Streven. Jaargang 22
(1968-1969)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 940]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
President Nixon en de bewapeningswedloop
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 941]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de beslissing zou reflecteren een anti-raketsysteem te bouwen; of omgekeerd. Dat klonk redelijk, als je ervan uitging dat het fedensiebudget ongeveer op hetzelfde peil zou moeten blijven en mogelijkheden tot vergroting in de toekomst zou moeten inhouden. Een beëindiging van de Vietnamese oorlog op korte termijn zou de defensieuitgaven aanzienlijk kunnen verminderen (er zijn schattingen die inhouden dat die oorlog Amerika 20 miljard dollar per jaar kost). Om het budget op peil te houden zouden dus investeringen in andere defensiesectoren noodzakelijk zijn. Twee mogelijkheden stonden open: de bouw van een nieuw systeem (anti-raketten), of opvoering van het oude (uitbreiding en modernisering van de Polaris, Poseidons, Minutemen en Titan-raketten).
Op 1 mei 1969 ziet het ernaar uit dat het misschien nog erger wordt. Het zou wel eens niet het een of het ander (Vietnam, een anti-raketsysteem, óf uitbreiding van het raketsysteem), maar alle drie tegelijk kunnen worden. Psychologisch een op het eerste gezicht erg aardige tactiek, want op alle fronten zou de regering de extreme eisen wat kunnen inperken - en daarmee de oppositie de wind uit de zeilen nemen - terwijl ze aan de andere kant op drie fronten zou kunnen blijven investeren én de basis zou kunnen leggen voor verdere investeringen in de volgende jaren. In zijn verkiezingscampagne heeft Nixon het herhaaldelijk gehad over de noodzaak van een Amerikaanse superiority over de Russische kernmacht; bovendien heeft hij het gehad over een survival-gap, die zou kunnen ontstaan. Op zijn eerste persconferentie heeft hij het begrip ‘superiority’ geïnterpreteerd als sufficiency, en dat leek een verbetering. Maar wat is ‘sufficiency’ precies?
‘Superiority’ is in het kader van de afschrikkingsstrategie een volkomen overbodig begrip: als twee partijen elkaar van wilde experimenten willen afhouden doordat ze ieder het vermogen hebben de ander te vernietigen, dan is volstrekt onbelangrijk of die vernietiging twee, drie of een paar duizend keer kan worden uitgevoerd - als het vermogen die éérste keer toe te slaan maar onaangetast blijft. Met het begrip ‘superiority’ wordt de goegemeente misleid. Superiority appelleert aan de historie, niet aan het heden. Een ‘overwicht’ werd in het verleden als een goede garantie voor veiligheid beschouwd, terwijl nu uitsluitend het bezit van een zg. ‘minimum-deterrent’ (het vermogen éénmaal te vernietigen) belangrijk is. Met de kreet ‘superiority’ wordt een beroep gedaan op het atavistische denken in termen van overwicht en sterker zijn. Omdat maar al te duidelijk is dat (1) de Amerikaanse kernmacht nog superieur is aan de Russische en (2) het volkomen onbelangrijk is wie op een bepaald moment een iets grotere ‘overkill-capacity’ heeft, ligt de conclusie voor de hand dat de introductie van dit begrip gebeurt als een aanzet tot hogere defensie-investeringen. ‘Sufficiency’ - een begrip dat door Nixon's voornaamste adviseur Kissinger voor het eerst is gebruikt - klinkt reëel, maar wie de notulenGa naar voetnoot1 van de persconferentie leest waar Nixon enthousiast dit begrip accepteerde, krijgt al | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 942]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
snel de indruk dat hij er min of meer is ingetuind door de vraagstelling van de journalist, en verder dat hij onder sufficiency eigenlijk toch niet veel anders verstaat dan superiority.
In ieder geval klinken nu weer in Amerika de van ouds bekende geluiden uit de tijd van de ‘missile-gap’ over de toename van het aantal Russische raketten, over een mogelijk groter aantal Russische raketten dan er Amerikaanse zijn in de toekomst en over het Russische ABMsysteem, dat het nodig maakt ook een Amerikaans anti-raketsysteem te bouwen. Gevoelens van onveiligheid en van minderwaardigheid vormen een goede voedingsbodem voor het accepteren van hoge defensiebudgetten en het bouwen van ‘nuclear hardware’. Veel rationaliteit hoeft daar niet aan te pas te komen.
Maar al te weinig is hierover bekend. Het schijnt mensen niet te interesseren. Misschien dat er daarom nooit een voldoende sterke publieke opinie gemobiliseerd is om de krankzinnigheid van de nucleaire bewapeningspolitiek in een asyl op te bergen. De feiten zijn kort samen te vatten. Amerika en de Sovjet-Unie beschikken beide over een nucleaire bewapening die het hun mogelijk maakt elkaar als georganiseerde menselijke samenleving uit te schakelen. Aan beide kanten bestaat een ‘overkill-capacity’, een vermogen om die vernietiging vaker dan één keer uit te voeren.
McNamara's afscheidsverhaal bevatte o.a. dit tabelletje, waarin werd aangegeven welke vernietiging in de Sovjet-Unie zou plaatsvinden bij de inzet van 100-1600 Amerikaanse kernwapens van ieder 1 megaton:
(De onderlijning is authentiek. McNamara beschouwt een aapnval op de Sovjet-Unie met meer dan 400 kernkoppen van ieder 1 megaton als afdoende. Méér wapens zouden niet wezenlijk veel meer schade aanbrengen.)
Op dit ogenblik ziet de Amerikaanse kernmacht er ongeveer als volgt uit:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 943]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Polaris-raketten bevatten een kernwapen van 1 megaton; Polaris-duikboten, waarvan er 41 zijn, hebben ieder 16 van deze raketten aan boord (dus ieder 16 megaton, dat is ruim drie keer zoveel aan explosief vermogen als in de zes jaar van de tweede wereldoorlog op alle fronten samen is gebruikt). Maar de Polaris-raket wordt nu vervangen door de Poseidon. De Poseidon-raket onderscheidt zich van de Polaris hierin dat er per raket tenminste 10 kernwapens van 1 megaton aanwezig zijn (het juiste aantal is geheim, 10 wordt opgegeven, maar er is uitgelekt dat het er 14 zouden zijn). Hetzelfde geldt voor de andere raketten: ze kunnen worden uitgerust met meerdere kernkoppen.
Tegen al deze raketten bestaat geen ‘defensie’. Er is een vrijwel totale zekerheid dat ze hun doelen kunnen bereiken. De Russische en de Amerikaanse ‘beperkte’ antiraketsystemen zijn aan beide kanten gemotiveerd als gericht tegen een eventuele aanval met de ‘primitieve’ raketten van Rood-China, die er in de toekomst ongetwijfeld zullen komen. Er is nooit beweerd dat die anti-raketsystemen Amerikaanse resp. Russische langeafstandsraketten zouden kunnen opvangen en vernietigen.
Het vermogen van Amerika om de Sovjet-Unie te vernietigen staat vast, en er valt ook met anti-raketsystemen niets aan te veranderen. Omgekeerd geldt hetzelfde. De voortzetting van de bewapeningswedloop heeft dan m.i. ook niets te maken met een reëel gevaar; d.w.z. een reële kans op superioriteit van de een of de ander, of een reëel uitzicht op een technische doorbraak van de nucleaire patstelling. Het heeft alles te maken met het bestaan van dat bekende ‘military-industrial complex’ dat uit andere motieven dan die van de nationale veiligheid, belang heeft bij instandhouding van internationale spanning en het opvoeren van het defensiebudgetGa naar voetnoot2. De regering-Nixon komt voort uit dit militair-industriële apparaat. Het is nauwelijks te verwachten dat deze regering ooit een poging zou doen een einde te maken aan de bewapeningswedloop. |