worden herzien. Tijdens de grote staking stonden vele lagere geestelijken zeer sympathiek t.o.v. de stakers, maar ook vele bisschoppen en zelfs de Primaat van Spanje, Kardinaal Pla y Deniel, toonden begrip voor hun eisen. Het enige niet-gecensureerde blad, dat van de katholieke Actie, pleitte met enig voorbehoud voor erkenning van het stakingsrecht en beriep zich hierbij op de laatste Pauselijke sociale encycliek ‘Mater et Magistra’.
Alhoewel de regering beweerde, dat alles het werk was van in het buitenland verblijvende communisten en vrijmetselaars, en daarbij vooral dacht aan de uitzendingen in het Spaans van radio Praag, viel het op, dat zij vrij gematigd tegen de stakers optrad en haar uiterste best deed om tot een vreedzame regeling van het conflict te komen. Dit is tenslotte gelukt; zowel de lonen van de mijnwerkers als die van de arbeiders bij de spoorwegen werden verhoogd en begin juni gingen de meesten weer aan het werk.
Hiermee is de kous echter niet af. De Spaanse mijnwerkers hebben aangetoond, dat het in Spanje mogelijk is lijnrecht tegen de opvattingen van het officiële vakverbond in te gaan en de andere arbeiders hebben dit begrepen. Franco zal er rekening mee moeten houden, dat de toenemende en door hem gewenste industrialisatie en ook het grotere contact tussen Spanje enerzijds en de Verenigde Staten en West-Europa anderzijds met zich meebrengen, dat de gelegenheid groter wordt om de toestanden in Spanje te vergelijken met die elders; hieruit trekt ook de Spaanse arbeider zijn conclusie en langzaam ontstaat er zodoende een nieuwe mentaliteit, die steeds sterker gericht zal worden op een herziening van de verhouding tot de staat. Deze mentaliteit zal nog bevorderd worden als Spanje zich - zoals het in februari heeft verzocht - zou kunnen associëren met de EEG.
Franco heeft blijk gegeven dit enigszins te hebben begrepen, getuige zijn rede op 27 mei, waarin hij doelde op de invoering van liberale maatregelen, en zijn uitlating op een eerder gehouden kabinetszitting, dat de organisatie der vakbeweging moest worden herzien om nieuwe stakingen te voorkomen. Er zijn echter ook tekenen, die er op wijzen, dat Franco weinig begrip heeft voor de democratische verlangens en hierbij verwijzen wij naar zijn reactie op het gebeuren te München.
In deze Zuid-Duitse stad werd op 7 en 8 juni een congres van de Europese Beweging gehouden. Onder de delegaties uit verschillende landen waren er 2 Spaanse n.l. een officiële o.l.v. de politicus Gil Robles en een bestaande uit een veertigtal republikeinse ballingen o.l.v. Salvador de Madariaga. Ongeveer 2/3 van de officiële delegatie werkte samen met de republikeinse en bij monde van De Madariaga legden zij het congres een verklaring voor, waarin zij uitspraken, dat integratie van een Europees land in het Ene Europa slechts mogelijk zou zijn, als er in dat land democratische ideeën werden toegepast; voor wat Spanje betrof stelden zij de eis van representatieve, democratische regeringsinstellingen, persoonlijke vrijheid, opheffing van de regeringscensuur en vorming van vrije vakverenigingen. Het was voor het eerst na het einde van de Spaanse burgeroorlog in 1939, dat beide Spanjes samenwerkten en het werd dan ook als een zeer belangrijke ontwikkeling beschouwd. Pogingen van Madrid om de regering in Bonn er toe te brengen om de oorspronkelijk als motie ingediende verklaring te doen intrekken, daar het een revolutionaire daad tegen Spanje was, mislukten. Wel besloten de Spanjaarden in München de resolutie niet ter stemming te brengen, maar uit de toejuichingen na de rede van De Madariaga bleek duidelijk