scheiden en ten tweede wordt het woord natuur onophoudelijk scheef getrokken. Het voornaamste strijdpunt gaat daarbij niet over de vraag of geboorteregeling op zichzelf geoorloofd, subsidiair geboden, kan zijn, maar over de middelen, die daartoe worden aangewend. Er zijn namelijk middelen, de voorbehoedmiddelen of anticonceptiva, die zich tegen het laatste wezenlijke verband keren, en middelen die dit verband blijven respecteren: de (periodieke) onthouding. Het verschil tussen die twee soorten ligt niet in de indicatie, noch in de intentie tot het beoogde doel: harmonisatie van het kindertal in het gezinsverband, maar in het feit, dat de geslachtsbetrekking een laatste, wezenlijke, innerlijke dimensie heeft, die van het hoogste, want essentiële, belang is en vervolgens in het feit, dat alle dimensies onlosmakelijk samenhang gen. Dit is geen uitvindsel van de Kerk, noch een kerkelijke wet, maar het is s.v.v. een uitvindsel van de Schepper, die alles zo en niet anders heeft gemaakt.
Aan de Kerk is in directe opdracht de hier het eerst genoemde dimensie toevertrouwd en daarmede vallen. Haar, Bruid van Christus, vanwege het onlosmakelijke verband ook de herderlijke en moederlijke waakzaamheid aangaande de harmonische ordening der overige dimensies toe. Zij begrijpt pas in Waarheid, hoe de samenhang van eerste en laatste dimensie 'n schepping is van de mens naar Gods BEELD, d.i. het vleesgeworden Woord, waarin alle vijf dimensies onderkend worden. Tussen de eerste, transcendente en de laatste, immanente dimensie zijn de drie overige dimensies als het ware in de kosmische samenhang en het heilsbestel opgehangen.
Ook in onthouding van de genitale gemeenschap liggen alle vijf dimensies verwoord als het een onthouding is die een positief gezicht draagt. Degene, die de onthouding alleen ziet in de keerzijde van het vierde aspect, verstoort de harmonisatie der waarden. Onthouding is allerminst iets neutraals, laat staan iets negatiefs; het moet een act van positieve erkenning van alle aspecten der geslachtelijkheid zijn, act van genegenheid en waarachtige vrijheid, van menselijke waardigheid, van voorname verantwoordelijkheid en van evenwichtige gecultiveerdheid
Ook de onthouding typeert de wijze, waarop iemand mens is.