veel meer betekenis dan een abbas primas van een monnikenorde. Onze Kerk is meer dan een federatie van kerken. Vanouds heet de bisschop van Rome de Rots. Daar kan geen christen onderuit. Om het beeld wat te humaniseren - en misschien meer operationeel te maken - spreekt men later van voorzitter van de liefde-gemeenschap: hij die de vergadering opent en sluit, die bezielt en bezegelt, die voorgaat zonder Führer te zijn en het laatste woord spreekt zonder een figuur te slaan. Voorzitter, niet alleen secretaris dus.
Het secretariaat is ook nodig. Maar dat hoeft niet in Rome gevestigd te zijn. Dat zou ook kunnen in Brussel, Genève of Montreal. Het secretariaat is belast met de communicatie. Het regelt en administreert. Een geloofsgemeenschap van miljoenen leden moet ergens een centraal bureau hebben. Missie, financiën en arbitrage moeten ergens georganiseerd worden. De katholieke kerkgemeenschap kan het niet stellen zonder een communicatie-centrum, een ‘entrale’. Ten slotte is er Vaticaanstad, een rijkje van enige hektaren, dat de paus in staat stelt onafhankelijk van andere staten op te treden en dat bovendien fungeert als diplomatieke vrijstaat. Toch doemen hier de eerste moeilijkheden op. Kardinaal Suenens en vele anderen hebben al gewezen op het moeilijke statuut van de nuntii, die eigenlijk diplomatieke vertegenwoordigers, gezanten of ambassadeurs van Vaticaanstad zijn. Waarom zijn dit bisschoppen? Waarom geen (katholieke?) leken? Is de politieke onafhankelijkheid wel zo'n groot goed? En in hoeverre is Vaticaanstad financieel onafhankelijk? Zijn de politieke machten op het ogenblik de belangrijkste? Is de macht van de communicatiemiddelen of die van de economie niet vaak groter dan die van de staat? Wij vragen ons, met andere woorden, af of het goed van de politieke onafhankelijkheid wel opweegt tegen de nadelen die er wellicht op ceremonieel en op financieel gebied aan verbonden zijn.
Rest het karakter van de politieke vrijstaat, een belangrijke functie van Vaticaanstad. Maar hangt deze neutraliteit niet meer samen met de bovenpartijdigheid en de machtige invloed van de paus dan met de onpartijdigheid van de plek waar hij woont?
Scheiding van pastoraat, administratie en politiek zou veel problemen oplossen: de liturgie gaat dan tot het pastoraat behoren en niet tot de administratie, de verkondiging wordt niet meer gehinderd door politieke bekommernissen, subsidiëring van de missie heeft plaats zonder sancties voor de plaatselijke kerk, het werk van de kerkelijke ambtenaren wordt niet vertraagd door geloofszorgen; en vooral, de bisschop van Rome kan zijn diocees leiden en aldus, bijgestaan door een college van aartsbisschoppen, de eenheid van de wereldkerk garanderen.
De noodzakelijke organisatie van de kerk en de even noodzakelijke politieke neutraliteit van de paus winnen hierbij. Secretariaatswerk en verkondiging hoeven elkaar niet meer te storen. Vooral betekent een dergelijke ontkoppeling een groeiende geloofs- en liefdeshelderheid voor de christenen, die zich rond hun bisschoppen één weten in de Heer.
De misverstanden die nu steeds weer opduiken wanneer de paus een reis maakt - denk aan New York, Bogota en zo juist weer Genève - kunnen dan voorkomen worden. Met het afnemen van de angst voor het onpersoonlijke Rome neemt het respect voor de persoon van de ‘dienaar van Gods dienaren’ toe. En dat is niet de secretaris, maar de bisschop van Rome als voorzitter van de agape.
Frans Kurris s.j.