gemakkelijk op één noemer worden gebracht. Vraag is slechts, of er dan niet een simplificatie plaatsvindt, die niet alleen schadelijk is voor het beoordelen van de feiten, maar tegelijk de weg naar een verbetering blokkeert.
Er is fel kritiek geoefend op het feit dat de paus tijdens zijn bezoek aan Bogotà zich tegen het gebruik van geweld heeft uitgesproken. In de analyse die Andrès Mendoza van het bezoek van de paus geeft, merkt hij echter op dat de harde historische realiteit uitwijst, dat tot nu toe - behalve in Cuba - alle revoluties in Zuid-Amerika telkens opnieuw door een oligarchie omgebogen zijn tégen de armen. Al kan men dus in principe, zoals Arona deed in ‘De christen en de revolutie’ (juli 1968), de deur voor geweld openzetten, in de praktijk moet men, zoals bijvoorbeeld een Helder Camara doet, die toch onbetwist tot de voorvechters van een ware democratie gerekend dient te worden, rekening houden met de reële effecten.
Er is fel kritiek geoefend op de encycliek Humanae Vitae, zoals we hebben laten horen ons inziens terecht. Maar dat ontslaat ons niet van de plicht, te wijzen op de werkelijke problemen die zich naar aanleiding van de encycliek stellen: hoe kan de mens léven met geboorteregeling, artificieel of niet?
Feiten en ideeën kunnen pas worden geïnterpreteerd en beoordeeld, wanneer men er, voor zover mogelijk, van nabij kennis van heeft kunnen nemen. Hier doen zich vaak de ellendige gevolgen van een communicatiestoornis voelen. Van de ene kant wordt soms wezenlijke informatie achtergehouden, van de andere kant geeft een detail soms aanleiding om een gebeurtenis, een gedachte, een mens direct te ‘etiketteren’ en zo netjes in een bepaalde hoek te drijven. Het lijkt ons niet de taak van een maandblad als het onze daaraan mee te doen. Communicatie kan bevorderd worden zowel door informatie als door deskundig commentaar. Het is niet onze taak de oordeelsvorming van de lezer over te nemen, maar wel hem materiaal daarvoor te geven. Dat is de reden waarom in dit nummer gesproken wordt over het recht op informatie en de taak van de communicatiemiddelen. Daarom ook worden de ideeën van Marcuse, die wellicht veel van de verontrusting welke overal leeft, heeft weten te formuleren, van twee kanten nader geanalyseerd. Het is evident dat zulke uiteenzettingen tegelijk een keuze inhouden en een beoordeling bevorderen. Een goed voorbeeld van wat onze bedoeling is, lijkt het artikel waarin door een erkend vakman de kerkelijke wetgeving op een zo delicaat terrein als de onontbindbaarheid van het huwelijk niet zonder meer wordt aangevallen of opzijgezet, maar - zoals de auteur zelf aanduidt - consequent wordt doorgedacht.
Er wordt op het ogenblik van ieder verwacht dat hij onmiddellijk en heel duidelijk kleur bekent, positie kiest. Het bovenstaande moge dienen als een verklaring van ónze fundamentele keuze: voor een genuanceerde oordeelsvorming op grond van betrouwbare informatie en deskundige kritiek. Dat is een moeizame en beslist geen opvallende weg, maar ons inziens een juiste.
Namens de redactie,
G.J. Adriaansen S.J.