Streven. Jaargang 24
(1970-1971)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 865]
| |
Geest - uit de fles
| |
[pagina 866]
| |
venal door voorlichting, goede besteding van de vrije tijd, mobilisatie van de publieke opinie tegen dronkenschap en baldadigheid, deze moedervlekken van de oude samenleving die de Sovjet-mens onwaardig zijn’Ga naar voetnoot1. Inderdaad voert het Sovjet-regime dan ook sinds jaren een ononderbroken strijd tegen de wodkaduivel. Er gaat nauwelijks een jaar voorbij waarin de hele Sovjet-pers niet een groots opgezette campagne tegen het alcoholisme voert. Daarbij hoort men ook geregeld roepen om een anti-alcohol wet, ja zelfs om prohibitie. In de laatste maanden werd over het voor en tegen van zulke maatregelen uitvoerig in de pers gediscussieerd. Het blijft ook niet bij enkel woorden. Al lang probeert de regering door administratieve maatregelen de kwaal te beteugelen. De prijzen voor ‘vuurwater’ worden constant en flink opgeschroefd. In de restaurants mag - officieel - nog maar 100 gram wodka - sterke drank wordt per gewicht verkocht - worden geschonken. En wie zich dronken op straat waagt, loopt het grote risico heel gauw en hardhandig door ordebewaarders in een ontnuchteringscel (‘wytrezwiteli’) te worden verzorgd. Elk politiedistrict beschikt over zulke ‘wytrezwiteli’. Dat wekt bij de oppervlakkige beschouwer de indruk dat er in de Sovjet-Unie veel minder dronkaards zijn dan b.v. in Polen, Joegoslavië of Tsjecho-Slowakijë. Inderdaad ziet men in deze Oosteuropese landen veel meer beschonkenen op straat dan in de USSR. Maar de schijn bedriegt. De stijgende prijzen en de schenk-beperkingen (vanaf 20 uur geen alcohol meer) verminderen klaarblijkelijk evenmin de dorst als de limonade-automaten die op alle hoeken van de straat te vinden zijn. Als er een verandering te constateren valt, dan hoogstens deze, dat thans veel Russen zich thuis aan hun nationale ondeugd overgeven in plaats van in het publiek. Daardoor hebben de ‘wytrezwiteli’ desondanks geen gebrek aan ‘klanten’. Uit een wijnfabriek in Leningrad waarin een levendige privé-handel bloeide, brachten de ordebewaarders van het 24ste politiedistrict alleen al in het eerste kwartaal van 1968 581, en in het eerste halfjaar in totaal 1214 beschonkenen binnen, hetgeen betekent dat een daggemiddelde van zes à zeven in ‘zalige wijnroes’ verkerenden in de ontnuchteringscellen van de wijk weer tot de nuchterheid van het dagelijks leven werden teruggebrachtGa naar voetnoot2. W. Pachomow wees in de Pravda op de bedenkelijke stijging van het cijfer van jeugdige alcoholisten. Zo werden alleen al in het district Sormowo 599 jeugdigen in de leeftijd van 16-21 jaar ter ontnuchtering binnengebracht. Dat was in 1968. Een jaar later werden 884 jeugdigen in de ‘wytrezwiteli’ geregistreerdGa naar voetnoot3. In procenten uitgedrukt betekent dit rond 30% meer. | |
[pagina 867]
| |
De auteur Wl. Pomeranzev probeerde het alcoholisme in Siberië, dat daar vóór de oktoberrevolutie heerste, te verklaren uit de gebrekkige ontwikkeling. Maar welke verontschuldiging geldt voor de huidige situatie? Als wij Pomeranzev willen geloven, is deze situatie vandaag nl. erger dan in 1920. Volgens zijn opgave werden in het gebied van Irkoetsk in 1968 per hoofd van de bevolking 27 liter alcohol gebruikt, - en ‘per hoofd van de bevolking’ betekent: de kleinsten mee inbegrepenGa naar voetnoot4. Boris Levin keerde zich in zijn artikel ‘Het sociale portret van de alcoholicus’ tegen de officiële lezing dat de drankzucht een ‘overblijfsel’ is uit het verleden en dat het aantal drankzuchtigen constant daalt. Hij staafde zijn tegengestelde opvatting met de volgende cijfers: tegen het einde van de 19de eeuw zette een arbeider 6-7% van zijn loon om in alcohol, vandaag schijnt dat 6,5-7% te zijn. En werd 70 jaar geleden de helft van alle misdaden gepleegd onder de invloed van alcohol, de politie van Leningrad komt tot de conclusie dat dit ook vandaag nog het geval isGa naar voetnoot5. Voor prof. Loginov bestaat er maar één middel tegen deze wantoestand, de prohibitie. ‘Van dit vergif (de alcohol) worden jaarlijks vele miljoenen verkocht. Hoe zou men dit getal kunnen raden? De statistiek verdeelt het verkoopcijfer over ieder hoofd van de bevolking, alsof het om boter of melk gaat, die door iedereen worden gebruikt. Het resultaat lijkt daardoor niet zo erg als het in werkelijkheid is’, merkte de professor verstoord op en hij gaf als zijn mening te kennen: ‘Het bekende gezegde: ‘drinken is de blijmoedigheid van Rusland’ haalt ons grote rijk omlaag’Ga naar voetnoot6. Menig auteur kon zich echter niet verenigen met de door Prof. Loginov voorgestelde radicale kuur. Zij uitten gerechtvaardigde twijfel aan de doeltreffendheid van een prohibitiewet. Inderdaad zijn veel Russen nu al heel inventief geworden, als het er om gaat aan alcohol te komen. Geheel afgezien van een bloeiende zwarte handel onder de toonbank en in taxi's, verstaan velen de kunst hun ‘wodka’ zelf te brouwen, wat ook Viktor Loginov indirect toegaf. En wat voor de Russen geldt, geldt evenzeer voor de Polen. Viktor Zin berichtte in het Poolse tijdschrift Kultura hoe in de dorpen uit gedenatureerde alcohol met de meest eenvoudige middelen jenever wordt gebrouwenGa naar voetnoot7. Er valt nog op te merken dat het alcoholverbruik in Polen tussen 1964 en 1968 met volle 37% is gestegen. Polen is met 85 of 100 000 recordhouder van de door alcoholgenot veroorzaakte sterfgevallenGa naar voetnoot8. In Tsjecho- | |
[pagina 868]
| |
Slowakije stelde een parlementaire commissie van onderzoek vast dat in 1969 het bierverbruik per hoofd der bevolking op 55,8 liter lag, terwijl het gebruik van sterke drank op 5,5 liter per hoofd kwam. In de laatste jaren moesten jaarlijks ongeveer 30 000 alcoholisten zich onderwerpen aan een ontwenningskuurGa naar voetnoot9. De eerlijkste en daarom wel de meest schrikbarende cijfers komen uit Joego-Slavië. Radul Jovanovic schreef in het tijdschrift Kommunist dat het aantal alcoholisten al de 500 000 heeft overschreden. Aan zijn artikel kan men ontlenen dat de Joego-Slaven jaarlijks ongeveer een miljard gulden uitgeven aan alcoholische dranken. 15% van de industrie-arbeiders van Kroatië zijn alcoholisten. In Servië is het niet beter. De economie van Belgrado verloor in twee jaar tijds 100 000 werkdagen tengevolge van drankmisbruik. 7,7% van alle gevallen van arbeidsinvaliditeit in Servië zijn terug te brengen op misbruik van alcohol. En statistische gegevens tonen ook duidelijk aan hoezeer de jeugd gevaar loopt. Hiervan gebruikt 40-70% alcohol en voor 8% vormt de alcohol reeds een bedreigingGa naar voetnoot10. Het is niet verwonderlijk dat, gezien deze feiten, de regeringen van de Oosteuropese landen de oorlog hebben verklaard aan vijand alcohol. In het partijblad Pravda kwam een groep arbeiders aan het woord die een systematische bestrijding van de drankzucht eisen. ‘Humaniteit tegenover mensen die verslaafd zijn aan alcohol, is nooit op zijn plaats; deze schaadt allen, ook hen zelf, zij is tegennatuurlijk’. Het is tekenend dat de auteurs hun oproep besloten met de eis tot bestraffing, ‘met name van de communisten en komsomolsen’. ‘Voor dronkaards mag er geen plaats zijn in de partij en de komsomol’Ga naar voetnoot11. |
|