[1960, nummer 3]
[Mededeling]
DE vreugde waarmee het Belgische volk het huwelijk van zijn Koning begroet, doet denken dat de symboolwaarde van het Koningschap een modern volk minder vreemd is dan men zou vrezen. Wellicht onbewust veruiterlijkt zich hier de behoefte om waarden als hoogheid, adel, behoud en eenheid zichtbaar te representeren en er zich zelf aan te verheffen. Dat zulke waarden in ons eigen utilitaire of in het publieke en politieke leven vaak met voeten getreden of smalend bejegend worden, versterkt alleen maar de behoefte aan het symbool.
Het koningschap is geen abstracte instelling, het wordt gedragen door een persoon. Ook als het volk in België zijn Koning van naderbij wenst te ontmoeten en niet alleen in de ongenaakbaarheid van de majesteit, eerbiedigt het in zijn persoon de waarden welke zijn functie vertegenwoordigt. Hier is een mens die op zeer jeugdige leeftijd een harde menselijke ervaring heeft doorgemaakt, en de grootmoedigheid, waarvan hij daarin blijk heeft gegeven, heeft ons zelf groter gemaakt. Het huwelijk en vooral de persoon van Haar die de Koningin wordt, voegen hier iets wezenlijks aan toe. Zij kan het Koningschap dichter bij het volk brengen, het hartelijker en concreter toegankelijk maken. Zij kan ook waarden representeren die meer dan andere schade lijden in onze samenleving: grandezza, gratie en zachtheid. En gewoon menselijk geluk. Het is goed, dat deze dingen zichtbaar onder ons zijn.