Streven. Jaargang 13
(1959-1960)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 958]
| |
Boekenkroniek
| |
[pagina 959]
| |
ontwikkelen (we denken hier aan Faber, Hamish Hamilton, Hodder, Hutchinson, e.a.), nemen pocketbook-firma's nu contact op met grotere en belangrijke uitgevers. Wij zagen deze tendens reeds in wat we zo juist zeiden omtrent de publikatie van meer wetenschappelijke werken. Iets anders echter is dat de pocketbook-firma gedeeltelijk het fonds overneemt van een uitgeversbedrijf. Dit geschiedde onlangs toen Penguin tien Methuen-boeken op de markt bracht. Nu staat Methuen op hoog peil; het overnemen van een gedeelte van zijn fonds kan bijgevolg de pocketmarkt alleen maar ten goede komen. Dit bleek reeds onmiddellijk uit dit eerste tiental, waarin we o.a. aantreffen Seller and Yeatman's 1066 and all thatGa naar voetnoot1), een klassiek humoristisch werkje waarin de gehele Engelse geschiedenis geschilderd wordt in kategorieën van ‘good things and bad kings’ of omgekeerd; vervolgens Hesketh Pearson's The Life of Oscar Wilde, een der beste en meest billijke studies over het leven van deze tragische mens, het voortreffelijke In Search of England, waarin Morton, bekend om zijn In de voetstappen van de Meester, de lezer meeneemt op een voettocht door Engeland, en ten slotte het menselijke en geestige verhaal The Water Gypsies, van A.P. Herbert, eertijds lid van het Parlement, waar hij zich grote beroemdheid verwierf door zijn wetsvoorstel tot vergemakkelijkte echtscheiding, en verder een beetje enfant terrible op het terrein van politiek, literatuur, godsdienst, enz. Maar The Water Gypsies, dat als achtergrond het London heeft van schuitbewoners, houdt zich buiten alle problematiek, en gaat helemaal over mensen, waar je ongemerkt van gaat houden.
De pockets met een godsdienstige inhoud nemen zowel numeriek als naar inhoud een vooraanstaande plaats in. Fontana books, die nog maar nauwelijks tien jaar oud is, heeft alleen reeds een vijftigtal titels. C.S. Lewis, de bekende auteur van Brieven uit de Hel, ziet nu zijn Miracles in deze serie opgenomen. Zijn uiteenzetting van dit zware onderwerp is licht, in de goede zin van het woord, en tegelijkertijd licht gevend. Ook de Dominicaan Vann verscheen reeds eerder in de Fontana-serie; deze keer is het een van zijn jeugdwerken: Morals and Man, dat in 1937 onder de titel Morals makyth Man, gepubliceerd werd. Het eerste gedeelte toont ons father Vann als trouw Thomist op het terrein der ethica; in het tweede gedeelte ontmoeten we de latere Vann, met zijn scherpe kijk op hedendaagse problemen, met zijn voorliefde voor de zin van teken en symbool, en zijn intens verlangen om de gewone mens te hulp te komen. Bijzonder welkom is ook Waiting on God, waarin een aantal brieven en opstellen van Simone Weil bijeengebracht zijn. Om een idee te geven van wat de pocketbook-firma's aandurven, maken we melding van The Epistle of Paul to the Romans, (Fontana), hetgeen niets anders is dan een gedetailleerd wetenschappelijk commentaar op de Romeinenbrief, van de hand van de protestante theoloog en exegeet C.H. Dodd. Een enigszins merkwaardig boekje is Fosdick's The Meaning of Prayer (Fontana). Het behandelt verschillende aspecten van het gebed, maar blijft ver uit de buurt van alle getheoretiseer. Schr. baseert zich op de praktijk van de dagelijkse bijbellezing. Een gids voor tien weken wordt op deze wijze samengesteld. Een soortgelijke methode vinden we in The Manhood of the Master, van dezelfde schrijver (Wyvern books), ofschoon hier het meditatieve element wat sterker | |
[pagina 960]
| |
naar voren treedt. Gebedstof voor twaalf weken wordt gegeven, gebaseerd op dagelijkse lezing van de H. Schrift, die hier steeds betrekking heeft op het leven van Christus. Beide boekjes dateren van vóór de eerste wereldoorlog. Dr. Fosdick is Amerikaans predikant. Naast de vermelde, góede Fontana books vermelden we The Meaning of Protestantism, waarin James Nichols de ontwikkeling beschrijft van Protestante secten in termen van haat en afschuw voor het katholicisme. We stonden verbaasd dat zoveel onwaarheid en onzin nog in 1947 kon worden neergeschreven, en dat er in 1960 blijkbaar nog een markt voor is. Hoe geheel anders is de studie van J. Wand, die tot voor enkele jaren Anglikaans bisschop van Londen was. In zijn The Church Today (Pelican) is hij geenszins blind voor moeilijkheden, voor scheiding en ergernis binnen de Kerk; maar met grote eerlijkheid steeds dieper doordringend tot in het wezen van de door Christus gestichte Kerk levert hij een verhelderende bijdrage tot meer oecumenisch denken. De beste godsdienstige paperback is echter Grace and Personality, dat tot de Fontana Library behoort (6 sh.). Het formaat is dat van de gewone pocket, maar omslag, lettertype en bladspiegel verraden onmiddellijk dat de lezer met een ander soort boek te doen heeft. Het is het werk van John Oman, geestelijke in de Kerk van Schotland, die het tot Moderator of hoofd van dit niet tot de Anglican Communion behorend kerkgenootschap bracht. Het boek werd reeds in 1917 gepubliceerd. Schr. waagt zich aan het probleem van de genade en de vrije wil, raakt echter nergens verstrikt in steriele polemiek. Wars van distincties en terminologie vindt hij de weg naar de verzoening tussen genade en vrije wil, tussen grace and personality, in een gracious personality, een werkelijkheid die hij in het tweede gedeelte van zijn studie nader gaat omschrijven. Als toegift vermelden wij de uitgave van St. Francis of Assisi van G.K. Chesterton, dat geen aanbeveling behoeft (Hodder). En Knight of the Burning Heart (Wyvern Books), waarin Leslie F. Knight een populaire, weinig boeiende en vooral merkwaardig gecomponeerde levensbeschrijving geeft van John Wesley; zij geeft te weinig over zijn Amerikaanse avontuur, te weinig ook over het succes van zijn prediking in Engeland, veel te weinig ook over het huwelijk en gezinsleven van deze eerste Methodist. We weten niet of The Nun's Story hier thuis hoort, of onder de rubriek romans vermeld dient te worden (Pan). Tot slot verwijzen wij naar een handig boekje, Guide for Living (Pan), dat een groot getal aanhalingen en uittreksels bevat uit geschriften en redevoeringen van Pius XII. Het enige bezwaar dat we tegen de gemaakte keuze hebben is dat de schr. Maurice Quinlan niets heeft opgenomen van hetgeen de Paus over het religieuze leven heeft gezegd.
Nog steeds stroomt de vloed van pockets die ons van de oorlog, te land, te zee en in de lucht verhalen, gestaag voort. Veruit de meeste zijn nauwelijks het aanschaffen waard. De waardevolste oorlogspocket is nu meestal een detailstudie van een bepaalde operatie. Voor Nederlanders is vanzelfsprekend Arnhem bijzonder interessant (Pan). De generaal der parachutisten, Urquhart beschrijft wat er bij Arnhem precies gebeurde, wat er verkeerd ging, en waarom de slag uiteindelijk verloren werd. Dit ietwat trieste maar boeiende relaas werd onlangs in het Nederlands uitgegeven. Een soortgelijk boek is The Battle of the Ardennes (Panther). Ook hier een gedetailleerde, vrij zakelijke weergave van de feiten. Het is niet steeds gemakkelijk om precies te omschrijven wat er nu | |
[pagina 961]
| |
feitelijk gebeurde: een oorlogsoperatie is vaak niet helder te overzien, er moet links en rechts vaak en veel geïmproviseerd worden, men kent en ziet gewoonlijk slechts één kant van de strijd, en eerst na de oorlog kan na zorgvuldig onderzoek de beoogde strategie van de vijand worden vastgesteld, zijn ter beschikking staand materiaal, de getalsterkte der ingezette en in reserve gehouden troepen, enz. Zulk een verslag vraagt een historicus; en de schrijver van dit boek, R. Merriam, was verbonden aan de historische sectie van het Amerikaanse Leger. Het moeizame research-werk dat achter deze studie schuil gaat, biedt voldoende garantie dat een wetenschappelijk verantwoorde weergave van de slag in de Ardennen wordt geboden. Het oorlogstoneel verlegt zich naar Noord Afrika in African Trilogy (Four Square). De schr., Alan Moorhead, is journalist, maar gedeeltelijk volgde hij de wisselingen van de strijd in Noord-Afrika van zeer nabij; en tijdens de veldslagen verzamelde hij eerste hands materiaal uit de mond van de vechtende soldaten. Het is een boek geworden van over vier honderd dicht bedrukte pagina's; het geeft een panorama van de tweede oorlog tussen het strand van de zee en het zand van de woestijn. Ten slotte vermelden wij Death of a Navy, een uit het Frans vertaald boek (Panther). De auteur, Andrieu d'Albas, vertoefde na de oorlog lange tijd in Japan en huwde daar met de dochter van een Japanse Admiraal. Hij kreeg toegang tot ooggetuigen-verslagen van Japanse krijgsverrichtingen ter zee; alle mogelijke faciliteiten werden hem verleend om de geschiedenis van de Japanse vloot tijdens de oorlog te bestuderen; hij heeft deze studie aangevuld met het raadplegen van Amerikaanse bronnen, en het resultaat is een stuk zee-oorlog-geschiedenis, dat bijna te gedetailleerd is en daardoor hier en daar wat eentonig wordt. Toch trekke men niet de conclusie dat het alleen voor de specialist van belang zou zijn. De vechtende mens wordt niet over het hoofd gezien noch behandeld als een ding. Het is echter geen verkwikking te lezen van de zelfmoord-piloten, die hun vliegende olietank met opzet lieten ontploffen op het vijandige schip. Een sprong terug naar de eerste wereld-oorlog is Jutland (Pan), waarin D. Macintyre nog eens de gegevens omtrent deze geweldige zeestrijd tussen de Engelse en Duitse vloot bijeenbrengt. Het verhaal werd eerst drie jaren geleden geschreven en bezit de helderheid, de rust en ook de wijsheid die een terugblik op lang geleden maar nooit vergeten strijd, zorg en leed gelukkig met zich meebrengt.
In onze inleiding maakten we en passant reeds melding van enkele historische werken. Hunter Blair's An introduction to Anglo-Saxon England (Cambridge; 15 sh.) werd in 1956 gepubliceerd en is al een heel kloeke pocket! Hier wordt ons een schilderij geboden van bijna het gehele Oud-Engelse leven: zijn bevolking met zijn gewoonten en levenswijze, het koningschap, de economie, de ontwikkeling van stad en dorp, het kerkelijk leven, enz. Voor de Middeleeuwen vinden we in dezelfde serie (Cambridge; 10/6) The Medieval Scene, van G.C. Coulton, die lichtelijk anti-katholiek is en blijk geeft het christendom niet altijd juist te verstaan. Maar hij is een erkende autoriteit; helder en onderhoudend zijn de korte opstellen over allerlei aspecten van het leven in het Middeleeuwse Engeland. - A History of Europe (Fontana Library, in twee delen; 9/6) is vijf en twintig jaren oud en min of meer klassiek. Goedmoedige, evenwichtige kritiek en rustige stijl en dictie maken de lezing tot een verfijnd genoegen, ook voor de leek in het vak. Niet alleen als historicus, maar ook als letterkundige, verdient Fisher's naam te blijven voortleven naast die van Mac- | |
[pagina 962]
| |
aulay en Green uit de negentiende eeuw. Lord Acton's Lectures on Modern History dateert uit het begin van deze eeuw. Ook hier vinden we de gelukkige combinatie van deskundigheid, scherp inzicht en prachtige stijl. De uitgave bevat een twintigtal lezingen, die voornamelijk de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw bestrijken (Fontana Library; 6 sh). De inleiding is van de beruchte anti-katholieke Oxford Professor, Trevor Roper, en zijn opmerkingen zijn precies wat wij van hem verwachtten. Op het gebied van de kunstgeschiedenis ontmoeten we, weer in de jonge Fontana Library, het hoofdwerk van de onlangs gestorven kunsthistoricus Bernhard Berenson: The Italian Painters of the Renaiscance (6 sh.). In vier boeken, die oorspronkelijk afzonderlijk werden gepubliceerd in de negentiger jaren, behandelt schr. de schilders van Venetië, Florence, Noord- en Midden-Italië. Titel en inhoud doen vanzelf denken aan het beroemde werk van Walter Pater uit de vorige eeuw: The Renaisance, waarvan binnenkort een goedkope uitgave verschijnt in dezelfde Fontana-serie, maar dat de Amerikaanse Mentor-serie reeds vorig jaar in goedkope uitgave publiceerde. Een buitengewoon pocketbook is ook British Architects and Craftsmen van de hand van Sacheverell Sitwell, broer van de dichteres Edith. Mooi geïllustreerd met foto's en schetsen bespreekt schr. de grote Engelse architecten. Sitwell is kunsthistoricus en literator; en de vrucht is een prachtig geschreven overzicht van de Engelse architectuur in haar bloeiperiode (Pan; 5 sh.). Nu we van de geschiedenis bij de kunst zijn aangekomen, vestigen we de aandacht op A Dictionary of Art and Artists van Peter and Linda Murray (Penguin; 5 sh.). De schrijvers hebben getracht de belangrijkste wetenswaardigheden op het gebied van kunst en kunstgeschiedenis samen te vatten. Als eerste inleiding en kennismaking is dit werkje bijzonder kostbaar, maar ook bij dieper contact zal het niet teleurstellen. In de Fontana Pocket Library of Great Art verscheen ten slotte: Flower Painting by the Great Masters (4 sh. 6 d.), waarin M. Fairbanks heel wat meer geeft dan een praatje bij mooie plaatjes. In kort bestek wordt een zeer goed overzicht gegeven van de kunst van bloemen schilderen en tekenen. Zij betrekt hierbij niet alleen de oude meesters zoals da Vinci en Dürer, maar ook Japanse en Chinese kunstenaars. De biografie kan in Engeland steeds op bijzondere belangstelling rekenen. We vermeldden reeds het leven van Oscar Wilde door Hesketh Pearson. Een andere Ier, Roger Casement, werd besproken door René MacColl (Four Square). Casement was aanvankelijk in Engelse consulaire dienst, werkte tijdens de eerste wereldoorlog aan het ietwat fantastische plan om uit Ierse krijgsgevangenen een leger tegen Engeland te recruteren, maar deed dit zo onhandig dat hij bij het voet zetten op Ierse bodem al onmiddellijk gevangen kon worden genomen. Over het proces en de executie is heel wat te doen geweest; nog meer heeft het karakter van deze merkwaardige mens de historici bezig gehouden, terwijl de controverse over zijn homosexuele aanleg en praktijken nog voortwoedt. - Een levensschets van twee literaire figuren uit de negentiende eeuw geeft ons de Grey Arrow Serie, en zoals wij van deze serie verwachten, is zowel de studie over Meredith van Siegfried Sassoon als die van Harold Nicholson over Tennyson bijzonder waardevol: de namen van de twee auteurs staan hiervoor garant. Sassoon heeft een prachtstudie geschreven over de te weinig bekende, ietwat gecompliceerde romanschrijver Meredith, waarbij hij de romans plaatst tegen Meredith's ontwikkeling van geest en zijn groei als mens, een | |
[pagina 963]
| |
ontwikkeling en groei die zich niet zonder veel leed voltrokken. Nicholson geeft een chronologisch verloop van Tennyson's leven, maar Tennyson was in diepste wezen steeds een dichter; de levensschets is zodoende tegelijkertijd het blootleggen van de bron waaruit Tennyson's poëzie voortvloeide. Op heel wat lager niveau staat Henry van Etten's George Fox and the Quakers, dat in Longman's Men of Wisdom-serie verschijnt. Het bevat een inleiding op het leven, de avonturen en medewerkers van deze eerste Quaker. Het geheel is echter oppervlakkig, fragmentarisch en al te propagandistisch. Heel wat beter is Moses and the vocation of the Jewish people. Het geeft een goede kijk op de persoon en de zending van Moses. Zodra de schr., André Neher, zich echter begeeft op het gebied van de latere geschiedenis van het Joodse volk, en dan een parallel gaat zien tussen het verblijf van dit volk in Egypte en de lijdensgeschiedenis der Joden in Duitsland, weet schr. nog maar matig te boeien. - Een sprong naar het andere uiterste brengt ons bij niets minder dan twee studies over Chroestsjef. The Life and Times of Nikita Kruschev (Panther) door R. Macgregor Hastie is een vrij populair gehouden reportage; het mist het gezag van Khruchev's Russia (Penguin), waarin de bekende buitenlandse journalist en Rusland-expert E. Crankshaw onbewogen zakelijk aan het woord is over het hedendaagse Rusland en de mannen die het maakten. Het is niet gemakkelijk contemporaine geschiedenis te schrijven; schr.'s eerlijke objectiviteit en deskundigheid behoeden hem voor oppervlakkigheid en eenzijdige beoordeling. Een overgang van de biografie naar de literatuur vormt English Eccentrics (Arrow), waarin de toch wel enigszins eccentrieke dichteres Edith Sitwell schrijft over soortgenoten. Allerlei vreemde personagiën uit ieder levensmilieu zijn hier in een hoogst merkwaardig gezelschap bijeengebracht; professoren en jagers treffen we er natuurlijk onder, ook reizigers en sportmensen, dichters en pilaarheiligen: alles wordt met droge humor en lichte spot verteld, vooral ook met sympathieke mildheid jegens de vreemde kostgangers Gods. Tot het lichte genre behoort ook Yet more Comic and Curious Verse (Penguin; 5 sh.), waarin J.M. Cohen van links en rechts, uit boek en krant, van grafsteen en bij wijze van spreken van suikerzakjes, berijmde en onberijmde verzen en versjes heeft bijeengegaard. Meer serieus is Poetry of this Age van dezelfde auteur (Arrow; 5 sh.). Het geeft een overzicht van de dichtkunst der laatste vijftig jaren in zes Europese talen, in Frans, Duits en Engels, en daarnaast in Italiaans, Spaans en Russisch. Het interessante van deze inleiding en dit overzicht lijkt ons de onderlinge verbondenheid van de dichters van verschillende nationaliteit en verschillende levensinstelling. Van de onlangs gestorven G.H. Vallins geeft Panbooks Good English en Better English uit. Geheel anders van opzet en lichter van toon, doen zij toch denken aan Fowler's Modern English Usage en Quiller Couch's The Art of Writing van tussen de twee oorlogen. Het zijn onderhoudende, maar ook hoogst nuttige boekjes, voor allen die hebben te schrijven; De literatuur wordt gedomineerd door de roman; het is ondoenlijk hier ook maar in de verste verte volledig te zijn. Immers het merendeel der boeken is nog steeds amusementslectuur, en de roman is hierbij nog steeds het geliefde gerecht. Gelukkig vragen maar betrekkelijk weinig romans in pocket-uitgave onze ernstige aandacht. Veruit het meeste is derde-rangs. Wij volstaan ermee te wijzen op The Spiral Road (Four Square), hetgeen een vertaling is van de Hartog's Gods Geuzen, op The Mandarins, (Fontana; 5 sh.), waarin Simone | |
[pagina 964]
| |
de Beauvoir een erg langdradig verhaal geeft over veel leeghoofdigen in het Parijs van na de tweede wereldoorlog, op Children of the Archbishop (Fontana; 5 sh.), het sympathieke verhaal van Norman Collins dat zich grotendeels afspeelt in een tehuis voor verweesde of verlaten kinderen, en op The Bank Audit (Four Square), van Bruce Marshall; deze keer put hij zijn materiaal uit eigen werkkring, maar het milieu van bankdirecteuren en klerken is weinig aantrekkelijk. Tot slot vermelden we de publicatie van niet minder dan elf romans van D.H. Lawrence in Ace books, hiermede het voorbeeld volgend van Penguin, die in de afgelopen jaren zo nu en dan ook een tiental werken van eenzelfde auteur op de markt bracht (o.a. van Shaw, Waugh, Wells). Wij besluiten dit overzicht door te verwijzen naar enkele boeken die buiten de besproken categorieën vielen. Poets in a Landscape (Pelican) is een werkje van de Schot Highet, nu professor in Amerika, die een reeks belangrijke literair-historische studies op zijn naam heeft staan; het is een inleiding op de zeven grote Latijnse dichters, waarbij de band met hun geboortestreek telkens het grondthema vormt. Een boekje voor de gymnasiasten der hoogste klassen en voor ieder wie het erfgoed der klassieken interesseert. Wat kariger moeten we zijn met onze lof voor Walls of Jericho (Arrow), niet vanwege het onderwerp zelf; want wat kan boeiender zijn dan het herontdekken van verschillende beschavingen die zich blijvend hebben neergelegd in de structuur van een stad? Lady Wheeler stelt echter teleur door de babbelende wijze waarop zij praat over haar onderwerp. Voortreffelijk daarentegen is Man explores the Sea (Pelican), dat ons een encyclopedisch overzicht geeft van de mens die zich in de loop der tijden, en wel vanaf 415 voor Christus tot anno Domini 1958, op zeer uiteenlopende wijzen met al evenzeer uiteenlopende bedoelingen onder water gewaagd heeft. Het schrijft over duiktechniek, over het maken van onder-water films, het speuren naar verzonken schatten, naar het wapen der onderzeëers, enz. James Duggan heeft deel genomen aan verschillende diepzee-onderzoekingen en een boeiend boek geschreven. In The Americans (Arrow) geeft G. Gorer zijn vues op het karakter van de Amerikaan. Het is een grappig boek, hier en daar sarcastisch; toch is het niet enkel een opsomming van eigenaardigheden; zijn beschrijving van het kind op school, of van het kostuum van de Amerikaanse man, of van reclameleuzen of welk ander onderwerp ook, is gewoonlijk de aanloop tot diepergaande beschouwingen over de Amerikaan, die hij tenslotte weet samen te bundelen tot enkele hoofdkarakteristieken (als bv. Amerika als een wereld van dingen, een samenleving van spanningen). Een uitzonderlijk charmant werkje is The Penguin Book of English Folk Songs; de selectie werd gemaakt door de beroemde musicus Vaughan Williams en A.L. Lloyd. Het geeft de tekst en de muziek van een zeventigtal balladen, folkloristische wijsjes en liedjes, terwijl noten aan het einde de oorsprong en de geschiedenis van de belangrijkste liederen bespreken. En na het vele ernstige dat dit overzicht ons gaf, tot slot iets voor lichte verpozing in een verloren half-uurtje. Unsolved mysteries (Arrow) is een verzameling heel sterke verhalen. De auteur heeft ze van her en der bijeengebracht. Om de spanning te verhogen, vermeldt hij niet de mogelijke oplossing of verklaring. Hij bewaart deze tot het einde van het boek, zodat de lezer eerst zelf proberen kan de verklaring te vinden. Wat echter geschreven werd om juist wel de verklaring van het mysterieuze te geven, is Red for Danger (Pan). Hierin vermeldt schr., L. Rolt, de meer dan honderd spoorweg-ongelukken, die in | |
[pagina 965]
| |
Engeland tussen 1840 en 1940 plaats vonden en die naar zijn, niet erg bescheiden mening, de Engelse spoorwegen tot de veiligste in de wereld hebben gemaakt. Uit het bovenstaande blijkt wel hoe de markt van de paperbacks zich ontwikkelt. Steeds meer wordt het duidelijk dat de naam der uitgeversfirma de veiligste garantie biedt voor de goede pocket. Ook uit dit overzicht blijkt dat naast Penguin books, het weer Fontana, Arrow en Four Square zijn, die doorgaans het hoogste peil bereiken, waarbij wij de uitgevers van alleen quality books buiten beschouwing laten. De markt wint aan belangrijkheid met de maand, en kritische bladen kunnen zich niet langer permitteren om het verschijnsel pocket-book uit de weg te gaan of onbesproken te laten. De Sunday Times beloofde ons onlangs een wekelijkse bijdrage over de goedkope uitgaven; John of London's Weekly doet dit reeds enige tijd. Tot nu toe gaf The Times Literary Supplement een hoogst enkele keer iets over de pockets; het heeft er echter nu veel van weg dat het blad iedere maand hieraan zijn aandacht zal gaan besteden. Intussen wordt het steeds moeilijker niet zozeer om kaf van koren te scheiden, maar kaf en koren nog te zien! M.a.w., het wordt steeds moeilijker om precies bij te houden welke Engelse firma's aan het produceren zijn, en wat. En hoe een boekenzaak van standing, die tevens naar een zekere representatieve volledigheid streeft, zelfs het meer waardevolle pocketbook in voorraad kan houden, is ons een raadsel: het vraagt niet alleen een zorgvuldig bijhouden van wat er verschijnt, het vraagt steeds ruimere toonkamers; want een pocket schaft men zich aan wanneer men het eerst gezien en in de hand gehouden heeft. |
|