Streven. Jaargang 22
(1968-1969)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1008]
| ||||||||||||||||||||||
Gezinsplanning is een fundamenteel menselijk rechtOp de Conferentie der Verenigde Naties over de Rechten van de Mens die in april 1968 gehouden werd, hebben alle 84 landen, met inbegrip van het Vaticaan, de volgende resolutie aanvaard: ‘zijn van mening dat echtparen een fundamenteel recht hebben om vrij en in verantwoordelijkheid te beslissen aangaande het aantal en de spreiding van hun kinderen en dat zij recht hebben op een adequaat onderricht en informatie op dit punt’. Een bevolkingsplanningsprogramma met het doel het geboortecijfer te drukken moet geheel vrijwillig zijn, met volledige eerbiediging van de wensen en de godsdienstige overtuiging van de individuele ouders. Er kan gezinsplanning zijn zonder de minste opzet van bevolkingsplanning. In Nederland hebben we heel wat gezinsplanning, maar ik moet toegeven, dat onze regering geen enkel beleid heeft ten aanzien van de bevolkingsplanning, behalve dan dat zij, zoals alle aardige mensen, vaag op de hand is van baby's. Gedurende het 8e internationale congres voor tropische geneeskunde en malaria, gehouden in Teheran in september 1968, vertelde Dr. AsmaKhan uit Pakistan me dat op het ogenblik echtparen in China twee kinderen mogen hebben. Bij een derde kind worden ze voor het hele dorp vernederd. Als er een vierde kind geboren wordt, wordt de man duizend mijl verder te werk gesteld.
Het is interessant de Oudtestamentische opvatting over voortplanting nog eens onder ogen te zien. Het eerste gebod is: ‘Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde...’ (Gen. 1, 28). Toen dit geschreven werd, bestond de wereldbevolking uit kleine nomadenstammen. Als de Bijbel in 1969 geschreven zou worden, zou hij wellicht in plaats van ‘weest vruchtbaar en wordt talrijk’ zeggen: ‘Ken uw verantwoordelijkheid en weest voorzichtig’ of iets van dien aard, omdat ik ervan overtuigd | ||||||||||||||||||||||
[pagina 1009]
| ||||||||||||||||||||||
ben dat de grote auteurs van de Bijbel even intens bezorgd zouden zijn over het bevolkingsprobleem, de buitensporige groei der bevolking, als wij nu. Er moeten beperkingsmethoden worden aangeboden die in overeenstemming zijn met ieders individuele godsdienstige overtuiging, zodat niemand kan menen dat er druk op hem wordt uitgeoefend om methoden te aanvaarden die tegen zijn geweten ingaan. Alle grote godsdiensten stemmen overeen wat betreft het belang van de verantwoordelijkheid der ouders om het aantal geboorten te beperken. Ze verschillen slechts betreffende de middelen die geoorloofd zijn om de vruchtbaarheid te regelen. Vandaar dat het recht van ieder gezin op informatie en op het beschikbaar zijn van diensten in deze sector steeds meer beschouwd wordt als een fundamenteel recht van de mens en als een onmisbaar bestanddeel van de menselijke waardigheid. | ||||||||||||||||||||||
De demografische gevolgenHet mensdom heeft al de tijd die we kennen nodig gehad om in het midden van de vorige eeuw te komen tot een bevolking van één biljoen. Maar er waren minder dan honderd jaar nodig om er het tweede biljoen aan toe te voegen en slechts dertig jaar voor het derde. Er zullen slechts 35 à 40 jaar nodig zijn vanaf 1965 om de wereldbevolking te verdubbelen van 3½ biljoen tot 7 biljoen in het jaar 2000. Guttmacher heeft een paar extreme voorbeelden gegeven: Hongarije verdubbelt zijn bevolking bij de huidige toename iedere 175 jaar. Costa Rica verdubbelt zijn bevolking bij de huidige toename iedere 16 jaar. In Hongarije worden voor elke drie personen die sterven, er vier geboren. In Costa Rica worden voor iedere drie personen die sterven, er zestien geboren. Dat geeft enig idee van de verschillen over heel de wereld. In België moeten 100 volwassenen (15-64) zorgen voor 30 kinderen; in de Verenigde Staten 100 volwassenen (15-64) voor 40 kinderen; in Kenya 100 volwassenen (15-64) voor 90 kinderen!
Deze geweldige verschillen worden veroorzaakt door de demografische kloof. Dat is het verschil tussen het getal van het wereld-geboortecijfer, dat bij benadering veertig is op het ogenblik, en het getal van het wereldsterftecijfer, dat ongeveer 19 is op het ogenblik. De demografische kloof is dus 21, of 2,1%, hetgeen betekent dat de wereldbevolking iedere 33 jaar verdubbelt. In Kenya is de bevolkingstoename ongeveer 3%. Bij 3% verdubbelt een bevolking iedere 23 jaar, zodat in 92 jaar de bevolking 16 maal zo groot geworden is. Deze demografische kloof neemt constant toe, omdat het wereld-geboortecijfer gelijk blijft, terwijl het wereld-sterftecijfer iedere twee of drie jaar een punt naar beneden gaat. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 1010]
| ||||||||||||||||||||||
Een ander voorbeeld is Mauritius:
| ||||||||||||||||||||||
Voedsel en voedingDe F.A.O. (Food and Agricultural Organization) benadert het probleem van deze kant. Bijvoorbeeld Egypte, waar als gevolg van het bouwen van de Assoean-dam het totaal aan voedsel zal toenemen. Maar dat zal niet genoeg zijn om de Egyptenaren te voeden die geboren zijn gedurende de periode dat de dam gebouwd is. De toename van de bevolking gaat de voedselproduktie te boven. De landbouwspecialist W. Allan heeft in zijn boek The African Husbandman aangetoond dat van Afrika's 30 miljoen vierkante kilometers slechts tweederde enig bruikbare bovenlaag van de bodem heeft en dat van dit gebied slechts 3% een werkelijk uitstekende bovenlaag heeft en adequate regenval die ze geschikt maakt voor permanente landbouw. Om Afrika's ongebruikte gebieden te veranderen in potentiële landbouwgrond zal er een kapitaalsinvestering nodig zijn die praktisch onmogelijk is. Bovendien is nu reeds 40% van de bevolking van Afrika jonger dan 15 jaar. Werkgelegenheid zal moeten worden gevonden voor dit geweldige deel van de bevolking. In Azië loopt de race tussen bevolkingstoename en de voedselproduktie uit op ondervoeding of zelfs hongersnood in vele gebieden. In Latijns Amerika is de bevolkingstoename het grootst en heeft de trek van het platteland naar de steden tot gevolg gehad dat uitgebreide krottensteden gebouwd worden rond ieder van de grote steden. | ||||||||||||||||||||||
Sociaal-economische ontwikkeling, werkgelegenheidEen bevolkingsprogram dient gezien te worden als een integrerend deel van - eerder dan als een alternatief voor - inspanningen om welk land dan ook sociaal en economisch tot ontwikkeling te brengen. Er wordt vaak gesteld (ten onrechte), dat men geen pogingen moet doen om de bevolking te plannen of de vruchtbaarheid terug te brengen, omdat zulke pogingen een vertraging zouden betekenen voor programma's tot industrialisatie, landbouwontwikkeling, gezondheidsverbetering en onderwijs-uitbreiding. Van de andere kant wordt soms als argument gebruikt (evenzeer ten onrechte), dat middelen die gebruikt worden voor sociale en economische ontwikkeling zonder een effectieve geboortenregeling volkomen verspild zijn (McNamara). Zoals zo vaak, ligt de waarheid vermoedelijk in het midden. Een juist bevolkingsprogram bevordert eerder dan belemmert sociale en economische vooruitgang. Vruchtbaarheidsregeling mag nooit een lapmiddel zijn voor sociaal-economische vooruitgang. Het is niet of - of, maar en - en. ‘Als er twee wapens voorhanden zijn, waarom ze dan niet allebei gebruiken’ (Julian Huxley). Het is | ||||||||||||||||||||||
[pagina 1011]
| ||||||||||||||||||||||
goed er de nadruk op te leggen dat het niet het doel is de groei van een bevolking stop te zetten, maar de snelheid van toename te verminderen. Het inkomen per hoofd kan slechts bevredigend toenemen als de snelheid van de bevolkingstoename wordt beperkt. | ||||||||||||||||||||||
Analfabetisme en onderwijsBijvoorbeeld in Kenya. Wanneer de vruchtbaarheid niet verandert en het naar school gaan neemt ieder jaar met 4% toe, zal de verhouding van de schoolgaande bevolking op de lagere scholen toenemen van 55% in 1965 tot 62% in 1990. Van de andere kant, als de vruchtbaarheid in 15 jaar met 50% teruggebracht zou kunnen worden, zouden de verhoudingen van het naar school gaan versneld toenemen en de 100% bereiken in 1985. Indien de vruchtbaarheid blijft zoals ze is, zou een 4% toename van schoolmogelijkheid per jaar ongeveer tweemaal zoveel kinderen als nu in 1990 geen kans geven om naar school te gaan. Met andere woorden, als de vruchtbaarheid niet verandert, is het waarschijnlijk dat het aantal analfabetische kinderen van lagere-schoolleeftijd zal verdubbelen in de volgende 25 jaar ondanks de verbetering en uitbreiding van het onderwijs. Dat betekent dat 1½ miljoen kinderen in Kenya nooit de kans zullen krijgen een school van binnen te zien. | ||||||||||||||||||||||
Sociale verloskundeElkaar snel opvolgende zwangerschappen zijn nadelig voor moeder en kind. Herhaalde en veelvuldige zwangerschappen, het onvermogen om voor het gezin te zorgen en wanhoop werken samen om vrouwen in veel landen er toe te brengen hun eigen manier van gezinsplanning te zoeken.... abortus. Veel vrouwen beoefenen abortus als een middel tot gezinsbeperking bij gebrek aan contraceptieve adviezen. Bijvoorbeeld Chili: 25% van de bedden in de kraamklinieken worden bezet door patiënten die abortus hebben gepleegd. Van al het beschikbare bloed voor transfusies moest 27% voor deze patiënten gebruikt worden. Hoewel de eerste kliniek voor gezinsplanning in de wereld opgericht werd in Amsterdam in 1878 door Dr. Aletta Jacobs, was abortus provocatus in die stad zeer veelvuldig (tot 2000 per jaar) totdat de pil algemeen aanvaard werd. Sinds drie jaar is het aantal abortus afgenomen en contraceptie heeft grotendeels de plaats van de abortus provocatus ingenomen. Dit is zeer belangrijk. In landen als Joego-Slavië, Hongarije en Rusland hebben de zogenaamde medische abortus het aantal criminele abortus niet verminderd. Buitensporige zwangerschappen verzwakken de gezondheid van de moeder. Gebrek aan ijzer of ernstig gebrek aan vitaminen worden het meest aangetroffen bij vrouwen met elkaar snel opvolgende zwangerschappen. Vrouwen die vaak zwanger worden met meer dan vier kinderen kunnen meer complicaties verwachten bij hun volgende zwangerschap, zoals een fatale scheur in de baarmoeder. Ik herinner me dat ik ergens in Afrika een patiënte gezien heb die er uit zag | ||||||||||||||||||||||
[pagina 1012]
| ||||||||||||||||||||||
of ze 60 was, maar die de onderzoeker vertelde dat ze 44 was. Ze had 12 kinderen gehad waarvan er 11 nog in leven waren. Toen men haar vroeg naar de leeftijd van het jongste kind, gaf ze ten antwoord dat het tweeëneenhalf was. Sindsdien had ze geen menstruatie meer gehad en het zag er volgens de onderzoeker ook niet naar uit dat ze die nog ooit zou krijgen. Toen dit werd opgemerkt, schudde de vrouw fel met haar hoofd en zei, dat ze, zodra ze op zou houden met haar kind te voeden, weer zwanger zou worden. Dat was zo gegaan bij ieder van haar kinderen. Dit verhaal is niet bedoeld als suggestie dat borstvoeding op zichzelf een goed anticonceptioneel middel is! | ||||||||||||||||||||||
Sociale kindergeneeskundeKwashiorkor betekent letterlijk ‘de eerste-tweede-ziekte’, d.w.z. de ziekte die het eerste kind krijgt door het feit dat het tweede in aantocht is. McLaren (1956) heeft aangetoond in India dat keratomalacia-blindheid veel vaker voorkwam bij jonge kinderen van de Oriya-stam dan in de Khond-stam, hoewel er geen onderscheid was in de wijze van voeding of de voorraad voedsel. Het enige verschil bleek te zijn dat in de Oriya-stam echtparen geslachtsgemeenschap begonnen binnen twee maanden na de bevalling, hetgeen resulteerde in veelvuldige zwangerschappen, terwijl in de Khond-stam algehele onthouding werd gepraktiseerd tot het kind kon lopen. Gopalan (1968) zei op het congres over tropische geneeskunde in Teheran, dat kindersterfte belangrijk geringer is in gezinnen met 1 tot 3 kinderen dan in gezinnen met 4 of meer kinderen. Sommige mensen menen dat men veel kinderen moet krijgen, dan blijven er tenslotte enkele in leven. Gopalan onderzocht 1200 kinderen beneden de schoolleeftijd; 32% van de kinderen van gezinnen met 4 of meer kinderen toonde tekenen van ondervoeding. In kleine gezinnen was het 17%. Zijn conclusie was dat indien al de gezinnen in deze gemeenschap zouden bestaan uit drie kinderen of minder, ondervoeding bij kinderen beneden de schoolleeftijd zou afnemen met 60%. Vorig jaar gaf ik een lift aan een man uit Kenya die onderwijzer bleek te zijn. Toen hij hoorde dat ik een dokter was die bijzonder geïnteresseerd was in verloskunde, vertelde hij mij: ‘Mijn vader had 12 kinderen. Ik was het enige kind dat in leven is gebleven tot de volwassen leeftijd, want al mijn broers en zusjes zijn gestorven vóór ze 12 waren. Nu heb ik 10 kinderen en ze zijn allemaal in leven. Ik kan ze voeden, maar ik heb slechts voldoende geld om er vier naar school te laten gaan. Hoe kan ik een nieuwe zwangerschap voorkomen? Helpt u me a.u.b.’. De geneeskunde heeft de zuigelingensterfte doen dalen en levensmogelijkheden bij de geboorte doen toenemen over de hele wereld. Meer kinderen blijven in leven en oefenen daardoor druk uit op woonruimte en voedselvoorraden, op sociaal welzijn, gezondheidsdiensten en onderwijsmogelijkheden. Het spreiden der geboorten is van evenveel belang voor doktoren als voor economen, demografen en planologen. | ||||||||||||||||||||||
[pagina 1013]
| ||||||||||||||||||||||
Waar de doktoren meer bezig zijn met de positieve aspecten der gezondheid in tegenstelling tot ziekten en als zij zich meer bezig moeten gaan houden met de kwaliteit van de bevolking dan met de simpele kwantiteit, moet spreiding der geboorten een belangrijk aspect vormen van alle programma's met betrekking tot de gezondheid van moeder en kind. Daarom zal een program dat opgesteld wordt om een lager geboortecijfer te bereiken bijzonder nauw verbonden moeten zijn aan het nationale gezondheidsprogram en indien mogelijk opgenomen in Mother and Child Health en post-partum- en post-abortus-klinieken.
Uit K.A.P. (Knowledge, Attitude, Practice)-rapporten over de hele wereld blijkt dat ouders verlangen de kennis en de middelen te krijgen om hun gezin te plannen. Het doel van gezinsplanning is gezinswelzijn. Het doel van gezinsplanning is verrijking van het menselijk leven, niet de beperking ervan. Het doel van gezinsplanning is dat iedere zwangerschap het resultaat zal zijn van keuze eerder dan van toeval (the result of choice rather than chance). In verschillende landen, b.v. in Pakistan, is de opzet van de gezinsplanning de toename van de bevolking terug te brengen van 4 of 3 tot 2 of 1 procent.
Dr. Julio Cesar Turbay Ayola, ambassadeur van Columbia bij de U.N.O., zei: ‘Tegenover het oude princiep “regeren is bevolken” moeten we stellen: nu is regeren het gezin plannen en de bevolkingsexplosie onder controle krijgen’.
Oe Thant: ‘Over heel de wereld is een van de voornaamste belemmeringen voor gezinsplanning geweest dat slechts een klein gedeelte van de doktoren, de verpleegsters en de vroedvrouwen tijdens hun opleiding over gezinsplanning hebben gehoord of er iets van geleerd, hetgeen tot gevolg heeft dat velen denken dat het niet tot hun taak behoort. Dat kan echt niet meer, al was het alleen maar omdat efficiënte geboortenregeling nu evident een van de belangrijkste onderdelen is van de preventieve geneeskunde’. |
|