Streven. Jaargang 26
(1972-1973)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 627]
| |
Recht op abortus?
| |
[pagina 628]
| |
Meer vragen wekt het tweede oogmerk: de regeling van het recht op abortus-als-noodoplossing. Vooral van dat ‘recht’ willen velen niet horen. Maar je kunt er m.i. niet omheen. Juridisch natuurlijk niet, maar ook ethisch niet. Juridisch stelt het rapport - al spreekt het er niet van - dat recht in geen geval gelijk met ‘baar in eigen buik’. Integendeel, het beklemtoont sterk de medezeggenschap - wat niet wil zeggen de beslissingsmacht - van de gemeenschapGa naar voetnoot1. Maar wanneer een vrouw, na voldaan te hebben aan de termen van de wet, tot abortus besluit, heeft zij daar wettelijk recht op. De vraag is alleen, hoe individu en gemeenschap samen dat recht kunnen regelen. Het rapport doet ons daarvoor enkele - misschien wat ingewikkeld en idealistisch lijkende - suggesties aan de hand. Ook hier geeft het in ieder geval een richting aan. Maar kunnen we ook ethisch van een recht op abortus spreken? In bepaalde gevallen zullen we dat móeten doen. Natuurlijk niet in deze zin, dat wettelijk recht vanzelf ook ethisch recht is: wie in orde is met de wet, is nog niet vanzelf in orde met zijn levensovertuiging of gewetenGa naar voetnoot2. Natuurlijk ook niet in deze zin, dat in de conflictsituatie die het in overweging nemen van een abortus voor een verantwoordelijk mens altijd meebrengt, een ieder altijd het recht heeft, de waarden die door een ‘ongewenste’ zwangerschap in het gedrang worden gebracht, te laten voorgaan op die van het leven in wording of op andere waarden, die in onze samenleving inderdaad worden versmaad: edelmoedigheid, offerzin, aanvaarding van wat in het leven onberekend, ongepland, ja, plannen en beslissingen doorkruisend op ons afkomt (geen christen zonder kruiservaring, geen gelovige zonder geloof in het onvoorzienbare). Maar mensen kunnen ook in een situatie komen waarin zij de plicht hebben de door de zwangerschap bedreigde waarden primair te stellen. Dán hebben zij natuurlijk ook het recht. Als abortus in de gegeven omstandigheden het enige middel is om die waarden veilig te stellen, is het niet alleen een excuseerbare daad: het is een goede daad. ‘Het enige middel in de gegeven omstandigheden’: wanneer is abortus dat? Daarmee belanden we weer bij de vraag naar de ‘indicaties’, naar wat we onder ‘noodsituatie’ verstaan en wié uitmaakt of er zo'n noodsituatie is. Het rapport maakt duidelijk waarom we geen indicaties vast kunnen leggen, wat onder ‘noodsituatie’ verstaan kan worden en wié uitmaakt of er zo'n noodsituatie is: de vrouw of het paar, in samenspraak met de gemeen- | |
[pagina 629]
| |
schapGa naar voetnoot3. Het sterke punt van dit Franse voorstel is de nadruk die het legt op de sociale verantwoordelijkheid van de vrouw die om abortus verzoekt en op de verantwoordelijkheid en medezeggenschap van gemeenschap en maatschappij. Het zwakke punt ervan is waarschijnlijk de concrete regeling van die gedeelde verantwoordelijkheid. Zelf wijzen de auteurs op het werk dat hier te doen blijft op juridisch en wetgevend vlak. Daar moet men bijvoegen: én op het vlak van de ethiek en de (christelijke) gewetensvorming. Want soms krijg je de indruk: waar zijn wij eigenlijk nog mee bezig? Abortus vrijmaken of legaliseren; desnoods zo, maar in geen geval zo. En we gaan elkaar te lijf met demagogische slogans of verheven principes. Maar waar staan we misschien over enkele jaren, als met behulp van een produkt als de prostaglandines (of de steroïden) iedere vrouw een zwangerschap, al dan niet als zodanig herkend, in het allereerste stadium zelf kan afbreken, zonder dat de gemeenschap, laat staan de wet, daar nog aan te pas komt? Dan wordt de vrouw, dan worden de mensen in hun huwelijksliefde en gezinsplanning weer verder geconfronteerd met (bevrijd tot of teruggeworpen op?) hun eigen autonomie. Door ze zo lang (en ‘officieel’ nog altijd) alleen maar te verbieden, heeft de Kerk de mensen niet positief geholpen om op een verantwoordelijke en gewetensvolle manier om te gaan met anticonceptiva. Gaat hetzelfde zich dán weer herhalen? Wordt weer een nieuwe strategische terugtocht nodig? Van een ‘christelijke dimensie’ in de houding tegenover abortus, van een ‘evangelische kritiek’ op het omgaan met de mogelijkheden tot beheersing van het leven kan pas sprake zijn, als er een ethiek komt van de menselijke autonomie, ook ten opzichte van de ‘eerbied voor het leven’. Zowel aan het een als aan het ander - die evangelische kritiek en die ethiek van de menselijke autonomie - heeft onze samenleving dringend behoefte. Dit laatste is mijn stellige overtuiging. Vele van mijn overige beweringen zouden misschien beter in vraagvorm zijn gesteld. Het zijn eigenlijk meer vragen, vragen achter vragen, achter de vragen die het abortusdebat direct oproept. Ze zouden omstandiger geadstrueerd moeten worden. Een aansporing daartoe zou het zijn als u op het hele u hier aangeboden dossier reageerde. |
|