Streven. Jaargang 24
(1970-1971)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1104]
| |
ForumGeorg Lukács +Op 4 juni van dit jaar overleed in zijn geboortestad Boedapest op 86-jarige leeftijd de communistische denker Georg Lukács. Voor een filosoof had hij een avontuurlijk leven. In 1919 was hij volkscommissaris voor onderwijs in de raden-regering van Bela Kun en politiek commissaris bij een divisie van het rode Hongaarse leger. Hij was daarna verplicht in ballingschap te gaan. In die tijd wist hij zijn marxistische visie telkens aan te passen aan de omstandigheden. Daarom werd hem wel opportunisme verweten. In feite volgt een dergelijke aanpassing uit de opvatting dat de ideologie steeds een uitvloeisel is van de produktie-omstandigheden. Zijn belangrijkste werk uit die tijd vormen de zogenaamde Blum-thesen. Daarin bepleitte hij een gedecentraliseerd communisme. Als leninist moest hij zich namelijk voortdurend afvragen welke functie de dictatuur van het proletariaat had en wat dit leerstuk inhoudt. Hij ontwikkelde daarom zijn leer van de ‘democratische-dictatuur’. Hij dacht daarbij aan de bestuursvorm van de Parijse commune, terwijl dan de hoogste macht moest worden toegekend aan de arbeiders en soldaten-raden. De Blumthesen uit 1928 vonden in belangrijke mate hun realisering in het titoïsme. Na 1953 speelde hij dan ook in zijn land een belangrijke rol bij de destalinisatie. Hij was de ziel van de Petöfi-kring die de ideologie leverde voor de opstand van 1956. In die tijd werd hij lid van het centrale comité van de communistische partij en later minister van opvoeding in de regering van Imre Nagy. Nadat deze opstand was neergeslagen werd hij naar Roemenië verbannen, maar mocht na enige tijd weer terugkeren. Sindsdien werd het meeste van zijn werk buiten zijn vaderland gepubliceerd. De Petöfi-kring was in de eerste plaats een groep letterkundigen. De letterkunde was dan ook het belangrijkste studie-object van LukácsGa naar voetnoot1. Hij zag in de literatuur van een bepaalde periode steeds een weerspiegeling van de culturele en vooral sociaal-economische strijd van die periode. In een scherpe analyse van het werk van Goethe laat hij zien dat in diens tijd het hoofdprobleem bestond uit de strijd tussen adel en opkomende kapitalistische burgerij. In zijn verdere analyses van de Duitse literatuur, o.a. van Hölderlin, von Kleist, Fontane en Thomas Mann, laat hij zien dat de eigen aard van de Duitse ontwikkeling zich weerspiegelt in de werken van deze schrijvers. Hierdoor heeft hij veel bijgedragen tot een beter begrip van de Duitse kwestie. Op dezelfde wijze behandelde hij ook Russische schrijvers, zowel van voor als van na de revolutie. In een in 1964 in de BRD verschenen verhandeling behandelde hij op deze wijze ook Solsjenitzyns ‘Een dag uit het leven van Iwan Denissowitsch’, waarin hij aantoonde dat de destalinisatie het hoofdprobleem is van het marxisme. Bij de behandeling van deze vraagstuk- | |
[pagina 1105]
| |
ken vroeg hij zich steeds af: wat is nu de eigen aard van het esthetische. Zijn nooit voltooide hoofdwerk draagt dan ook de titel ‘Die Eigenart des Aesthetischen’. Hij zag in dat de kunst niet zo maar een deel van de ideologische bovenbouw op de economische onderbouw was. Kunst is niet iets algemeens, maar iets dat betrekking heeft op het individu, dat eenmalig en origineel is. Dat bracht hem tot een afzonderlijke bestudering van het bijzondere, individuele als categorie in haar betrekking tot het algemene. Hij schreef in dat verband een kritiek op de opvattingen van Kant en Schelling op dit punt. In zekere zin was zijn benadering van de kunst eenzijdig. Evenals Sartre, en merkwaardiger wijze zijn grootste tegenstander Heidegger, benaderde hij de kunst vooral van uit literair standpunt. Zijn theorieën zijn echter stellig ook op andere takken van kunst toe te passen. Een combinatie van zijn systeem en dat van Garaudy, die een beter inzicht heeft in de aard van het realisme, kan een basis vormen voor een nieuwe marxistische esthetica. Gezien de vele publikaties, vooral van geschiedkundige aard, op dit gebied, met name ook in de DDR, is daaraan zeker behoefte. Nu na Roman Ingarden ook Georg Lukács is overleden, zal op het congres van esthetici dat in 1972 in Boekarest zal worden gehouden een nieuwe generatie aan het woord moeten komen. C.J. Boschheurne | |
Van Brussel tot LissabonZoals uit de redevoeringen tijdens het XXIVe Partijcongres is gebleken moest de dictatuur van het proletariaat als instrument van het streven naar de wereldrevolutie wijken voor de wereldmogendheidsambities en de daarmee gepaard gaande mondiale verantwoordelijkheid voor de handhaving van de vrede. Dienovereenkomstig hebben de Sovjetleiders in de loop der jaren de messiaanse opdracht van het internationale communisme prijsgegeven voor een pragmatische aanpassing aan tijd en omstandigheden. Deze politieke heroriëntatie had tot gevolg de aanvaarding van de mondiale uitdaging der Verenigde Staten alsmede de splitsing van de internationale communistische- en arbeidersbeweging. In het jaar 1970 is de Sovjet-Unie ten koste van een minimum aan concessies geslaagd in haar streven naar normalisatie van haar betrekkingen met de Bondsrepubliek en de Chinese VolksrepubliekGa naar voetnoot1. Weliswaar heeft Bonn niets geofferd dan wat zij reeds verloren had, maar de Sovjetdiplomatie had verkregen waar zij reeds jaren tevergeefs om vroeg, n.l. de erkenning van de Russische veroveringen. Deze diplomatieke overwinning, die een uitgangspunt had moeten vormen voor de normalisatie van de Oost-West betrekkingen, ging echter gepaard met een onrustbarende uitbreiding van de Sovjet militaire macht. Tijdens de in december 1970 te Brussel gehouden vergadering van de Noordatlantische Raad werd vastgesteld dat de wanverhouding tussen de sterkte der conventionele strijdmacht van het Warschau Pact en die van de NATO drukkend isGa naar voetnoot2. Wellicht daarom had de verklaring van Brussel een dubbelzinnig karakterGa naar voetnoot3. De ‘Ostpolitik’ van de regering Brandt-Scheel en het streven naar ontspanning in de Oost-West betrekkingen werd door de NATO-ministers van buitenlandse zaken goedgekeurd. Tevens legde men de nadruk op de toenemende militaire macht van het Sovjetblok en op de voor de westelijke defensie niet gunstige eva- | |
[pagina 1106]
| |
luatie van de strategische situatie in het Middellandse-Zeegebied. Voorts werd aangekondigd dat de Westeuropese landen een grotere bijdrage aan de gemeenschappelijke defensie-inspanningen zullen leveren. Deze paragraaf richtte zich zowel tot het Amerikaanse Congres, om neo-isolationistische tendensen tegen te gaan, als tot de leiders van het KremlinGa naar voetnoot4. Het communiqué van Brussel weerspiegelde ook de contradictie die toen bestond tussen de normalisatie van de relaties tussen West-Europa en de Warschaupactlanden naar aanleiding van de totstandkoming van de verdragen van Moskou en Warschau en de hernieuwde spanningen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten als gevolg van de verscherping van de crisissituatie in het Midden-Oosten. Het mislukte plan Rogers had tot een ernstige crisis in de betrekkingen tussen beide supermogendheden geleid, terwijl zij een compromis zochten over de strategische bewapening. Daarna probeerde Nixon de beweerde opvatting van de Sovjetleiders, als zouden de Verenigde Staten politiek en militair elders in de wereld wegens de Vietnamese oorlog verlamd zijn, te corrigeren door symbolische daden die getuigen moesten van de Amerikaanse vastbeslotenheid. Zoals uit het communiqué van de eveneens in december 1970 gehouden conferentie der Warschaupactlanden blijkt, reageerden de Sovjetleiders op deze ‘uitdaging’ tamelijk rustigGa naar voetnoot5. De Russen hadden de tijd en zij waren er bovendien van overtuigd dat de spanningen met de Verenigde Staten alleen dan konden worden verminderd, wanneer concrete resultaten werden bereikt tijdens de besprekingen over de S.A.L.T., het Midden-Oosten en de kwestie Berlijn. Een succes tijdens de onderhandelingen over Berlijn achtte men in Moskou niet voldoende om het ‘halve vertrouwen’ met Washington te herstellen. Bovendien had een ontspanning in Europa, welke niet een soortgelijke ontwikkeling elders zou bevestigen, de machiavellistische interpretatie van sommige adviseurs van Nixon inzake de Sovjet-diplomatieke doelstellingen alleen maar kunnen bevestigen. Dat deze Sovjet wereldmachtpolitiek in Brussel niet al te veel begrip ontmoette, blijkt ook uit het artikel van Manlio Brosio. De secretaris-generaal van de NATO schreef o.a. dat de communistische landen onder ontspanningspolitiek niet een op ‘alle geographischen Gebiete gleichermassen anwendbaren Grundsatz verstehen’. Vreedzame coexistentie ‘erlaubt es ihnen, in einem Gebiet Verständigung und Zusammenarbeit und in einem anderen Spannung und sogar Krieg zu fördern’Ga naar voetnoot6. Om toch een antwoord op het Sovjet voorstel inzake een Europese veiligheidsconferentie te geven, werden door de Atlantische Raad drie beginselen genoemd waarop een werkelijke en duurzame verbetering van de Oost-West verhoudingen zou moeten berusten. Ten eerste de soevereine gelijkgerechtigheid en politieke onafhankelijkheid, ten tweede de garantie voor iedere Europese staat tegen buitenlandse interventie en vreemde inmenging in de binnenlandse aangelegenheden en ten derde het recht tot bepalen van eigen lot zonder dwang van buitenafGa naar voetnoot7. Negatieve westelijke reacties en vooral de opstand van de Poolse arbeiders in december 1970 hadden een Sovjet diplomatiek immobilisme tot gevolg. Tot het XXIVe Partijcongres stagneerde de | |
[pagina 1107]
| |
West-Europa- en Duitslandpolitiek van de Sovjet-Unie. Het geslaagde Partijcongres en de door de Amerikaanse interne moeilijkheden veroorzaakte evolutie van het westelijke standpunt verbeterden de internationale positie van de Sovjet-Unie aanzienlijk. De nieuwe zelfverzekerdheid van de Sovjetleiding was een van de redenen waarom de Russen snel in beweging zijn gekomen om overeenstemming te bereiken aangaande een uitgebreid aantal militaire en politieke kwesties. Tevens hebben de Sovjetleiders steeds heftiger op een spoedige bijeenroeping van de Europese veiligheidsconferentie aangedrongen. Deze conferentie en onderhandelingen over wederzijdse troepenvermindering in Centraal Europa vormen de eerste schreden ter verwezenlijking van Brezjnevs vredesprogrammaGa naar voetnoot8. Daarop moeten een mondiale ontwapeningsconferentie en onderhandelingen tussen de vijf atoommachten volgen. Met zijn plan wilde Brezjnev niet alleen het initiatief aan zich trekken, maar ook een eventuele versterking van de NATO tijdens de conferentie van Lissabon voorkomen. Het Sovjet M.B.F.R.Ga naar voetnoot9 voorstel paste geheel in het kader van de sinds begin 1970 gevoerde politiek van opening van gesprekskanalen in verschillende richtingen: SALT, Berlijn en onderhandelingen met PekingGa naar voetnoot10. De westelijke mogendheden werden door de Sovjet initiatieven niettemin verrast. Zij waren bovendien verdeeld over de vraag hoe het Russische ‘vredesoffensief’ beantwoord zou moeten worden. Met name de V.S. en de Bondsrepubliek waren het niet eens inzake de opportuniteit van onderhandelingen tussen Oost en West over troepenreducties. Nixon heeft er bij zijn bondgenoten op aangedrongen een nieuw gemeenschappelijk aanbod aan Moskou te doen. De president wenste besprekingen in verband met de aandrang van het Congres, de Amerikaanse troepenmacht in Europa te verkleinen, en ook om Brezjnevs voorstel betreffende de M.B.F.R. te beantwoordenGa naar voetnoot11. De Bondsregering was op zichzelf niet tegen troepenreducties, maar wilde de onderhandelingen over deze zaak uitstellen tot na het bereiken van een regeling van de kwestie-BerlijnGa naar voetnoot12. Men vreesde in politieke kringen te Bonn, dat besprekingen over de M.B.F.R. met de Sovjet-Unie zouden kunnen uitmonden in een Europese veiligheidsconferentie, waar de erkenning van de D.D.R. ontijdig aan de orde zou worden gesteldGa naar voetnoot13. Bonn beschouwt de erkenning van het regime Ulbricht-Honecker als belangrijkste troefkaart in zijn onderhandelingen met Moskou. De Bondsregering wenst dat de Russen hiervoor een prijs betalen in de vorm van een betere status van West-Berlijn en een grotere bewegingsvrijheid van en naar de D.D.R.. Zij overreedde vorig jaar haar bondgenoten, van een Berlijnregeling een prealabele voorwaarde te maken voor het houden van een Europese veiligheidsconferentie. Sindsdien is Brezjnevs M.B.F.R.-voorstel van Tiflis in Amerikaanse ogen een teken geworden van Moskou's grotere bereidheid om naar praktische ontwapeningsmaatregelen te zoekenGa naar voetnoot14. Het State Department heeft de eventuele bezwaren van Bonn bij voorbaat verworpen door te verklaren dat besprekingen over M.B.F.R. zonder prealabele voorwaarde geopend konden worden. Daarna is Laird naar Europa vertrokken met het voornemen zijn bondgenoten zo nodig omver te praten. De studies die de NATO-deskundigen de laatste maanden hadden gemaakt, schoof hij terzijde met de verklaring dat zijn departement een veel vollediger onderzoek had inge- | |
[pagina 1108]
| |
steldGa naar voetnoot15. Volgens M. Tatu waren de Westeuropese regeringen weinig toegerust om een zo gecompliceerd dossier als het Amerikaanse te bekritiseren. Zij konden wel het appèl van Reykjavik mee lanceren en in rustig tempo een aanvang maken met een studie over de elementen van het probleem der wederzijdse troepenverminderingGa naar voetnoot16. Maar het werd anders toen de Sovjetleiders de oproep van ReykjavikGa naar voetnoot17 plotseling serieus gingen nemen, zodat het Westen concrete voorstellen moest presenteren. De problemen waren veelsoortig en omvangrijkGa naar voetnoot18. Wat het denkbeeld van troepenreducties betreft, waren de ministers in Lissabon het alleen maar eens over de algemene beginselenGa naar voetnoot19. Maar hoe kon men van evenwichtige reducties spreken wanneer men moest uitgaan van systemen die niet vergelijkbaar zijn? De inferioriteit van de NATO in de conventionele bewapening wordt door nucleaire superioriteit gecompenseerd, maar de ministers zagen niet goed volgens welke criteria men het een tegen het ander moest afwegen, aldus Tatu Ga naar voetnoot20. Ook waren er ernstige meningsverschillen in Lissabon over de procedure en het tempo van de onderhandelingen inzake M.B.F.R. met de Sovjet-UnieGa naar voetnoot21. Daarentegen slaagden de ministers er met veel moeite in te bereiken dat er geen formele band tussen M.B.F.R. en een bevredigende Berlijnregeling zal bestaanGa naar voetnoot22. Oplossing van de kwestie Berlijn blijft in ieder geval een prealabele voorwaarde voor de voorbereiding van een Paneuropese conferentieGa naar voetnoot23. Voor zo'n conferentie stelt het Kremlin als eis deelneming op gelijke voet van alle Europese socialistische landen, dus ook de D.D.R. Dit geldt echter niet voor onderhandelingen over wederzijdse troepenreductiesGa naar voetnoot24. Toen de Atlantische Raad in 1952 te Lissabon bijeen kwam was er slechts sprake van een koude oorlog, bedreiging van West-Europa door de Sovjet-Unie en van militaire voorbereidingen. In het communiqué van deze tweede NATO-zitting in Lissabon zal men vergeefs zoeken naar ook de minste aanval op de Sovjet-UnieGa naar voetnoot25. Volgens Denis Healy zijn er onverwachte rolverwisselingen in het Westen opgetreden. Washington loopt nu voorop in het streven naar ontspanning en EngelandGa naar voetnoot26 is onder Heath de meest negatieve kracht in de alliantie | |
[pagina 1109]
| |
geworden. Ook de positie van de Sovjet-Unie is fundamenteel gewijzigd. De noodzaak van wederzijdse troepenvermindering in Centraal-Europa wordt niet meer gekoppeld aan een E.V.C.Ga naar voetnoot27 en de Sovjet diplomatie blijkt prioriteit te verlenen aan besprekingen over troepenreductiesGa naar voetnoot28. Niet alleen de opkomst van China als derde wereldmacht heeft het conflict tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten beïnvloed, maar ook het feit dat op het XXIVe Partijcongres de overwinning van de pragmatici op de ideologen is bezegeld. Tevens heeft het voorstel van Mansfield tot halvering van de Amerikaanse troepenmacht in Europa Nixon tot verlening van de hoogste prioriteit aan onderhandelingen met de Sovjet-Unie over M.B.F.R. gedwongenGa naar voetnoot29. Dat Brezjnev op dat moment onderhandelingen heeft aangeboden, is volgens Healy moeilijk anders te interpreteren dan als een bewijs van Moskou's oprechtheidGa naar voetnoot30. De fundamentele problemen van de M.B.F.R. zijn niet van militaire maar van politieke aard. Er mag worden verondersteld dat de Sovjetleiders nu oprecht zoeken naar methoden om de vrede te handhaven. Indien het Westen zijn antwoord op hun beroep om samen te werken al te lang zal uitstellen, is er geen garantie dat op korte termijn een ontspanning tussen Oost en West tot stand zal komen. Tenslotte zij vermeld dat Brezjnev in een op 11 juni j.l. gehouden toespraak voor de televisie zijn voorstellen om tot een internationale ontwapening te komen, nader heeft gespecificeerd. Hij stelde voor om te onderhandelen over de terugtrekking van de buitenlandse troepen uit West- en Centraal EuropaGa naar voetnoot31, over vermindering van plaatselijke troepen aan beide zijden van de scheidingslijn tussen Oost en West alsmede over vermindering van de Amerikaanse en Russische vlootstrijdkrachten in de verschillende zeeën en oceanen. Alle verminderingen dienen te geschieden op wederzijdse basis. Brezjnev verklaarde nog geen duidelijk antwoord te hebben ontvangen op zijn eerder gedane voorstellen van de in Lissabon gehouden NATO-conferentie, evenmin als hij een reactie had gekregen op zijn voorstel om een topconferentie van de kernmogendhedenGa naar voetnoot32 te beleggen. Voorts zei Brezjnev, dat het vredesprogram dat hij op het XXIVe Partijcongres had gelanceerd, geen propagandaleuzen bevatte, maar ‘leuzen voor actie vanuit politieke doelstellingen, die in onze tijd steeds meer bereikbaar worden’. De Sovjet-Unie kan het probleem op deze wijze stellen, omdat er een gewijzigd machtsevenwicht in de wereld is ontstaan, zowel op sociaal-politiek, als op militair gebied. ‘Zelfs een paar jaar geleden nog hoopten de imperialisten, en met name de Amerikanen, in ernst hun posities op het wereldtoneel te verbeteren via de bewapeningswedloop, en tevens de economische positie van de Sovjet-Unie en andere socialistische landen te verzwakken. Het mislukken van die pogingen is nu wel duidelijk. Iedereen kan nu zien, dat het socialisme krachtig genoeg is om een betrouwbare economische en militaire ontwikkeling te verzekeren’, meende de secretaris-generaal van de Sovjet Communistische Partij.
L. Bartalits |
|