Natuurlijk zullen de unitaire instellingen in de breedste betekenis van het woord zich verder inspannen om het federaliseringsproces tegen te gaan. Hun weerstandskracht op dit terrein is echter geringer dan men op het eerste gezicht zou menen. Al deze instellingen, partijen, syndicaten, administraties, grote economische groepen - hebben bij voorrang andere belangen te verdedigen dan die van de unitaire structuur. Hun kracht ligt op hun eigen terrein, en tegenover sterke stromingen van de openbare mening, die zich bovendien agitatorisch doen gelden, komen zij gemakkelijk tot een opportunistische aanpassing. Waar zij zich verzetten, bereiken zij het tegenovergestelde effect. De kortstondige beslissing van de bisschoppen bijvoorbeeld heeft het federaliseringsproces naar de Christelijke Volkspartij overgebracht en heeft het vooral versterkt in de opinie, zowel in 't noorden als in 't zuiden van het land.
Het valt inderdaad niet te ontkennen dat het anti-flamingantisme even grote vorderingen maakt als het flamingantisme. Een minderheid van Franssprekenden, opnieuw onder de indruk van de onstuitbaarheid van de Vlaamse emancipatie, doet grote inspanningen om zich aan te passen. Onlangs was de verandering in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel hiervan een teken. De studie van het Nederlands, zowel bij de jeugd als bij volwassenen, neemt in een aantal Brusselse kringen snel toe. Daartegenover staat het feit dat groepen als het Front Démocratique des Francophones meer vat krijgen op de Brusselse openbare opinie.
Bij de oude stereotypes over Vlaanderen komen er zich thans enkele nieuwe voegen. De associatie Vlaming en arrivist komt meer voor. De Franstalige ziet de Vlamingen in talrijke kringen doordringen en opkomen, snel, onvormelijk en met een grote onderlinge solidariteit. Het stereotype ‘arrivist’, hoewel pejoratief, heeft dus niets verwonderlijks.
De associatie van Vlaanderen met racisme, ‘jus soli’ en ‘nationalisme intégral’ stemt meer tot nadenken. Eerst en vooral omdat zij goed aanslaat bij de buitenlandse openbare mening. Zij dreigt er onder meer de werkelijke draagwijdte van de recente antiklerikale revolte aan het oog te onttrekken; in plaats van als een progressistische emancipatie van de katholieke leek in de lijn van het Concilie, wordt ze voorgesteld als een reactionaire beweging.
Het is daarom nodig terug te keren tot de kern van de zaak. Het taaistatuut van België is op de homogeniteit van twee grote gebieden gebouwd, en dit niet sedert 1963 maar sedert 1932. In het Waalse gebied doen zich geen moeilijkheden bij de toepassingen voor en is de culturele integriteit niet bedreigd. Onze Waalse landgenoten kunnen zich occasioneel zelfs gestes veroorloven in de richting van de tweetaligheid, zoals het gemeentebestuur van Dinant of de pastoor van Florenville, die bereid zijn tot concessies aan de Vlaamse toeristen, welke de Vlamingen en de buitenwereld dan als voorbeelden van verdraagzaamheid worden voorgehouden. Bij het Europees Gerechtshof te Straatsburg komen de klachten van taalminderheden tot nog toe niet van de Vlamingen in Wallonië, maar van de Franstaligen in Vlaanderen.
In Vlaanderen wordt de culturele integriteit nog steeds bedreigd door de bijzondere omstandigheid dat de taaidifferentiatie gedeeltelijk met de sociale