| |
| |
| |
Politiek overzicht
de maand december
• Internationale samenwerking
Verenigde Naties
Enkele dagen voor Kerstmis is de 27ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties weer ten einde gekomen. In de langzamerhand gebruikelijk geworden afkeer van algemene onverschilligheid.
Veel heeft deze Algemene Vergadering niet bereikt. De traditionele resoluties tegen Rhodesië, tegen Zuid-Afrika en tegen Portugal zijn weer eens aangenomen met geen ander verwachtbaar resultaat dan dat zij worden bijgezet in het museum van vrome wensen en dode letters.
Onder deze resoluties bevond er zich ook een tegen Israël. Deze sprong enigermate uit de serie, omdat zij scherper was gesteld dan ooit tevoren. Zij legde in feite alle verantwoordelijkheid voor de impasse in het Midden Oosten op de schouders van Israël en eiste van Israël de erkenning van het beginsel dat geen grondgebied met geweld mag worden veroverd, en volledige teruggave van de vijf jaar geleden veroverde gebieden aan hun oorspronkelijke Arabische bezitters. Bovendien riep zij alle landen op om iedere hulp aan Israël te weigeren die op enigerlei wijze kan bijdragen tot bestendiging van de bestaande situatie. Bijzonder aan deze resolutie was voorts, dat zij werd aangenomen met een grotere meerderheid dan gedurende de laatste vijf jaren ooit het geval was. 86 landen stemden ervóór, 7, waaronder uiteraard Israël zelf en 6 kleine Zuidamerikaanse Republieken, tégen en 31 onthielden zich van stemming. Onder deze laatste bevonden er zich verscheidene die bij vorige gelegenheden tegen stemden. Israël heeft dus duidelijk terrein verloren; een pover resultaat van zijn diplomatie in de laatste jaren. Veel hinder zal het echter van deze resolutie niet ondervinden, want ook onder de landen die zich van stemming onthielden, waaronder Amerika, zijn er maar weinig die voornemens zijn er uitvoering aan te geven. Israëls tegenstanders hebben een slag gewonnen - maar een slag in de lucht.
Een resolutie die beoogde een eerste stap te zetten naar een oplossing van het probleem van het toenemend internationaal terrorisme, kon ondanks het feit dat zij niet meer vroeg dan een bestudering van de oorzaken dezer toenemende terreur, geen meerderheid verwerven. Niet minder dan 76 landen verklaarden zich ertegen om zelfs maar de schijn te vermijden dat zij terreur als een geoorloofd middel tot het nastreven van politieke doeleinden zouden verwerpen.
Een nog zwaarder morele nederlaag leden de Verenigde Naties toen zij aan het einde van hun zitting werden geconfronteerd met Amerika's hevige bombardementen in Vietnam (zie Vietnam). Er werd in de Algemene Vergadering zelfs geen poging gedaan om tot een massale veroordeling van Amerika's Vietnam politiek te geraken. Zelfs tot een aanmoediging van Secretaris-Generaal Waldheim's aanbod van goede diensten heeft zij zich niet kunnen opwerken. Een smadelijke afgang.
Een hoogtepunt in deze Algemene Vergadering vormde het optreden van Chili's President Salvador Allende, die met veel oratorische verve een rede hield waarin hij scherp uitviel tegen het neokolonialisme en het neo-imperialisme der, vooral in Amerika gevestigde, wereldomvattende grootbedrijven.
| |
De N.A.V.O.
De ministers van de vijftien landen die bij de Noord Atlantische Verdrags Orga- | |
| |
nisatie zijn aangesloten, kwamen in Brussel bijeen teneinde hun houding tegenover de landen van het Warschau-pact te bepalen en zich te beraden over de mogelijkheid om met deze landen tot een Europees veiligheidsverdrag te geraken. Het voornaamste resultaat van deze bespreking was een formulering van de doelstelling der NAVO zodanig dat daarin zorgvuldig iedere prikkeling der Warschau-landen werd vermeden. De NAVO-landen stellen, dat zij streven naar nauwere, meer harmonieuze betrekkingen, zowel collectief als individueel, tussen alle volken en dat zij er bijzonder belang aan hechten een vrijer verkeer van personen, ideëen en informatie tot stand te brengen.
| |
Europese ruimtevaart
Op 20 december hebben twaalf landen in een conferentie over de Europese ruimtevaart overeenstemming bereikt over de vorming van één Europees ruimtevaart-orgaan, dat de twee bestaande organen, de ESRO, gericht op de voorbereiding van een bemande satelliet en de ELDO, gericht op het bouwen van ruimteraketten, samenvoegt onder één leiding. Daarmee is de ELDO, waar Frankrijk veel belang aan hecht en die eigenlijk al tegen 1975 ten dode was opgeschreven, gered. Aan een ruimtevaartprogram is men op deze conferentie nog niet toegekomen.
| |
Bilaterale betrekkingen
- West- en Oost-Duitsland. - Bondskanselier Willy Brandt heeft aan zijn voornemen om persoonlijk het verdrag tussen de beide Duitslanden in Oost-Berlijn te gaan tekenen geen uitvoering kunnen geven. Oost-Duitsland heeft dat afgewimpeld, vermoedelijk uit vrees dat een bezoek van Brandt aan Oost-Berlijn tot demonstratieve sympathiebetuigingen zou kunnen leiden, die de Oostduitse regering verre van welkom waren, zoals duidelijk bleek uit de commentaren van de Oostduitse pers op Brandts verkiezingsoverwinning alsmede uit de zuinigheid waarmee de Oostduitse regering haar gelukwensen met deze overwinning aanbood. West-Duitsland wordt in de Oostduitse pers nog steeds afgeschilderd als een trawant van het kapitalisme. - Het verdrag werd dus door de ministers van Buitenlandse Zaken getekend in een bijeenkomst waaraan iedere openbaarheid zo zorgvuldig mogelijk was onthouden. - In het totstandkomen van dit verdrag hebben de Europese landen aangesloten bij de NAVO aanleiding gevonden om eveneens stappen te zetten naar de normalisering van hun betrekkingen met Oost-Duitsland. Stilzwijgend zijn zij daarbij overeengekomen dat hun ambassadeurs hun geloofsbrieven eerst zullen aanbieden nadat de Westduitse ambassadeur zijn intrede heeft gedaan in het Corps Diplomatique in Oost-Berlijn. Amerika houdt zich nog gereserveerd.
- India en Pakistan. - Na lange onderhandelingen zijn India en Pakistan tot overeenstemming gekomen over een ‘controle-lijn’ door Kashmir, waar zij verleden jaar met elkaar in oorlog raakten. Opzettelijk hebben zij daarbij gesproken van een ‘controle-lijn’ inplaats van een ‘bestandslijn’, omdat een ‘bestandslijn’ al in 1949 onder internationale pressie tot stand kwam en sedertdien ook onder internationaal toezicht stond. Duidelijk heeft men hiermee te kennen willen geven, dat men de afgrenzing van elkanders territoir niet langer als een zaak van internationale inmenging beschouwt doch als een zaak van wederzijdse overeenstemming. De nieuwe scheidingslijn loopt, behoudens enkele kleine correcties, gelijk aan de lijn aan weerskanten waarvan de Indiase en Pakistaanse troepen stonden toen een jaar geleden de wapenstilstand werd afgekondigd. Dit betekent, dat India in feite zijn winst aan grondgebied heeft kunnen bestendigen. Pakistan heeft daarmee echter zijn aanspraken niet geheel prijsgegeven; de overeenkomst geldt uitdrukkelijk als ‘voorlopig’ doch werd door Pakistan aanvaard om meer dan een miljoen Pakistani de gelegenheid te geven naar hun land terug te keren. De eerste stap naar een verbetering der betrekkingen tussen beide landen is hiermee echter wel gezet. - Chili en Amerika. - Na een reis langs Mexico, de Verenigde Naties (zie daar), Algiers, Moskou, Cuba en Caracas heeft President Salvador Allende tenslotte de wens te kennen gegeven onderhandelingen aan te gaan met Amerika, vermoedelijk omdat hij in Rusland, waar hij met minder egards werd ontvangen dan hij had verwacht, de kous op de kop heeft gekregen. Begrijpelijk in het licht van het feit dat het bondgenootschap met Cuba Rusland reeds 2 miljoen dollar per dag kost.
| |
| |
| |
• Internationale conflicten
Vietnam
In de laatste weken voor de presidentsverkiezingen toonde Nixon het Amerikaanse volk duidelijk de vredesduif, die hij echter zorgvuldig in de hand hield; hij wilde haar nog niet vrij laten, verklaarde hij, omdat nog niet alle moeilijkheden in de vredesbesprekingen van zijn adviseur Kissinger waren opgelost. Een paar kleine punten bleven nog te regelen over, maar dan zou er ook een eervolle wapenstilstand worden getekend - na zijn verkiezing. Degenen die, Nixon kennende, veronderstelden dat dit niet meer was dan een verkiezingsstunt en dat Nixon, eenmaal weer voor vier jaren herkozen, de duif weer zou opbergen en de oorlog lustig zou voortzetten, schenen in de maand december gelijk te krijgen. Kissinger ging weliswaar nog even door met zijn besprekingen, maar tegen het midden van de maand werden die besprekingen eensklaps afgebroken, zulks terwijl kort tevoren Kissinger nog had verzekerd dat voor 99% overeenstemming was bereikt.
Meteen hervatte Amerika zijn luchtaanvallen op Noord-Vietnam met ongekende hevigheid en ongekende wreedheid. De grootste bommenwerpers werden ingezet, ditmaal niet meer op de verbindingslijnen van het Noordvietnamese leger doch op de hoofdstad van Noord-Vietnam zelf, op Hanoi, waar duizenden burgers de dood vonden onder het oorlogsgeweld. Klaarblijkelijk wilde Nixon kost wat kost Noord-Vietnam op de knieën krijgen.
Over heel de wereld stak een storm van verontwaardiging op. Overal werden massale protestdemonstraties gehouden; overal werden Amerikaanse ambassadeurs ontboden om protesten in ontvangst te nemen. Rusland gaf Nixon te verstaan, dat hij zijn poging om door een bezoek verleden jaar aan Moskou de weg naar betere betrekkingen te openen, wel als mislukt kon beschouwen als hij de oorlog in Vietnam op deze manier doorzette. Tot het einde van de maand echter hield Nixon stug vol - met slechts één korte, 36 uren onderbreking op Kerstmis.
Intussen vroeg men zich in Amerika af wat Nixon en Kissinger nu eigenlijk bedoelden toen zij verklaarden, dat een overeenstemming voor 99% was bereikt. Wat was dan die ontbrekende 1%? Naar het zeggen van Nixon en Kissinger was dat de omstandigheid dat Noord-Vietnam niet voldoende waarborgen bood voor de vrijheid en veiligheid van Zuid-Vietnam. Maar, zo merken de Amerikaanse commentatoren op, dat is nu net waar heel die oorlog om is begonnen. Met andere woorden: die 99% was niets dan pure misleiding! Een verkiezingsstunt, meer niet. Een stunt, die nu duizenden mensenlevens vergt.
| |
Het nabije Oosten
Nog steeds blijven de Arabische landen met de sabel rammelen. Het Egyptische parlement is echter tot de bevinding gekomen dat die sabel danig aan het verroesten is door corruptie en wanbeheer in het leger. President Sadat heeft met moeite zijn gezicht kunnen redden. En met beloften van beterschap uiteraard, gekoppeld aan nieuwe dreigingen, die echter nog steeds bij woorden blijven.
De Palestijnen zetten echter actief hun strijd tegen Israël voort. Aan het eind van de maand hebben zij de Israëlische ambassade in Bangkok overmeesterd en daar met het doden van zes gijzelaars gedreigd wanneer Israël niet een aantal gevangen Palestijnen die zich aan andere terreurdaden hadden schuldig gemaakt, zou vrijlaten.
| |
| |
| |
• Nationale politiek
Nederland
De uitslag van de verkiezingen voor de Tweede Kamer eind vorige maand heeft Nederland weer in een levensgrote kabinetscrisis gestort. Nadat de Koningin de gebruikelijke raadplegingen met haar adviseurs en met de voorzitters van de verschillende kamerfracties had afgerond besloot zij tot het verlenen van een informatie-opdracht, eerst aan prof. de Gaay Fortman, voorzitter van de Antirevolutionaire fractie in de Eerste Kamer. Deze achtte zichzelf echter niet de aangewezen persoon voor deze opdracht. De Koningin verleende haar toen aan Dr. Ruppert, lid en waarnemend Vice-President van de Raad van State; een algemeen gerespecteerd man, opgekomen van onderuit de kringen van de christelijke arbeidersbeweging. Als informateur stelde Dr. Ruppert zich voorshands slechts ten doel de mogelijkheden voor een enigszins stabiele regering af te tasten. De mogelijkheden dus voor een kabinet dat op de grootst haalbare steun in de Tweede Kamer kan rekenen. Hoogtepunt van zijn onderzoek vormde een gesprek dat in zijn bijzijn werd gevoerd tussen de heren Den Uyl en Andriessen. De eerste sprekend namens de drie ‘progressieve’ partijen, de Partij van de Arbeid, D. '66 en de Politieke Partij Radicalen, die zich vóór de verkiezingen reeds als één blok hadden opgesteld. De tweede sprekend met medeweten en instemming van de drie confessionele partijen. In dit gesprek kwamen de wederzijdse standpunten onverzoenlijk tegenover elkaar te staan. Andriessen had tevoren al bekend gemaakt, dat hij er niets voor voelde om zijn KVP te laten losweken van haar twee confessionele partners en nog minder om als een bijwagen van de ‘progressieve drie’ te fungeren. Hij sprak bovendien het onaanvaardbaar uit over enkele programmapunten van deze drie. Hij verklaarde zich tegen het afkondigen van een (eenzijdige) absolute prijsstop, tegen de afschaffing van de 1000 gulden collegegeld, tegen een drastische verlaging van de defensie-uitgaven en tegen
het beleid dat de ‘progressieve drie’ voornemens zijn te voeren ten opzichte van de NAVO. Den Uyl wilde echter niet weten van een kabinet samen met de drie confessionele partijen en zelfs niet van een kabinet in de vorming waarvan de KVP als gelijke partner meedoet. Na dit gesprek richtte zich het onderzoek van Dr. Ruppert op andere mogelijkheden: een terugkeer van het oude vijf-partijen-kabinet (de drie confessionelen met de liberalen en de groep DS '70), een minderheidskabinet van confessionelen en liberalen samen of een ‘zakenkabinet’, niet gebonden aan afspraken met de kamerfracties en afhankelijk van min of meer toevallige meerderheden. Aan het einde van de maand was hij nog steeds met de vervulling van zijn opdracht bezig.
Er groeit in Nederland onbehagen over de toenemende mate waarin zich een zekere rassendiscriminatie met name tegenover de steeds aangroeiende massa Surinamers die zich in Nederland komen vestigen, openbaart. Relletjes in Rotterdam, klachten over optreden van de politie in Amsterdam, protesten tegen de ‘versurinaamsing’ van de Bijlmermeer - de luchtlijn Paramaribo-Amsterdam heeft al de bijnaam ‘Bijlmerexpres’ gekregen -, de bezorgdheid van Amsterdams burgemeester, die nu al 25.000 Surinamers moet bergen en er in de eerstkomende jaren nog 20.000 bij verwacht, de eisen van de Surinamers, die woonruimte vragen waar Nederlanders nog slechts met moeite aan kunnen komen, dat alles wordt een levensgroot probleem. De minister van Justitie, Mr. van Agt, heeft nu aangekondigd een grondwetswijziging te willen bevorderen teneinde deze immigratie te beperken.
| |
Nieuw-Zeeland
Een der laatste dagen van november hebben in Nieuw-Zeeland verkiezingen plaats gevonden, die in het Parlement een Labour-meerderheid van 56 zetels opleverden. De Conservatieven, die na de Tweede Wereldoorlog op een korte periode van 1957 tot 1960 na onafgebroken aan het bewind waren, moesten zich met 31 zetels terugtrekken in de oppositie. De conservatieve premier Marshall heeft plaats moeten maken voor de socialistische premier Kirk. Pogingen van kleine, radicaal georiënteerde jongerengroepen om het tweepartijenstelsel te doorbreken hebben gefaald. Of het optreden van een socialistische regering veel verandering zal brengen in het bin- | |
| |
nenlands beleid, wordt sterk betwijfeld. Labour staat een aantal keurig-nette hervormingen voor, passend in een land dat weer naar een hoge mate van welvaart aan het toegeroeien is, doch werpt zich evenzeer op als een scherp bestrijder van inflatie en van iedere vorm van ordeverstoring. Het ziet er niet naar uit dat Kirk de in wezen conservatieve aard van zijn land zal verloochenen. Enigszins anders ligt het met het buitenlands beleid. Marshall liep altijd onvoorwaardelijk aan de hand van Amerika en wierp zelfs een symbolisch-klein onderdeel van het Nieuwzeelandse leger in de strijd in Vietnam. Van Kirk mag men verwachten, dat hij aan deze situatie snel een eind maakt. Hij heeft al aangekondigd onderhandelingen met China te zullen openen en samen met Australië (zie daar) te zullen opkomen tegen de Franse kernwapenproeven in de Stille Oceaan.
| |
Australië
Enkele dagen nadat Labour in Nieuw-Zeeland zegevierend uit de stembusstrijd tevoorschijn trad, gebeurde in Australië hetzelfde. Kwam deze overwinning echter in Nieuw-Zeeland als een verrassing, in Australië hadden de opiniepeilingen al duidelijk in deze richting gewezen. Voor het eerst sinds 23 jaar is Labour hier aan het bewind gekomen. De conservatieve coalitie-regering van William McMahon heeft plaats moeten maken voor een socialistisch bewind onder Gough Whitlam. Evenals in Nieuw-Zeeland (zie daar) lopen de programma's van de beide groeperingen voor wat het binnenlands beleid betreft niet ver uit elkaar. Het belangrijkste verschil tussen de twee ligt in de rol die zij aan de Centrale Regering toedenken. Labour wil een krachtig centraal bewind, dat bovenal, ongeacht de wensen en de bezwaren van de locale en gewestelijke besturen, de industriële centra wil versterken en door een net van moderne spoorwegen met elkaar wil verbinden, teneinde de economie van het land een hechter geraamte te geven. De conservatieven willen evenals Labour wel verbeteringen in de sociale voorzieningen en strijd tegen de inflatie, maar zijn meer beducht om op de tenen van het locale zelfbestuur te gaan staan. Grote verschillen liggen echter in het programma voor het buitenlands beleid. Whitlam wil niet langer in het zog van Amerika varen, wil evenals de nieuwe Nieuwzeelandse premier de betrekkingen met China normaliseren en heeft reeds aangekondigd eveneens samen met zijn Nieuwzeelandse collega bij de Verenigde Naties te zullen protesteren tegen de Franse kernwapenproeven in de Stille Oceaan.
| |
Joego-Slavië
President Tito heeft te kennen gegeven, dat hij het verblijf van 300.000 Joego-Slaven die als gastarbeiders in het buitenland vertoeven, als een ongewenste drainage van het potentieel aan mankracht voor zijn leger beschouwt en derhalve maatregelen overweegt die ertoe moeten leiden binnen de grenzen van zijn eigen land voldoende werkgelegenheid voor deze mannen te scheppen.
| |
Argentinië
Juan Perón is alweer weg uit Argentinië. De partijen hebben hun kandidaten gesteld voor de presidentsverkiezingen van maart 1973 en hij is daar niet bij. Deels waarschijnlijk omdat hij het niet raadzaam achtte president Lanusse te trotseren, die een bepaling had afgekondigd krachtens welke presidentskandidaten vóór een bepaalde datum in Argentinië aanwezig moesten zijn - een datum lang vóór Peróns aankomst. Deels misschien ook omdat hij zelf niet goed wist of hij wel weer president wilde worden dan wel als de grote man op de achtergrond aan de touwtjes van de Argentijnse politiek zou willen trekken. Maar vermoedelijk het meest omdat hij zwaar is ontgoocheld door zijn ervaringen gedurende zijn korte verblijf in zijn land. Hij heeft er zijn ‘justicialistische partij’ aangetroffen in splinters - in zo'n twintig groeperingen, waarvan er sommige, naar de Argentijnen spottenderwijs zeiden, in hun geheel in een taxi konden worden vervoerd. Het is hem niet gelukt de onderlinge tegenstellingen tussen zijn aanhangers te overbruggen. Integendeel: zijn aanwezigheid heeft tot bloedige botsingen tussen hen geleid. Het weerzien is ook voor zijn aanhangers geen onverdeeld blijde verrassing geworden. De 77 jaar oude Perón bleek een oude kletskous te zijn geworden, die niemand meer duidelijk kon maken wat hij nu eigenlijk kwam doen en wiens leuterpraat scherp afstak tegen de klare taal van president Lanusse. Op 14 december is hij met stille trom vertrokken naar Paraguay, naar
| |
| |
zijn ‘grote vriend’, president Stroessner, de laatste der barbaarse dictatoren van Latijns-Amerika - zulks nadat hij kort tevoren zich nog met een aantal priesters en sociale werkers uit de armenwijken van Buenos Aires had onderhouden over de ellende in deze wijken, waar tienduizenden paupers rondzwerven, die uit angst voor hun leven het regime van Stroessner zijn ontvlucht. Van Paraguay uit keerde hij via Perú en Panamá weer terug naar Madrid. Met de verzekering echter, dat hij in de loop van januari weer naar Argentinië zal terugkeren. Waartoe?
| |
West-Duitsland
Bondskanselier Willy Brandt heeft zijn nieuwe kabinet gepresenteerd. De meesten van zijn oud-ministers zijn daarin teruggekeerd, zij het met een aantal verschuivingen in de portefeuilleverdeling. Het kabinet is voorts met enkele liberale ministers uitgebreid. Een interessante nieuwe verschijning is de minister zonder portefeuille, Egon Bahr, van huis uit journalist en door Brandt in zijn vorige regeringsperiode aangetrokken als een soort Kissinger, die voor hem ettelijke kastanjes uit het vuur van zijn Ostpolitik moest halen. Zijn benoeming wordt gezien als een teken dat Brandt, hoewel hij het accent van zijn beleid duidelijk naar de binnenlandse politiek wil verleggen, vastbesloten is zijn Ostpolitik met kracht door te zetten. Of hij daarbij zijn oude ideaal: de hereniging der beide Duitslanden, zal blijven nastreven, is nog niet duidelijk.
Inmiddels heeft de oppositie haar interne moeilijkheden opgelost. De Beieren blijven samengaan met de CDU en hun afgevaardigden blijven samen met die van de CDU één fractie vormen in de Bondsdag. Barzel blijft voorzitter van deze éne fractie met de uitdrukkelijke bepaling dat hij voorshands dit voorzitterschap niet langer dan één jaar zal bekleden.
| |
Frankrijk
De linkse partijen zullen weer als één blok aan de komende verkiezingen deelnemen. Eén volksfront met de communisten. Maurice Schumann heeft naar aanleiding daarvan de veronderstelling geopperd, dat een overwinning van dit volksfront Frankrijk zou maken tot een klein Rusland en een satelliet van de Sovjet-Unie. Georges Marchais, de leider van de Franse communisten, heeft daar op het congres van zijn partij scherp stelling tegen genomen en verklaard dat de bewondering van de Franse communisten voor de Sovjet-Unie niet zo ver gaat dat zij het regeringssysteem van Rusland klakkeloos in Frankrijk willen overnemen. De Russische afgevaardigde op het congres moest goed in zijn oren knopen, dat de Franse partij geen andere belangen dan die van de Franse arbeidersklasse en van Frankrijk in zijn geheel nastreefde. O, zo. De Franse regering heeft aangekondigd, dat zij per 1 januari 1973 een groot offensief tegen de inflatie gaat openen. Zij pakt dit offensief echter anders aan dan bijvoorbeeld Engeland en Nederland, die met prijs- en loonstoppen de ondernemers en de arbeiders tot matiging trachten te dwingen. Ten aanzien van deze krachten in de vrije maatschappij beperkt zij zich tot een algemene aansporing om terwille van het landsbelang eraan mee te werken dat de prijzen in de loop van 1973 niet meer dan 4% omhoog gaan en de lonen niet meer dan 6%. Daarbij geeft zij echter zélf het voorbeeld. Zij heeft in de eerste plaats een op sommige punten drastische verlaging van de BTW aangekondigd. Het normale tarief van 23% is verlaagd tot 20% maar voor enkele artikelen gaat de verlaging veel verder. Voor de banketbakkerij daalt de BTW van 17,6% tot 7% en voor het vlees, waar tot nu toe 7½% BTW op rustte, wordt de BTW helemaal afgeschaft. Daarmee levert de Regering een eerste bijdrage tot prijsverlaging. Daarnaast gaat zij een zéér grote staatslening uitschrijven teneinde te voorkomen dat de toenemende spaarzaamheid van de
Fransen enerzijds en de afnemende bereidwilligheid tot investeren bij het bedrijfsleven anderzijds tot prijsverhogende spanningen op de geldmarkt gaat leiden.
Premier Messmer heeft in een televisie-interview de Fransen duidelijk te verstaan gegeven, dat zij niet moeten verwachten na de verkiezingen een kabinet te krijgen dat perse een of andere meerderheid in het parlement zal weerspiegelen. President Pompidou is niet voornemens ten dezen zijn grondwettelijke prerogatieven prijs te geven.
| |
Engeland
Enkele weken nadat premier Heath een
| |
| |
algemene loon- en prijsstop afkondigde, hebben in enkele districten tussentijdse verkiezingen plaatsgevonden, die belangrijke aanwijzingen verschaften over de politieke stand van zaken in Engeland. Halverwege de ambtstermijn van de conservatieve regering bleek deze zich niet te hebben kunnen onttrekken aan het normale slijtageproces dat een zittende regering pleegt te ondergaan. De in meerderheid conservatieve kiezers van Sutton en (eerder) van Rochester wendden zich van hun partij af; in het arbeidersdistrict echter van Uxbridge, waar de conservatieven zich krachtig tegen Labour moesten verweren, bleven zij hun partij trouw. Merkwaardig echter is, dat degenen die hun ontevredenheid met het conservatieve bewind te kennen wilden geven, niet op de oppositie stemden maar op de liberalen, die als een klein, vergeten en slechts door acht leden in het Lagerhuis vertegenwoordigd partijtje nu eensklaps weer in de belangstelling komen. Labour heeft er geen zij bij gesponnen. Integendeel: in Uxbridge bleef de winst van Labour (2,2%) ver beneden de verwachting (5%). De kleine radicaal-rechtse groeperingen wonnen aanzienlijk veel meer. En bovendien bleek met name de kandidaat die zich het duidelijkst afzette tegen de toetreding van Engeland tot de Europese Gemeenschap, een zware nederlaag te hebben geleden. Al met al heeft Wilson meer reden tot zorg dan Heath.
| |
Ierland
Premier Lynch wil kennelijk het pad effenen voor een toenadering tot Noord-Ierland. Enerzijds heeft hij scherpe maatregelen afgekondigd tegen de Noordierse terroristen die vanuit Ierland opereren, en anderzijds heeft hij een streep gehaald door de grondwettelijke binding van de Ierse Staat met de katholieke Kerk. Het eerste heeft hem een aantal terreurdaden in Dublin opgeleverd, maar het ziet ernaar uit dat deze reactie van voorbijgaande aard is. Voor beide maatregelen heeft hij echter de steun van brede lagen der bevolking gekregen.
| |
Japan
Premier Kakuei Tanaka heeft kort nadat hij zijn voorganger, Sato, vijf maanden geleden opvolgde, tegen 10 december algemene verkiezingen uitgeschreven, zulks in het vertrouwen dat het eclatante succes van zijn toenaderingspolitiek tot China zijn aanhang in het Parlement zou versterken. Die versterking hoopte hij vooral te verkrijgen uit de middengroepen. Aldus zou zijn liberaal-democratische partij als de grote volkspartij van Japan voor de dag komen en niet meer zozeer het odium van conservatisme hoeven te dragen.
De verkiezingen zijn echter enigszins teleurstellend voor hem uitgevallen. Hij behield weliswaar een comfortabele meerderheid van 282 leden in het Lagerhuis (met 491 leden) maar dat waren er toch 18 minder dan waarover hij in het vorige Lagerhuis beschikte. Nog minder prettig voor hem was, dat de linkse oppositie aanzienlijke winst boekte. De socialisten, die met 87 zetels in het oude Parlement zaten, keren er met 118 zetels in terug. Relatief nog sterker groeiden de communisten. Na een kortstondig succes in 1949, toen zij met 35 man in het Parlement kwamen, liepen de communisten sterk achteruit. Eensdeels door de oorlog in Korea, anderdeels door de harde verzetshouding die hun door Moskou was opgelegd, vielen zij terug tot 5 zetels in 1967. Daarna echter zijn zij de politiek van de fluwelen handschoen gaan volgen en de resultaten bleven niet uit. In 1969 verwierven zij 14 zetels. Thans hebben zij bijna het drievoudige daarvan verworven: 38 zetels. Het ledental van hun partij is voor Japan met zijn 100 miljoen inwoners niet groot (300.000) maar samen met de socialisten vormen zij een geduchte oppositie, waarin zij zelf als activerend element optreden. Zij kunnen het Tanaka bijzonder moeilijk maken.
Temeer omdat Tanaka moeite heeft met de vorming van een gesloten front in zijn eigen regering. Binnen zijn partij heeft hij een geduchte tegenstander, Fukuda, van wie hij met moeite de strijd om de opvolging van Sato kon winnen. Met hulp van rechtse bondgenoten is hij op 22 december weer tot premier gekozen, doch naar het schijnt heeft Fukuda een grotere aanhang binnen zijn eigen partij. Tanaka heeft Fukuda nu opgenomen in zijn kabinet. Naar buiten wil hij in ieder geval de eenheid bewaren - en dat heeft hij hard nodig.
| |
| |
| |
Politiek Overzicht België
Leburton formateur
Wat te verwachten was, is gebeurd. De BSP-voorzitter Leburton kreeg van de koning de opdracht een nieuwe regering te vormen.
De opdracht startte in weinig gunstige omstandigheden. Onmiddellijk werd van CVP-zijde - bijgevallen door de Volksunie - een hoog obstakel opgeworpen: een tweetalig land kan geen eentalige premier meer aanvaarden. Leburton deed dezelfde avond een reuze poging om in het Nederlands een boodschap voor te lezen voor radio en TV, maar viel door de mand vanaf het ogenblik dat journalisten hem vragen begonnen te stellen. De BSP verstond de houding van de CVP als een eerste zet die haar een sterke onderhandelingspositie zou verschaffen. Tegen Leburton was geen veto gesteld, maar het parcours moest zo moeilijk mogelijk worden gemaakt om de grootst mogelijke toegevingen in de wacht te slepen. De flaminganten echter namen de uitspraak ‘geen Nederlandsonkundige premier’ letterlijk op en toen Martens, de voorzitter van de CVP, dit later weer in de doofpot stopte, was dit in hun ogen een blunder.
Eén van de randgebeurtenissen die in diezelfde dagen heel wat commentaar los maakte, was de benoeming van Simonet in de E.E.G.-commissie. Vroeger werd reeds meer gezinspeeld op de rivaliteit tussen Van den Boeynants (CVP) en Simonet (BSP) in de Brusselse agglomeratie (twee hanen op een mesthoop, twee krokodillen in een poel). Pan schreef nu: ‘Quand un croco en a mare... il va au mar-chez-commun’. Simonet trekt zich terug, wenst zijn vingers blijkbaar niet te verbranden aan het op dit ogenblik compromitterende politieke probleem Brussel en houdt zich liever in reserve voor betere politieke tijden.
Van meet af aan wilde Leburton met CVP, BSP en PVV onderhandelen over een volledig politiek programma. Tegelijkertijd dus sociaal-economisch en communautair. Voor de kerstdagen kwam het ontwerp klaar en wat ervan uitlekte, vertoonde een vaagheid waarmee men alle kanten uit kan.
Een kapitaal punt in de onderhandelingen vormde de schoolpolitiek. De CVP diende een nota in (30 dec.) waarin geëist werd onmiddellijk een reeks regelingen te treffen voor het vrij onderwijs, met terugwerkende kracht tot 1 september 1972. Het ging om vijf punten, die betrekking hebben op het leerlingenvervoer, de verhoging van de werkingstoelagen, de normen voor het aanstellen van studiemeesters, de wedden van priesters en religieuzen, en de financiering van de gebouwen. Voor dit laatste vraagt de CVP een apart fonds voor het katholiek onderwijs, werkend met leningen die de Staat zal terugbetalen. Hierbij mag opgemerkt worden dat Wilfried Martens als voorzitter van de CVP een voorstel verdedigde dat volkomen tegenstrijdig is met wat hij enkele jaren geleden als voorzitter van de CVP-jongeren in een manifest over de onderwijshervorming verkondigde. De CVP-jongeren stelden dat het niet opgaat de Staat de gebouwen van het katholiek onderwijs te laten betalen, wanneer deze gebouwen pri- | |
| |
vé-eigendom worden. Zij pleitten voor één gebouwenfonds voor het hele onderwijs, waarbij alle gebouwen openbaar bezit zouden worden. Volgens één gezamenlijke planning en programmatie zouden de schoolgebouwen ter beschikking gesteld worden van het vrij en het officieel onderwijs. In het CVP-voorstel is hiervan geen sprake, zoals er evenmin een spoor te vinden is van de idee om de verschillende netten in één planning op te nemen. Het is echter niet uitgesloten, dat de CVP ook wat deze voorstellen betreft de terugtocht zal blazen naar stellingen die redelijker zijn, tenminste in de ogen van hen die niet meer denken in termen van schoolstrijd.
Een derde strijdros in de onderhandelingen, naast de eentaligheid van de premier en de onderwijspolitiek, was de gewestvorming. In feite draait alles rond dit punt, want voor al het overige hoefde de regering Eyskens niet geliquideerd te worden. Klaarblijkelijk was Leburton oorspronkelijk van plan de zaak gewoon naar een commissie te verwijzen om dan alles aan het parlement over te laten. Dit voorstel was voor de CVP onaanvaardbaar. Het komt er in feite op neer het probleem te bevriezen: tijd winnen tot er betere inzichten gegroeid zijn. Dit kon natuurlijk ook onder de vorige regering, die onder de leiding stond van een CVP-premier. Anderzijds is het niet te verwachten dat een socialistisch formateur zelf voorstellen zal formuleren die opluchting brengen voor hen voor wie de huidige staatshervorming niet ver genoeg gaat in federalistische zin. Het is de BSP die juist het meest unitaristisch denkt en een rem zet op elke decentraliseringspoging.
Uiteindelijk werd er een merkwaardig compromis te voorschijn getoverd. Er zou een voorstel komen in de regeringsverklaring en tegelijkertijd een parlementaire commissie. Als er in die commissie binnen de zes maanden niets beters wordt gevonden, dan blijft het regeringsvoorstel gelden. Op die manier zou er wel een half jaar tijd worden gewonnen, maar het is weinig waarschijnlijk dat de BSP in die periode spontaan van mening zou veranderen. Volgens de afspraak zou tijdens die zes maanden geen andere meerderheid gevormd mogen worden. Dus zouden CVP-PSC-PVV-PLP samen de BSP moeten opjutten. In zulk een avontuur kunnen CVP-PW-etc.... zich maar wagen als ze op voorhand weten wat ze aan elkaar hebben. Bovendien blijft steeds ondersteld dat de christen-democraten en de liberalen binnen de regering een coalitie vormen, althans inzake de staatshervorming.
Dergelijke speculaties hebben er vermoedelijk toe geleid dat de CVP zich eens te meer ging beraden op haar kasteel te Steenokkerzeel. De vraag was of de CVP haar optie op de staatshervorming zou radicaliseren of met het huidige concept vrede zou nemen. Radicaliseren betekent vooral dat cultuur- en gewestraad worden samengevoegd en dat één der kamers van het parlement met de specifieke gewestelijke functie belast zou worden. Dit vereist vanzelfsprekend een nieuwe grondwetsherziening, en aangezien het geen zin heeft in afwachting een ander soort gewestraad uit te bouwen en voorlopig te bevolken, zou de toekomstige regering die nieuwe grondwetsherziening dadelijk moeten gaan voorbereiden. De vergadering van de bekende 40 sprak zich op 4 januari uit voor de
| |
| |
radicale oplossing, maar klaarblijkelijk zonder grote eensgezindheid of enthousiasme. De onderhandelaars kregen in ieder geval geen bindend mandaat mee.
| |
Beoordeling en veroordeling
's Anderendaags was er opnieuw een onderhandelingsronde. BSP, PVV-PLP en ook de PSC zeiden dat ze niets voelden voor een nieuwe grondwetsherziening. En de CVP bond in.
Mensen die zo geduldig zijn, dat ze het kunnen opbrengen een overzicht van de Belgische politiek door te nemen, zullen ook wel voldoende gevoel voor afstand hebben om te begrijpen dat het relaas van de feiten en de commentaren ongeveel een maand voor het verschijnen van dit nummer zijn geschreven. De hiernavolgende commentaar is geschreven begin januari, in de week waarin de CVP had aangekondigd een nieuwe grondwetsherziening te eisen voor de staatshervorming en... terugkrabbelde.
We hebben hier vroeger al veel, en naar ons gevoel met heel wat distinguo's, over de grondwetsherziening geschreven. Nu voelen we de behoefte om het eens zeer eenvoudig en ongenuanceerd te zeggen: ze trekt gewoon nergens op. Het is een warboel, een termietenberg vol compromissen; er zit geen inspiratie in en geen lijn; geen mens raakt er nog uit wijs. Het is slecht politiek werk.
Als verontschuldiging voor dit misbaksel wordt gezegd dat er in de huidige constellatie en met de huidige partijen niets anders mogelijk is. Dit is voor ons hoegenaamd geen verontschuldiging. Dat men het dan late.
Toen de CVP deze week de eis formuleerde dat er een nieuwe staatshervorming moet komen en een nieuwe grondwetsherziening, wist ze dat daar een risico van nieuwe verkiezingen in zat. Als de CVP inbindt wanneer BSP, PVV en PSC niet mee willen doen, dan wil dit dus zeggen dat de CVP niet wil en niet durft naar verkiezingen gaan, op het ogenblik dat de Belgische staat hervormd dreigt te worden tot een onvoorstelbare warboel.
Geeft tegen het einde van januari of begin februari de CVP er toch de voorkeur aan zich terug te trekken uit deze regering-in-de-maak en wil ze naar verkiezingen gaan met een duidelijk en revolutionair voorstel van staatshervorming, dan moet ons oordeel gewijzigd worden. Is dit niet het geval, dan kan men niet anders dan stellen dat deze partij zich op een allerbelabberdste manier aanstelt. Op een cruciaal moment in de Belgische geschiedenis geeft de CVP zodanig blijk van gebrek aan cohesie, visie, verantwoordelijkheid en durf, dat ze het werkelijk belangrijke politieke werk niet meer aankan. Het dilemma waar de CVP voor staat is overduidelijk: als ze een nieuwe grondwetsherziening eist, gaan we hoogstwaarschijnlijk onmiddellijk naar verkiezingen; als de CVP echter naar verkiezingen gaat met de staatshervorming als thema, dan is het helemaal niet zeker dat dit voor haar tot een electoraal succes zal leiden. Dit is dus het dilemma tussen staatsbelang en electoraal belang. Op het ogenblik dat de Belgische staatsstructuur met een slechte staatshervorming verknoeid dreigt te worden en met een voldoende degelijk voorstel in haar onderhandelingsmappen
| |
| |
verkiest de CVP haar eigen partijbelang op korte termijn boven het staatsbelang.
Men zal natuurlijk wel als tegenargument naar voren schuiven: en wat na de verkiezingen? Zal er dan een meerderheid mogelijk zijn? Het lijkt ons geen valabel argument. Kan een partij als de CVP niet beter werk doen in de oppositie op dit ogenblik? Is geen staatshervorming momenteel niet beter dan een slechte? Is een regeringscoalitie met andere partijen ondenkbaar? Waarom? Is er al iets ernstig geprobeerd in die richting? In feite komen al deze vragen neer op deze ene: is het, gezien het belang van de staatshervorming en de zwakheid van de huidige grondwetsherziening, niet beter naar een open crisis te gaan? Enkel wanneer de bevolking zich bewust is in een crisisperiode te leven, zal er o.i. genoeg stimulans zijn voor de partijen om de weg van een werkelijke vernieuwing op te gaan.
6-1-'73
Ward Bosmans en Rita Jolie-Mulier
|
|