Streven. Jaargang 26
(1972-1973)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 326]
| |
De eerste ambtstermijn van president Nixon
| |
Overgangsperiode: 1968-1972Toen Nixon in november 1968 met een zeer kleine meerderheid tot president van de Verenigde Staten werd gekozen, was het mode om Amerika voor te stellen als een ‘zieke reus’, een maatschappij die het geloof in zichzelf had verloren en een leidende mogendheid die men niet meer kon vertrouwen. Mede als gevolg van de afkondiging van de Nixon-doctrine bevond Ameeen onbegrensd tot een meer gematigd zelfvertrouwen. Dat was wellicht het beste in de buitenlandspolitieke oriëntatie te zien: in Vietnam was de relatieve afneming van de Amerikaanse macht aan de dag getreden, in het teken van de Nixon-doctrine, dat wilde zeggen een voortduren van het Amerikaanse overwicht in de wereldpolitiek, maar minder geprofileerd en steunend op meer polen. Ten onrechte werd deze nieuwe buitenlandse politiek door velen gekwalificeerd als een terugkeer tot de ‘Balance of Power’-politiek, die echter noch door Nixon, noch door Kissinger werd gevolgd, omdat zo'n beleid in deze wereld, die op het beslissende moment nog altijd bipolair is, niet kan worden toegepast. Met de erkenning van het ‘internationale pluralisme’ werd het Amerikaanse buitenlandse beleid niet alleen gecompliceerder, maar ook gemakkelijker te | |
[pagina 327]
| |
verdedigen, aangezien het in zekere mate zichzelf stabiliserende karaktereigenschappen had en daarom minder eisen stelde. Het was ongetwijfeld een van Nixons grootste prestaties dat hij gedurende de periode 1968-1972 deze aanpassing onder moeilijke omstandigheden voltrok zonder dat de wijzer doorsloeg naar het uiterste van een neo-isolationisme. | |
Nixons verkiezingszege van 7 november 1972Nixons successen op het gebied van de buitenlandse politiek werden door de Amerikanen op 7 november 1972 gehonoreerd. Het resultaat was dat Nixon een verkiezingsoverwinning behaalde met gemiddeld 62 procent van de stemmen. De president had dus zelfs het record van Lyndon Johnson overtroffen, die in 1964 met 61 procent van de stemmen het Witte Huis veroverde. Nixon, die door de liberale intellectuelen over het algemeen gekenschetst werd als de ‘duivelse en geslepen machtswellusteling’ en door zijn uitdager senator McGovern als een ‘schurk en een oplichter’, een ‘satan in de gedaante van de gemiddelde Amerikaanse burgerman’, een ‘duivel’ die door de Democratische Revival-beweging moest worden uitgedreven, behaalde op een na de grootste verkiezingsoverwinning uit de Amerikaanse geschiedenis. Nixon was bij de kiezers niet populair zoals zijn voorgangers Eisenhower en John F. Kennedy. De president voerde zelf nauwelijks een verkiezingscampagne en hij was bovendien in zijn redevoeringen niet inspirerend. Nixon toonde zich alleen maar een staatsman van groot formaat die de juiste medewerkers wist te kiezen en tegelijkertijd wist te delegeren. Bovendien kon de president zich beroepen op zijn prestaties in zijn eerste ambtsperiode zowel op het terrein van de binnenlandse als van de buitenlandse politiek, die zonder meer spectaculair waren. In plaats van de continuering van de door president John F. Kennedy met zulke idealistische motieven begonnen anti-communistische kruistocht in Zuidoost-Azië haalde Nixon de Amerikaanse soldaten grotendeels uit Vietnam terug en reisde hij naar Peking en Moskou om de grondslagen te leggen voor een nieuwe verhouding tussen zijn land en de ‘geheime en monsterachtige machten die de wereld wilden veroveren’. Naast zijn activiteiten op het terrein van de buitenlandse politiek, die onder meer resulteerden in de beëindiging van Amerika's missionerende taak, welke het zich sedert de tweede wereldoorlog ten gunste van ‘democratie’ en ‘vrijheid’ had aangemeten, slaagde Nixon erin de inflatie door drastische maatregelen van loon- en prijsbeheersing te beteugelen; hij wentelde de dollarcrisis af op de schouders van de Westeuropese landen en Japan en beschermde tenslotte de werkgelegenheid door importheffing. | |
[pagina 328]
| |
Machtsevenwicht tussen rivaliserende mogendhedenNixons buitenlandse politiek, waarvan gedurende de afgelopen vier jaar alleen een fundament werd gelegd, wordt geïnspireerd door zijn filosofie dat de enige tijd in de wereldgeschiedenis dat men een vrij langdurige periode van vrede heeft gekend, de jaren waren waarin er een machtsevenwicht tussen de rivaliserende grote mogendheden bestond. Het gevaar van een oorlog ontstond eerst dan als de ene natie oneindig machtiger werd dan de andere. In overeenstemming met zijn opvattingen volgde president Nixon gedurende zijn eerste ambtsperiode een strategie die gericht was op de totstandkoming van een traditioneel machtsevenwicht tussen Amerika, de Sovjet-Unie en de Volksrepubliek China, met de bedoeling dat evenwicht te gebruiken om dìe staat binnen de perken te houden die op een bepaald moment ‘de zichtbaar wordende structuur van de vrede’Ga naar voetnoot1 dreigde te verstoren. Daarom is Nixon het driehoeksgesprek met Peking en Moskou begonnen waardoor hij met name Amerika's gewicht in de wereldpolitiek ten aanzien van de Sovjet-Unie heeft vergroot. Nixons bezoek aan Peking was niet het begin doch het einde van een ontwikkeling die een totale herwaardering van de Amerikaanse politiek in Azië tot gevolg had. In het kader van deze herwaardering van de Amerikaanse Aziëpolitiek liet Washington al zijn dogma's en vooroordelen, die Democratische en Republikeinse regeringen van 1945 tot en met 1969 hadden gehuldigd, vallen. De kern van deze nieuwe politiek was dat de Volksrepubliek China niet meer werd gezien als een militaire bedreiging van de Verenigde Staten noch van zijn Zuidoostaziatische bondgenoten. Tevens werd in Amerikaanse politieke kringen toegegeven dat men ten onrechte in de Volksrepubliek China gedurende twintig jaar een aartsdemon en ‘master mind’ achter elke poging tot sociale omwenteling respectievelijk Aziatische ‘volksbevrijdingsoorlogen’ had gezocht. | |
Driehoeksverhouding als instrument ter beëindiging van de Vietnamese oorlogDe copernicaanse wending in de Amerikaanse Chinapolitiek werd gedurende de zomermaanden van 1971 door een aantal factoren vergemakkelijkt. Met name enerzijds door het aflopen van de koude oorlog en de beëindiging van de Culturele Revolutie en anderzijds door de toenemende gecombineerde militaire en politieke druk van de Sovjet-Unie op China, waardoor Peking meer aandacht moest geven aan het herstel, respectievelijk de nor- | |
[pagina 329]
| |
malisering van zijn betrekkingen met de buitenwereld. De normalisering van de betrekkingen tussen Peking en Washington in 1972 verkleinde niet alleen de schaal waarop in Vietnam de oorlog werd gevoerd, maar bracht Amerika ook in een veel betere onderhandelingspositie met Moskou. Weliswaar verzwakte het nieuwe China-beleid de positie van Tsjang Kai-Tsjek in Taiwan, maar daar stond tegenover dat de Amerikaanse inspanning, vroeger gericht op de isolering van Peking, werd verplaatst naar Noord-Vietnam. Hierdoor werd het uitoefenen van Amerikaanse druk op Hanoi, om door onderhandelingen tot een aanvaardbare regeling te komen, enerzijds gelukkiger en anderzijds moeilijker. In de eerste plaats moest men in Hanoi inzien dat wat de Verenigde Staaten ook met Noord-Vietnam deden, noch de Russen noch de Chinezen zouden interveniëren. Het was, vermoedelijk tot grote verbazing van de leiders in Hanoi, gebleken dat Moskou, Peking en Washington zoveel gemeenschappelijke belangen hadden dat het voortduren van de Vietnamese oorlog een dialoog tussen deze mogendheden niet verhinderde. In de tweede plaats moesten de Amerikanen zich realiseren dat de grote mogendheden minder dan in de voorafgaande periode in staat waren de kleinere landen te beheersen en dat noch Peking noch Moskou erin slaagden in het belang van een snelle beëindiging hun wil aan de Noordvietnamezen op te leggen. | |
Amerika en RuslandNaar alle waarschijnlijkheid zullen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten nog geruime tijd in militair en politiek opzicht op het gebied van de wereldpolitiek de grootste concurrenten van elkaar blijven. Niettemin volgde Nixon tot nu toe een politiek ten aanzien van de Sovjet-Unie die gekarakteriseerd mag worden door gematigdheid, voorzichtigheid en streven naar partiële akkoorden met Amerika's, althans voorlopig, grootste concurrent, in plaats van ‘containment’ en de geest van kruistochten. Sinds Nixons bezoek in mei 1972 aan Moskou verbeterden de Amerikaans-Russische betrekkingen aanzienlijk. Op 25 september j.l. keurde het Huis van Afgevaardigden het op 26 mei 1972 door Nixon en Brezjnev in Moskou ondertekende interim-akkoord over de beperking van de aantallen intercontinentale raketten en de met raketten bewapende onderzeeërs goed. Enkele dagen later ondertekende Nixon een resolutie van de Senaat waarin het SALT-akkoord van mei 1972 werd goedgekeurd en bij welke gelegenheid er bij de president op aan werd gedrongen tijdens de tweede gespreksronde met de Russen te streven naar een permanente overeenkomst waarbij de Verenigde Staten gelijke aantallen kernwapens zullen bezitten als de Sovjet-Unie. De ratificatie-oorkonden van het akkoord werden op 3 okto- | |
[pagina 330]
| |
ber j.l., tijdens het bezoek van minister Gromyko aan Washington, uitgewisseld. Volgens een aantal politieke waarnemers kon sinds de ondertekening van het handelsverdrag op 18 oktober 1972 over een officiële beëindiging van de koude oorlog tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten gesproken worden. Voor president Nixon had de ondertekening van het handelsakkoord met de Sovjet-Unie niet alleen economische, maar ook politieke betekenis. In het kader van zijn vredespolitiek was het een belangrijke stap op weg naar betere politieke betrekkingen. Het akkoord, dat een looptijd heeft van drie jaar met de mogelijkheid van verlenging, bevat drie delen. Het regelt de leen- en pachtschuld uit de tweede wereldoorlog, het handelsverkeer tussen beide landen en de kredietverlening. Krachtens het akkoord wordt het handelsvolume tussen beide landen verdrievoudigd; men wil in de komende drie jaar de wederzijdse handel tot minimaal 1,5 miljard dollar opvoeren. Daarbij waren de Russische graanaankopen in de Verenigde Staten, die in 1972 ongeveer een miljard dollar bedroegen, nog niet inbegrepen. Krachtens het verdrag hebben de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie elkaar de meest-begunstigingsclausule toegestaan voor hun wederzijdse handelGa naar voetnoot2. Waarschijnlijk zal Nixon in de loop van dit jaar toestemming aan het Congres vragen om deze faciliteit ook aan de andere Oosteuropese socialistische landen te verlenen. Last but not least werd krachtens het akkoord in Washington een Russische en in Moskou een Amerikaanse handelsvertegenwoordiging geopend. In dit verband is zeker niet onbelangrijk te vermelden dat de Russen ook een contract met de Amerikaanse Export-Importbank hebben gesloten, waarbij zij zich onderwerpen aan de normale voorwaarden van kredietverlening. | |
Atlantische renaissancePresident Nixon is van nature conservatief. Daarom toonde hij in zijn eerste ambtstermijn geen ambitie voor sociale hervormingen. Nixon zal vermoedelijk zijn behoudend binnenlands politiek beleid ook gedurende de periode 1972-1976 voortzetten. Temeer daar zijn grote overwinning erop wees dat de meerderheid van het Amerikaanse volk geen sociale hervormingen op grote schaal wenst, evenmin als de conservatieve meerderheid van zuidelijke Democraten en noordelijke Republikeinen in het Congres. Gezien deze gelijkgezinde benadering van de binnenlandse problemen ligt het voor de hand dat Nixon van het Huis van Afgevaardigden en de Senaat steun kan verwachten voor de continuering van zijn ‘revolutionaire’ buitenlandse politiek. | |
[pagina 331]
| |
Indien deze verwachting wordt gehonoreerd, zal Nixons beleid ook in zijn tweede ambtsperiode door buitenlandse aangelegenheden worden beheerst. Ditmaal echter zal daarbij het accent vallen op Amerika's economische, militaire en politieke relaties met de geïndustrialiseerde kapitalistische landen, hetgeen ook blijkt uit een mededeling dat de Verenigde Staten bereid zijn nieuwe commerciële en monetaire besprekingen met de Europese Gemeenschap en Japan aan te vangen. In aansluiting hierop zullen de Amerikanen ook de Atlantische betrekkingen kritisch onderzoeken. | |
‘Internationalisten’ en neo-isolationistenNixon heeft in het verleden bij herhaling gepleit voor een krachtige en interdependente westelijke wereld, zoals hij ook geloofde dat betere relaties met de Sovjetbloklanden en grotere autonomie van Amerika en de Europese Gemeenschap even onvermijdelijk als wenselijk waren. In dit verband legde Nixons minister van handel, Peter Peterson, afgelopen november er de nadruk op dat de beste garantie voor politieke vrede was gelegen in een aanzienlijke uitbreiding van de internationale handel. Er behoeft niet aan te worden getwijfeld dat de voortzetting van de discussie over deze problematiek in Amerika tussen ‘internationalisten’ en ‘neo-isolationisten’ tot gevolg zal hebben dat de regering-Nixon de Europese Gemeenschap positiever zal benaderen dan gedurende het afgelopen jaar het geval is geweest. Nixons theorie over de handel als instrument ter verbetering van de internationale betrekkingen werd tijdens zijn onderhandelingen in Peking en Moskou beproefd, waarbij het perspectief van winstgevende orders aanvankelijk gebruikt werd om de rechtervleugel van de Republikeinse Partij tot zwijgen te brengen. Nu wordt echter door de Amerikanen de uitbreiding van de internationale handel gezien als een mogelijke garantie voor ‘goed gedrag’ van de Sovjetbloklanden tijdens de komende multilaterale Oost-West-besprekingen. | |
Amerika en West-EuropaVoor Nixon blijft de diplomatieke en politieke steun van zijn Europese NATO-partners noodzakelijk, indien hij de tweede ronde van de SALT-besprekingen met de Kremlinleiders tot een goed einde wil brengen. Maar ook ten behoeve van de Amerikaanse economie en ter versterking van het NATO-bondgenootschap in het algemeen zal Nixon, hoe dan ook, op de medewerking van de Westeuropese landen moeten kunnen rekenen. Dienovereenkomstig zal de president tijdens de komende handelsbesprekingen tussen de Verenigde Staten en de EEG-landen de gemeenschappelijke belangen van de westelijke wereld onderstrepen en tevens er bij de NATO- | |
[pagina 332]
| |
partners op aandringen de onderlinge geschilpunten op te lossen. De relaties van de Verenigde Staten met West-Europa kunnen niet gescheiden worden van Amerika's veiligheidsbelangen, omdat Washington met Moskou ook na het beëindigen der tweede fase van de SALT-besprekingen over verschillende militaire problemen nog een aantal onderhandelingen zal moeten voeren. Op het moment kan niet worden voorspeld hoe de multilaterale besprekingen tussen de NATO- en de Warschaupactlanden over wederzijdse en evenwichtige troepenreductie in Centraal Europa zullen aflopen of wat de tweede ronde van de SALT-onderhandelingen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten zullen opleveren. Maar het is wel duidelijk dat successen ter zake van deze Oost-West besprekingen zouden kunnen uitlopen op een vermindering van het Amerikaanse troepenbestand in Europa, zodat de Westeuropese landen hun eigen defensieregelingen zullen moeten herzien. Of de Westeuropese NATO-landen dit vooruitzicht zullen voelen als een impuls om tot nauwere militaire samenwerking te komen, kan niet worden gepeild. Daar staat echter het feit tegenover dat de overgrote meerderheid van de Westeuropese regeringen vol achterdocht staat ten aanzien van de door de Verenigde Staten gewenste besprekingen over wederzijdse en evenwichtige troepenreductie in Centraal Europa; ten dele ongetwijfeld omdat daardoor scherp het probleem gesteld wordt van Duitslands militaire positie in het NATO bondgenootschap en hun eigen relaties hiermede. | |
Omwenteling in de naoorlogse wereldDe herleving van Metternichs gedachten betekende een omwenteling in de naoorlogse wereld en als gevolg daarvan moesten de Amerikanen gedurende de afgelopen jaren van het idee afstappen dat alleen de superioriteit van de Verenigde Staten de wereldvrede kon waarborgen. De Amerikanen hadden in november 1968 geen betere president dan Nixon kunnen kiezen om zo'n politiek uit te voeren. Een van de meest in het oog springende bekwaamheden van Nixon als politicus is namelijk altijd het benutten van kansen geweestGa naar voetnoot3. Zelfs Nixons tegenstanders, die nota bene de westelijke wereld als resultaat van het voeren van een beleid in de geest van de kruistochten tegen het communisme aan de rand van de afgrond hadden gebracht, zullen moeten toegeven dat Nixon van zijn bekwaamheid in het benutten van kansen op het gebied van de internationale politiek tot nu toe een goed gebruik heeft gemaakt. Slechts weinigen waren er die vier jaar geleden durfden veronderstellen dat het aanknopen van betere betrekkingen met de Volksrepubliek China en de Sovjet-Unie een van de grootste prestaties zou kunnen worden van een ‘mislukte historicus’. |
|