worden steeds strakker aangehaald, zodat de hoofden kegelvormig vergroeien. Het instrument laat dit duidelijk zien.
Vanuit Afrika komt de bezoeker in Zuid- en Noord-Amerika, Australië en het Zuidzee-gebied. Zijn het in Zuid-Amerika vooral de vele soorten blaas-instrumenten als blokfluiten, dwarsfluiten, pansfluiten, kerffluiten en ocarino's, alsmede een schraapinstrument in de vorm van een vis, die de aandacht vragen, Noord-Amerika manifesteert zich het treffendst door middel van een rammelaarwandelstok, welke duidt op een zeer primitieve muziekcultuur, terwijl Australië zich kenmerkt door een aantal snorrebotten, dit zijn lancetvormige houten plankjes die aan een touwtje in het rond geslingerd worden.
Het Zuidzee-gebied staat muzikaal op een hoger niveau. Fraai is het wrijf-instrument uit Nieuw-Ierland. De drie tongen die in de bovenkant van een uitgehold stuk hout zijn gesneden, worden met de vingertoppen gewreven. Ze brengen drie verschillende tonen voort, die tezamen de melodie vormen van de neushoornvogel. De vogel heet vika, het instrument wordt livika genoemd. Nieuw-Guinea is buitengewoon rijk vertegenwoordigd. Vooral de fraai geornamenteerde trommen spreken een fantasierijke taal. Ze zijn, evenals de trommen uit West-Afrika éénvellig, maar het vel is op de tromwand geplakt en verstevigd met een rotan hoepel. Vaak zijn er nog balletjes kleefpasta op aangebracht ter verfraaiing van de klankkleur. Ook de spleettrommen uit het Sepikgebied, gebruikt in de mannenhuizen bij initiatieplechtigheden, onderscheiden zich door hun prachtige sculptuur. Interessant zijn voorts de kunstig met snijwerk versierde bruibuizen, de instrumenten die door de koppensnellers gebruikt worden wanneer zij van hun lugubere tochten huiswaarts keren.
De Islamgebieden, die zich uitstrekken van Noordwest-Afrika (Marokko) tot in Midden-Azië (Afghanistan), bezitten een subtielere muziekcultuur. Opvallend is bij de vele soorten speeltuigen de verwerking van de materialen, zoals het schild van een schildpad, de huid van een hagedis. De hobo's bezitten als karakteristiek kenmerk een rond steunplaatje, waartegen de speler zijn lippen steunt. Voor de ritmische begeleiding van de Islamitische muziek worden vaasvormige aardewerktrommen gebruikt, in Noord-Afrika daraboukka's geheten. Onmisbaar zijn de luiten, die veel gemeen hebben met de Europese luiten, maar veel fantasievoller zijn geornamenteerd.
Over fantasie gesproken.... Wie zal niet bij nadere beschouwing verbluft zijn door de weelderige ornamentatie van de luiten uit Iran? Olifanten, leeuwen, tijgers, ja hele oerwoudtaferelen van ivoren en parelmoeren inlegwerk kan men er op ontdekken. De santur, een trapeziumachtige zither, is in Europa terechtgekomen en heeft in Nederland de benaming ‘hakkebord’ gekregen.
Na Iran komt India aan de beurt, een hoog-cultuurland, zoals ook het uitgebreide instrumentarium laat zien. Naast belangrijke tokkelinstrumenten als sitar, tamboera en vina, treft men een merkwaardig strijkinstrument aan, de sarangi. Deze sarangi bezit namelijk onder de melodiesnaren een set meetrillende ‘sympatische’ snaren, zoals de Europese viola d'amore die bezit. Er is hier sprake van een beïnvloeding van oost naar west. Ook het tromspel is in India hoog ontwikkeld. De meest geliefde trom is de tabla, een dubbele, één-