verplaatsen is van voor of tegen de oorlog in Vietnam naar de vraag in hoeverre afwijking van het officiële standpunt geoorloofd is. Als vice-president, Agnew, alle critici in pers, radio en televisie uitmaakt voor al wat lelijk is, alle betogers tegen de Vietnampolitiek over een kam scheert met oproerige elementen, communisten en wat dies meer zij, weten wij niet meer waar wij de hooggeroemde Amerikaanse vrijheid moeten zoeken. Ook elders begon men met de pers aan banden te leggen!
Een heel andere reden voor bezorgdheid in de Verenigde Staten en elders over de oorlog in Vietnam is het gevaar voor uitbreiding, met name naar Laos. Dit land is in 1962 bij besluit van dertien betrokken landen neutraal verklaard; alle buitenlandse troepen verdwenen en er werd een regering van nationale eenheid gevormd. Het laatste mislukte toen in '64 de communistische Pathet Lao zich terugtrok en de burgeroorlog werd hervat. Terwijl de Pathet Lao steun kreeg uit Noord-Vietnam, werd de regering in Vientiane geholpen door de Amerikaanse luchtmacht. Praktisch was Laos van dit jaar af verdeeld in een westelijk en zuidelijk deel onder de officiële regering en een noordelijk en oostelijk deel, beheerst door de Pathet Lao. Aanvankelijk hielden beide partijen, gesteund door de twee genoemde mogendheden, elkaar in evenwicht, maar na '67 begon de balans door te slaan ten gunste van de Pathet Lao en sedert juni jl. beheerste zij de Vlakte der Kruiken en daarmee het wegenknooppunt naar het zuiden en oosten, tengevolge waarvan de hoofdstad Vientiane en de door de regering beheerste vliegvelden in gevaar kwamen.
Reeds herhaalde malen had ook de Laotiaanse regering gewezen op de groter wordende interventie van Noord-Vietnam, dat de door de Pathet Lao beheerste gebieden goed kon gebruiken als bevoorradingsbasis van zijn legers in Zuid-Vietnam. Bovendien klaagde het buurland, Thailand, over toenemende Chinese infiltratie in het noorden van Laos en Birma, zodat grote gebieden feitelijk door Peking werden gecontroleerd; de Chinezen zouden zelfs via Laos een grote weg aanleggen naar Dien Bien Phoe in Noord-Vietnam. Een beroep van Laos op Engeland en Rusland - voorzitters van de Geneefse conferentie over Indo-China - om Hanoi over te halen zich uit Laos terug te trekken had evenmin resultaat als een beroep op Frankrijk om op grond van de overeenkomst van 1954 in te grijpen.
Anderzijds klaagde Hanoi over deelname van Amerikaanse strijdkrachten aan de oorlog in Laos. Volgens Washington en Vientiane bombardeerde de Amerikaanse luchtmacht alleen de Noord-Vietnamese infiltratie-routes en hielp zij bij het transport van Laotiaanse troepen; later werden ook verkenningsvluchten toegegeven, maar Amerikaanse gevechtstroepen zouden niet aanwezig zijn. De laatste Laotiaanse regeringssuccessen in augustus-september van dit jaar in de Vlakte der Kruiken zouden echter voornamelijk te danken zijn aan de steun van de Amerikaanse luchtmacht, terwijl ook Thaïse militairen aan de gevechten deelnamen.
Steeds dieper raken de Verenigde Staten hier verwikkeld en de angst dat er een nieuw Vietnam ontstaat, wordt steeds groter. Een door de Senaat aanvaard amendement waardoor bepaalde defensiegelden niet gebruikt kunnen worden