Streven. Jaargang 15
(1961-1962)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het sociaal getuigenis van de kibboets in Israël
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||
leven, vindt men de aanwezigheid van de kibboets. Een derde van de ministers, een vierde van de volksvertegenwoordigers en de meerderheid van de jonge officieren in het leger zijn ‘kibboetzniks’, leden van een kibboets. De kaders van vakbonden, administratie, jeugdbewegingen zijn grotendeels gevormd uit ‘kibboetzniks’. Men schat dat 250.000 Israëli, d.i. ¼ van de bevolking, enkele jaren in een kibboets hebben doorgebracht. Het sociaal dynamisme dat de meesten van hen bezielt, hebben zij aan het verblijf in deze communauteiten te danken. De kibboets is dan ook oneindig veel meer dan een sociologisch curiosum zoals men er ook elders wel kan vinden: hij vormt de kern van het Israëlisch socialisme, hij is het die van Israël een werkelijk ‘sociale Staat’ maakt, die vele andere landen, vooral ontwikkelingslanden, tot voorbeeld kan strekken. Een verblijf van enkele weken in zulk een gemeenschap is niet alleen maar een interessante experiëntie: het is zo'n prachtige en rijkmenselijke ervaring, dat men er graag - en met enthousiasme - van wil getuigen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Leven en organisatie van de kibboetsDe eerste kibboets werd reeds in 1909 gesticht in Degania, helemaal aan de zuidelijke oever van het meer van Kinnereth (Genesareth). De kibboets is een communautaire landbouwkolonie, een soort van collectivistisch dorp, dat beheerd wordt door de algemene vergadering van al zijn leden. Wettelijk is het een coöperatie met volledige economische autonomie. Alle goederen behoren er tot de gemeenschap. Het werk, het levensonderhoud, de verkoop van de produkten, alles is er collectief georganiseerd. Zij die er werken, ontvangen geen loon, zij krijgen echter een woning, meubelen, voedsel, kleding en alle sociale diensten. Ieder beschikt over een aparte woning, maar de maaltijden worden in gemeenschap genomen. De kibboets zorgt verder in de ‘kindertehuizen’ voor het onderhoud en het onderricht van de kinderen, tot hun achttiende jaar. De bevolking van een kibboets kan gaan van 60 tot 2000 leden. Zulk een nuchtere beschrijving zal natuurlijk niet veel geestdrift wekken. Bovendien stelt men er zich gewoonlijk niet veel meer van voor dan dat een handvol utopisten, die eens origineel willen doen, hier een min of meer primitief leven komen leiden in dienst van hun communistisch ideaal. Hun collectivisme, zegt men dan b.v., maakt alle individueel en familiaal leven principieel en radicaal onmogelijk. Doch is dit de werkelijkheid? Laten we het eens van dichterbij bekijken. Als voorbeeld nemen we de kibboets van Yifat, waar ik enkele weken heb mogen verblijven. De kibboets ligt op 15 km van Nazareth in de vallei van Jizreel. Toen de eerste pioniers er zich kwamen vestigen, waren hier alleen moerassen en onbewoonbare rotsachtige terreinen. De vallei is thans de vruchtbaarste van het land, de kolonie telt 403 leden, mannen en vrouwen. Samen met hun kinderen, ouders en een honderdtal tijdelijke gasten vormen zij een gemeenschap van ongeveer 850 personen. In vergelijking met andere kibboetsen is Yifat al een tamelijk grote en een bijzonder voorspoedige kolonie. Het werk begint er 's morgens om 6 u. Er wordt geen enkel teken gegeven: ‘ze worden gewekt door hun geweten’, zegt me een nieuwgekomen gast, die nog niet bekomen is van zijn eerste enthousiasme. De vrachtwagen die ons naar het werk rijdt, is speciaal ingericht voor dit personentransport en voorzien van een radio. De rit duurt juist lang genoeg om even naar het ochtendnieuws te | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||
luisteren. Daarmee schijnt trouwens aan een nationale behoefte te worden voldaan. Ook intercommunale bussen zijn voorzien van een radio, voor muziek onderweg, maar vooral voor het nieuws. De boomgaard waar we gaan werken is ontzaglijk groot: 70 ha appelbomen en perelaars. In het begin stond men in Tel-Aviv erg sceptisch tegenover het plan om in deze onvruchtbare en ongezonde streek fruitbomen te gaan planten. Maar de kibboetzniks, die meestal stadsmensen zijn, wilden toch zelf maar eerst eens proberen. En het is hun nog gelukt ook: de boomgaard is op het ogenblik hun voornaamste bron van inkomsten. Ze beschikken trouwens over de meest moderne hulpmiddelen. De bewatering geschiedt door middel van gemakkelijk verplaatsbare aluminiumbuizen; voor het sproeien van de insekticiden en het wieden gebruikt men geperfectioneerde machines. De geplukte vruchten worden in wagentjes gelegd die in de kibboets zelf ontworpen zijn en nu in serie vervaardigd worden voor heel het land; na het werk slepen tractoren deze wagentjes in een lange sliert naar het trieercentrum, waar de vruchten voorzichtig uitgeschud worden op een rollende band, gesorteerd en in kassen gedaan. De appelen en peren worden gewoonlijk groen geplukt en dan in de kibboets zelf of in Tel-Aviv in grote koelkamers opgeslagen, zodat ze kunnen verkocht worden naargelang de behoeften en tegen de beste prijzen. De mechanisatie en rationalisatie worden in de hand gewerkt door drie sociale grondbeginselen: 1. De kibboets gebruikt geen gesalarieerd werkvolk, omdat dit beschouwd wordt als een uitbuiting van de mens en slechts zelden wijkt men van dit principe af. Men ziet zich dus verplicht de produktiviteit van de leden zo hoog mogelijk op te drijven. 2. De arbeider moet in zijn werk zo veel mogelijk voldoening vinden. De werkvoorwaarden moeten dus steeds verbeterd worden. 3. De kibboets heeft steeds een pioniersrol willen spelen in de economische, vooral in de agrarische ontwikkeling van Israël. Op zichzelf leeft de kibboets in een systeem dat geen geld kent, maar wil hij zijn plaats krijgen in de nationale economie, dan moet hij ook zijn rendabiliteit en zijn efficiëntie kunnen bewijzen. In de voormiddag wordt het werk een half uurtje onderbroken. Zij die in de buurt van de refter werken, krijgen daar een tweede ontbijt; de anderen eten ter plaatse wat fruit en hetgeen ze 's morgens uit de refter hebben meegebracht. Om 11.30 u. wordt het middagmaal genomen in de gemeenschappelijke refter, daarna is er siësta tot 2 u. In andere kibboetsen gaat men direct door met het werk, om 's avonds vroeger klaar en bij de kinderen te zijn. Er is natuurlijk nog ander werk dan alleen maar de boomgaard. De kibboets van Yifat bezit een veestapel van 312 stuks, waarvan 160 koeien, die elk gemiddeld 6000 liter melk per jaar geven. In de kibboets van Magen, in volle woestijn, hebben 54 koeien onlangs het nationale record - en meteen het wereldrecord - gebroken met 7052 liter. De melkproduktie van de Israëlische koeien ligt hoger dan die van de Hollandse. Daar staat tegenover dat ook de produktiekosten veel groter zijn: de melk wordt gesubsidieerd door de Staat. Ook hier gebeurt alles weer mechanisch. Voor de verdeling van de melk zorgt Tnouva, de grootste coöperatie van landbouwprodukten in Israël. Ze zet 70% van de totale produktie af, heeft 3500 arbeiders in dienst en bezit in Tel-Aviv de grootste melkerij van het Midden-Oosten: 600 arbeiders, 2 miljoen liter melk per week. Dit coöperatief bedrijf staat onder controle enerzijds van de kibboetzim en de moshavim (coöperatieve verenigingen van kleine landeige- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||
naars) en anderzijds van de Histradout (het algemeen arbeidersverbond), waar de kibboetzim en moshavim bij aangesloten zijn. Daarnaast bezit de kibboets van Yifat een hoenderpark van 300.000 stuks, waaronder 13.000 à 15.000 legkippen en een enorme broedmachine met een capaciteit van 100.000 eieren. Verder wordt er graan, veevoeder en katoen verbouwd. De vrouwen werken bijna allemaal in de kindertehuizen, in de keuken, de wasserij of de ateliers waar de kleren versteld worden. Slechts weinige vrouwen verrichten nog mannenarbeid, zoals het oorspronkelijk gebruikelijk was: het was toen niet alleen nodig, men maakte er ook een principe van. Op het ogenblik gebeurt dit nog uitsluitend als het werkelijk nodig is en er te weinig werkvolk beschikbaar is. Vrouwen op tractoren zijn een zeldzaam verschijnsel geworden en worden helemaal niet meer als heldinnen beschouwd. ‘De natuur herneemt haar rechten’, zegt men ons, ‘en zo is het goed’, voegt men er aan toe. Om 5 u. is de werkdag ten einde. Iedereen keert terug naar huis, ook de kinderen. Stoere mannen brengen hun baby in de armen of in een kinderwagen naar huis. Na de douche neemt men het vieruurtje in het gezin. Samen met hun vrouw en kinderen zitten de mannen in de schaduw op het grasperk voor hun huis. Dit is het meest sympathieke ogenblik van de dag, de tijd van het gezin. De ouders praten, spelen met de kinderen, houden zich bezig met hun huistaken en lessen. De jonge mensen zoeken hun vrienden op, gaan zwemmen in het zwembad van de kibboets. De jeugd is hier gezond en vitaal. De kinderen krijgen een verzorging zoals nergens in het land. Het cijfer van de kindersterfte in de kibboetzim is veruit het laagste van heel Israël, met uitzondering dan van enkele gespecialiseerde opvoedingsinstituten. Onderstaande tabel demonstreert dit duidelijk:
De collectieve opvoeding is een van de meest betwiste punten van dit systeem, zowel in de kibboets zelf als erbuiten. De eerste pioniers waren hoofdzakelijk jonge mannen en meisjes: in het kind en het gezin zagen zij een bedreiging voor het gemeenschapsleven. De jonge Joodse socialisten die tussen de twee wereldoorlogen uit Europa kwamen, waren nogal sterk beïnvloed door de idee van de ‘vrije liefde’. Kinderen hoorden in de eerste plaats aan de collectiviteit toe en de rechten van deze laatste gingen voor die van het gezin: de opvoeding zou een communistische zijn. Zowel principieel als in de praktijk is er op dit ogenblik wel veel veranderd. Om zich in een kibboets werkelijk thuis te voelen, moet men in gezinsverband kunnen leven. Het gezin wordt algemeen en met overtuiging beschouwd als de cel van iedere gezonde samenleving, de kinderen horen van nature in de eerste plaats aan de ouders toe. Als ik een arbeider een handvol peren in zijn zak zie stoppen, hetgeen geoorloofd is, verklaart hij mij: | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||
‘Die neem ik mee voor mijn kinderen’, en fier voegt hij er aan toe: ‘Ik heb vijf kinderen, ik ben een rijk man. Zij zijn mijn enig bezit in de kibboets, maar heeft een mens méér nodig?’. Buiten het vieruurtje nemen de kinderen al hun maaltijden in het kindertehuis. Na het souper keren ze terug naar huis tot ze gaan slapen. In de gematigd socialistische of in de religieuzeGa naar voetnoot3) kibboetsen leggen de ouders hun kinderen zelf te slapen. In de meer marxistisch georiënteerde kibboetsen is dit in principe verboden, maar ook hier herneemt de natuur haar rechten en laat men oogluikend begaan. Sommige kibboetsen gaan nog verder. In de religieuze kibboets van Beerot-Yitshaq b.v. eten de ouders 's avonds samen met de kinderen en de kleintjes van 3 tot 14 jaar slapen thuis. Op sommige plaatsen slapen zelfs alle kinderen thuis. In de praktijk brengt dit grote kosten mee: nieuwe huizen moeten gebouwd worden en de vrouwen moeten vrijgesteld worden van een deel van het werk dat ze anders kunnen doen. Over het algemeen hebben de mensen hier de indruk dat ze minstens even dicht bij hun kinderen leven als om het even wie. Welke ouders hebben nog de tijd om hun hele avond, vanaf 4-5 u., aan hun kinderen te wijden? Hoeveel ouders zijn er nog die het hele weekend thuis doorbrengen? Een kibboets is overigens niet uitgestrekt, de huizen waar de kinderen verblijven liggen vlak bij de woning van de ouders of bij de werkplaatsen. De moeders zien hun kinderen 's morgens, 's avonds én zelfs gedurende het werk. Wat hier ook van zij, één ding is zeker: men ontmoet hier prachtige, gelukkige gezinnen. En de kibboets is helemaal niet meer die anti-familiale instelling die men er in het begin in kon zienGa naar voetnoot4). De avond brengt men in principe thuis door. In de gevestigde kibboetsen, d.w.z. die langer dan tien jaar bestaan, heeft ieder gezin een appartement met twee kamers, sanitair, douche en waterverwarmer. De huizen zijn meestal lange bungalows, die twee tot acht appartementen bevatten. Ieder gezin heeft een tuintje voor de deur, dat met ere onderhouden wordt. De meubilering is sober, maar comfortabel en smaakvol. De (privé) bibliotheek is goed voorzien. Ieder gezin heeft een radio, vele een platendraaier. Wat de meubels, de klederen en de kantien betreft, bestaat er geen uniformiteit meer. In het begin was dit wel het geval, maar men heeft ingezien dat de ontplooiing van de persoonlijkheid een zekere vrijheid van individuele smaak en keuze vroeg. Jaarlijks ontvangen alle leden van de kibboets een aantal ‘punten’, waarmee zij kunnen ‘kopen’ wat ze willen. Werkkleding wordt hun gegeven. Alles natuurlijk naar de mogelijkheden van iedere kibboets. Dit geldt ook voor het vakantiegeld. Er wordt ook een beetje zakgeld gegeven, in principe heel weinig, zelfs in de rijke kibboetsen: gemiddeld tussen 1000 en 2000 B. Fr. per jaar en per lid. Kleine geschenken van buiten mag men ontvangen: men moet zelf maar aanvoelen hoe ver men daarin kan gaan. Voor grotere geschenken is een toestemming van de communauteit nodig. Geld dat men krijgt, erft of buiten de kibboets verdient, wordt in de gemeenschappelijke kas gestort. Na 1945 hebben b.v. vele kibboetsen zich beter uitgerust met het geld van de herstelbetalingen welke de Duitse regering aan talrijke Joodse families verschuldigd was. Werkt een lid van de kibboets elders in het land, hetzij als minister, vakbondleider of busconducteur, | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||
dan moet hij zijn salaris volledig aan de kibboets afstaan. De kibboets laat hem houden wat hij nodig heeft voor een sober bestaan met zijn gezin. Aangezien het systeem helemaal op wederzijds vertrouwen steunt, bepaalt de geïnteresseerde zelf hoe veel hij voor zich kan houden. Ook een buitenlandse gast komt heel gemakkelijk in menselijk contact met de leden van deze communauteiten. Velen van hen zijn zowel intellectueel als sociaal heel wakker. Alles wat er in de wereld omgaat, interesseert hen: ideeën, wetenschap, techniek. Graag spreken ze over hun groot verlangen om bij te dragen tot het totstandkomen van een nieuwe wereld in Israël, in het Nabije Oosten, in Europa, in de landen van de Derde Wereld. Het sociale ideaal van deze mensen is er een van een grote openheid en universaliteit; hun moreel evenwicht en hun gezond oordeel zijn werkelijk merkwaardig; hun dagelijks leven is ontegenzeggelijk een prachtig getuigenis van oprechtheid en trouw. Niet alle avonden zijn vrij. Als de kinderen naar bed zijn en het nieuws van 21 u. voorbij, begint het publieke leven. De zaterdagavond is er een algemene vergadering van alle leden. De dagorde wordt opgesteld door het secretariaat. Men discussieert er over alle problemen van de kibboets, ook de minder belangrijke als die niet op bevredigende wijze kunnen opgelost worden door het bevoegd comité. Voor grote aangelegenheden wordt er gestemd. Alle leden kunnen aangewezen worden om in een van de verschillende comité's te zetelen, die iedere week één of meer keren samenkomen. Er is er een voor de exploitatie, dat als het consultatief orgaan van het secretariaat de lopende zaken van de onderneming behandelt; een arbeidscomité, dat de arbeiders verdeelt over de verschillende takken van het bedrijf en de man bijstaat die elke avond ieder zijn taak geeft voor 's anderendaags; een comité voor de opvoeding, dat zijn handen vol heeft met de suggesties, verlangens en wensen van de ouders; een comité voor de cultuur, voor de gezondheid, voor de veiligheid, voor hulp aan de ouders, enzovoort. De uitvoerende macht is in handen van het secretariaat. Dit telt 5 tot 10 leden, waarvan 3 tot 5 full-time. De secretaris en zijn assistenten worden aangewezen door de algemene vergadering, gewoonlijk voor twee jaar. Alle leden kunnen verkozen worden voor elke functie. In de goede kibboetsen houdt men natuurlijk rekening met de leidersgaven en andere kwaliteiten. Het Israëlisch socialisme van de kibboets bestaat aldus uit een heel concreet samenspel van arbeid en beheer, van gezinsleven en gemeenschapsleven, van personalisme en collectivisme, van reglementering en vrijheid, van empirisme ook en ideologie. | |||||||||||||||||||||||||||||
De grondslagen van het Israëlisch socialismeAan de concrete ontwikkeling van de kibboets liggen vier fundamentele historische gegevens ten grondslag: 1. De eerste pioniers kwamen meestal uit Rusland. Vooral gedurende de derde ‘alyah’ (immigratie), tussen 1918 en 1923, was hun invloed beslissend. De beweging was toen in volle opbloei. Zij waren actieve getuigen geweest van de communistische revolutie en waren sterk beïnvloed door het marxistisch revolutionaire socialisme. Het waren meestal jonge mensen, intellectuelen, ongehuwd; ze hechtten weinig belang aan materiële behoeften en stonden klaar voor alle werk. 2. De pioniers waren bezield door een sterk Joods nationalisme. Eeuwen- | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||
lange vervolgingen hadden hun geleerd dat een mens zich slechts ten volle en in vrijheid kan ontplooien in een eigen vaderland. Dit vaderland wilden zij zelf opbouwen. 3. Het marxisme had hun geleerd dat de aliënatie van de Joodse mens slechts ongedaan gemaakt kon worden door middel van de handarbeid. Zij waren overtuigd dat de toekomst behoorde aan de vrije handarbeiders. 4. Het ideaal van de landarbeid is uit verschillende factoren gegroeid. In de eerste plaats was het gewoon noodzaak: er waren op dat ogenblik geen andere mogelijkheden om zich in Israël te vestigen. Men moest in zijn bestaan onafhankelijk zijn en vrij zien te blijven van de Arabieren: men moest dus de grond bezetten en zich organiseren in gemeenschappen die voor hun eigen verdediging konden instaan. Op de tweede plaats heeft een late invloed van Jean-Jacques Rousseau en de Joodse liefde voor de natuur hier een rol in gespeeld. Ten slotte wilde men bewust reageren tegen het verleden: in de plaats van het oude type van de Jood, die in de grote steden een klein, gedegradeerd en vervolgd parasietenbestaan leidde, wilde men een nieuw type scheppen: de nationalistische pionier van de landarbeid, die fier, stoer en vrij zijn eigen bestaan in handen neemt. Terwijl de pioniers in de kibboetsen de synthese van hun socialisme, hun nationalisme en hun wil om een nieuwe wereld te bouwen in de concrete realiteit trachtten gestalte te geven, hadden andere Joden, denkers die zich ook voor de sionistische bevrijding hadden ingezet, geleidelijk een socialistische filosofie ontwikkeld van een heel bijzondere soort: het sionisme-socialisme. Zoals alle moderne Israëli houden ook de leden van de kibboetsen zich ver van alle ideologie. Maar zij hebben de geschriften van hun theoretici gelezen. Zij kennen Moshe Hess (1812-1875), Nahman Syrkine (1886-1924), Ber Borochov (1881-1917), Aharon David Gordon (1856-1922), Berl Katznelson (1887-1944), Haym Arlosorof (1899-1933). Al deze mannen hadden in hun studies en geschriften steeds de concrete actie op het oog. ‘Een sociale ideologie op zichzelf, schrijft een van hun commentatoren, is nonsens. Het belang van een ideologie laat zich niet meten naar het aantal van haar formules en hypothesen, maar naar de kracht waarmee ze aanzet tot de handeling en tot de hervorming van de realiteit’Ga naar voetnoot5). Dit realisme van de gedachte is een van de voornaamste karakteristieken van het Israëlisch socialisme. Een tweede kenmerk is de primauteit van de mens en van het geestelijke in de mens. Het socialisme van de eerste pioniers steunde niet alleen op het marxisme, doch ook op het sionisme, d.i. op het Joods nationalisme. De grondslagen van het socialisme zochten zij vaak eerder in de Bijbel dan in Marx. Voor de Israëli is Marx trouwens een Jood zoals zij, die zoals zij zijn inspiratie vond in bijbels-judaïsche tradities. Buiten de beslist marxistische vleugel is het Israëlisch socialisme niet anti-religieus. De godsdienstige kibboetzim hebben werkelijk een synthese weten te realiseren tussen godsdienst en socialisme en het zou voor de christelijke democraten overal ter wereld de moeite waard zijn deze synthese beter te leren kennen. Ook zij die niet meer in God of in de onsterfelijkheid geloven, blijven vasthouden aan een geestelijk element in de mens, dat moet geëerbiedigd worden als een essentiële werkelijkheid en dat in de wereld | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||
een hiërarchie van waarden sticht. Volgens deze waardenschaal is de mens geroepen om de wereld van de materie te beheersen, met name de wereld van de economische wetten. Economisch zijn de kibboetsen op dit menselijk credo opgebouwd. De arbeid wordt niet gesalarieerd, omdat men alle gevaar voor uitbuiting van de mens radicaal wil uitsluiten; de kibboets omvat bij voorkeur verschillende werkterreinen, ambachtelijke en agrarische, omdat de arbeider aldus meer kans heeft vreugde te vinden in het werk dat hem ligt. Deze principes stellen moeilijk oplosbare problemen en zijn vaak oorzaak van een verminderde rendabiliteit. Maar het doel blijft vóór alles: het herstel van de natuurlijke orde in de menselijke samenleving en de offers die men daarvoor moet brengen, zijn nooit te groot. De economie wordt hier weer wat ze werkelijk is: een menselijke activiteit die onderworpen is aan morele wetten en aan de vrije wil van mensen. Natuurlijk zijn er ook economische wetten die men in acht dient te nemen, maar het is de mens die deze wetten schept. Deze ambitie om de wereld van de materie geestelijk te beheersen, vindt men overal in Israël. Wanneer het hoofd van een planbureau in Qiriat Gat het systeem voorstelt dat men in de zone van Lakhish wil gaan toepassen, stelt hij dit met klem in het perspectief van een ‘planning for human being, not for technology’. Mijn verwondering hierover was spoedig verdwenen, toen ik vernam dat deze man verschillende jaren in een kibboets had gewerkt. De politiek van economische ontwikkeling is helemaal door de mystiek van de kibboets geïnspireerd: tot elke prijs wil men een land bouwen voor de Joodse mens. In de ontwikkelingsgebieden van het Zuiden is het voor ieder bezoeker duidelijk dat men hier in de eerste plaats werkt om de mens gelukkig te maken. Dezelfde zorg komt tot uiting in de tewerkstellings- en woningpolitiek. Er zijn op dit ogenblik in Israël geen daklozen meer, geen immigrantenkampen en slechts 7000 werklozen. Om duidelijk te zien welke economische en sociale wonderen hier gerealiseerd zijn, geven we hieronder de cijfers van de immigratie na de oorlog:
Op dit ogenblik neemt het aantal immigranten weer geweldig toe, ingevolge de gebeurtenissen in Noord-Afrika. Wat hier gepresteerd wordt om al deze mensen werk en huisvesting te verschaffen, zou niet mogelijk zijn in een maatschappij waar geld en winstbejag de voorrang hebben op de diepste humanistische aspiraties en de zin voor het algemeen welzijn. De eerbied voor de geestelijkheid van de mens impliceert de eerbied voor zijn politieke, filosofische en religieuze overtuigingen en dus noodzakelijkerwijze een pluralisme. Het collectivisme van de kibboets heeft een groot respect voor ieders vrijheid en opinie. Om met anderen, die er een verschillende levensbeschouwing of praktijk op na houden, samen te leven, is het helemaal niet | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||
nodig dat men zich met geweld naar die andere levenshouding laat plooien. De beweging omvat dan ook verschillende groeperingen, waarin ieder zijn plaats vindt overeenkomstig zijn politieke en religieuze voorkeur. Hetzelfde pluralisme bestaat in de schoot van de Histadrout, het algemeen arbeidersverbond, dat sterk onder de invloed van de kibboetsen staat. Het is eigenlijk een eenheids-syndicaat, maar het is zo gestructureerd, dat de verschillende sociale groepen en opinies er in vertegenwoordigd zijn, een formule die men bij ons niet kent. Hetzelfde geldt ook in de ontwikkelingszones. Het systeem van Lakhish b.v. stelt ieder basisdorp in staat zijn eigen vorm en graad van socialisatie, zijn eigen religieuze houding, zijn eigen etnische samenstelling te kiezen. Op het niveau van deze basisgemeenschappen wordt geen enkele immigrant uit Noord-Afrika b.v. in een Roemeense moshav ingelijfd, geen enkele areligieuze immigrant in een religieuze moshav, geen enkele vrijheidslievende immigrant in een streng collectivistische moshav. In plaats van in een moshav kan iedereen ook vragen opgenomen te worden in een of andere kibboets van zijn keuze. Het pluralisme veronderstelt ten slotte dat socialisering en collectivisme geen synoniem worden van verstaatsing en nationalisatie. ‘Naar het oordeel van Syrkine zal de Joodse socialistische Staat geen geconcentreerde, door de Staat gedirigeerde economie hebben; het zal een federatie zijn van collectivistische groepen, d.w.z. een niet gecentraliseerde economie, een economie die niet door de Staat gedirigeerd wordt maar door allen’Ga naar voetnoot6). De socialisten vragen dan ook geen nationalisaties. De Histadrout is een vrij vakverbond; ‘Egged’, het grootste bedrijf voor personenvervoer, is een coöperatieve maatschappij onder privé beheer, aangesloten bij de Histadrout; 90% van de grond is nationaal bezit, maar de woningpolitiek streeft ernaar, ieder gezinshoofd over 10, 15, 20 jaar een huis in eigendom te geven; in de industrialisatiezones wordt het privé initiatief krachtig gestimuleerd door de Staat; de Hebreeuwse universiteit van Jeruzalem is een vrije universiteit; de ziekenhuizen horen toe aan de Histadrout of aan filantropische of religieuze verenigingen; de jeugdbewegingen zijn even talrijk en verscheiden als de partijen en de groeperingen van kibboetzimGa naar voetnoot7). Het verlangen naar gelijkheid en de eerbied voor de handarbeider, twee van de grondprincipes waar de kibboets op steunt, zijn ten slotte de laatste kenmerken van de Israëlische Staat. De volledige gelijkheid zoals die in de kibboetsen bestaat, kan weliswaar niet gerealiseerd worden op grote schaal. Maar de pioniers zijn er toch in geslaagd, een natie op te bouwen waarin het verschil tussen maxima en minima lonen nooit groter is dan van 1 tot 3, waarin de klasseverschillen nagenoeg geheel uitgewist zijn, waarin de economie beheerst wordt door de arbeid en de coöperatie, waarin de arbeider geen proletariër meer is.
Toen Ramsay MacDonald, de Labour-leider, samen met zijn vrouw eens een bezoek bracht aan een kibboets, riep deze laatste geestdriftig uit: ‘Ramsay, did you realize that all the lies we have told about socialism are true?’ Natuurlijk beantwoordt ook hier niet alles aan het ideaal. En ontegenzeggelijk maken de kibboetsen op het ogenblik een crisis door. De vier historische gegevens welke aan de experiëntie ten grondslag liggen, zijn gewijzigd. Het doctrinale | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||
socialisme heeft veel van zijn aantrekkingskracht op de jongeren verloren: ze kennen het nog wel, ze beleven het dag voor dag, maar ze raken er nog moeilijk voor in geestdrift. Het nationalisme heeft van zijn veroveringskracht ingeboet en is burgerlijker geworden: het doel is bereikt, de Joodse Staat is een werkelijkheid geworden. De handarbeid verliest van zijn aantrekkingskracht ten voordele van de intellectuele arbeid; de landbouw ten voordele van de industrie. In de rij van de nationale helden komt de kibboets-pionier nog slechts op de derde plaats, na de jonge legerofficier en de ingenieur. De kibboets is verder niet meer onontbeerlijk voor de materiële opbouw en de verdediging van het land: het leger en de industrie hebben deze taak overgenomen. Zelfs in de landbouw dreigt de kibboets verdrongen te worden door de moshav. Het algemeen levensniveau is gestegen: om nu nog elke geldelijke vergoeding en alle eigendom te verzaken, is er een groter idealisme nodig. Op het ogenblik is de beweging van de kibboetzim dan ook tot stilstand gekomen. Zal de kibboets dan mettertijd verdwijnen? Sommigen menen van niet. De kibboets vindt zijn reden van bestaan niet in zijn materiële noodzakelijkheid. Hij is een goed in zich, gewoon een betere levenswijze, die de mens gelukkig maakt. In de religieuze kibboetsen is het optimisme nog groter: ‘our kibbutz is the social expression of religious driving forces’, de godsdienst vergemakkelijkt de continuïteit van het sociaal ideaal. Wat hier ook van zij, het zou jammer zijn als de kibboetsen zouden ophouden te bestaan. Zij vormen een prachtig sociaal getuigenis, dat waarschijnlijk enig is in de wereld. Zij houden de hele wereld het voorbeeld van een gemeenschap voor waarin de collectivistische ideologie de mens tot ontplooiing brengt en eerbiedigt, waarin het geld geen doel meer is en de eigendom geen verdeling sticht onder de mensen, waarin ‘de leugens van het socialisme waarheid worden’. |
|