De regels van het spel
WAT op dit ogenblik met de U.N.O. gebeurt, gaat ons allen aan. Het spel dat thans op het internationale forum gespeeld wordt, is niet zo aangrijpend als de tragische gebeurtenissen in Kongo die zowel in Nederland als in België met zo veel angst gevolgd werden, maar het is er niet minder boeiend én belangrijk om.
In ons editoriaal van het oktobernummer werd gepleit voor een nauwe Belgische samenwerking met de U.N.O. in Kongo. Eind oktober evenwel stak er in de pers en de publieke opinie een golf van verontwaardiging op over het onbegrip, ja, de vijandelijke gezindheid van de U.N.O.-instanties, met name van Secretaris-Generaal Hammarskjöld. Tegenover de kleine landen - Nederland weet dit ook uit ervaring - neemt de organisatie wel eens een houding aan die onwillekeurig het ‘selon que vous serez puissant ou misérable...’ uit de fabel van La Fontaine in herinnering roept. De vraag is echter, of de gerechtvaardigde verontwaardiging over een nationale belediging het koele denken over de internationale vrede in de weg mag staan.
De aanleiding tot die verontwaardiging van de Belgische opinie waren twee nota's aan de Belgische regering, de eerste op 8 oktober, de tweede veertien dagen later, waarin Hammarskjöld protesteerde tegen de opnieuw toenemende aanwezigheid van Belgen in Kongo. Nota's met een gelijksoortige inhoud werden ook aan het Tsjombe-bewind overgemaakt. De tekst van deze mededelingen werd pas begin november gepubliceerd als appendix bij het U.N.O.-rapport. Lange tijd hebben wij er alleen van geweten wat de Belgische en Katangese overheden er ons van wilden meedelen. Dát de U.N.O.-verantwoordelijken België verwijten hun taak in Kongo te bemoeilijken, was intussen reeds zeker. Dat hadden ze duidelijk genoeg gezegd aan de internationale pers. Twee persagentschappen, Belga en Associated Press, werden aldus betrokken in een diplomatiek spel met een buitengewoon hoge inzet. Welke die inzet is, wordt op een vereenvoudigde manier duidelijk, indien wij het spel, ietwat willekeurig, herleiden tot de twee hoofdspelers: Hammarskjöld en Wigny.
Hammarskjöld is in de huidige constellatie van de machtsverhoudingen uitsluitend aangewezen op de steun van het neutralistisch Afro-