spoor echter van zuurstof. Het zal wel niet ver van de waarheid af zijn, als men beweert dat er een laag van minstens 1000 m koolzuurgas op Venus aanwezig is. De temperatuur van de bovenste lagen van de atmosfeer blijkt nogal hoog te zijn, zowat 50o. Het meest typische voor deze planeet is echter dat men nooit iets van haar vast oppervlak heeft te zien gekregen. De wolkenmantel die haar omgeeft, is zo zwaar, dat men van uit Venus niet eens zou vermoeden dat er sterren bestaan.
Een van haar andere geheimen is de snelheid waarmee ze om haar eigen as draait. Kuiper denkt dat ze er enkele weken over doet, maar zijn argumenten zijn niet heel overtuigend. Om dit mysterie op te lossen, heeft men de planeet gefotografeerd door alle mogelijke filters, maar de resultaten zijn nogal pover: in het ultraviolet komen er donkere plekken voor die snel veranderen. Dat is zowat alles.
De belangstelling voor Venus, waarvan deze moderne onderzoekingen blijk geven, dateert niet van vandaag. De Babyloniërs noemden haar Nin-Dur-Anna (Koningin van het hemels paleis) en gebruikten haar positie ten opzichte van zon en maan voor hun astrologische toekomstvoorspellingen. Sommige van hun metingen waren zo nauwkeurig, dat het mogelijk is hun tijd van herkomst precies te bepalen en dat met behulp daarvan de chronologie van de eerste Babylonische dynastie kon worden vastgesteld. De Grieken ontdekten ten tijde van Pythagoras dat de avond- en de morgenster hetzelfde hemellichaam zijn. Als Venus zich ten westen van de zon bevindt, heet ze morgenster; als ze ten oosten van de zon staat, wordt ze de avondster. Zij merkten ook reeds op dat Venus, net als Mercurius, steeds in de buurt van de zon blijft. Maar het zou tot 1610 duren eer men ontdekte dat zij ook de schijngestalten van de maan vertoont.
Venus is namelijk een planeet, d.w.z. een koud hemellichaam dat rond de zon wentelt. Het is dan ook logisch dat zij in een kijker niet een volle lichtende schijf, maar alleen een maansikkeltje te zien geeft. Voor Galilei was deze ontdekking zo verrassend, dat hij ze aanvankelijk slechts in een kryptogram durfde meedelen: ‘Haec immatura a me iam frustra leguntur o.y.’, waarvan hij later de sleutel bekend maakte: door omzetting van de letters van deze mysterieuze zin verkrijgt men: ‘Cynthiae figuras aemulatur mater amorum’, d.w.z. ‘De moeder van de liefde (Venus) bootst de gestalten van Cynthia (de maan) na’. Hij zag er een duidelijk bewijs in voor het heliocentrisme. Feitelijk bewees het alleen dat Venus uit zichzelf geen licht geeft.
De ontdekkingen van Kepler en latere astronomen vervolledigden het mechanisch beeld van de planeet. Venus heeft een bijna cirkelvormige baan die praktisch samenvalt met de eccliptica, het vlak waarin de aarde beweegt. Haar massa is een vijfde kleiner dan die van de aarde, haar straal een beetje kleiner dan de aardstraal. Waarschijnlijk bezit zij een centrale kern van dezelfde samenstelling als de aarde. Bijna zou men haar een ietwat kleinere zuster-aarde kunnen noemen, indien haar zeer onaangename zware kooldioxyde-atmosfeer en de temperatuur van circa 70o op haar oppervlak er niet op wezen dat zij voor ons blijkbaar onbewoonbaar is.
De langdurige belangstelling voor deze planeet heeft de mens nog niet zo heel veel wijzer gemaakt. Venus bewaart haar geheimen, en de astronomen bedenken voortdurend nieuwe technieken om haar die te ontfutselen. Twee jaar