Achtereenvolgens wil ik de aandacht vestigen op deze twee factoren, omdat ze naar mijn mening de twee coördinaten zijn die ons tesamen in staat stellen onderontwikkeling te omschrijven.
In de meeste landen van de Derde Wereld groeit de bevolking en evenzeer de middenklasse. Inkomen, consumptie en de welstand van de middenklasse nemen steeds toe, terwijl de kloof tussen deze klasse en de massa van het volk wijder wordt. Zelfs daar waar de consumptie per hoofd omhoog gaat, heeft de meerderheid van de mensen nu minder voedsel dan in 1945, minder werkelijke verzorging bij ziekte, minder zinvol werk, minder bescherming. Dit is gedeeltelijk een gevolg van de polarisatie in de consumptie en gedeeltelijk een gevolg van het ineenstorten van het traditionele gezin en de traditionele cultuur. Meer mensen lijden honger, pijn en ellende in 1970 dan op het eind van de Tweede Wereldoorlog, niet alleen in aantal, maar ook percentsgewijs van de wereldbevolking.
Deze concrete gevolgen van onderontwikkeling zijn overduidelijk; maar onderontwikkeling is ook een geestesgesteldheid en ze te begrijpen als een geestesgesteldheid of als een vorm van bewustzijn is het kernprobleem. Onderontwikkeling als geestesgesteldheid treedt daar op waar massabehoeften worden omgevormd in de vraag naar nieuwe soorten verpakte oplossingen die voor altijd buiten bereik van de meerderheid zijn. Onderontwikkeling in deze zin neemt snel toe, ook in landen waar het aantal klaslokalen, calorieën, auto's en ziekenhuizen eveneens toeneemt. De heersende groepen in deze landen bouwen diensten op die ontworpen zijn voor een rijke cultuur; als zij eenmaal de behoefte in deze richting hebben gemonopoliseerd, kunnen ze nooit aan de behoeften van de meerderheid voldoen.
Onderontwikkeling als een vorm van bewustzijn is een uiterste gevolg van wat we in de taal van zowel Marx als Freud ‘Verdinglichung’ of verzakelijking kunnen noemen. Onder verzakelijking versta ik het verharden van de waarneming van werkelijke behoeften tot de vraag naar massaal gefabriceerde produkten. Ik bedoel de vertaling van dorst in de behoefte aan een Cola. Deze soort verzakelijking komt voor in het manipuleren van primaire menselijke behoeften door grote bureaucratische organisaties die erin geslaagd zijn de verbeelding van de potentiële verbruikers te beheersen.
Laat mij terugkeren tot het voorbeeld dat ik gaf op het gebied van het onderwijs. De intense propaganda voor schoolgaan leidt tot zulk een nauwe identificatie van schoolbezoek en onderwijs dat in het alledaagse spraakgebruik de twee termen verwisselbaar zijn. Wanneer eenmaal de verbeelding van een hele bevolking is ‘geschoold’ of geïndoctrineerd om te geloven dat de school het monopolie heeft van formele opvoeding, dan kan men