| |
| |
| |
Bibliografische kroniek
Engelse Paperbacks
Half-jaarlijks overzicht
Dr. W. Peters
SINDS wij ons laatste overzicht schreven, zes maanden geleden, zijn er naar ruwe schatting in Engeland zes honderd nieuwe goedkope uitgaven verschenen. Het bedrijf breidt zich nog steeds uit, en neemt formidabele proporties aan; de uitgevers van de Pan-books kondigen trots aan dat zij nu een kolossaal gebouw hebben van waaruit per maand twee miljoen exemplaren gedistribueerd zullen worden: veertig percent hiervan is voor de markt in het buitenland. Het spreekt van zelf dat een volledig overzicht van uitgekomen paperbacks uitgesloten is. Zelfs onze selectie van belangrijker uitgaven die speciaal de ontwikkelde lezer geacht worden te interesseren, blijft beperkt. Het zal geen verwondering wekken dat wij bijgevolg de amusementslectuur stilzwijgend voorbijgaan. We maken een uitzondering door even te vermelden dat Pan-books The Cardinal publiceerde (5 s.), een succes van Henry Morton Robinson van tien jaar geleden, dat inmiddels ook in het Nederlands werd vertaald; dezelfde firma heeft nu ook Saterday Night and Sunday Morning uitgegeven, rauwkost van het Room at the Top type, waarmede de auteur, Alan Sillitoe, zich twee jaar geleden een plaats veroverde in de school van moderne fictie, waarvan de eerste leerlingen waren Kingsley Amis en John Waine. Zoals bij deze jonge auteurs pleegt te geschieden is er weinig ‘verhaal’ in de roman; het geeft een beschrijving van de amoureuze heldendaden van een proletariër, een arbeider uit Nottingham (nu wel erg berucht door de affaire: Lady Chatterley's Lover); vrije liefde, abortus, echtbreuk enz. is allemaal even gewoon als de lucht: God helpe Nottingham als dit Nottingham is. Over de publikatie van het zo juist vermelde boek van D.H. Lawrence is reeds te veel geschreven; we vinden het bepaald jammer dat het Penguin-books was die het proces heeft uitgelokt. Het lijkt ons een ietwat onheilspellend begin van haar tweede vijf-en-twintig jaar op de pocket-markt, waarmede zij in 1935 begon.
De uitslag van het proces doet ons onwillekeurig denken aan het ‘hek van de dam’, en het zou goed kunnen zijn dat, waar de respectabele Penguins voorgingen, heel wat minder respectabele firma's het kwade voorbeeld volgen. Het kwade voorbeeld: en het beste bewijs hiervoor is wel de rush die daags na de beslissing ondernomen werd op de boekwinkels: zo gebrand is men niet op literatuur, nog afgezien van de vraag of dit saaie boek literair erg waardevol is.
Ob piam memoriam maken we voorts nog melding van The Three Taps (Penguin), een ingenieus detective verhaal van de ons zo dierbare Ronald Knox; al zijn menselijkheid en humor doordrenken zelfs deze lichte lectuur van een groot priester en groot mens. Belangrijker lijkt ons de publikatie in één deel van drie romans van Joseph Conrad, te weten The Nigger of the ‘Narcissus’, Typhoon en The Shadow Line. Hiermede toch doet Everyman's Library zijn intrede op het terrein der goedkope uitgaven. Everyman is overbekend door zijn uitgaven van klassieke werken in keurig verzorgd klein formaat, een serie die de duizend reeds heeft overschreden. Dat Everyman nu in wat eenvoudiger tenue
| |
| |
verschijnt, kan alleen maar winst genoemd worden voor de pocket-markt. De prijs ligt hoger dan die van de gewone pocket, maar voor 5 sh. krijgt men dan ook naar inhoud en uiterlijke verzorging heel wat betere waar. Naast Conrad's romans verscheen The Golden Treasury of Longer Poems, een antologie van E. Rhys, en een verzameling Ghost Stories van John Hampden, die het eerste spookverhaal ontleent aan Walter Scott en zijn laatste van Ann Bridge krijgt. Het Everyman-quartet wordt volgemaakt door Plays, Prose writings and Poems van Oscar Wilde. Het gaat ook hier om een selectie, die verzorgd en ingeleid werd door Hesketh Pearson. De titel is wat misleidend inzoverre er namelijk slechts één gedicht werd opgenomen, en dit is onvermijdelijk The Ballad of Reading Goal. De uitgave bevat verder de enigszins decadente roman The Picture of Dorian Gray, de toneelstukken Lady Windermere's Fan en The Importance of Being Earnest, het kritische opstel The Critic as Artist en de verhandeling The Soul of Man under Socialism. Oscar Wilde heeft deze laatste jaren niet over gebrek aan belangstelling en herwaardering te klagen. We herinneren aan de biografie van de genoemde Hesketh Pearson van enkele jaren terug, aan het boek van Vivyan Holland, die over zijn vader schrijft, welke hij echter nauwelijks gekend heeft, en een zo juist gepubliceerd Four Square boek, het erg vlot verteld, maar triest verhaal, waarin Frank Brennand zeer gedecideerd zijn mening geeft over deze tragische mens.
Ofschoon we ons hier strikt genomen buiten het aangegeven terrein der Engelse paperbacks begeven, willen we toch de aandacht vestigen op een uitgave van literair-klassieke werken die de New American Library doet verschijnen als Signet Classics. Ook hier ligt de prijs iets hoger (50 Am. cts.), maar wat omslag en bladspiegel betreft is de uitgave zo keurig dat dit type pocket niet gekocht moet worden om gelezen en dan weggegooid te worden: men koopt het, omdat men het in alle geval een blijvende plaats wil inruimen in zijn bibliotheek. We vermelden enkele titels om een idee te geven van dit neusje van de zalm op het gebied van publikaties uit Amerika: Samuel Butler's The Way of all Flesh, Chekhov's Selected Stories, Lewis Carrolls' Alice in Wonderland and Through the Looking Glass, Defoe's Journal of the Plague Year, George Eliot's Silas Marner, Hardy's The Return of the Native, Poe's The Fall of the House of Usher (en andere verhalen), Smollett's Humphrey Clinker en een verzameling toneelstukken van Shaw (Man and Superman, Arms and the Man, Mrs. Warren's Profession en Candida). Zo niet voorzien van een foreword, worden deze uitgaven gevolgd door een afterword.
Everyman is niet de enige nieuweling van de laatste zes maanden. Erkende uitgevers als Methuen en Routledge zijn nu ook met hun eigen paperbacks gekomen; de eerstgenoemde heeft zijn serie de enigszins misleidende naam gegeven van University Paperbacks, misleidend omdat dit jaar zowel Oxford University Press als Cambridge University Press op de markt verschenen zijn; en we zijn geneigd om University Paperbacks bijna spontaan met deze twee universiteiten te associëren. Methuen's slagzin: highbrow books at lowbrow prices, geldt ook van Routledge, zoals aanstonds duidelijk wordt. Deze highbrow books zijn van groter en zwaarder formaat dan de geaccepteerde pockets, terwijl de lowbrow price doorgaans drie of viermaal die van de pocket is (van 8 tot 12 sh.). Met deze twee nieuwelingen erbij schrijden er nu zes elegante en geleerde heren rond op het terrein van de paperbacks: het lijkt ons verstandig deze in gedachten te houden, omdat zij er terecht groot op kunnen gaan het allerbeste in goed- | |
| |
kope vorm te brengen. De grote zes zijn: Pelican, de Fontana Library (niet te verwarren met de gewone Fontana Books), Everyman, Oxford University, Cambridge University, Methuen en Routledge, terwijl we als zevende hieraan misschien mogen toevoegen Macmillan's St. Martin's Library: men vergete hierbij echter niet dat het fonds van deze laatste zich beperkt tot belletrie. Bijna onvermijdelijk brengt het optreden van deze zes met zich mee dat oudere pocketuitgaven wat sjofeltjes aandoen: de gewone Fontana's, Pan, Panther, Four Square, en zelfs Arrow, met uitzondering van de zgn. Grey Arrows, kunnen o.i. het ontwikkelingstempo moeilijk bijhouden.
Op het terrein van de godsdienst vermelden we eerst het vrij onbelangrijke The Called and the Chosen, waarmede Pan-books een soort trilogie voltooit. Al eerder verscheen het overbekende en buiten alle proporties geprezen verhaal van Monica Baldwin dat ze de sensationele, aan haar familiewapen ontleende titel meegaf van I leap over the Wall. Haar tweede boek heeft de vorm van een dagboek van een non, is minder uitgesproken autobiografisch en heeft iets van een milde correctie op het enigszins overdrevene van het eerste boek. Het derde boek van de trilogie is dan The Nun's Story: en daar heeft iedereen wel meer dan hem of haar lief is over gelezen.
Een nuttige apologie getiteld God our contemporary schreef J.B. Phillips (Hodder), wel bekend om zijn moderniseren van de Engelse bijbeltaal, zoals in zijn Letters to Young Churches, The Book of Revelation, The Gospels in Modern English (alle ook als pockets verkrijgbaar). Phillips giet zijn apologie in de vorm van een gesprek met de humanist, wiens standpunt en objecties tegen het Christendom hij terdege tracht te begrijpen, alvorens het gesprek met hem te beginnen. De toon van bescheidenheid die hieruit opklinkt, vinden wij ook in We are the Pharisees.... van E. Hoskyns (S.P.C.K., 5 sh.), dat naast een serie preken over het lijden enkele beschouwingen bevat over bijbel-studie. Leerzaam is ook The Beginning of the Promise van S.B. Frost, dat enige lezingen bevat over het boek Genesis. Het is wat apodictisch en weinig genuanceerd, daarom enigszins gevaarlijk en niet altijd orthodox; voor een lezer die te onderscheiden weet is het waardevol. Tot het Oude Testament beperkt zich ook hoofdzakelijk Why Evil? (Pelican, 3/6), waarin John James, Anglikaans clergyman evenals de drie genoemde auteurs, naar ons oordeel net iets te veel hooi op zijn vork neemt, en toch niet tot een bevredigende verhandeling, laat staan oplossing, komt van het probleem van het leed in deze wereld. Hij tracht te veel het leed van het Nieuwe Testament, vooral dat van Christus, te verhelderen door en vanuit het Oude Testament; een vruchtbaarder methode ware geweest om het lijdensprobleem van het Oude Testament te verhelderen door en vanuit het lijden van de God-mens. Evenals de vier genoemde werkjes is ook A Handbook of Christian Theology van niet-katholieke afkomst (Fontana, 5 sh.). Dit merkwaardige handboek bevat 101 opstellen over allerlei onderwerpen die iets met theologie te maken hebben, en geschreven werden door niet-katholieken van allerlei kleur. Men zou het dan ook beter een handboek kunnen noemen van niet-katholieke meningen over theologische onderwerpen. Men zij echter
voorzichtig met het woord theologie: het omvat kerkgeschiedenis, ascese en moraal, godsdienstpsychologie, enz., terwijl bovendien de behandeling van de verschillende onderwerpen niet steeds theologisch is. Het is een aardig naslag-werkje. Op heel wat hoger niveau ligt Newman's The Development of Christian Doctrine (Sheed and Ward, 8/6), een hoogst welkom vervolg op de Apologia pro
| |
| |
Vita Sua, dat enige tijd geleden door Fontana werd uitgegeven. Bijzonder welkom is ook Western Mysticism (Grey Arrow, 5 sh.). Na een studie van twintig jaar voltooide de tegenwoordige abt van Downside deze studie over de mystiek van Augustinus, Gregorius en Bernardus in 1922. Een tweede editie, vier jaar later, bevatte als voorwoord een lang opstel Afterthoughts, waarin hij eigen meningen enigszins corrigeerde naar aanleiding van ontvangen kritiek en verdere studie van diegenen die over mystiek schreven: dit overzicht van schrijvers over mystiek is nog steeds waardevol. Nu, na veertig jaar, heeft deze studie van de abt iets klassieks gekregen, dank zij gedegen kennis van zaken, een heldere stijl en zeer overzichtelijk uiteenzetten van een moeilijke materie. Hiernaast plaatsen we onmiddellijk Mysticism van de Hoog-anglikaanse Evelyn Underhill, die enkele jaren geleden stierf. Deze studie, die het gehele terrein van de mystiek bestrijkt en mede de vrucht is van grote belezenheid, verscheen in 1911 en werd twaalf maal herdrukt; een tweede herziene uitgave werd in 1930 gepubliceerd en beleefde acht herdrukken. Dit wetenschappelijke en toch pieuze werk, geschreven ‘in honorem omnium animarum mysticarum’ is een eersteling onder Methuen's University Paperbacks. En wat voor een eersteling! Maar men steekt het met zijn kloek formaat en 518 pagina's niet in zijn zak als een pocketbook (12/6). Terug naar de Bijbel verdient St. John's Gospel, A Commentary, onze serieuze aandacht. De auteur, R.H. Lightfoot was Schriftuur-professor te Oxford en dit wetenschappelijk commentaar werd na zijn dood door een van zijn leerlingen in 1956 uitgegeven. Het is een leesbaar commentaar, niet enkel bedoeld voor de vakman en voor studie; het is voor de ontwikkelde christen, en bedoeld voor overdenking (Oxford, 8/6). En tot slot een juweeltje: de Zuid-Afrikaanse, Engels-Spaanse dichter die Roy Campbell was, geeft ons naast de Spaanse tekst, een
verrukkelijke vertaling in verzen van de gedichten van St. Jan van het Kruis.
Een andere uitgave van de Methuen's University Paperbacks is A.E. Taylor's Plato: The Man and his Work (12/6), een studie die evenals Cornford's Plato's Theory of Knowledge (Routledge, 10/6) besproken werd in de enkele jaren geleden verschenen Nijmeegse dissertatie over Plato van Dr. P. van Litsenburg S.J. Plaatsen we naast deze twee boeken nog The Rise of the Greek Epic van Gilbert Murray (Oxford Paperbacks, 8/6), die een wereldreputatie had niet alleen als classicus maar ook als schrijver van briljant Engels, dan krijgen we een idee hoe naast uitmuntende vertalingen van de klassieke teksten (vooral in de Penguin Classics, waarvan de laatste additie is Plutarchus; 5 sh.) ook klassieke werken over de schrijvers uit de Griekse en Latijnse oudheid in goedkope uitgaven verkrijgbaar zijn: een zegen niet alleen voor de student, maar mogelijk ook voor de professor. Voornamelijk voor de student bestemd, maar toch niet alleen voor de student, zijn twee deeltjes getiteld Voices from the Past (Grey Arrow, 3/6) waarin James Todd en zijn vrouw aan de hand van een uitgebreide serie kortere en langere aanhalingen een panorama geven van de Grieks-Romeinse literatuur van Homerus tot aan Augustinus. Menige passage werd door henzelf vertaald, maar ruim gebruik werd gemaakt van de vertalingen van geleerden als Benjamin Jowett, Cornford, Gilbert Murray, terwijl ook de namen van Dryden, Shelley, Andrew Lang, C. Day Lewis en vele anderen voorkomen. Het zijn twee deeltjes die een verloren half uurtje menigmaal tot een genotvol vertoeven in de Oudheid kunnen omtoveren.
Met Cornford's verhandeling over de kennistheorie bij Plato vermelden we
| |
| |
de eerste goedkope uitgave van Routledge. Om een idee van het peil van deze nieuwe serie aan te geven noemen we Totem and Taboo van Freud (6 sh) en Philosophical Studies van G.E. Moore (10/6). Anglisten zullen zich vooral interesseren in Principles of Literary Criticism, waarmede I.A. Richards in de jaren dertig zulk een fenomenaal succes en een ongeproportioneerd grote invloed heeft gehad (9/6). Een waardevol oordeel over de ontwikkeling van T.S. Eliot, als mens en als dichter, vinden wij in The Poetry of T.S. Eliot door D. Maxwell (7/6). Een verzameling opstellen over poëzie en literaire kritiek van dezelfde dichter-criticus werd gepubliceerd door Methuen in de University Paperbacks (7/6). Wanneer we er aan herinneren hoe een jaar geleden The Cocktail Party en Collected Poems 1909-1935 als Faber paperback verschenen, kan men veilig concluderen dat binnenkort het gehele oeuvre van Eliot in goedkope uitgave te verkrijgen is.
Ongemerkt zijn we intussen bij de Engelse literatuur aangekomen en zoals te verwachten valt, is de etalage-kast hier bijzonder aantrekkelijk. Op de eerste plaats is daar The Wheel of Fire (12/6), waarin de bekende Cambridge-professor de Shakespeareaanse tragedies interpreteert, een boek dat na dertig jaar nog steeds leesbaar is en stimulerend: een dozijn herdrukken zeggen voldoende hoe waardevol deze studie is. In dezelfde serie (Oxford Paperbacks) is nu ook verschenen Christopher Fry: Three Plays, hetgeen bevat The Firstborn, Thor with Angels en A Sleep of Prisoners (6 sh.). Wie Fry alleen maar kennen uit diens The Lady is not for Burning of Venus Observed kunnen hier kennis maken met zijn godsdienstige stukken en iets proeven van een poëzie die onderschat wordt, maar vaak zuiverder is dan die van T.S. Eliot. Nog twee Oxford Paperbacks dienen hier vermeld te worden: Middleton Murray's The Problem of Style, dat reeds in 1922 verscheen en ook verscheidene malen werd herdrukt (5 sh.), en The Dickens World (6 sh.) van de helaas jong gestorven Humphrey House, bekend ook om zijn uitgave van de geschriften van Gerard Manley Hopkins. De titel geeft de inhoud vrij nauwkeurig aan: House bespreekt de achtergrond van Dickens' wereldje: zijn politiek, economie, sociale toestanden, godsdienstigheid, enz. Een welkome additie voor iedere Engelse bibliotheek is The Penguin Book of Narrative Verse (5 sh.) dat een negentigtal verhalende gedichten bevat, die de gehele Engelse literatuur-geschiedenis bestrijken; daarnaast is ook The Faber Book of Modern Verse, een der allerbeste anthologieën van moderne poëzie, in goedkope uitgave verschenen (7/6). De dichter Michael Roberts verzorgde de eerste oorspronkelijke uitgave (1936), terwijl de tweede werd aangevuld met nieuwere gedichten gekozen door Ann Ridler; de inleiding zowel van 1936 als 1951 is een uitmuntend opstel over moderne poëzie. We zijn thans gewend geraakt aan de merkwaardige opening van
deze bundel: Hopkins opent de stoet met zestien gedichten, en dit terwijl de dichter in 1936 reeds bijna vijftig jaar dood was. We vinden het jammer dat ook in deze goedkope uitgave de dichters, en vooral de jongere dichters, met geen enkel woord worden voorgesteld of ingeleid: zij blijven dan vaak vage namen. We vestigen voorts de aandacht op een nieuwe serie monografieën, die onder de titel Writers and Critics uitgegeven wordt door Oliver and Boyd (3/6). De uitgaven zijn bedoeld als inleidingen op moderne schrijvers zowel in Engeland als Amerika en bevatten de voornaamste biografische gegevens, een overzicht van het oeuvre, met een kritische beschouwing. Henry James (niet zo erg modern!), Wallace Stephens, Ezra Pound en Robert Graves worden besproken door respectievelijk D. Jefferson, F. Kermode,
| |
| |
G. Fraser en J. Cohen. Deze zelfde Cohen geeft ons in samenwerking met zijn zoon, The Penguin Dictionary of Quotations (10/6), een boek om zo nu en dan eens in te neuzen, maar dat dank zij een uitstekend alfabetisch register op de ongeveer vijftienduizend aanhalingen ook nuttig werk kan verrichten wanneer men op speurtocht is naar de herkomst van een bekend gezegde. Een vergelijking met een uitgave uit het jaar 1935, gepubliceerd door Dent en verzorgd door Moorhead and Lee, in stijve kaft en destijds 5 sh. kostend, is onvermijdelijk. De Penguin uitgave is zonder twijfel rijker en boeiender.
The Living Novel (Grey Arrow, 3/6) is een verzameling essays over grote romanciers uit het verleden: voornamelijk Engelsen, maar ook Fransen en Russen, en één Italiaan, worden besproken. Pritchett is een bekend en gezaghebbend criticus, een man met een eigen oordeel, dat soms verrassend is, maar vaak te persoonlijk om blijvend te boeien. De waarde der essays is derhalve nog al wisselend. Het lijkt ons hier de beste plaats melding te maken van Language in the Modern World (Pelican, 2/6) hetgeen een ‘popular introduction to the science of language’ is, van dezelfde Simeon Potter die eerder schreef over de Engelse taal. Het is een goed geïnformeerde vulgarisatie van wat er in de moderne linguistiek zo al te doen is. Moeilijk materiaal heeft hij handig in een opstel samengebracht dat de beginner aanspreekt en ook zal stimuleren. De vakman zal hier en daar wel kritiek hebben, waar b.v. zeer controversiële punten als taal en denken erg dogmatisch worden behandeld, of een belangrijke linguistische school als die van Kopenhagen te weinig aandacht krijgt. Maar over het algemeen wordt het geheel door grote deskundigheid gekenmerkt.
De geschiedschrijving heeft zich in Engeland steeds verheugd in de belangstelling van de historicus met een goede pen. Bijzonder welkom is dan ook The Sicilian Vespers (Pelican, 6 sh.), waarin Sir Steven Runciman, vooral bekend om zijn grandioze driedelige geschiedenis der kruistochten, het bloedbad der Fransen te Palermo in 1281 behandelt, maar dit plaatst tegen de wijde achtergrond van wat er gistte in het Middellandse-zeegebied in de tweede helft der dertiende eeuw. We vermoeden echter dat dit onderwerp de ontwikkelde lezer minder zal aanspreken dan zijn History of the Crusades, zodat het voornamelijk een boek zal blijken te zijn voor de historicus. Dit kan zeker niet gezegd worden van William the Silent (Methuen, 12/6) dat zowel vanwege het onderwerp als de wetenschappelijke behandeling ervan, en niet het minst om het mooie Engels waarin het werd geschreven, een wijde Nederlandse lezerskring verdient. Miss Wedgwood schreef deze studie van de Zwijger tijdens de oorlog, en het werd sindsdien niet minder dan vijf maal herdrukt: intussen is de reputatie van deze historica gestadig gegroeid. Een zeer leesbaar boek is ook A History of Modern Japan (Pelican, 4 sh.). In de eerste helft schrijft Richard Storry de geschiedenis van Japan tot de Russisch-Japanse oorlog, met bijzondere beklemtoning van de beslissing in de vorige eeuw zich open te stellen voor het Westen; de laatste honderd veertig pagina's zijn gewijd aan wat er in deze eeuw gebeurde, waarbij een helder inzicht gegeven wordt in wat de laatste vijftien jaar plaats vond.
Weer dichter bij huis brengt ons Victorian England van G.M. Young (Oxford Paperbacks, 6 sh.). Dit ‘Portrait of An Age’ heeft de bedoeling om de mythe die zich met het woord Victoria heeft verbonden, plaats te doen maken voor de historische werkelijkheid. Merkwaardig genoeg is het effect van deze studie, die bijna een kwart eeuw oud is, op de opinie van de gewone Engelsman niet bijster groot. Misschien is dit wel te wijten aan het feit dat de vrij talrijke
| |
| |
autobiografieën van hen die tegen het einde van deze Victorian Age werden geboren, hun jeugd toch te veel gezien en beschreven hebben in wat we mogen noemen Victoriaanse stijl. Voor deze mensen is de eerste wereldoorlog dé grote scheidingslijn geweest, abrupt en absoluut, waarbij ze te weinig gevoel hebben gehad voor de veranderingen die zich reeds lang in het leven van de Engelsen aan het voltrekken waren. Niet minder dan vier goedkope uitgaven bespreken deze periode. In Period Piece (Faber, 6/6) is Gwen Raverat, een kleindochter van Darwin, gezellig aan het keuvelen over haar Cambridge Childhood (de ondertitel); het is wel evocatief, met de hemelbedden, de grote hoeden en de nieuwe gevaarlijke fietsen, maar het wordt op den duur een beetje teveel van het goede. Veel beter is The Edwardians (Grey Arrow, 3/6) waarin V. Sackville-West de ontwikkeling schetst van de nieuwe generatie van deze eeuw. Geestig en wat kritisch beschrijft zij de relaties van een jonge man uit de ‘Society’ met zijn omgeving: zijn moeder, zijn geliefden, bovenal degene die hem de ogen opent voor de leegheid van het leven. Dezelfde achtergrond, maar wat beperkter, vinden wij ook in de Memoirs of a Fox-hunting Man, waarin Siegfried Sassoon, we zouden bijna zeggen, zijn leven te paard beschrijft totdat hij als soldaat wat anders moet gaan doen dan op jacht gaan. Ofschoon dit het best geschreven boek is van het quartet, is Testament of Youth van Vera Britain (Grey Arrow, 5 sh.) het meest menselijke. Het is de bedoeling van de schrijfster om voor een nieuw geslacht een voorbije generatie begrijpelijk te maken, en zij vertelt dan van haar jeugd, van haar studies als een der eerste vrouwelijke studenten in Oxford, van haar Rode-Kruiswerk tijdens de eerste wereldoorlog, van haar carrière als lerares en journaliste in de jaren twintig, wanneer de emancipatie van de vrouw zich gaat voltooien. Het verhaal eindigt met haar huwelijk in 1926, en werd
vervolgd in haar Testament of Friendship, dat dertig jaar later verscheen. De beste pagina's van deze autobiografie handelen over het verschrikkelijke oorlogsleed van eminente jonge mannen die in Frankrijk en Vlaanderen bij duizenden werden afgeslacht: ouders, vrienden en verloofden hadden jaren nodig om het leven met zulke leegten en leemten gelijkmoedig te aanvaarden: in dit opzicht doen deze herinneringen onmiddellijk denken aan hetgeen wijlen Mgr. Knox meemaakte in diezelfde jaren, zoals we dit beschreven vinden in de biografie van Evelyn Waugh.
Ook stukken uit de rijk geschakeerde contemporaine geschiedenis vinden we in jongste uitgaven behandeld. En de stukken zijn niet bepaald erg pleizierig. Borstal Boy (Grey Arrow, 3 sh.) geeft ons een beeld van de jeugd van Brendan Behan, de Ier die beroemd is, niet alleen om enkele toneelstukken maar ook om zijn reputatie van dronkeman: de laatste berichten luiden dat hij niet meer met de politie in aanraking is geweest, zich onder behandeling heeft gesteld en zijn alcoholisme te boven schijnt te komen. Borstal-institutes of approved schools zijn uiteindelijk andere namen voor wat we vroeger tuchtscholen noemden: als jongen kwam Behan er reeds in terecht, niet zo verwonderlijk wanneer men iets af weet van de afschuwelijke toestanden waarin de Ieren in Liverpool tot aan de tweede wereldoorlog leefden. De overige uitgaven staan in direct verband met de tweede wereldoorlog. Op de eerste plaats is daar The Memoirs of Field-Marshal Montgomery (Fontana, 5 sh.). Schr, besteedt een veertig pagina's aan zijn leven tot aan de oorlog, en een honderd pagina's aan zijn strubbelingen en vues na de oorlog: ruim vierhonderd bladzijden zijn gewijd aan de oorlog zelf en zijn aandeel er in. Alle grote campagnes en veldslagen worden er nauwkeurig
| |
| |
in beschreven. Zakelijker en bescheidener is Operation Victoria (Hodder, 5 sh.) waarin Generaal-Majoor de Guingand, Monty's Stafchef, zijn ervaringen meedeelt. Voor Nederlanders is het interessant niet alleen kennis te nemen van wat er achter de schermen gebeurde toen de slag om Arnhem plaats vond, maar ook de onderhandelingen te volgen die leidden tot de food-droppings boven het Westen van het land in april 1945. We hadden graag iets van de mannelijke, zakelijke soldatentaal van de Generaal-Majoor teruggevonden in The Rise and Fall of Goering (Four Square). De auteur, Frischauer, heeft wel zijn best gedaan om alle betrouwbare informaties bij elkaar te krijgen: hij is echter te emotioneel en sensationeel dan dat wij dit boek een groot succes kunnen noemen; toch moet gezegd dat het vaak wel interessant is, omdat er zoveel is dat wij, slachtoffers van de Luftwaffe, destijds niet wisten. Een verschrikkelijk boek is ten slotte Five Chimneys, dat de schrijfster Olga Lengyel wijdt aan de gedachtenis van haar ouders, haar man, haar kinderen, en haar medegevangenen in Hitler's concentratie-kampen, nu voor altijd stil, maar die nooit vergeten mogen worden. De Amerikaanse uitgave voert de titel Hitler's Ovens en daarmede weten we waar het over gaat, vooral nu de naam Eichmann in het nieuws is. De verschrikkingen van Auschwitz waren erger dan wij ons kunnen voorstellen, - de schrijfster verbloemt hier niets -, en, vreemd, het blijft moeilijk te geloven dat het er zo beestachtig en hels toe ging.
Onder het hoofd geschiedenis mogen we misschien ook plaatsen World Events: The Annual Register of the Year 1959 (Penguin, 10 sh.). Naast een goede index en een uitgebreide kalender geeft het in korte hoofdstukjes een overzicht van wat er op het terrein van de politiek, godsdienst, geldwezen, exacte vakken, kunsten, enz. plaats vond in 1959. De artikeltjes werden alle door experts geschreven. De uitgave is het twee-honderd-en-eerste deel van een werk dat in 1758 door Edmund Burke werd opgezet: het is voor de eerste maal dat naast de zeer dure uitgave deze goedkope paperback gepubliceerd wordt. Als naslagwerk is het voor de journalist en de student van contemporaine geschiedenis onmisbaar, maar het is voor iedereen een interessant werk om zo nu en dan eens in te bladeren; het schijnt wel de bedoeling te zijn dat voortaan ieder jaar The Annual Register ook als paperback verschijnt.
En zo van de geschiedenis naar de aardrijkskunde. Echte geografie in de oorspronkelijke zin van het woord geeft ons Britain's Structure and Scenery (Fontana Library, 7/6); hier en daar wordt de auteur S.L. Dudley Stamp een beetje te technisch en moet men behoorlijk vertrouwd zijn met verschillende perioden van de aardformatie, van rotswoningen en steensoorten om hem te volgen. Lichter en boeiender is London, the Unique City (Pelican, 5 sh.), waarin de geschiedenis van London wordt verhaald en de voornaamste parken, straten, pleinen en gebouwen worden beschreven. De liefde voor London die de schr. Steen Eiler Rasmussen inspireerde, werkt aanstekelijk. Vergissen we ons niet, dan wordt het weer ook in de aardrijkskundeles behandeld. Wel, Understanding Weather (Pelican, 3/6) geeft een eenvoudig gesteld opstel over de meteorologie, waarin de weervoorspelling uiteraard een belangrijke en ruime plaats wordt toegemeten.
Dit overzicht geeft duidelijk aan hoe rijk de keuze is aan goede boeken voor wie over een bescheiden budget beschikt.
Waar geen prijs werd vermeld, is deze 2/6.
|
|