durfde te zeggen, dat het overwegingen van zelfverdediging in acht moest nemen. Hoe was het mogelijk, dat men kon praten over zelfverdediging terwijl het ging over de vernietiging van de wereld, die zo duidelijk werd voorbereid? Dat was wel een staaltje, aldus werd besloten, van de merkwaardige logica die Amerika er op nahield.
Het zal bekend zijn, hoe de Conferentie van Belgrado, in september 1961, het morele geweten van het mensdom zei te vertegenwoordigen. Met grote letters werd aangekondigd, dat deze stem van het wereldgeweten bestond in de nadruk op vrede boven kolonialisme en dit was ongetwijfeld te danken aan de moedige pogingen van Nehru. Met de speech van Nehru, zo schreven hier de kranten, ‘had de conferentie haar authentieke stem gevonden’.
Uit dergelijke uitingen blijkt het bewustzijn der Indiërs dat zij een zending aan de wereld hebben, een zending, waaraan zij met fanatiek geloof vasthouden. Een uitlating zoals van het Amerikaanse weekblad Time, dat spreekt over de ‘self styled conscience of mankind’, die haar kompas verloren heeft, bevat een ongetwijfeld typisch westerse gedachte, maar zij miskent volgens de Indiërs de zaak waar het over gaat. Men kan hier met een meewarige bewondering spreken over de moeite die Indiërs zich getroosten moeten om Amerikanen en Engelsen duidelijk te maken, waar het in de Indiase politiek over gaat. Deze volken schijnen te menen, dat India een zelfde kijk op de zaken heeft als zij. Dit is echter een fundamentele misvatting. India strijdt moedig en onvermoeid voor de hoogste morele waarden, terwijl andere volken zich verwarren en verliezen in kwesties als zelfverdediging, ‘power politics’ en andere belangen. De onverdeelde bewondering voor de ‘geweldige’ figuur van Russell en zijn ‘ban de bom’-actie heeft zelfs tot een politieke altercatie met Engeland geleid, waarbij men volledig langs elkaar heen praatte. Wat zo fascinerend is in de figuur van Russell - teste Nehru - is zijn compromisloze houding: geen bom, wat de andere partij ook doet!
Men wil wellicht toegeven, dat de Indiërs overtuigd streven naar: vrede boven alles. Men wil bovendien aannemen, dat ze serieus geloven de eersten te zijn in de geschiedenis der mensheid die alles voor dit doel over hebben. Men kan tenslotte aanvaarden, dat zij in deze hoge rol een wat ongeduldig medelijden hebben met al die imperialisten, die dit voorbeeld niet zien of volgen. Maar het blijft moeilijk om principes, die ons contradictoir schijnen, met elkaar te verenigen. Eén voorbeeld is het gebruik maken van geweld. Het Indiase pacifisme dat Langs Gandi tot de grondstellingen van het Hindoeïsme teruggaat, keert zich tegen alle gebruik van geweld. Wanneer het echter over Goa gaat, horen we andere geluiden. Geweld tegen Goa is vernietiging van kolonialisme - niet zozeer reëel misschien als wel symbolisch - en dit is zo'n heilige zaak, dat het gebruik van geweld hier niet zou vallen onder het algemeen verbod van het Charter van de U.N.O.
Een gevolg van dit pacifisme is ‘non-alignment’ of het eigenlijke neutralisme. In het Westen heeft men langzamerhand neutralisme aanvaard als een andere en essentieel nieuwe vorm van neutraliteit. Zulk een verschil bestaat er in Indische ogen niet. Zwitserlands neutraliteit en India's neutralisme worden als wezenlijk identiek gezien. Dit neutralisme is een kwestie die met scrupuleuze nauwgezetheid wordt geobserveerd. Het betekent, dat men zorgvuldig zijn distantie tegenover de twee wereldmachten bewaart. Toen Rusland zijn kernproeven hervatte ging de Indische oppositie uit niet tegen Rusland maar tegen