Streven. Jaargang 22
(1968-1969)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 495]
| |
Joden denken over Israël
| |
[pagina 496]
| |
heilige naam van ‘Sion’. In de kabbalistische leer werd ‘Sion’ gelijkgesteld met een van de goddelijke emanaties. Toen later de nationale idee van het joodse volk deze naam gaf aan de Zionistische beweging, greep zij tevens naar heel de volheid van oude associaties. ‘Sion’ betekent het huwelijk van een ‘heilig volk’ met een ‘heilig’ land. En het is God zelf die door zijn uitverkiezing beide met elkaar heeft verbonden. Helaas is er in het Zionisme een streven geweest, merkt Buber op, om dit geheim te niet te doen. Wel leek Palestina op enigerlei wijze verband te houden met het geloof, maar het geloof raakte hoe langer hoe meer in diskrediet. ‘De seculariserende tendens in het Zionisme was ook tegen het geheim van Sion gericht. Een volk als alle volkeren, een land als alle landen, een nationale beweging als alle nationale bewegingen...’. Hier echter is het grote gevaar voor Israël: ‘Nationale vormen zonder hun eeuwige zin betekenen het einde van de specifieke vruchtbaarheid van Israël’Ga naar voetnoot2.
In het Amerikaanse jodendom wordt over het algemeen een grote betekenis gehecht aan het voortbestaan van de joodse diaspora. De staat Israël wordt daarbij veelal gezien als een soort ‘troetelkindje’ van de Amerikaanse joden. Voor Mordekai Kaplan betekende het Zionisme de bevrijding van het jodendom van de supernaturalistische aspiraties van de eeuwenlang verwachte terugkeer naar Sion. In plaats van op de messias te wachten, keerden de joden nu zelf terug. Bestond er evenwel niet het gevaar, dat het jodendom nu uit elkaar zou vallen? De Joden in Israël zouden Israëli's worden, die in de diaspora Amerikanen, Engelsen, Fransen.... Om dit te verhinderen, stelde Kaplan voor, het zionistische ideaal uit te breiden tot een ‘Groter Zionisme’, een transnationale gemeenschap van alle jodenGa naar voetnoot3. R.L. Rubenstein vermoedt, dat het Zionisme ook een grondige invloed zal uitoefenen op de religie en de theologie van het joodse volk. Voorlopig zijn alleen nog maar negatieve wijzigingen te zien: ‘de bijna gewelddadige verwerping van de traditionele joodse vormen door de meeste Israëli's; de positieve kant ervan is nog niet ten volle aan het licht gekomen’. Rubenstein hoopt echter, dat daar in Israël op den duur een nieuwe joodse bijdrage tot de beschaving zal ontstaan, ‘nu niet in boeken, maar in leven, het voorbeeld van zelfbevrijding en zelfontdekking voor een mensheid die teruggekeerd is naar de plaats waar zij hoort te zijn, aan de boezem van Moeder Aarde, de moeder die ons het leven gaf en tot wie wij eens onvermijdelijk moeten terugkeren’Ga naar voetnoot4. Zo zien wij ook met betrekking tot het Zionisme en de staat Israël twee houdingen tegen elkaar botsen binnen het joodse volk, die van de natuurlijke en de bovennatuurlijke Jood. Tot deze laatste mag o.a. de naar Israël geëmigreerde Russische jood David Aaron Gordon gerekend worden. Hij was overtuigd dat een terugkeer tot de natuur door handenarbeid tot een revitalisering van het | |
[pagina 497]
| |
geloof zou leiden. Zo zou het naar zijn land terugkerende Israël een nieuw volk worden: het volk in het evenbeeld van GodGa naar voetnoot5. Een waarlijk messiaans figuur en een door en door bovennatuurlijke jood was kort na de eerste wereldoorlog de toenmalige Opperrabbijn van Jeruzalem, Raw Abraham Isaac Kook. Voor hem was de terugkeer van het volk Israël naar eigen land veel meer dan een politieke gebeurtenis of een nieuw experiment van kolonisatie. Hij zag daarin een diepe religieuze betekenis. Israël is voor hem wat zijn naam zegt: een strijder voor God, het draagt de verantwoording voor het lot van het goddelijke in de wereld. Het grootste gebrek in de wereld is de dood. En het is de taak van Israël hem te overwinnen. Ook in de ziel moet Israël de dood, nl. de dood van het geloof bij zovelen, overwinnen. Kook zag hierin maar een tijdelijke afwijking, een gevolg van de abnormale existentie van Israël in de loop der eeuwen. Het hart van Raw Kook was vol van liefde voor de vele immigranten die totaal van het joodse geloof waren vervreemd. Hij vergeleek hen met de werklieden die bouwden aan het Allerheiligste van de Tempel des Heren. Zij mochten erin, zolang dit Allerheiligste nog niet was ingewijd. Eenmaal zou ook die dag aanbreken en dan zou gans Israël zich buigen onder de goddelijke wet. Wel was Kook een tegenstander van elke vorm van militant nationalisme. Israël moet alsnog de sleutel vinden tot de juiste harmonie tussen nationalisme en universalisme. Hoe Raw Kook een jaar geleden op de Israëlische ‘Blitzkrieg’ gereageerd zou hebben valt niet te zeggen. In ieder geval zou zijn oordeel over de huidige militante, technische en naturalistische Israëli's milder zijn dan het oordeel van de gesprekspartner van Georges Friedmann in de ‘Dialoog’ aan het einde van zijn boek Israël, het einde van het joodse volk?.Ga naar voetnoot6. Hier staan a.h.w. de bovennatuurlijke en de natuurlijke jood in hun beoordeling van het verschijnsel Israël - (dat Friedmann op een zeer precieze wijze in het boek in elk opzicht sociologisch beschreven heeft) - tegenover elkaar. De traditionele gesprekspartner ziet in de existentie van de staat Israël het hele joodse volk met de ondergang bedreigd. In zijn verdediging ervan slaagt de ‘natuurlijke’ jood er echter niet in zich aan hem duidelijk te maken. Zonder elkaar verstaan te hebben gaan ze uit elkaar. De christelijke lezer plaatst dit boek voor vele vragen, die de auteur zich zelf ook heeft gesteld. Is de oprichting van de staat Israël een bewijs van de eeuwigheid van het joodse volk en van zijn zending op aarde of betekent dit gebeuren niet méér dan het scheppen van een nieuwe nationaliteit, een nieuw volk met fysieke en geestelijke eigenschappen die het steeds meer onderscheiden van de joden uit de.... diaspora? Staan wij voor het alternatief van een quasi mystieke opvatting van het jodendom en een andere, die berust op wat de geschiedenis, de sociologie en de sociale psychologie ons leren? Moet men toegeven, dat het voortbestaan van de joden grotendeels verklaard moet worden uit het antisemitisme, zoals van verschillende zijden beweerd wordtGa naar voetnoot7. |