| |
| |
| |
De Brezjnev-doctrine
J.W. Schneider S.J.
Ondanks alle smetten geworpen op Stalin sinds Chroesjtsjov er mee begon, is de Sovjet-Unie toch niet klaar gekomen met de overleden dictator. De reden waarom de dode de levenden als een soort spook blijft achtervolgen, is gelegen in het systeem waardoor het land bestuurd wordt. De huidige machthebbers zijn nog geen centimeter verder dan hun voorganger waar het betreft het ideologisch arsenaal en de daarbij behorende middelen om de suprematie van het land en het voortbestaan van de regerende laag te handhaven. Wel is er een verschuiving in het gebruik van de middelen gekomen, daar de opvolgers gelukkigerwijs de somberste eigenschappen van Stalin missen en anderzijds zijn singuliere macht en persoonlijkheid. Om toch de erfenis van Stalin vast te kunnen houden heeft men naar andere wapens moeten omzien en door het lanceren van de Brezjnevdoctrine is er een gevonden. Niet dat de doctrine zo nieuw is, maar zij is een poging tot theoretische rechtvaardiging voor zaken die Stalin zonder zulke verfraaiing kon klaarspelen. Deze doctrine houdt in dat ieder socialistisch, d.i. communistisch land, communistisch moet blijven volgens het Sovjetmodel en zich geen enkele ingrijpende verandering kan permitteren in politiek, economisch of sociaal opzicht zonder Russische toestemming.
Men kan onmiddellijk tegenwerpen, dat er tenminste vier communistische landen zijn die zich vrijheden hebben gepermitteerd: Joegoslavië, Albanië, Roemenië tot op zekere hoogte en China. Bij nader toezien vallen Joegoslavië en China al weg, Albanië is uiteraard erg klein en Roemenië leeft kennelijk onder de druk dat zijn lichtelijk afwijkende politiek tenslotte de toorn van de Sovjetleiders kan oproepen. De Brezjnev-doctrine is niet zozeer een plicht voor de Sovjet-Unie om in te grijpen als wel een stok achter de deur die vooreerst een preventieve werking moet hebben en vervolgens tot ingrijpen kan leiden wanneer dat nodig gevonden wordt.
De doctrine is niet uit de lucht komen vallen en is niet zo nieuw als men in het Westen wel eens schijnt te geloven, althans wat haar achtergronden aangaat. Pas als men zich afvraagt hoe de positie van de socialistische
| |
| |
staten was vóór de benadrukking van de doctrine, krijgt men inzicht wat er eigenlijk aan nieuws zit in deze rechtvaardiging van de inval in Tsjechoslowakije.
De grote vernieuwing die Stalin in het communisme heeft aangebracht is de noot van het nationalisme: de Sovjet-Unie is de basis van het communisme, zelfs het vaderland en het paradijs. Van de toestand en ontwikkeling van de Sovjet-Unie hangt het communisme kortweg af. Communisme in andere landen is vooreerst dienst aan de politieke belangen van de Sovjet-Unie. Door deze principiële opvatting heeft Stalin zich afgezet tegen Trotsky, die communisme in Rusland hoogstens de tactische basis vond om van daaruit de wereldrevolutie met kracht door te zetten in die landen waar Marx het eigenlijk het meest nodig gevonden had: Duitsland, Engeland... Door de Komintern is Stalin in staat geweest om de hele communistische beweging met ijzeren hand in bedwang te houden. Op een of andere manier is Stalin erin geslaagd om zelfs de meest briljante typen tenslotte onvoorwaardelijk aan zich te onderwerpen, juist ook intellectueel.
Wannéér Stalin zijn ideeën is gaan ontwikkelen voor een directere uitbreiding van de Sovjetinvloedssfeer, mag dan niet geheel duidelijk zijn - dát hij vrij precieze ideeën hierover heeft gehad, is wel duidelijk. Toen de gevolgen van de tweede wereldoorlog hem de bewegingsruimte gaven in Oost-Europa, heeft hij niet geaarzeld hier met grote beslistheid te handelen: afgezien van het tempo, dat door overwegingen van confrontatie met de Verenigde Staten en dergelijke kan zijn afgezwakt, is de opzet geweest een invloedssfeer onder totale Sovjetcontrole. Deze situatie van een communisme in de Sovjet-Unie en in de satellietlanden was nieuw en Stalin heeft eigenlijk nooit iets anders gedaan dan de beproefde praktijken te volgen om in deze staten een overheersende invloed van de Sovjet-Unie te garanderen. De leiders van de Oosteuropese volksrepublieken werden zo ‘volks’ geleid, dat nog jaren na de oorlog alle leiders Russische paspoorten hadden. Het waren mannen opgeleid in Moskou en hun aanstelling was afhankelijk van Moskou en hun loyaliteit nog meer. Afgezien van deze persoonlijke relaties en de overvloedige Russische ‘begeleiding’ in het dagelijkse werk was er geen institutioneel kader dat de overheersende invloed van de Sovjet-Unie in deze staten garandeerde. De enige institutie waarop alles tenslotte steunde was Stalin zelf. Toen deze wegviel, bleek de grote man de normale fout begaan te hebben van grote staatslieden: zijn eigen mogelijkheden niet te hebben geïnstitutionaliseerd. Het kon niet uitblijven dat na korter of langer deze omissie zich begon te wreken. Stalin had, om welke reden dan ook, de satellietstaten hun soevereiniteit gelaten, tevreden met de wetenschap dat dit slechts een nominaal gegeven was voor de betreffende landen. Het verloop van de Joegoslavische crisis had hem evenwel kunnen leren dat de
| |
| |
geschiedenis zich zou kunnen herhalen wanneer zijn eigen absolute heerschappij aan een eind zou komen.
Joegoslavië heeft de opvolgers van Stalin niet geringe hoofdpijn bezorgd en wel vanwege de afwezigheid van enige militaire dreiging. Het eigenlijke wapen van het zwarte schaap bestond in zijn communistisch-zijn op andere wijze. De grote kracht van het communisme is steeds geweest zijn volstrekt eenzijdige interpretatie door de Sovjet-Unie, die het aan alle communisten heeft weten op te leggen. Het zaaien van enige twijfels aan de juistheid en de onfeilbaarheid van Moskous politiek is een dodelijke bedreiging voor de Sovjet-Unie, niet zozeer intern als wel extern. Immers, in de huidige situatie kan achter een interpretatie die door Moskou verworpen wordt, een regering gaan staan. Er is door de Sovjetleiders dan ook meerdere malen gepoogd om Tito te bewegen zijn campagne of uiteenzettingen van de afwijkende Joegoslavische meningen te temperen en geen invloed op de satellieten uit te oefenen. Deze staten hebben, nadat eenmaal de mythe van Stalin was doorbroken, de kans gezien voor een wat eigener beleid en vooral heeft hun potentieel wat vrijere opstelling ertoe bijgedragen, dat het polycentrisme zijn kans kreeg. In zijn meest formele vorm gelanceerd door Togliatti betekent het polycentrisme een aantasting van de suprematie van de Sovjet-Unie van rechtswege binnen de communistische beweging. Met name betekent het polycentrisme een mogelijke negering en tegenspraak van de methodes en vormen die de Sovjet-Unie voor de opbouw van eigen communisme in eigen land voor noodzakelijk houdt.
Iedere vorm van vrijere opstelling van de satellietlanden kan twee mogelijke gevolgen hebben. Ten eerste kunnen afwijkingen leiden tot andere opstellingen in de buitenlandse politiek en daarmee zou de internationale eenheid van het socialistische kamp uiteraard een stevige duw krijgen. Ten tweede kan onenigheid of verschil tussen de socialistische landen zijn weerslag hebben op de volgzaamheid van de Sovjetburgers zelf in eigen land. Nu zouden deze onenigheden helemaal niet zo erg hoeven te zijn, want men behoeft maar naar de NATO-landen te kijken om te weten dat zeer stevige onenigheden nog helemaal niet desastreus hoeven te zijn. De Sovjet-Unie is evenwel gewend aan traditie van absolute volgzaamheid. De Russische traditie, die in het Sovjetcommunisme wordt doorgezet, kent slechts veilige banden met andere landen in verhoudingen van horigheid en durft slechts rekenen op eigen burgers wanneer zij dictatoriaal binnen de grenzen gehouden worden. De communistische dialectiek heeft deze Russische tradities mogelijk nog versterkt. Bovenal echter zou, in de opvattingen van de Sovjetleiders, de positie van de Sovjet-Unie als grootmacht in gevaar komen.
De socialistische landen worden onontbeerlijk geacht voor de bescherming
| |
| |
van de Sovjet-Unie. Ten eerste is daar het militaire aspect. Deze landen vergroten nog de strategische ruimte van de Sovjet-Unie en vormen een welkome buffer voor dreigingen vanuit het Westen, de traditionele richting waaruit Rusland de laatste eeuwen invallen heeft te verduren gehad. Een vrijwel absolute bewegingsvrijheid voor militaire operaties en hun voorbereidingen wordt daartoe noodzakelijk geacht. Men kan hierbij wijzen op het feit dat de Sovjetlegers zich vrijelijk in deze landen hebben kunnen bewegen en deze aanwezigheid heeft een makkelijk middel gegeven om het cordon in stand te houden. Juist in Tsjechoslowakije, waar deze troepen niet meer permanent aanwezig waren, zijn de grootste moeilijkheden geweest, terwijl in Hongarije de aanwezigheid van troepen een vrij snelle onderdrukking mogelijk maakte. Verder zijn deze landen economisch voor de Sovjet-Unie van belang. Na de oorlog zijn zij een gebied geweest voor vrijwel schaamteloze uitbuiting ten behoeve van Rusland en tegenwoordig is hun economisch potentieel nodig om de relatieve onderontwikkeling van Rusland te overwinnen. Sociaal gesproken houden deze landen de infectie van de kapitalistische maatschappij op een wat veiliger afstand.
De Sovjet-Unie heeft zo haar eigen opvattingen over de functie van een invloedssfeer nodig om haar positie als grootmacht zowel veilig te stellen als om als basis te laten dienen voor verdere uitbreidingen. Tot nog toe heeft de Sovjet-Unie zich het veiligst gevoeld in een invloedssfeer die een continue ruimte vertegenwoordigde en in zijn geheel stevig onder controle kon worden gehouden. Wellicht dat de nieuwe opvattingen over strategie en de heroriëntering van het leger een soepeler opvatting inluiden, maar dan toch enkel met behoud van het bestaande.
Het is zowel Russisch als communistisch om nooit een enkele verovering los te laten tenzij in gevallen van de grootste noodzakelijkheid zoals in Brest-Litovsk. Deze houding is overigens niet geheel exclusief voor dit land. Ieder verovering is er een die rechtens voor de toekomst aan de Sovjet-Unie toebehoort, omdat het door dit toebehoren een onderdeel van de socialistische veroveringen is geworden. Deze opvatting wordt gecompleteerd door de voortdurende nadruk op de erkenning door andere mogendheden. Er is iets tegenstrijdigs in deze houding. Waarom zou men zo'n waarde toekennen aan de erkenning door de imperialistische staten, die toch van de andere kant van zoveel zaken en ontrouw beschuldigd worden, dat hun erkenning toch nimmer meer dan een frase kan zijn in communistische ogen? Waarschijnlijk speelt de communisten hun legalisme hier parten. Vooral de Sovjetcommunisten zijn bijzonder gevoelig voor legitimatie op welke wijze dan ook verkregen. Het is een bewijs, een tastbaar bewijs voor de superioriteit van het socialisme. Vervolgens schept het een plicht voor de erkennende landen het erkende op geen enkele wijze meer in
| |
| |
gevaar te brengen en geeft het de Sovjet-Unie het recht om met alle middelen deze plicht af te dwingen indien nodig. Erkenning lijkt dan ook niet bedoeld om een status quo te beveiligen, maar om nieuwe rechtstitels te vinden om het tot nog toe gewonnene dynamisch te beveiligen. Men kan nu de maatregelen nemen nodig geacht om dreiging desnoods preventief de kop in te drukken zonder tot provocatie over te gaan. De enthousiastelingen die strijden voor allerhande erkenningen die door de communisten gewenst of geëist worden, zijn zich waarschijnlijk er weinig van bewust dat een erkenning voor communisten een dialectische overgang betekent van de fase van ‘passief’ beveiligen naar ‘actief’ voorbereiden van nieuwe eisen om het nu officieel erkende te beveiligen.
Immers, het communisme is een superieure, en wel objectief superieure vorm van maatschappij en internationale ordening ten opzichte van het kapitalisme of welke andere vorm van maatschappij-ordening ook. Het communisme heeft derhalve een inherent recht om het kapitalisme af te lossen, maar het kapitalisme, vooral in zijn imperialistische vorm, heeft de plicht als het ware de baan vrij te maken voor het communisme en moet verantwoordelijk gesteld worden wanneer de veroveringen van het communisme ofwel niet verder gaan ofwel afbreuk lijden. De automatische aanwijzing van het kapitalisme als de bedreiging en ondermijnende macht is een dogmatische noodzaak voor het communisme. Uiteindelijk heeft men daarvoor ook geen enkel materieel bewijs nodig. Vanuit deze metafysieke superioriteit van het communisme bestaat er een positief recht, dat imperialistische landen verbiedt en socialistische rechten geeft. Vanuit deze stellingen is communistische bijstand in revoluties een broederlijke bijdrage aan bevrijdingsoorlogen en is imperialistische bijstand per definitie agressie: het grendelt de mogelijkheden van het communisme af.
Evenwel, deze claims voor het superieure communisme kunnen natuurlijk minder goed worden ingeroepen, wanneer er strijd is over de vraag welk land nu eigenlijk hét communisme vertegenwoordigt. Voor de Sovjet-Unie zelf, dat toch de uiteindelijke orthodoxie van het communisme voor zich opeist, is een politieke eis van satellietlanden die tegen de belangen van eerstgenoemd land ingaat, een objectieve alliantie met de tegenstander. In feite komt dit er op neer, dat iedere vorm van buitenlandse politiek, om ons hiertoe even te bepalen, die niet volledig strookt met de Sovjetpolitiek, in principe niet kan worden getolereerd. Leningen in het Westen aangegaan worden niet geduld, wanneer daardoor de economische afhankelijkheid van de Sovjet-Unie enigermate gevaar zou lopen. Hoe men de positie van de Oosteuropese landen ook wendt of keert, steeds stuit men op het fundamentele feit dat de Sovjet-Unie deze landen als binnen zijn invloedssfeer beschouwt, een verovering voor het communisme, en derhalve zowel min
| |
| |
of meer volledig ondergeschikt aan de Sovjet-Unie, als wel een onvervreemdbare aanwinst voor het communisme, waarvan de Sovjet-Unie tenslotte de meest vooraanstaande en gezaghebbende belichaming is.
Deze feitelijke situatie van ondergeschiktheid, waartegen de Oosteuropese landen blijkbaar telkens door opstanden in het geweer komen, heeft ook een rechtsbeschrijving die van een aandoenlijke lieflijkheid is. Voor Marx noch Lenin bestonden er verschillende socialistische staten doch één proletarische beweging, die op kortere of langere termijn de staat zou afschaffen. Nu is echter uitgevonden dat tussen deze landen uiteraard niet het kapitalistische recht geldt van tegen elkaar gekante staten, maar een rechtsorde op basis van de klasseloze maatschappij en deze orde is er een van kameraadschappelijkheid en wederzijdse hulpvaardigheid, maar tevens van eerbied voor elkanders soevereiniteit. Deze idylle van broederlijke behulpzaamheid en onschuld loopt echter het gevaar verstoord te worden door de boze buitenwereld, waar het imperialisme zich verstout om zelfs zijn vingers uit te strekken naar de vruchten van het socialistisch paradijs. Hoewel al jaren beweerd is dat het kapitalisme geen krachten meer bezat om onheil te stichten vanwege de overweldigende macht van het communisme en met name de Sovjet-Unie, blijkt er toch weer gevaar te bestaan en Tsjechoslowakije heeft dit getoond. De Brezjnev-doctrine is nu bestemd om tegen dit soort meer subtiele aanvallen van het imperialisme en alle andere mogelijke storende krachten het gehele potentieel van het socialistische kamp in het geweer te roepen. Natuurlijk is men niet alleen gerechtigd op het hulpgeroep van een bondgenoot toe te snellen, dat heeft Hongarije al duidelijk gemaakt, maar men is ook gerechtigd, wanneer de naamloze roep van bedreigd communisme zijn gesmoorde stem doet horen, deze verovering van het socialisme te beschermen. Men is dus verplicht zelfs om tegen de stem van het volk het socialisme van het land te beschermen. Het is in laatste instantie de Sovjet-Unie die in staat is om met zekerheid te horen wanneer dit stomme hulpgeroep luid klinkt en het is wederom dit land dat
besluit of men broederlijk te hulp moet snellen. Zover voor de theorie. De praktijk is dat de Brezjnev-doctrine een brute aankondiging is dat de Sovjet-Unie zonder pardon zal ingrijpen, zelfs met alle ten dienste staande middelen, om ontwikkelingen die het gevaarlijk acht de kop in de drukken. Het is een duidelijke waarschuwing tot volgzaamheid en onderworpenheid, waarvan de grenzen door de Sovjet-Unie worden aangegeven en die slechts op straffe van nog hardere onderwerping kunnen worden overschreden.
De doctrine is een recht dat de Sovjet-Unie zich zelf verschaft tot interventie waar en wanneer het dit nodig oordeelt, binnen de socialistische wereld. De enige grenzen die aan dit optreden gesteld worden zijn die van politieke haalbaarheid en opportuniteit. Zoals gezegd waren er al voldoende gron- | |
| |
den aanwezig om tegen dreiging van buiten op te treden. Het Warschaupact heeft geen andere doelstelling. In het geval van Tsjechoslowakije was er ook geen sprake van een dreiging van buitenaf, hoewel de Sovjetpropaganda traditiegetrouw het Westduitse militaristische revanchisme weer liet voordraven. Diplomaten in Washington en bij de Verenigde Naties hebben voor de inval reeds op de voor de deur staande gebeurtenis gewezen en erkenden dat de Verenigde Staten al het hunne gedaan hadden om de Sovjet-Unie te overtuigen van hun niet-ingrijpen. Zij hebben zich zelfs, volgens dezelfde diplomaten, onthouden van enige sympathiebetuiging aan de equipe te Praag. Het is de vraag of de VS tot deze koers besloten hebben om alsnog de Sovjet-Unie te bewegen zich wat soepeler in de kwestie Vietnam op te stellen. In ieder geval bewijst dit optreden, dat van een buitenlandse dreiging moeilijk sprake kan zijn geweest. De Brezjnev-doctrine lijkt daarom niet zozeer een boodschap aan de buitenwereld, tenzij in zoverre het een propaganda-stunt is.
Toch moet men zich hier niet vergissen. Het ‘communisme met het menselijke gezicht’ ontleende verschillende trekken aan de bourgeoisie-maatschappij, zoals persvrijheid, meningsuiting voor iedereen, nationalistische gevoelens en dergelijke afwijkingen meer. Voorzover het ontluiken van zulke afwijkingen kan worden teruggevoerd op buitenlandse contacten, zijn deze verantwoordelijk en wederom is het de fijne neus van de Sovjetleiders die precies de causale banden weet aan te geven waardoor de onschuldige communistische onderdanen zijn verleid. De doctrine is een aankondiging dat men zonder pardon paal en perk zal stellen aan alle normale internationale contacten die volgens de Sovjetleiders enig gevaar kunnen opleveren voor de doctrinaire zuiverheid van de Oosteuropese landen.
Verder wordt aan de buitenwereld duidelijk gemaakt, welke opvattingen de Sovjet-Unie over haar invloedssfeer heeft en dat het die met kracht van wapenen zal verdedigen. Door de doctrine heeft het zich immers de mogelijkheid tot militaire interventie verschaft binnen de grenzen van het met de Sovjet-Unie verbonden socialistische kamp. Erkenning in welke vorm ook door westerse en andere mogendheden wordt opgevat als een bevestiging van deze militaire interventie en als een opzegging van welke vorm van beïnvloeding ook, met andere woorden als een onderwerping van eigen politiek aan het oordeel van de Sovjet-Unie. Maar wat wil men ook als vertegenwoordiger van het decadente imperialisme tegenover het hoogste dat de geschiedenis ooit heeft voortgebracht en kan voortbrengen. Eigenlijk is dit niets anders dan een bevestiging van de normale communistische houding: wat van mij is is van mij, maar het jouwe daar kunnen we over onderhandelen. Erkenning van grenzen houdt in dat men afstand neemt van alle wensen en eisen ten opzichte van het socialistische kamp en men
| |
| |
bereid is tot verdere concessies: althans die betekenis heeft het voor de Sovjet-Unie en meestal speelt de vasthoudendheid van de Sovjetdiplomatie het ook nog klaar dit spel waar te maken. Tegenover vormen van bondgenootschap zoals die in de westelijke wereld gelden en die een vrij grote en wellicht zelfs principiële vrijheid voor de betrokken staten open laten, staat een gesloten systeem. Deze geslotenheid is niet ideologisch, daar de vorm van deze ideologie niet vrij bepaald kan worden door de betrokkenen maar uiteindelijk onderworpen is aan een dwingend militair ingrijpen in geval van ontoelaatbaar geachte vervorming ten aanzien van het Russische model. Hiermee komen wij op wat waarschijnlijk de meest ingrijpende wijziging is die de Brezjnev-doctrine heeft meegebracht: een veranderde prioriteitsverhouding in de soevereiniteit van de bondgenoten.
Soevereiniteit en zelfbeschikking van de socialistische - niet-Russische - staten zijn geen attributen waardoor deze vrijelijk kunnen bepalen welke vorm of richting de betreffende staten zullen kiezen, maar een theoretische rechtvaardiging van de plicht die zij geacht worden te hebben zich geheel in dienst van het communisme te stellen. Soevereiniteit is een recht dat staten hebben om ‘vrijelijk’ het objectief superieure communisme te kiezen, maar zijn staten eenmaal communistisch geworden, dan hebben zij niet meer het recht terug te vallen in inferieure vormen van maatschappelijk bestel. Stand schept plichten. De Brezjnev-doctrine is bedoeld om de sanctie te scheppen tegen een terugval uit het communistische systeem. De doctrine is een soort van eenzijdig opgestelde bijstandsclausule, die een bijstandsplicht inhoudt. Als eenzijdige verklaring bevat zij meer een politieke doctrine dan een juridisch erkende verplichting die uit een algemeen verklaard rechtsstelsel kan worden afgeleid. Rechten en plichten, in internationaal verband, zijn binnen het communisme afgeleid uit de doorslaggevende politieke eisen van dit stelsel en dit houdt in dat de door andere staten erkende principiële rechten en plichten eenzijdig ondergeschikt kunnen worden verklaard aan de eisen van het communisme voor een succesrijk bestaan zoals dit door de Sovjet-Unie wordt geïnterpreteerd.
De doctrine bevestigt derhalve de suprematie van de Sovjet-Unie binnen het socialistisch blok dat tot nu toe met de Sovjet-Unie verbonden is. Dit heeft internationaal gesproken het gevolg dat de effectieve grenzen van de Sovjet-Unie zijn verschoven en samenvallen met die van het socialistische blok zoals zojuist omschreven. Zo'n uitbreiding kan ontwrichtende gevolgen hebben, omdat de mogelijkheid voor directe confrontatie met de Sovjet-Unie als grootmacht hierdoor sterk vergroot wordt. Immers, door de Brezjnev-doctrine valt de bufferfunctie van Oost-Europa weg. Deze mogelijke ontwrichting is des te ernstiger omdat de Brezjnev-doctrine opnieuw de opvatting heeft ingescherpt, dat het verkeer met deze grootmacht onder- | |
| |
worpen is aan de eenzijdige en als absoluut geziene voorwaarden die de Sovjet-Unie in naam van zijn ideologie meent te moeten stellen. Een mogelijke reactie op de aldus ontstane situatie lijkt te liggen in een samengaan van andere grootmachten, in het bijzonder van China en de Verenigde Staten, aangevuld met zulke staten die in hun verkeer met de socialistische landen zich bedreigd voelen door een al te eenzijdige politiek van dit blok. Een samenleving die gebaseerd is op het naast elkaar bestaan van machten, waarvan één werkelijke grootmacht alleen de grenzen van het politiek haalbare in acht neemt en bovendien een althans theoretische rechtvaardiging aanwezig acht voor de uitbreiding van zijn eigen superieure systeem, kan niet bijzonder stabiel genoemd worden.
De Brezjnev-doctrine is een poging om het monolitisch karakter van de socialistische statenwereld te herstellen en wel in de oorspronkelijke stalinistische zin van eenheid naar het model van de Sovjet-Unie zonder mogelijkheid van afwijking. Het daartoe bestaande systeem van een aantal in naam soevereine staten is een onvoldoende garantie gebleken om dit monolitisch karakter veilig te stellen in geval in de Sovjet-Unie zelf belangrijke wijzigingen worden doorgevoerd, zoals de destalinisatiepogingen van Chroesjtsjov. De reële mogelijkheid is geopend, dat de doctrine de weg opent naar een nieuwe hechtere structuur die haar voorbeeld vindt in de oplossing voor het centrifugaal werkend nationalisme in de Sovjet-Unie zelf en die gelegen is in de theoretisch erkende autonomie van de nationale republieken met de daarboven uitstijgende federale vorm van de Sovjet-Unie. Men mag zich dan ook de vraag stellen of de Brezjnev-doctrine een poging is om de aanloop te nemen naar een meer confederale of zelfs federatieve vorm van integratie voor de socialistische staten in de Sovjet-Unie. Een maatregel die onlangs genomen is en waardoor de materieel meer bilaterale opzet van het Warschaupact in een meer unitaire vorm is omgezet, zou een aanwijzing voor deze ontwikkeling kunnen zijn.
De haalbaarheid van de uiterste consequenties van de Brezjnev-doctrine zal afhangen zowel van het voortbestaan van de huidige politieke wil en constellatie in de Sovjet-Unie zelf als van de onverzettelijkheid van andere staten en hun pogen om het socialistisch blok te doen functioneren in de meer traditionele zin van een internationale samenleving gebaseerd op de feitelijk gerespecteerde gelijkheid van staten. Wellicht dat de ontwikkeling van Roemeniëś positie een aanwijzing vormt, dat voor het ogenblik de uiterste consequenties van de Breznjev-doctrine (nog) niet haalbaar zijn. De vraag kan ook gesteld worden of de Brezjnev-doctrine niet een laatste poging is om een systeem dat zich bedreigd voelt, alsnog zeker te stellen. Het is reeds geruime tijd duidelijk aan het worden dat de hele maatschappelijke en economische structuur in de Sovjet-Unie van de ene kant weinig
| |
| |
gelegenheid krijgt zich te vernieuwen en van de andere kant niet zo heel best draait. Ook voor de Sovjet-Unie begint zich langzamerhand het probleem te stellen van een voorbereiding op een moderne maatschappij, wil het niet tenslotte al te duidelijk achterblijven.
Kan de Sovjet-Unie op de duur de isolatie handhaven die tot nog toe gebruikelijk is? Internationalisatie in de zin van zowel gevoelig zijn voor als deelnemen aan het internationale verkeer in de ruimste zin van het woord hoort nu eenmaal bij een maatschappij die niet hopeloos wil achter raken. Dit dringt des te meer nu internationale communicatie met sprongen vooruit gaat. Er wordt hier niet gesuggereerd, dat men een of andere tijdsberekening zou kunnen aanleggen, maar enkel dat men zich legitiem vragen mag stellen naar aanleiding van de ontwikkelingen die zich mogelijk kunnen voordoen. De Brezjnev-doctrine zou een - wellicht niet geheel bewuste - optie van de huidige Sovjetmachthebbers zijn om bepaalde ontwikkelingen van het communisme in de kiem te smoren. Op die wijze zou de doctrine de onvermijdelijk conservatieve of, zo men wil, revolutionaire reactie zijn van een communisme dat zich bedreigd gaat voelen door zijn eigen ontwikkeling. Zo gezien zou dan de doctrine een functie vervullen zoals de culturele revolutie in China, zij het dan op een ander niveau van ontwikkeling.
Uiteindelijk is de Brezjnev-doctrine het zoeken van een militaire - en dus imperialistische - oplossing voor eigen problemen van ontwikkeling. In die mate is het ook een potentieel gevaarlijke ontwikkeling, daar interne spanningen makkelijker tot externe stappen aanleiding geven. Indien inderdaad de doctrine de aanloop vormt tot een hechtere staatkundige integratie in het oostblok, kan zich de vraag gaan voordoen of een zo uitgebreide Sovjet-Unie geen verdere behoefte aan een beschermend glacis gaat voelen. De door de Sovjet-Unie gevoerde politiek tegenover Finland geeft wel aan welke vrijheid nuttig geacht wordt voor geografische bondgenoten. Het is het oude stalinistische argument waarmee het hele oostblok door Stalin aan het einde van de tweede wereldoorlog voor het westen werd afgegrendeld.
|
|