Streven. Jaargang 20
(1966)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
Het gelaat van God na AuschwitzGa naar voetnoot*
| |
God heeft het gedaanWat is het gezicht, het aanschijn van God? In Exodus 33:20 staat: ‘Mijn gezicht kunt u niet zien, want niemand kan mij zien en leven’. We kunnen God niet rechtstreeks kennen, we kunnen hem alleen in zijn daden ontmoeten. Rabbi Maybaum zoekt dan ook het Gezicht-van-God-na-Auschwitz in Gods daden. De Joodse geschiedenis kent twee vroegere grote rampen van het soort dat in het Hebreeuws Churban heet. Een churban is niet een grote ramp zonder meer, maar typisch een waarbij God straffend en zuiverend een ziek stuk uit het lichaam van de mensheid snijdt, zodat het zich in vernieuwde gezondheid verder kan ontwikkelen en men achteraf, zonder te begrijpen, zeggen moet: ‘Hoe prachtig en vreeswekkend zijn de daden van God’. Er begint een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis, het is een messiaans gebeuren. De eerste churban was de Babylonische ballingschap. De oude tempel werd verwoest en er ontstond een volk zonder land of koning, slechts bijeen gehouden door zijn heilige zending in de geschiedenis. De tweede churban was de verwoesting van Jeruza- | |
[pagina 13]
| |
lem en de tempel in 70 en bevestigde de synagoge met de dienst zonder bloedoffers, met gebed alléén als offer en aanbidding. Maybaum noemt Auschwitz de derde churban. Deze vernielde de laatste resten van de middeleeuwen (met hun onverdraagzaamheid, heilige oorlog en feodale volgzaamheid aan vorst, paus of leider) die vanwege de zonden van Joden en Christenen elke ontwikkeling tegenhielden. Wat de Joden betreft, haast heel het Oosteuropese Jodendom dat, volgens Maybaum, gevangen zat in middeleeuwse ideeën, is weg. Wie nog vasthoudt aan de oude Orthodoxie zondigt volgens hem tegen de daad van GodGa naar voetnoot2. Voor Christenen is dit misschien een ongewone benadering. Wij kennen één daad van God, de menswording. Deze daad blijft werkzaam waardoor wij deel hebben aan Gods liefde met onze ziel en - we beginnen dat weer te zien - met ons lichaam. Ons totale bestaan moet van deze genade leven en uiteindelijk ook de gehele wereld. Het Joodse verzet tegen een al te beperkte opvatting van de verlossing wordt begrijpelijk: ‘Wij Joden kunnen niet geloven in een verloste ziel in een onverlost lichaam’ (Martin Buber) en ‘Waar de Christen zich verheugt over de komst van de Messias.... Kerstmis viert.... staat de Jood in profetische eenzaamheidGa naar voetnoot3 en waarschuwt: Nog niet! De schepping is voltooid, is zeer goed, maar de wereld is nog niet verlost, de Messias is nog niet gekomen want er is nog oorlog, ruzie, gebrek aan rechtvaardigheid en liefde’Ga naar voetnoot4. In hoeverre kunnen wij er mee instemmen als de Jood zegt dat God zijn volk heeft aangesteld als profeet, waker in de nacht, als voorbeeld? Er zal wel geen Christen zijn die niet met afschuw denkt aan alles wat Auschwitz betekent. En waren de Joden daar een uitgekozen voorbeeld, door Gód? Maybaum gaat na waartegen deze oordeelsdaad van God gericht was. Hij noemt in het bijzonder (waarschijnlijk door gebrek aan kennis van de katholieke leer) het ‘dogma’ van de schuld van de Joden aan de godsmoord. Dat hij inmiddels wel begrepen zal hebben door het concilie dat het geen dogma was, doet niets af aan zijn stelling dat deze aanklacht Hitler en zijn gruweldaden hielp. Maybaum poneert dat de kerken verantwoordelijk blijven voor de wandaden van hun afgevallen kinderen, omdat de nieuwe heiden niet meer de onschuld bezit van het voor-christelijk paganisme. ‘De zending waarvoor de Christen is uitgekozen leeft in het heidendom van de geseculariseerde Christen, maar verandert in een zending om te haten, te vernielen, te doden’Ga naar voetnoot5. En ‘heidenen die de beginselen van geloof, opoffering, gehoorzaamheid en hoop behouden, maar in dienst stellen van de Moloch’Ga naar voetnoot6. Maybaum gaat verder. Hij ziet in ‘Auschwitz’ een Godsgericht, een ‘dag van Jahweh’Ga naar voetnoot7. Niet de miljoenen Joden werden veroordeeld maar een tijdperk. Het kwaad van werkloosheid, isolatio- | |
[pagina 14]
| |
nisme van Amerika, hebzucht van de heersende klassen in Frankrijk en Engeland, feodalisme in Oosteuropa, verstard conservatisme links en rechts in de politiek en ook in de godsdienst, riepen Hitler op zoals kwaad ander kwaad uitlokt. En Maybaum herinnert eraan dat God Nebukadnezar ‘Mijn dienaar’ noemde (Jer. 27:6), dat Satan in één naam genoemd wordt met de zonen van God (Job 1:6) en dat God zelf de koning van Asjoer riep om Samaria te verwoesten (Is. 8:5-9). Maybaum vraagt zich af of men in de stijl van de profeten zou kunnen spreken van ‘Hitler, Mijn dienaar’. God gebruikte het verachtelijke instrument Hitler om een zondige wereld te reinigen. De zes miljoen stierven onschuldig om de zonden van anderen. Van hen moet de westerse mens berouwvol zeggen wat Jesaja zegt van de knecht van Jahweh: ‘Hij droeg onze ziekten en was belast met ons lijden.... om onze zonden werd hij doorstoken, om onze onrechtvaardige daden verbrijzeld’ (Is. 53:4-5)Ga naar voetnoot8. Dit is de oeroude Joodse gedachte dat de knecht van Jahweh het Joodse volk zelf is. Het draagt in zijn lange lijden de schuld van de mensheid en is nu weer een massale dood gestorven ter verzoening van de mens. Volgens Maybaum geeft dit Joodse martelaarschap, beter dan het middeleeuwse Christelijke dogma, uitdrukking aan wat het Kruis kan inhoudenGa naar voetnoot9. De derde churban moet een nieuwe uittocht bevorderen, een naar God geleid worden, de God van de profeten, de God die terugkeert naar zijn volk. In heel het gebeuren Auschwitz heeft God zijn gezicht toegekeerd naar Israël en de andere mensen, zijn gezicht verborgen achter zijn daden en achter hen die er getuigen van waren. We ontmoeten God namelijk niet alleen in zijn daden maar ook in de mens die van hem getuigt. ‘De mens is ontworteld wanneer hij wordt losgescheurd van zijn oorsprong. U bent Joden, Uw oorsprong is GodGa naar voetnoot10. Wees een “mens” (in het Jiddisch niet “man” maar “human”), een warm, liefhebbend menselijk wezen, geschapen naar het evenbeeld van God’Ga naar voetnoot11. Zo is de Jood een voorbeeld voor elke theomorfe mens die door zijn bestaan en gedrag wijst op de God die hem schiep. De Jood is exemplarisch omdat hij, ‘juist door “anders” te zijn, is wat elke mens wérkelijk is, niet een algemeen massatype, maar een unieke mens die in zichzelf het beeld van God bewaart’Ga naar voetnoot12. En hierom ook is de Jood een godsgetuige bij uitnemendheid: hij heeft dit niet vrijwillig gekozen, kan het slechts vrijwillig al of niet beamen, hij is uitgekozenGa naar voetnoot13. Achter het gezicht van de Jood is het gezicht van God verborgen, Jodenhaat is niet alleen tegen de mensen gericht maar ook tegen God. De oude vraag: ‘Wie doodde Christus?’ en de nieuwe vraag: ‘Wie doodde de Joden?’ betekenen beide, zoals ook: ‘Waar is Abel, uw broer?’ in feite: ‘Wie hief zijn hand op tegen God?’Ga naar voetnoot14. Als ik Maybaum goed begrijp is dus het gezicht van God na Auschwitz in het algemeen het gezicht van de gehele mensheid, in het bijzonder van het heden- | |
[pagina 15]
| |
daagse Jodendom, dat getuigt van de ontzettende wonderwerken van God. Ook bij ons begint de gedachte van de mens als afbeelding van God weer sterker te herleven. Of wij echter al toe zijn aan het bovengenoemde als een concrete toepassing? | |
Het gezicht van het JodendomMaybaum vertegenwoordigt slechts een deel van het huidige Jodendom. Er is geen vertegenwoordiging van het gehele Joodse volk, geen overkoepelend religieus of wereldlijk orgaan. In de godsdienst bestaan twee grote stromingen, de Orthodoxie en het Liberale of Reform-Jodendom. Hun aard kan misschien het best geschetst worden aan de hand van hun houding tegenover de Wet van Moses, de staat Israël en tegenover het Christendom, speciaal in verband met opvattingen over het lijden, het kruis en de verlossing. | |
De WetDe Orthodoxen, nazaten van de Farizeeën, geloven onvoorwaardelijk in de Goddelijke inspiratie van de gehele Joodse H. Schrift. Echter, alleen de boeken van Moses zijn letterlijk ‘Woord van God’, omdat deze rechtstreeks, ‘zoals iemand spreekt tot een vriend’Ga naar voetnoot15, aan Moses zijn gegeven. Dit is de Wet. Onaantastbaar, onveranderlijk, niet historisch gegroeidGa naar voetnoot16. De profeten spraken Gods boodschap in hun eigen, dichterlijke taalGa naar voetnoot17. Naast de H. Schrift zijn er de Talmoed, uitgebreide commentaren op de Wet en de (haggadische) Midrasj, boeken die door moraliserende en vrome verklaringen een toepassing geven voor het dagelijks leven, maar die enkel een mogelijkheid inhouden en minder gezag hebben dan de Talmoed. Omdat de Talmoed niet zozeer de inhoud van de Wet bestudeert maar meer op juridische manier voorschrijft hoe de mens aan God moet gehoorzamen volgens de Wet, kan men zeggen dat de boeken ervan praktisch gesproken op de eerste plaats komenGa naar voetnoot18, nog vóór de boeken van Moses zelf, die altijd gezien worden door de interpretaties van de Talmoed. Het merendeel van de echte Talmoedische Joden, voornamelijk uit Oosteuropa, is gestorven. De nog levenden vormen een kleine minderheid binnen het Joodse volk en vertonen zelf schakeringen. In de staat Israël leven uitermate streng-Orthodoxen, de Neturei Karta, die zich nog in ballingschap voelen en de heilige naam Israël voor de wereldlijke staat een godslastering vinden. De overige Orthodoxie in Israël en daarbuiten is meer westers, en ofschoon zij zich nog aan de oude tradities houdt, krijgt ze toch ook meer oog voor de problemen van deze tijd. De Christenen kennen het Orthodoxe Jodendom haast niet. Het is voor ons een onbekende wereld, we weten gewoonlijk bitter weinig van | |
[pagina 16]
| |
liturgie en feesten, vroomheid en theologie. Dit vindt zijn oorzaak minstens ten dele in de Orthodoxe terughoudendheid ten opzichte van Joods-Christelijke toenaderingspogingen. Enige tijd geleden vroeg ik in Amsterdam aan een Orthodox rabbijn of de Orthodoxie dan geen zending had onder de volkeren. Hij antwoordde: ‘Het Joodse volk is door zijn existentie alleen al een volk van godsgetuigen. Wij hoeven hiertoe helemaal niet naar buiten op te treden, maar alleen in gehoorzaamheid aan Gods Wet, kortom, als Joden te leven’. Misschien ligt het ook voor een deel aan een niet kùnnen spreken over het Orthodoxe geloof. Het is immers minder gericht op theologische speculaties dan op een luisteren, een doen. Een ander rabbijn, vol liefde en begeestering voor zijn geloof, zei: ‘Het is zo moeilijk een definitie te geven van wat men dagelijks beleeft, vanaf zijn kinderjaren.... Wij beleven God dagelijks.... Jodendom is de inhoud van ons leven.... Misschien kan men het Jodendom zo definiëren: We zijn “een koninkrijk van priesters, een heilig volk”Ga naar voetnoot19.... Niet een volk als een ander, maar met een speciale taak, volk van God zijn, de grondwet van God vervullen’. | |
LiberalenDe Wet is het grote strijdpunt tussen Orthodoxen en Liberalen. Toen het ghetto verdween wilden velen zich aanpassen, het goddelijk juk van het anderszijn afwerpen en ook de eredienst van Israël zoveel mogelijk aanpassen aan de Christelijke, vooral Protestantse vorm. Het Reform-jodendom voerde orgel, koor en preek in, verving de naam synagoge door tempel, wat vermoedelijk verband hield met een losraken uit de oeroude band met het H. Land, verving elke aanduiding van de opstanding van het lichaam door de ruimere term ‘eeuwig leven’. Ook wilde men alle gebeden om terugkeer naar en herstel van Jerusalem verwijderen, maar daarin is men uiteindelijk niet geslaagd. Wel begon het geloof in de komst van een persoonlijke Messias-uit-het-huis-van-David te verdwijnen. Wat er overbleef was een min of meer verwaterde verwachting van het Messiaanse vredesrijk. Het grootste struikelblok was voor de Reformjoden de Talmoedische wetgeving, waardoor het Joodse volk zich juist eeuwenlang onderscheiden had van zijn gastvolkeren. Men was wars van ritualisme en wetticisme. De in Christelijke kringen opkomende bijbelkritiek werd met open armen begroet als bondgenoot in de strijd tegen de Wet die men als zuiver mensenwerk beschouwde. In plaats daarvan wilde men een ethisch, z.g. profetisch Jodendom stellen. Uit het boek van Maybaum blijkt hoezeer hij een vertegenwoordiger is van deze reformbeweging, of, zoals men in deze tijd zegt, Liberaal Jodendom, ‘progressive Judaism’.
Er bestaat niet alleen oppositie. De ultra-orthodoxen en de extreem-liberalen vormen de minderheid. Ze worden verbonden door een grote reeks tussenschakeringen. De ‘Conservatieven’ willen de moderne bijbelkritiek gebruiken zonder afbreuk te doen aan de essentiële oude waarden. En binnen het Liberale | |
[pagina 17]
| |
Jodendom komt weer wat meer waardering voor de Wet, de oude symbolen en rituelen. Ook bestaat een groeiend verlangen naar eenheid. ‘Wat wij Joden nodig hebben is zoiets als bij jullie Katholieken het concilie’, zei me de Israëlische Liberale theoloog Schalom Ben Chorin. De Liberale Nederlander Drs. H. van Praag schrijft: ‘Twist en tweespalt zijn aan de orde van de dag. Toch.... is onze groet sjalom, vrede.... Er is nooit een weg terug, maar er is wel een weg terug naar de weg.... we moeten opnieuw leren één te zijn.... conservatief en progressief naast elkaar in open eerbied’. Hij vraagt zich af, hoe men de spanning tussen beide richtingen op zou kunnen heffen. ‘Daartoe is nodig dat binnen het traditionele Jodendom de idee van de gerechtigheid weer sterker beklemtoond wordt, in de zin der profeten. En daartoe is ook nodig dat het progressieve Jodendom, nu op basis van menselijke mondigheid, terugkeert naar een meer ceremoniële levensvorm.... Betekent dit dat we moeten terugkeren naar alle vormen van het verleden?.... Handhaven van de bijbelse geboden betekent niet dat we ze precies zo moeten uitvoeren als in vroeger tijden. Als we ze maar uitvoeren!’Ga naar voetnoot20. De Franse theoloog André Neher schrijft dat in de middeleeuwen een aanpassing gezocht werd tussen de Wet en de filosofie. Nu moet men de Wet benaderen meer als in de Midrasj, een ‘ja’ zeggen van de Jood ten opzichte van de geschiedenis. De ‘génération religieuse’ binnen het Jodendom moet begrijpen dat het Rijk van God op aarde zich alleen kan verwerkelijken door het concrete bestaan van het Joodse volk in zijn totaliteit. Deze benadering is geen ontrouw, geen zwakheid, geen slachtoffer worden van de moderne wereld maar betekent dat de huidige Joodse generatie niet tevergeefs uitverkoren is om te zijn ‘la génération des hommes qui ont vu’Ga naar voetnoot21. | |
Ballingschap en ZionismeHet Zionisme is een andere factor die de richtingen binnen het Jodendom verenigt. Hoewel aanvankelijk een schijnbaar alleen maar nationale beweging (Herzl was in het begin bereid Uganda als nationaal tehuis te accepteren), put Het Zionisme toch veel kracht uit het oude heimwee naar Jeruzalem. En deze hoop op terugkeer wortelt in de H. Schrift, in de profeten. Op een vergadering in Amsterdam bleek het Zionisme de verenigende kracht te vormen tussen een Orthodox en een Liberaal rabbijn, een ongelovig jurist en een misschien tussen Liberaal en Conservatief te plaatsen oogarts. Voor de Orthodoxe opperrabbijn Berlinger betekent het leven in de diaspora een straf van God voor zonden tegen de Wet. ‘De uiteindelijke heilstijd zal ook de terugkeer naar en het herstel van Jeruzalem brengen. Natuurlijk is het problematisch dat er nu zo weinig religieuze Joden in Israël zijn. Maar een Jood die zich in Israël vestigt en alleen het gebod van de terugkeer vervult, staat misschien wel veel hoger in aanzien bij God dan een die in een comfortabel paleis woont in de diaspora. Alle begin is moeilijk. Ik zou óók wensen dat veel dingen in Israël volmaakter zouden worden. Een nieuw Sanhedrin zal | |
[pagina 18]
| |
wellicht opheldering brengen in veel dingen. In ieder geval heeft Israël een taak, in de V.N. en ten opzichte van de gehele mensheid. Allen zijn immers kinderen van God’. Tegen de opvatting van de ballingschap als straf opperde de Liberale rabbijn Soetendorp dat men het niet uitsluitend als een straf-tervergelding moest zien, maar ook een straf-ten-zegen. ‘Ook in de ballingschap is God met zijn volk geweest en heeft het gesteld als godsgetuige onder de volkeren. Welke opvatting men ook van het Jodendom mag hebben, altijd zal men te maken krijgen met de eigentijdse vergadering van de verstrooiden in het H. Land.... Wij mogen verschillen ten opzichte van methoden of instituten, maar.... wij zijn nu zo'n lange weg samen gegaan, laten we nu niet te klein zijn op het ogenblik van de herleving. Zoals we in de ramptijd samengebleven zijn, zo hebben we nu in Israël het punt waar we uitzien over de gehele wereld’. Het Liberalisme van Maybaum blijkt ook uit zijn houding ten opzichte van de staat Israël, hoewel hij in tegenstelling tot andere Liberalen geen Zionist is: Israël als land voor alle Joden is volgens hem een middeleeuwse machtsdroom, maar wel zijn de Joden in de diaspora trots op Israël als ouders op hun enigst kind. Het Heilige Land is echter overal in de wereld waar de ideeën van Zion groeien. Iedere Jood kan een bouwer van Jeruzalem zijn. Maybaum hoopt wel dat er een centrum van het toekomstige Jodendom kan ontstaan in Israël als daar een vernieuwing, een lekenbeweging die in oppositie moet staan tot de Orthodoxie, godsdienstvrijheid zal eisen van een regering die nog aarzelt zich te ontdoen van de middeleeuwse dwang in religieuze zaken door de Orthodoxie. Een vernieuwing in Israël moet volgens Maybaum in de voetsporen treden niet alleen van de Duits-Joodse reformbeweging maar ook van de profeten en de klassieke rabbi'sGa naar voetnoot22. | |
ChristendomEr is nog iets anders waarin de Joden - van welke richting dan ook - een grote mate van eenheid vertonen: hun houding tegenover Christus en de Christenen. Er is in de loop der tijden wel wat veranderd. Vroeger werd in Orthodoxe gezinnen de naam van ‘de Gehangene’ doodgezwegen en als hij al ooit genoemd werd, placht men verachtelijk op de grond te spuwen. Vervolging door Christenen had deze houding opgewekt. Het is niet de echte houding van de Jood tot Christus. Martin Buber heeft er iets zeer gedurfds over gezegd, waarvan men mag hopen, dat het steeds meer waar mag worden: ‘Wij Joden kennen Christus van binnen uit’. Het is kenmerkend voor de moderne Joodse houding dat men Jesus ziet, waardeert, bemint als Joodse mens. Misschien de allergrootste Jood die ooit geleefd heeft, die echter in zijn leer op menig punt de grenzen van het Jodendom heeft overschreden. Dat hij de Messias zou zijn.... nee! Nog steeds is het oude Joodse verhaal typerend voor deze afwijzing: Er was eens een vrome rabbi die vurig verlangde naar de komst van de Messias. Elke ochtend ging hij kijken, uit het raam, om te zien of Hij was gekomen. Elke ochtend kwam hij bedroefd terug bij zijn vrouw: ‘Hij is nog niet gekomen | |
[pagina 19]
| |
want er is in de wereld nog niets veranderd’. De Jood verwacht van de Messias vrede op aarde, door een volmaakte broederschap tussen de mensen die één zijn in de dienst van de ene God. Dit ziet hij niet in het Christendom. Niet in de Christenen zelf en niet in de behandeling die de Joden eeuwenlang hebben ondergaan in een zich Christelijk noemende wereld. Men kan zich zo voorstellen dat ons teken van verlossing, het kruis, voor hen een teken van vervolging is. Maar nog nergens heb ik de afkeer van het kruis zo hevig gezien als in Maybaums boek. | |
Het kruis in de wereldHet is voor hem een teken niet van vrede maar van oorlog, en dan geen defensieve oorlog als van de Makkabeeën, maar een hoogmoedige oorlog als van de kruisvaarders. ‘Zoals een vlag van een menigte een militaire eenheid maakt, doet het kruis dat door een massa in een spirituele eenheid te veranderen.... In het symbool van het kruis is de tragedie van Prometheus, de mens die schepper wil zijn.... nog zichtbaar. God is de schepper van de wereld maar wie is de schepper van de geschiedenis?.... Het kruis betekent voor Prometheus dat hij niet veroordeeld is tot zijn tragisch lot maar dat hij verlost is. We denken altijd eerst aan dichters en politici als we denken aan scheppende mensen.... Maar de gewone soldaat.... die alles geeft opdat anderen leven.... die doodgaat op het slagveld? Hij schept geschiedenis, tegen een hoge prijs. Het kruis leert hem dat zijn offer niet tevergeefs is en geaccepteerd wordt door God. In de oudheid, toen er haast altijd oorlog was,.... versloeg het Christendom de Mithrasgodsdienst, lange tijd dé godsdienst van de Romeinse soldaat, en werd een wereldgodsdienst. Vandaag heeft het kruis op het graf van de onbekende soldaat zijn nieuwe maar meest ware equivalent in een moderne omlijsting’! Het kruis maakt volgens Maybaum van zulk sneuvelen een nobele tragedie, een martelaarschap. Het heeft dan wel een positieve betekenis voor de heiden, de geschiedschrijver van de wereld, die God als schepper wil evenaren, als teken van verlossing voor Prometheus. ‘Echter niet in de vorm van een “exodus”, een uittocht uit slavernij naar bevrijding, maar als een “exodos”, een geestelijk uitstijgen boven.... het onderscheid tussen slaaf en meester, veroveraar en verslagene, held en naamloze massa. Zeker, het slagveld blijft slagveld, het kruis brengt geen vrede door het vechten te stoppen; het brengt vrede aan de militairen die nu vechten als Christenen - ze vechten zonder haat - en ze houden ermee op wanneer Gods oordeel heeft uitgemaakt wie de winnaar is’Ga naar voetnoot23. | |
De VerlossingHier raakt Maybaum aan de interpretatie van de verlossingsleer die zolang de Joden geërgerd heeft, meer dan de leer zelf. Ook André Neher ziet daarin de kloof tussen Joden en Christenen. In zijn boekGa naar voetnoot24 zegt hij dat het Jodendom in | |
[pagina 20]
| |
zijn theologie zoveel schakeringen kent dat het geen van de Christelijke dogmatische basisaffirmaties als geheel vreemd aanvoelt, maar het Christendom meer ziet als een tot de uiterste consequentie doorgevoerd Messianisme. Iets anders noemt hij de houding van Joden en Christenen tegenover de wereld. Het Jodendom staat positief tegenover het leven. Leven behoeft geen verlossing van buitenaf, er moet een transfiguratie van binnenuit plaatsvinden door de daden van de mens die Gods Wet vervult. Deze gehoorzaamheid betreft de gehele mens. Het Jodendom kent geen breuk in de menselijke natuur, geen verachting van de materie, het vlees, de letter. Alles tendeert naar het grote doel van de heiliging. En het Joodse volk is uitverkoren alleen om voorbeeld te zijn van deze heilige plicht, het moet - in tegenstelling tot het Christendom - de andere volkeren niet tot zichzelf bekeren maar rechtstreeks tot God voeren. Volgens Drs. Van Praag manifesteert zich dit tot voorbeeld gesteld zijn ook in de persoon van Jesus, die op zich heeft genomen - wat voor iedere Jood en iedere mens geldt - ‘de hele Wet en de hele profetie in zijn bestaan waar te maken als teken van Israël en de volkeren’. Door de volledige aanvaarding van het kruis en het lijden kan hij tenslotte sterven met de overtuiging: ‘Het is volbracht’. Daarmee was de Messiaanse taak van Israël niet afgelopen maar kon ieder - ook buiten Israël - duidelijk zien wat het betekent Messiaans te leven en te sterven. | |
VervolgingHet is een wereldhistorische tragedie dat miljoenen Christenen geloofd hebben dat Jesus het kruis ook voor hen volledig gedragen heeft, zodat ze zelfs niets meer voor hun heil en zaligheid hoefden te doen. Terwijl toch Jesus duidelijk aan zijn volgelingen geboden had zelf hun kruis op te nemen. Mede door deze dwaling hebben velen het kruis van Israël ontzettend verzwaard door de rationalisatie dat het Jesus gekruisigd had. Daardoor was men blind voor het feit dat Israël nog steeds de grote kruisdrager is. Wat Jesus bevestigd heeft door de aanvaarding van het Messiaans lijden, heeft de Kerk eeuwenlang verloochend. Daardoor kwam men er ook toe het beeld van de knecht van Jahweh - de lijdende knecht Gods - geheel los te maken van Israël en er uitsluitend Christus in te zien, die juist door zijn lijden wilde tonen wat Moses en de profeten in woord en daad, in lijden en strijden beoogdenGa naar voetnoot25. De Joden begrijpen niet hoe het kan dat de gedachte aan die Ene tot vervolging van de anderen heeft geleid. ‘Hoe is het mogelijk dat diegenen die zeggen dat zij handelen in zijn geest en die met hem meetrekken in de dagen van de Passie, hem wel zien hangen aan het kruis maar daaraan enkel glorie ontlenen, macht, kracht en sterkte, zonder een echt liefdevol begrip voor hen die door hun eeuwenlange vervolgd-worden deel hebben aan zijn lijden?.... De Joden begrijpen niet dat men in onze dagen niet een ander symbool kiest dan het kruis: een gestreepte uniformjas met de gele Jodenster erop uit het concentratiekamp of wat stukgeschoten prikkeldraad. Immers,.... omdat God ook meegaat met zijn volk in | |
[pagina 21]
| |
ballingschapGa naar voetnoot26 hangt God met hen in dat prikkeldraad en wordt met hen geëlectrocuteerd’Ga naar voetnoot27. | |
LijdenOver het lijden kent ook het Orthodoxe Jodendom rabbijnse overdenkingen. Rabbi Louis Jakobs (moderniserend Orthodox) onderzoekt de drie gebruikelijke verklaringen van het lijden. Het is een straf voor de zonde, het is een waarschuwing, het lijden van velen is niet groter dan van een. Deze argumenten vindt hij onbevredigend. Hij voegt er aan toe: lijden veredelt de mens, zonder lijden geen medelijden, het heeft een plaats in Gods plan omdat het een terugtrekken is van God om plaats te maken voor zijn schepping die niet zou kunnen bestaan in de volheid van zijn licht. Uiteindelijk kan men het probleem niet oplossen, God blijft verborgen. Maar, wanneer de mens dit weet is God toch niet echt verborgen voor hem!Ga naar voetnoot28. Drs. Van Praag wijst eropGa naar voetnoot29 dat het niet alleen van belang is dat en wat God heeft gesproken, maar ook hoe. Hij heeft gesproken als Schepper (Elohim), als Komende God (Elohoeth), als Wonende (Sjechina) en als Verzoeker (Satan). In het lijden woont God. Het toeven van God is meestal een overgang naar een volgende situatie, God schrijdt verder door de geschiedenis als Komende. Maar wanneer zijn gang geremd wordt trekt hij zich terug in het lijden. Martin Buber heeft eenmaal het verdriet ‘de laatste wijkplaats van God’ genoemd. Van Praag zegt dat alle mensen die beweren dat er vrede op aarde komt ongelijk hebben totdat het Messiaanse rijk aanbreekt. Intussen echter is dit rijk midden onder ons in de ‘wolk van getuigen’. Iedere keer als onrecht in recht wordt omgezet brengt ons dat dichter bij het vredesrijk. En wanneer dit komen-van-God in de geschiedenis wordt geremd, wordt het lijden ingeschakeld. In de diepte van ieder menselijk lijden komt er plotseling een moment van grote stilte en zwijgen. Daarin is de aanwezigheid Gods. Het Christendom heeft het lijden verheerlijkt. Het heeft soms gesteld dat het noodzakelijk is voor de vervulling. Dat is niet waar. Het lijden is wel noodzakelijk voor de verlossing maar niet voor de vervulling. Dit betekent: de mens moet alle lijden dat op zijn weg ligt aanvaarden en alle lijden afwijzen dat overbodig is. Als Jesus vraagt de beker voorbij te laten gaan is dit géén teken van zwakte, maar van het inzicht dat alleen noodzakelijk lijden aanvaard mag worden. Het kruis dragen is dan alleen zinvol, als het kruis afwijzen een verloochening is van de weg die God gaat door de geschiedenis. Het moet echter steeds aanvaard worden als een voorloper van de vreugdeGa naar voetnoot30. Uit het lijden zelf ontstaat heerlijkheid: ‘alle mensen die geleden hebben, hebben meegeholpen om de wereld gezonder te maken.... In het lijden van de mens buiten zijn | |
[pagina 22]
| |
schuld om is God aanwezig. Zodoende was het ook dé functie van Jesus van Nazareth om deze aanwezigheid van God in het lijden te laten zien. Als eenling heeft hij duidelijk gemaakt wat hij vertegenwoordigt: Israël. Opdat hij de eerstgeborene zou zijn, de oudste van vele broeders’Ga naar voetnoot31. We zien het verschil tussen Jakobs' grotendeels Talmoedische, filosofische benadering van het lijden als abstract probleem en de Liberale interpretatie van het lijden, als Messiaans gebeuren ook in onze tijd. | |
Auschwitz als GolgothaHet Gezicht-van-God-na-Auschwitz is dus o.a. het gezicht van de miljoenen vervolgde en vermoorde Joden. Auschwitz is een Golgotha van het mensdom. Maybaum wijst erop dat het Christendom ‘de man aan het kruis’ heeft getoond als een verheerlijkte held, daarbij het feit achterhoudend dat hij een Jood was die werd opgehangen aan een Romeinse galg. Het Christendom heeft deze heidense wreedheid respectabel gemaakt door het voor te stellen als een Christelijke tragedie - tragedie in de zin van nobel, verheffend treurspel-met-katharsis. Niet als een trieste nutteloze misdaad die wij allen kunnen begaan en moeten trachten te vermijden. Nu, na Auschwitz, is het niet meer mogelijk de waarheid niet te zien: ‘De Ieren, die omkwamen in de grote hongersnood, stierven in hun Auschwitz, de soldaten van de eerste en tweede wereldoorlog, de Russische gevangenen die in Duitsland uitgehongerd werden, allen die omkwamen in luchtaanvallen, Hiroshima, Dresden,.... zij stierven in hun Auschwitz’. En het ontzettende was dat het kruis deze meest monsterachtige afslachting van de geschiedenis niet heeft verhinderd. Het kruis was veeleer het teken van achtenswaardigheid, het nette symbool in concordaat met Hitler, terwijl de ster van David het teken was van de uitgestotenen. ‘Auschwitz was het compromis-loze “Zie de mens”’Ga naar voetnoot32. Zodra de dood van zes miljoen begrepen wordt als een heilig martelaarschap kan onze eeuw terugkeren tot God. De dood van de Godsgetuige heeft maar één doel, God terugbrengen in een wereld die Hem verlaten heeft. ‘De dood van de zes miljoen Joden, de andere veertien miljoen burgers en allen die in uniform stierven, openbaart wat de Christenen zouden moeten verstaan onder het, veel minder duidelijke, teken van het Kruis’Ga naar voetnoot33. Het concilie heeft de ‘catechese van de verachting’ afgeschaft en duidelijk gesteld wat de Kerk theologisch gesproken denkt over de schuld aan de kruisiging van Christus. En, ‘ze is de band indachtig waardoor het volk van het Nieuwe Verbond geestelijk verbonden is met Abrahams stam. Zij erkent immers dat haar geloof en haar uitverkiezing, overeenkomstig het heilsmysterie van God, reeds een aanvang namen bij de Aartsvaders, Moses en de Profeten’Ga naar voetnoot34. Ook voor een diepere bezinning op en de verkondiging van het levenwekkend Kruis zelf zou de Kerk met veel profijt naar het gezicht van het Jodendom kunnen kijken om te herkennen hoe zeer ook daar Emmanuel, ‘God-met-ons’ is. |
|