| |
| |
| |
De Ver. Staten en de Sowjetunie
1933 en 1963
Handel en het Verre Oosten
Paul Ruys S.J.
OP 19 november 1963, de dertigste verjaardag van het herstel der diplomatieke betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Rusland, stuurde Chroesjtsjow een boodschap aan de feestvierende National Council of American-Soviet Friendschip te New York. Daarin wees de Sowjet-Premier op de mogelijkheden van zakelijke samenwerking en van vriendschappelijke betrekkingen welke aan landen met verschillende maatschappelijke systemen geboden worden. Nu de eerste maatregelen om een ontspanning te bewerken genomen zijn, merkte hij verder op, is het bijzonder belangrijk dat de Verenigde Staten en de Sowjetunie hun krachten zouden samenspannen om de internationale atmosfeer te ontladen en de hangende geschillen op vreedzame wijze te regelen. Een paar dagen vroeger had Chroesjtsjow een bewijs van zijn goede wil gegeven: de Amerikaanse professor Frederic C. Barghoorn, onder beschuldiging van spionage aangehouden, was na een persoonlijke interventie van President Kennedy in vrijheid gesteld. Het Barghoorn-incident voegde een pikante noot toe aan een verjaardag die anders onopgemerkt zou zijn voorbijgegaan.
Door de huidige krachtsverschuivingen in de internationale politiek en economische verhoudingen krijgen de erkenning van de Sowjetunie door de Verenigde Staten en het herstel van de diplomatieke betrekkingen tussen de twee landen in 1933 een nieuw reliëf. De recente afspraken tussen de Verenigde Staten en de Sowjetunie, waarvan het kernstopakkoord de belangrijkste is, betekenen in wezen dat de twee grootmogendheden erkennen dat zij beide een gemeenschappelijk belang hebben bij het behoud van een bepaalde orde in de wereld. Het besef van die belangengemeenschap werd bevorderd door twee dingen: 1. de gebeurtenissen in Oost-Azië en meer nog de betekenis welke deze kunnen hebben in de min of meer verwijderde toekomst; 2. de mutatie die de economische en commerciële betrekkingen op dit ogenblik ondergaan, wat met de jaren zwaar kan gaan wegen op het welvaartspeil van het Russische en Amerikaanse volk. Het prestige van hun macht en de aantrekkingskracht van hun ideologie worden voor een niet onaanzienlijk deel bepaald door het ritme van hun economische groei, door de materiële welstand van de bevolking en door de normale loop van hun handelsbetrekkingen met de buitenwereld. Het succes van de Euro- | |
| |
markt en de relaties die zij wint in de wereld, stellen de Sowjetunie en de Verenigde Staten voor gelijksoortige, zo niet identieke, problemen. Moskou en Washington zijn bezig hun stellingen te herwaarderen. Deze operatie heeft een politieke en economische inhoud, waarvan de tendentie door de gebeurtenissen van de jaren 1930-1933 in een verhelderend perspectief kan worden geplaatst.
| |
Langdurige breuk tussen Rusland en Amerika
In de zomer van 1918 had de Amerikaanse ambassadeur, David R. Francis, Rusland verlaten langs de achterpoort die door Britse troepen te Archangelsk opengehouden was. Zijn vertrek maakte een einde aan een lange periode van ononderbroken normale diplomatieke betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Rusland. Deze hadden een aanvang genomen in de troebele tijden van de Napoleontische oorlogen, toen John Quincy Adams in 1809 gevolmachtigd minister werd bij Tsaar Alexander I. De troonsafstand van Nicolaas II in maart 1917 bracht geen breuk met zich mee. Integendeel, het Voorlopig Bewind van Kerensky, dat zich uitsprak voor democratische instellingen en voor een vernieuwde oorlogsinspanning, kreeg nog meer politieke steun en financiële hulp van de kant der Verenigde Staten. Maar de onmenselijkheid van de bolsjewistische revolutionairen, de afzonderlijke vrede die zij met Duitsland sloten te Brest-Litowsk (maart 1918), de burgeroorlog die zij ontketenden en de gewapende interventie van de geallieerden waarin Wilson zich liet meeslepen, maakten zelfs het ophouden van de schijn van normale diplomatieke betrekkingen onmogelijk.
Van hun kant rekenden de Bolsjewiki erop dat zij de beste kansen maakten om spoedig door de Verenigde Staten erkend te worden. Zelfs hadden Lenin en Tsjitsjerin op 21 juni 1918 een oorkonde ondertekend die Maksim Litwinow tot diplomatiek vertegenwoordiger in Amerika benoemde. Zestien jaar later, in november 1933, droeg Litwinow, toen Commissaris voor Buitenlandse Zaken, dit stuk naar Washington mee als een bewijs van het oude verlangen van de Sowjetunie om door de Verenigde Staten erkend te worden. Onder de grote mogendheden waren de Verenigde Staten echter niet de eerste maar de laatste om de stap van de erkenning te zetten.
Op de Conferentie van Genua in 1922 werden Rusland en Duitsland voor het eerst na de Wereldoorlog opnieuw in het verkeer der naties betrokken. De twee misdeelden van Versailles maakten van de gelegenheid gebruik om op 16 april in Rapallo een afzonderlijk verdrag te gaan ondertekenen. Zij herstelden hiermee hun diplomatieke en consulaire betrekkingen. Twee jaar later, in 1924, zagen de andere Europese
| |
| |
mogendheden er verder geen voordeel meer in de Sowjets nog langer in quarantaine te houden: voorop marcheerde Groot-Brittannië (1 februari), dat door Italië (8 februari) en Frankrijk (28 oktober) werd gevolgd. De Amerikaanse regering volgde dit Europese voorbeeld echter niet. In mei 1924 verzet zij zich evenwel niet tegen de registratie van een Sowjet-handelsagentschap, de zgn. Amtorg, in de Staat New York.
De Amerikaanse regering nam geen vrede met het feit dat de Bolsjewiki effectief de markt in handen hadden over heel het gebied van het Tsarenrijk. Dit was voor haar niet voldoende als grond voor erkenning. Van de grote Thomas Jefferson had zij geleerd dat een nieuw regeringsstelsel dan pas door de Verenigde Staten kon erkend worden wanneer het democratisch legitiem was, wanneer m.a.w. dat stelsel beantwoordde aan een door het volk duidelijk tot uiting gebrachte wil. Door de verdrukking van boeren en ‘bourgeois’, door hun strijd tegen altaar en haard, hadden de Moskovische revolutionairen alle aanspraken op democratische legitimiteit verbeurd. Daarmee ging gepaard de constatering dat de Sowjets de meest elementaire wetten van het internationaal verkeer met voeten traden. Toen de Italiaanse regering van Washington wilde weten hoe het zou reageren op het aanknopen van handelsbetrekkingen tussen Italië en Sowjet-Rusland, stelde Staatssecretaris Bainbridge Colby op 10 augustus 1920 een nota op die voor de komende jaren leidinggevend zou blijven voor het Department of State. ‘Niet-erkenning’, schreef Colby, ‘heeft niets te maken met welke politieke en sociale structuur ook die het Russische volk zelf vrij wil aannemen. De politiek van niet-erkenning steunt op een geheel ander stel van gegevens. Deze feiten, die niemand betwist, hebben er de regering van de Verenigde Staten van overtuigd - tegen haar eigen wil in - dat het bestaande regime in Rusland gevestigd is op de ontkenning van alle beginselen van eer en goede trouw, van alle gebruiken en overeenkomsten die het volkenrecht funderen, kortom, op de ontkenning van ieder beginsel waarop het mogelijk is harmonieuze en vertrouwvolle betrekkingen op te bouwen, zowel tussen staten als tussen individuele personen’.
Brede lagen van de Amerikaanse opinie steunden deze afzijdigheid van de regering. Het Amerikaanse volk toonde zich bijzonder geërgerd door de schandelijke wijze waarop de heiligste rechten van de persoon door de Sowjets met de voeten werden getreden, recht op godsdienstvrijheid en op privaat eigendom. Voor velen onder hen was de miskenning van dit laatste recht al even godslasterlijk als de schending van het eerste. De American Federation of Labor, de grote vakbond, de katholieken en de vaderlandslievende verenigingen, verhieven hun stem om
| |
| |
de misdrijven van de Bolsjewiki aan de kaak te stetllen. Alleen de zakenwereld en een beperkte groep van wereldwijze ‘liberalen’ toonden zich verdraagzamer. De grote financiële en industriële ondernemingen hadden praktisch nooit volledig opgehouden zaken met Rusland te doen en in het topjaar 1930 liep de handel tussen de twee landen op tot nagenoeg 115 miljoen dollar aan Amerikaanse export tegen een import uit Rusland van ongeveer 25 miljoen dollar.
Ten slotte werkte de ideologische afschuw voor het Sowjet-bewind zowel bij het volk als bij de regering als een scherm waarachter het Amerikaanse isolationisme zich kon laten gelden. Na de verwerping van het Verdrag van Versailles door de Senaat en de afkeuring van de politiek van Wilson door het kiezerskorps in 1920, gold de leuze Back to normalcy en het normale was evident het isolationisme of zoals men toen zei, het non-entanglement in het Europese wespennest.
Fundamenteel bestond er in de jaren 1920 een grote gelijkenis tussen het buitenlands beleid van de Sowjetunie en van de Verenigde Staten. Beide potentieel zeer machtige staten konden elkaar zonder veel schade missen. Beide schenen ervan overtuigd dat hun politieke belangen het best gediend waren door zich te onthouden van het Europese machtsspel. Sowjet-Rusland en Amerika waren uiteraard economische grootmachten die relatief weinig grondstoffen uit het buitenland behoefden te betrekken. Amerika had een oude traditie van groei-protectionisme en het nieuwe Rusland was wel bereid handel met de kapitalistische wereld te drijven in de mate dat deze bijdroeg tot de opbouw van ‘het communisme in één land’ en van een economische autarkie.
| |
Russen en Amerikanen vinden elkaar terug
In het begin van de jaren 1930 wringen nieuwe krachten zich naar boven in de wereld. Op hetzelfde ogenblik raakt de wereldeconomie de koers kwijt en wordt meegesleurd in de Amerikaanse crisis. Amerika wil zijn welvaart terugvinden, Rusland maakt zich zorgen om de verwezenlijking van het eerste Vijfjarenplan. Ook om hen heen is alles in beroering: in december 1932 weigert Frankrijk nog langer zijn oorlogsschulden aan de Verenigde Staten te betalen; in juni 1933 betaalt Duitsland niet langer zijn buitenlandse schuld. De internationale handel wordt verlamd door de onzekerheid omtrent de waarde van de internationale betalingsmiddelen. Op de Conferentie van Ottawa van 1932 kennen de Gemenebestlanden elkaar preferentiële tarieven toe. Verder weigert Frankrijk deel te nemen aan een algemene verlaging van de douanetarieven. Het wordt een internationaal sauve qui peut. Om de nationale economieën uit het slop te helpen vergeten de staatslieden in
| |
| |
hun ontreddering en in hun nationaal egoïsme dat het heil in solidariteit en coöperatie ligt. Een vlaag van autarkie waait over de wereld. De Economische Wereld Conferentie van juni 1933, onder de auspiciën van de Volkenbond bijeengeroepen en waaraan zowel de Verenigde Staten als de Sowjetunie deelnemen, bereikt slechts één klein mager resultaat: het internationaal tarwe-akkoord. Te Genève kwijnt op hetzelfde ogenblik de Ontwapeningsconferentie. De egoïstische terugkeer op zichzelf is inderdaad niet bevorderlijk voor de vrede.
In die zelfde periode ontdekken Amerika en Rusland dat zij, t.o.v. het gevaar dat in Duisland opduikt met de machtsovername van Hitler en in Oost-Azië met het oplaaien van de Japanse expansiepolitiek, naar elkaar toegedreven worden door een gemeenschappelijk belang.
In januari 1933 wordt Franklin D. Roosevelt beëdigd als President van de Verenigde Staten en op het einde van dezelfde maand wordt Adolf Hitler Kanselier van Duitsland. Voor Roosevelt en Stalin was de nationaalsocialistische machtsovername wel zorgwekkend, maar het gevaar was van die kant niet zo nakend als de Japanse opmars in China. De Japanse legers hadden juist Mantsjoerije en Jehol veroverd. Van dit rijke gebied met zijn lange gemeenschappelijke grens met de Siberische Sowjet-landen hadden zij in maart 1932 de satellietstaat Mantsjoekwo gemaakt. De Japanners drongen in het Zuiden door tot aan Peking en in het Westen tot in Buiten-Mongolië, waar zij vaak met Sowjettroepen slaags raakten. De Sowjets bezetten daar voorposten die de Transsiberische spoorlijn moesten beschermen. Het strategische belang van deze lijn werd in 1933 nog verhoogd, toen het spoor verdubbeld werd. Om de veroveringszucht van de Japanners tot bedaren te brengen, nam Stalin, van de nood een deugd makend, het besluit het Russische aandeel in het beheer van het Oost-Chinese spoorwegnet aan Mantsjoekwo, en daardoor onrechtstreeks aan Japan, te verkopen. Heel het jaar 1933 blijft men in de wereldpers de kansen van een nieuwe Japans-Russische oorlog afwegen. Op dat ogenblik en in de eerstkomende jaren is Japan de eerste zorg van het Kremlin.
Ook in Washington houdt men met stijgende bezorgdheid de blikken gericht op de gebeurtenissen in het Verre Oosten. Niet alleen weten de Amerikanen hun belangen op het Chinese vasteland bedreigd, maar zij vrezen dat, indien China in zijn geheel onder Japanse heerschappij valt, het wel eens tot een rechtstreekse botsing kan komen in de onmetelijke sfeer van de Stille Oceaan.
Het Japanse gevaar wordt aldus de voornaamste factor die de Verenigde Staten en de Sowjetunie tot elkaar gaat brengen. Over de
| |
| |
ideologische twisten heen ontdekken beide landen dat zij een gemeenschappelijk belang hebben. Aan die toenadering kunnen de Amerikanen een eerste uitdrukkingsvorm geven die eigenlijk voor de hand ligt: de erkenning van de Sowjetunie met het herstel van normale diplomatieke betrekkingen.
| |
De erkenning
De erkenning van de Sowjetunie wordt de eerste belangrijke daad in het buitenlands beleid van de Roosevelt-administratie. Eerst langs Henry Morgenthau en later langs William C. Bullitt laat Roosevelt contact nemen met officieuze missies die door de Sowjetunie in de Verenigde Staten onderhouden worden, de Amtorg te New York en het Sowjet-Informatiebureau te Washington. Wanneer deze contacten niet tot resultaat leiden, besluit de President de zaak zelf in handen te nemen en haar langs officiële weg af te handelen, het probleem te brengen into our front parlor instead of back in the kitchen, zoals Roosevelt het aan Morgenthau liet weten. Cordell Hull was ook wel de overtuiging toegedaan dat de tijd gekomen was om de betrekkingen met de Sowjetunie te normaliseren, maar hij adviseerde de President dat het het beste was de zaak zo aan te pakken dat het initiatief van de Russen zou uitgaan, en hij drong er op aan eerst een vaste regeling voor de uitbetaling van de schulden te eisen. Met deze raadgevingen hield Roosevelt weinig rekening. Als hij het gezag van zijn ambt en de charme van zijn persoon inzette, dacht hij het gewenste akkoord te kunnen bereiken onder voorwaarden die het Amerikaanse staatsbelang het best dienden.
Op 10 oktober 1933, na verzekeringen van een gunstig onthaal te hebben gekregen, stuurt Roosevelt een boodschap aan het titeldragend staatshoofd van de Sowjetunie, Michail Kalinin. Daarin geeft de President zijn verlangen te kennen om een gevolmachtigde afgevaardigde uit Moskou te ontvangen. Hij zinspeelt daarbij onmiskenbaar op Commissaris Litwinow. Aldus zou men te Washington de twistpunten die de twee landen van elkaar verwijderd houden, kunnen bespreken en regelen. Op 26 oktober verlaat Litwinow Moskou voor Washington. Bij een tussenhalte te Berlijn verklaart hij aan een groep Amerikaanse journalisten dat, voor wat de Sowjetunie betreft, een akkoord ‘binnen het half uur’ kan worden bereikt. In Amerikaanse regeringskringen wordt deze uitlating met verontrusting ontvangen. Zij kan betekenen dat de Russen er op uit zijn de de jure erkenning te verkrijgen zonder voorafgaande regeling van de geschilpunten, met inbegrip van de schuldenkwestie. In een laatste conferentie met zijn raadgevers, op 6 november, besluit
| |
| |
President Roosevelt dat de Amerikaanse regering de ondubbelzinnige verzekering moet krijgen dat de Sowjet-regering geen steun zal verlenen aan de actie van communistische propagandisten en andere subversieve groepen in Amerika en dat de Amerikaanse burgers vrijheid van eredienst en rechtsveiligheid zullen genieten in de Sowjetunie. 's Anderendaags arriveert Litwinow te Washington en na de gebruikelijke plichtplegingen wordt met de eigenlijke onderhandelingen een aanvang gemaakt, eerst met Cordell Hull en zijn collega's van het Department of State, en als deze gesprekken zonder succes blijken, rechtstreeks met President Roosevelt.
De verbintenissen zijn vervat in een executive agreement, gedateerd 16 november 1933. Deze documenten vormen een overeenkomst bestaande uit een briefwisseling die niet door de Senaat bekrachtigd hoeft te worden. Van de kwesties die bij het heropnemen van de diplomatieke betrekkingen worden geregeld, nemen wij die van de Amerikaanse schuldvordering. Zij slaat zowel op de betrekkingen met Japan als op de toekomstige handelsbetrekkingen tussen de twee partijen. Interessant is eerst de bepaling die zegt dat de Russische regering afziet van alle vorderingen op grond van de Amerikaanse interventie in Oost-Siberië (1918-1920), maar niet in Noord-Rusland. Hiermee erkennen de Russen impliciet dat de Amerikaanse interventie in Oost-Siberië meer in het voordeel dan in het nadeel van de Bolsjewiki was uitgevallen. Alles bij elkaar had die militaire expeditie er meer toe bijgedragen om de Japanse opmars in de Maritieme Provincies in bedwang te houden dan dat zij een steun was geweest voor de legers der Witten. Kon dit precedent niet dienen als een voorbeeld van de steun die de Sowjets in de toekomst van de Amerikanen konden verwachten, indien de Japanse legers zich te ver waagden? Deze bepaling wordt terecht door de Japanse regering als een waarschuwing tegen verdere inbreuken in Oost-Azië begrepen. Minder discreet dan het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Tokyo, verklaart de Japanse Ambassadeur te Stockholm, dat de erkenning van de Sowjetunie door Amerika een gevoelige klap voor Japan is en dat Amerikaanse leningen aan Rusland alleen maar konden dienen om de zaak van het communisme in China te bevorderen.
Maar bij de erkenningsakten was er niet rechtstreeks sprake van nieuwe leningen of kredieten aan de Sowjetunie. Er was zelfs geen handelsakkoord aan verbonden. De toekenning van zulke financiële steun was gebonden aan de voorafgaande afbetaling van de lening door het Voorlopig Bewind, nagenoeg 175 miljoen dollar. Hieromtrent had Roosevelt met Litwinow een zeer mank gentleman's agreement gesloten waarbij de Commissaris zich verbond om nog een tijdje in Washington
| |
| |
te blijven om met hogere Amerikaanse ambtenaren de terugbetaling van een som gelegen tussen 75 en 150 miljoen dollar te bespreken. Van die verdere discussies kwam niets en deze zaak blijft tot op de huidige dag een twistappel tussen Amerikanen en Russen. Wel was de eerste Export-Import Bank als staatsorganisme voor de verlening van handelskredieten opgericht met het oog op de vernieuwde handel met de Sowjetunie. Maar het Congres keurde weldra een nieuwe wet goed, de Johnson Act, waarbij het aan de Amerikaanse regering verboden was geld te lenen aan een Staat die in gebreke bleef bij het terugbetalen van zijn schulden. De handelsbetrekkingen namen een wending ten goede in 1937 met de ondertekening van een handelsovereenkomst. Bij die gelegenheid vatte staatssecretaris Cordell Hull in een gesprek met Sowjet-ambassadeur Trojanowsky het verloop van de betrekkingen tussen de twee landen met een zweem van ontgoocheling samen: ‘We have been standing apart partly on account of a trivial, measly, insignificant item of indebtedness. When desperado-inclined nations see two great countries, like yours and mine, floating along for years on account of that sort of trifling difference, while burying their great combined moral influence for peace and order, it 's not surprising that international lawlessness is rapidly growing’. Maar op dat ogenblik was het reeds mogelijk de eerste tekenen die een tweede wereldoorlog aankondigden, waar te nemen.
| |
Dertig jaar later
Nu, dertig jaar later, over de uneasy alliance van de Tweede Wereldoorlog en de vijandelijkheid van de koude oorlog heen, duiken losse bestanddelen van die voorbije tijd weer op en schijnen hun voorbestemde plaats te zoeken in het nieuwe patroon van de internationale betrekkingen. Japan wordt daadwerkelijk - voor hoe lang nog? - in bedwang gehouden door de Verenigde Staten. Deze hebben sedert vijftien jaar hun greep op China verloren. Maar China op zijn beurt stoot tegen de grensposten van de Sowjetunie en rolt de Russische invloed op in gebieden die tot voor kort diep in het Chinese territoir reikten. De Russen hebben tijdig gemanoeuvreerd om van Buiten-Mongolië een ‘onafhankelijke’ volksdemocratie te maken. Maar verder naar het Westen in Sinkiang, waar zij sedert 1928 ook de wet stelden, ontmoeten de Russen nu felle tegenstand van de Chinezen. De overheersing van Tibet en de grensoorlog met India, die een zuidelijke toegang tot Sinkiang, ver buiten het bereik van de Sowjet-penetratie, moeten verzekeren, wijzen op het stijgende belang dat Peking aan zijn Westelijke grens is gaan hechten. Niet alleen de ligging van dit gebied
| |
| |
is van strategisch belang, niet minder belangrijk zijn de delfstoffen die er ontgonnen worden: uranium, molybdeen, koper, lood en zink die alle in aanmerking komen voor het vervaardigen van moderne wapens. In het Communistische Blok heeft alleen China zijn economie buiten de greep van Moskou kunnen houden. Daarmee volgt het het voorbeeld van de Sowjet-autarkie en dient het zich ook aan als potentieel concurrent en rivaal. Indien de Russen een atoomakkoord met China, dat in 1957 gesloten was, in 1959 eenzijdig hebben opgezegd, dan betekent dit dat zij het China van Mao niet langer als een betrouwbare bondgenoot beschouwen. De ideologische banden tussen Moskou en Peking schijnen op dit ogenblik niet bestand tegen de druk van het nationaal belang, vooral wanneer China aanspraken laat gelden op een grootmogendheidsstatuut. Zoals destijds het Japanse gevaar Rusland en Amerika nader tot elkaar bracht, duiden de gebeurtenissen van de jongste maanden er op dat zich nu een soortgelijk proces voltrekt. Zoals Japan de zwaarste bedenkingen liet gelden tegen de erkenning van de Sowjetunie, komt China nu het heftigst op tegen het kernstopakkoord.
Maar dit soort van ‘pre-alliantie’ tussen Rusland en Amerika, zoals het kernstopakkoord door Franse publicisten genoemd werd, raakt ook ons, West-Europeanen. Wij besteden niet zoveel aandacht aan de atoompolitiek van Generaal de Gaulle en aan de toenadering die hij zoekt met continentaal China, omdat dit nog omgeven is met een waas van onwaarschijnlijkheid. Maar vanuit het perspectief van Moskou en Washington en op lange termijn lijkt het niet onmogelijk dat de twee grote kernmogendheden nu reeds bepaalde voorzorgsmaatregelen treffen.
Vastere grond hebben wij onder de voeten wanneer wij naar de economische parallel tussen 1933 en 1963 kijken. In 1933 lanceerde Stalin zijn tweede Vijfjarenplan met de slogan: de economische welstand van de kapitalistische landen - vooral van Amerika - evenaren en overtreffen. Hij zocht vooral kredieten om produktiegoederen in het Westen te kopen en zijn basisindustrieën te ontwikkelen. Met hetzelfde deuntje, dat nu al wel wat afgesleten is, roept Chroesjtsjow zijn volk op tot de vervulling van de quoten van het Zevenjarenplan. Maar hij kan de welvaartsverwachtingen van zijn volk niet langer onderdrukken. Met de rampspoedige oogst van dit jaar neemt hij de moedige beslissing om graan te kopen in het Westen en verder te dokteren aan de Russische landbouw. Dit is een oude kwaal. Nieuwer is de uitbouw van de Europese Economische Gemeenschap, waaraan zowel Russen als Amerikanen zich moeten aanpassen. Door het succes van de Euromarkt wordt Amerika gedwongen, de na de Tweede Wereldoorlog gewonnen
| |
| |
afzetgebieden in West-Europa zoveel mogelijk te bewaren door het bedingen van nieuwe douanetarieven, zowel voor landbouw- als voor industriële produkten. Dit moet volgens plan gebeuren op een vergadering in mei 1964 van de landen die toegetreden zijn tot het General Agreement on Tariffs and Trade, een groep waartoe de Sowjetunie niet behoort. Uit deze besprekingen kunnen nieuwe regelingen voortkomen die het handelsverkeer voor lange jaren bepalen en die een onmiddellijke weerslag hebben, niet alleen op de Europees-Amerikaanse ruil maar op het handelsverkeer waarbij de ontwikkelingslanden nauw betrokken zijn. Dan zal men ook weten of Klein Europa werkelijk besloten is af te zien van protectionisme, autarkie en preferentiële bindingen met zijn voormalige kolonies.
Al neemt de buitenlandse handel van de Sowjetunie bijzondere vormen aan die hem tegelijkertijd soepeler maar ook wispelturiger maken, en al houdt hij zich buiten het verkeer van de overgrote meerderheid van de industrielanden, toch heeft Moskou een algemeen politiek belang bij hetgeen op de Kennedy Round gaat gebeuren. Al zegt men dat de vlag de lading dekt, toch is het vaak zo dat de lading de vlag in huis brengt. Tot op heden is Sowjet-Rusland slechts met stoten binnengedrongen op de markten van Afrika en Zuid-Amerika. Alles bij elkaar blijft het Westen ook nog de beste klant in Azië en het Nabije Oosten. Bij die toestand worden de belangen van de Sowjetunie als grootmogendheid en als voorvechter van het wereldcommunisme niet gediend zoals haar bewindslieden het wel zouden wensen. Het is daarom kenschetsend dat in mei van vorig jaar bij het bezoek van de President van Mali, Mobito Keita, Premier Chroesjtsjow een lans brak voor het bijeenroepen van een Economische Wereld Conferentie onder auspiciën van de Verenigde Naties. Hij deed daarbij een aanval op de ‘neokolonialistische’ politiek van de E.E.G. op een ogenblik dat te Brussel over een nieuwe overeenkomst met de Afrikaanse landen werd onderhandeld. Sedertdien heeft de Assemblee van de U.N.O. het bijeenroepen van zulk een conferentie goedgekeurd voor de Lente van 1964. Op de agenda van die bijeenkomst willen de Sowjets o.m. volgende punten vermeld zien: oprichting van een handelsorganisatie - om de G.A.T.T. te kelderen? - en om maatregelen te nemen tegen de ongelijkheid in de handel tussen industrie- en ontwikkelingslanden, en tegen alle elementen van ‘druk, discriminatie en economische agressie’.
In de rechtstreekse handelsbetrekkingen tussen de Verenigde Staten en Rusland worden ook nieuwe horizonnen geopend. Voor de Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken getuigde Staatssecretaris Dean Rusk op 12 augustus 1963 dat er in Moskou bij de onderhandeling over
| |
| |
het kernstopakkoord geen sprake van handel was geweest, maar hij voegde er aan toe ‘.... I just do not want to leave the impression that there won't be or cannot be further contacts on some of these trading issues’. Ondertussen verkoopt Amerika nu ook graan aan de Sowjetunie met een kredietverlening voor de duur van achttien maanden, gewaarborgd door de nieuwe Export-Import Bank. De mogelijkheid bestaat dat het ook kunstmeststoffen of, wat waarschijnlijk lijkt, chemische installaties zal kunnen verkopen als de Britten of West-Europeanen geen betere verkoopsvoorwaarden aanbieden. Immers de Russische schuld van het Kerensky-regime staat nog altijd open en daarbij is zich de Lend-Lease-schuld van de Tweede Wereldoorlog komen voegen, die de Amerikanen volgens de voorstellen van 1959 met een terugbetaling van 800 miljoen dollar willen geregeld zien. En vergeten wij daarbij niet dat de Johnson Act van 1934 nog steeds van kracht is, dat krachtens de Trade Agreements Extension Act van 1951 de Sowjetunie niet langer geniet van de condities der meest-begunstiging met o.m. als gevolg de restrictieve maatregelen voor het zeevervoer van Amerikaanse exporten. De Mutual Defense Assistance Control Act, door het Congres in 1951 gedurende de Korea-oorlog goedgekeurd, verbiedt ten slotte de Amerikaanse regering goederen met strategische waarde aan de Sowjetunie en haar bondgenoten te leveren. Aldus blijft de President aan het Congres gebonden wanneer hij economische toenadering met de Sowjetunie nastreeft en is het Congres voldoende gewapend om een naar zijn zin al te inschikkelijke President in bedwang te houden. In het bepalen van zijn politiek tegenover de Sowjetunie moet de Amerikaanse President steeds rekening houden met de gezindheid op het Capitool; dit had President Kennedy ondervonden en zijn opvolger Johnson maakt nu dezelfde ervaring
mee.
Van Roosevelt naar Kennedy en Johnson blijft het zoeken naar een modus vivendi tussen de Verenigde Staten en de Sowjetunie een van de hoofdcomponenten van de wereldvrede. De Amerikaanse tradities en de ideologische gebondenheid van het Kremlinbewind vergemakkelijken hun taak niet. Zij schijnen elkaar nog het best te kunnen vinden wanneer er beweging komt in het Verre Oosten. Hun economische betrekkingen worden belemmerd zowel door de Amerikaanse restrictieve praktijken als door het handelsmonopolie van de Sowjetstaat. Als men de holle frazen van de coëxistentie wil doorbreken, dan zou een proef kunnen worden gewaagd met de ruil van goederen en diensten tussen de twee Groten. De vraag is dan, of het Sowjet-socialisme dit experiment zou overleven.
|
|