politiek Alternatief: zij wil anders zijn in de politieke actie, in het politieke programma, in haar democratische werking tot en met in het vormen van een partij wanneer het ooit zover komt. Het meedoen aan verkiezingen kan nooit hoofddoel worden, hoogstens wel een activiteit naast andere wanneer de strategie dat op een bepaald ogenblik vereist.
Politiek Alternatief komt op een ogenblik waarop velen in Vlaanderen het geloof verloren hebben in de vernieuwende kracht van de bestaande structuren en in de Belgische politieke praktijk. Er is een katalysator nodig om opnieuw beweging te brengen in de gescleroseerde toestand; de B.S.P. moet geradicaliseerd worden, de vakbonden hebben meer democratische werking nodig, het ACV moet voor de keuze gesteld worden de macht in de CVP over te nemen of eruit te trekken. En dit is een politiek gunstig moment voor deze ambitieuze opzet, aangezien het durend electorale verlies van de nationale partijen deze kwetsbaar hebben gemaakt voor kleine verschuivingen. Misschien is het ook een laatste kans, want vele mensen die werkzaam zijn in actiegroepen en in het vormingswerk dreigen de moed te verliezen wanneer het voor hen onmogelijk blijkt om door te stoten naar het politiek terrein, waar hun problemen zo marginaal zijn doordat al tientallen jaren lang alle fundamentele problemen in ideologische en communautaire banen worden gekanaliseerd. Er is een linksrechtse polarisatie nodig op een sociaal-economische scheidingslijn die uitgaat van een waardenpolitiek in plaats van een machtspolitiek.
In Wallonië bestaan parallelle bewegingen. Er is de groep Bastin-Yerna (B/Y)
| |
| |
die reeds flink gevorderd is in het gesprek tussen radicalen in het socialistische en in het christelijke kamp. Er is het experiment te Mons, met senator Noël en zijn democratische progressieve unie (U.D.P.), er is de M.P.W. (Mouvement Populair Wallon) en Rénovation Wallonne, het vakbondsfront te Luik, e.a.. De situatie in Wallonië heeft wel een ander gezicht dan in Vlaanderen: in Franstalig België overwegen de vrijzinnigen en socialisten, in Vlaanderen is er een traditioneel katholiek overwicht. In Wallonië lijkt een vernieuwing van de ideeën een eerste vereiste te zijn, in Vlaanderen is er meer behoefte aan nieuwe structuren. Maar de grondstromingen zijn verwant. Voorlopig is er nog maar weinig contact tussen deze bewegingen in beide landsgedeelten. Dat heeft de gescheiden ontwikkeling meegebracht. Maar vermoedelijk zal dit contact in de toekomst aan belang winnen eens dat een concreter politieke strategie wordt opgesteld.
9-7-73
Rita Jolie-Mulier en Ward Bosmans
|
|