In de derde plaats door de omstandigheid dat de Mammoetwet een raamwet is, die wel de grote lijnen aangeeft voor de structuur van het voortgezet onderwijs, maar de uitwerking daarvan overlaat aan ministeriële beschikkingen - dat betekent in feite aan de ambtenaren van het Departement van Onderwijs. Zoiets laten ambtenaren zich geen tweemaal zeggen. Zij zijn aan het uitvoeren geslagen, dat het een lieve lust was. Vol vertrouwen dat zij de zaak wel zouden klaren zónder het benodigde geld. Als het maar op papier stond, dan zou het waarachtig wel gaan. Zij hebben het voortgezet onderwijs bedolven onder een lawine van papier, waar niemand meer uit wijs kan. Hun bemoeizucht, hun betuttelarij kent nauwelijks meer grenzen. Iedere rector, iedere directeur, iedere leraar weet daarvan mee te praten. Hetgeen in feite betekent, dat een der hoofdbeginselen van de Mammoetwet, de vrijheid, volkomen onder de voet wordt gelopen. Vrijheid hebben alleen de heren ambtenaren; de werkelijke uitvoerders van de wet, de leraren, hebben maar te doen wat de ambtenaren voorschrijven. Punt, uit.
Dit laatste is het ergste. Die aantasting van de vrijheid door ambtelijke willekeur gaat namelijk verder dan de bemoeienis met het bedrijf der leraren. Ook de vrijheid van de schoolbesturen en de vrijheid van de ouders om voor hun kinderen, de school te kiezen die zij wensen, komen in het gedrang. Men is aan het Departement druk bezig om de grondwettelijk verankerde vrijheid van onderwijs zonder vorm van proces de nek om te draaien. Zodat het - merkwaardige ironie der historie - wel eens zou kunnen zijn, dat uitgerekend de Mammoetwet, die de oude schoolstrijd wilde afsluiten door een volledige doortrekking van de financiële gelijkstelling, een nieuwe schoolstrijd gaat ontketenen; een strijd om de onderwijsvrijheid.
Waar staat nu in het licht van dit alles het lerarenprotest, dat in de loop van de laatste maanden het voortgezet onderwijs in beroering heeft gebracht? Is dit een voorhoedegevecht van die naderende nieuwe schoolstrijd?
Die mogelijkheid zat er zeker in.
De leraren hebben dit waarschijnlijk ook wel aangevoeld, gezien hun pogingen om ouders en leerlingen achter zich te krijgen. Zij hebben daarmee duidelijk te verstaan willen geven, dat het hun niet ging om het eigen belang maar om een belang van het onderwijs. Hun optreden willen verheffen boven het niveau van een vakbondsactie.
Men vraagt zich echter af of zij erin zijn geslaagd dit voldoende duidelijk te maken.
De leraren dragen als groep nu eenmaal een bepaalde image. Zij gelden als autoritair ingestelde lieden zowel tegenover hun leerlingen als tegen-