Reclame
(betaalde informatie via massacommunicatie-media - wervend/beïnvloedend karakter)
1. Het door ondernemers en reclamewereld onderschatten van de consument neemt af. De nu nog wel gehoorde stelling dat de ontwikkeling van de gemiddelde consument op het niveau staat van een 12-jarig kind, is onhoudbaar. Het besef groeit dat we door meer en beter onderwijs en door de invloed van de televisie te maken hebben met een beduidend beter ontwikkeld, intelligenter en vooral kritischer publiek. De reclame zal hiermee in toenemende mate rekening houden.
2. Reclame zal zich minder wenden tot de consument in het algemeen (grootste-gemene-deler principe), meer tot deelgroepen. Deze zgn. marktsegmentatie zal niet alleen betrekking hebben op overeenkomst naar welstand, leeftijd of woongebied, maar zeker ook naar mentaliteit en geestelijk niveau. Reclame zal zich uitgesprokener richten tot opinievormers, tot consumptiepioniers. De kwaliteit van de reclame zal ook hierdoor stijgen. Opinievormers immers dienen meer sophisticated te worden benaderd.
3. Vaker dan tot nu toe het geval is, zullen in reclame-uitingen understatement, afstand nemen van het aangeprezene, zelfspot, hantering van het underdog-principe en humor te onderkennen zijn. Reclame zal eerlijker, reëler, directer worden en zal vergelijking minder uit de weg gaan.
4. Omdat in sommige bedrijfstakken de verschillen tussen de produkten eerder af- dan toenemen en de fabrikanten over ongeveer evenveel kennis van de markt beschikken, zal er een steeds dringender beroep gedaan worden op de creativiteit in de reclame om de diverse produkten alsnog een duidelijk eigen ‘gezicht’ mee te geven.