Streven. Jaargang 25
(1971-1972)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||
Sterven om plaats te maken?
| |||||||||||||||||||
IDe abortus provocatus is wettelijk nog steeds verboden. Was het vroeger een gevaarlijke ingreep, nu is het voor de ervaren medicus een betrekkelijk kleine kunst, vergelijkbaar met ‘amandelen pellen’. De indicaties tot deze ingreep zijn van drieërlei aard. De eerste reeks betreft het belang van de zwangere. Hier ziet men in enkele jaren tijds een verschuiving van
De tweede lijn van indicaties betreft de mogelijkheden van het kind:
De derde lijn is de bevolkings-politieke lijn. Hier wordt weinig commentaar over geleverd door de meeste schrijvers. Als men iets zegt, wijst men het bewust af. Bij de abortus provocatus gaat het om opofferen van een al of | |||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||
niet tot defectuositeit gedoemd wezen-in-ontwikkeling ten bate van het belang van enig ander wezen, met name de moeder of ook het gezin of ook de gemeenschap. Er is geen enkele sprake van wilsbepaling van het opgeofferde wezen. | |||||||||||||||||||
IIEuthanasie. Hier zien we de verschuiving van
| |||||||||||||||||||
IIITransplantatie. De ontwikkeling der medische technologie heeft al tot een onderscheiding geleid van hersendood tegenover volledige dood: criteria zoals stilstand van ademhaling, bloedsomloop etc. hoeven niet alle meer vervuld te zijn om de patiënt als dood te beschouwen en te verklaren. Dit is nodig geworden omdat anders ook de transplanteerbare organen inmiddels afgestorven zijn. De discussie gaat nu over de toelaatbaarheid van overplanting van organen van onherstelbaar bewustelozen en patiënten met schorsdood. Men is het er nog steeds over eens, dat een patiënt of diens familie toestemming moet blijven geven alvorens transplantatie van enig orgaan toelaatbaar geacht wordt. | |||||||||||||||||||
IVZelfmoord. Hiervoor gelden mutatis mutandis dezelfde overwegingen als | |||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||
voor de andere drie probleemgebieden. Er is een verschuiving gaande van het oordeel:
Samenvattend zien we op alle gebieden een verschuiving van a) verbod naar toelaatbaarheid, b) van vrijwillig naar opgelegd of gemanipuleerd, c) van defecte naar niet defecte patiënt of cliënt en d) van individuele naar sociale motivatie.
De eerste vraag is nu: Hoe is het mogelijk dat deze ontwikkeling zo snel verloopt? We mogen veronderstellen, dat de technische verbetering van communicatie-mogelijkheden de discussie op gang helpt en dat deze discussie zelf maakt dat houdingen van het ene op het andere gebied worden overgebracht: b.v. de onvrijwilligheid wordt overgebracht van abortus provocatus voor het embryo naar defecte bejaarden en b.v. het softenon-kind (Van den Berg en Ekelmans). De verwachting van zelfopoffering ten behoeve van de ander begint bij het familielid dat levend een nier afstaat en wordt overgebracht op de familie van de ongevals-patiënt en misschien zelfs op de a.s. zelfmoordenaar met goede nieren (Barrington). Een andere verschuiving is die van de bescherming van het wezen tegen lijden: hier is een verschuiving van euthanasie naar abortus, d.w.z. van de patiënt die lijdt naar de zuigeling die misschien te lijden zal hebben. Een diepere oorzaak zal wel zijn de bevolkingsdruk: velen menen met de Russell's, dat bevolkingsdruk agressiviteit en moordzucht stimuleertGa naar voetnoot1. Dit kan een biologisch principe zijn. Het kan ook zijn, dat onze aanleg en onze sociaal-culturele verworvenheden niet voldoende zijn om dit tegen te houden. In dit verband gezien is het medisch doden dan slechts een klein detail.
De tweede vraag is: Hoe groot is de kans op misbruik van het medisch doden voor de veiligheid van de patiënt en voor de arts-patiëntverhouding, etc.; gezien het tempo der verschuivingen. Bij abortus provocatus lijkt het gevaar van misbruik klein. Het geschiedt tot nu toe nog altijd slechts op uitdrukkelijk verzoek. Wel is het in principe mogelijk om een embryo uit | |||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||
te nemen om als proefobject te behandelen (Petrucci). Dit is echter een specifiek probleem. Voor zover bekend, is dit tot nu toe niet gebeurd onder directe of indirecte pressie van research-instituten. Noch ook is er pressie tot abortus in het algemeen bekend geworden van de kant van maatschappelijke instanties. De pressie-mogelijkheden liggen bij euthanasie veel subtieler en moeilijker. Ook bij transplantatie zijn grensverschuivingen mogelijk, zoals we gezien hebben, vooral als euthanasie en transplantatie samen gedacht worden, zoals door Barrington. Het principe van de vrijwillige zelfmoord noemt Barrington ‘pro familia mori’ d.w.z. voor het gezin sterven. Het kan echter gemakkelijk leiden tot ‘cogitur velle mori’ oftewel ‘hij wordt gedwongen te willen sterven’. (Vergelijk Drossaart Lulofs).
De vrees van de tegenstanders van abortus dat van daar naar actieve euthanasie maar een stap is, lijkt dus niet geheel irreëel. Nu houden de meeste schrijvers wel een slag om de arm: Beemer spreekt van ‘Een nieuwe trend’ die zich laat voelen: ‘de gedachte n.l. dat men uit respect voor het leven medemenselijk leven zou mogen of moeten doden, waarbij de kwaliteit van leven (gelukkig of ongelukkig, volwaardig of ontluisterd) een criterium wordt om feitelijk leven al of niet te beëindigen’. Ekelmans geeft het onder II h) genoemde (bevolkingspolitieke en economische motieven van euthanasie) slechts als een profetie. Hij eist bovendien het fiat van de rechter als beveiliging tegen het op hol slaan van dodende artsen. Krop geeft twee tegengestelde standpunten bij ‘de bezinning op de vraag naar het goede recht der euthanasie vanuit de macrosfeer’. Van den Berg beperkt zijn voorstellen betreffende actieve euthanasie tot defecten; hij praat niet over abortus provocatus, noch over bevolkingspolitiek. Maar ook al zouden al de schrijvers die voor enige vorm van actieve euthanasie zijn, dat ook niet bedoelen, toch roepen zij een gevaar op. Het ontbreken van duidelijke grenzen enerzijds en de bevolkingsdruk anderzijds creëren dat gevaar. Daarbij komt, dat bevolkingspolitieke en economische overwegingen steeds naderbij kruipen. Dit kan enige achteloze of machteloze overheid welgevallig zijn om tijdelijk en partieel de problemen op te lossen die zij niet aandurft met versobering, strakkere organisatie, socialisering, etc.. Natuurlijk werkt ook de discussie als zodanig bevorderend. Dit des te meer, wanneer schrijvers zoals de bovengenoemden zich niet duidelijk vastleggen op zeer concrete situaties; wanneer ze niet specifiek uitgaan van het belang van de patiënt, doordat ze 1) niet hun eigen mening geven, 2) heden en toekomst door elkaar laten lopen, 3) wenselijkheid, onwenselijkheid en feitelijkheid dooreenmengen, en vooral 4) de door hen besproken situatie en de daaruit verwachte maatregelen niet zien als voorspel van een totalisering. We hebben de bevolkingsdruk als grote factor genoemd. Deze is bij ons geplaatst | |||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||
in een laisser-faire klimaat. We hebben gezien hoe onder deze omstandigheden de maatschappelijke ontwikkeling snel kan gaan in de richting van de nadruk op dodende maatregelen tegen ouderen en defecte leden van de gemeenschap en in het algemeen tegen diegenen die als hinderlijk of gevaarlijk worden beleefd. De historie heeft nog maar kort geleden een nationaal-socialistische ontwikkeling bij onze buren laten zien. We kunnen er in het geheel niet gerust op zijn, dat dit bij ons niet zal gebeuren. Voor degenen die menen in het christendom een tegenwicht te vinden, nog het volgende: Het is waar, dat vooral christenen zowel tegen anti-conceptie als tegen abortus provocatus zijn, maar ook verschuift de toelaatbaarheid op het gebied van euthanasie en transplantatie juist onder christelijke handen gemakkelijk in de bovengenoemde richting van verharding, totalisering. Er is geen enkele aanwijzing dat het christelijk geloof een garantie zou kunnen geven tegen afglijden van de medische moraal naar de medische moord. Ook dat is in het verleden bij onze buren gebleken.
Wij zijn nu al zover, dat op de christelijke omroep-avond een televisieprogramma wordt uitgezonden waarbij een christelijk-arts omstandig uiteenzet hoe hij een van zijn patiënten op haar verzoek een dodelijke spuit heeft gegeven.
Dat er vele maatregelen genomen moeten worden, is in 25 jaar wel iedereen langzamerhand duidelijk geworden. Bevolkingstoename geeft toename van vervuiling en uitputting van natuurlijke hulpmiddelen, vooral in een industrieel welvaartsklimaat. De kritische grens van deze ontwikkeling hebben we nu al bereikt (vergelijk P. Ehrlich). Bevolkingsplanning zal dus prioriteit moeten krijgen naast sanering van de z.g. ‘welvaart’. Maar daarbij mogen abortus provocatus noch ook euthanasie of zelfmoord ooit onder pressie tot stand komen, laat staan oplegbare maatregelen worden. De humanitaire grondslagen van de medische moraal worden uiteraard bedreigd. Het is zaak om te redden wat er te redden is. | |||||||||||||||||||
Literatuur
| |||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||
|