| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
NA ongeveer zes weken in Genève bijeen te zijn geweest is de conferentie der ministers van Buitenlandse Zaken verdaagd tot 13 juli zonder dat men een stap nader is gekomen tot een topconferentie. Van beide zijden werden enkele nieuwe plannen naar voren gebracht, maar telkens sprak de andere kant vrijwel onmiddellijk het onaanvaardbaar uit. Het Westen houdt vast aan garanties voor de vrije toegang tot W.-Berlijn en aan zijn bezettingsrechten aldaar; het heeft blijk gegeven niet tevreden te zijn met een mondelinge erkenning van die rechten door Gromyko en deze weigerde later zijn verklaring schriftelijk te herhalen. Ook wensen de V. St., Engeland en Frankrijk geen verandering in de status van deze stad als er niet tegelijkertijd een regeling getroffen wordt voor de hereniging der beide Duitslanden en voor de veiligheid van Europa.
Gromyko probeerde aanvankelijk met minimale, niet essentiële concessies zijn doel te bereiken en toen dit geen succes bleek te hebben werd zijn toon weer agressiever. Zelfs kwam het ultimatum - zij het in gewijzigde vorm - weer te voorschijn op 10 juni, toen hij verklaarde, dat de W. bezettingsrechten in W.-Berlijn voor een jaar gecontinueerd konden worden, terwijl gedurende dat jaar een gemengd Duitse commissie maatregelen zou moeten nemen voor de hereniging en een vredesverdrag voorbereiden; ook aan deze interim-regeling waren voorwaarden verbonden en alleen als hieraan zou zijn voldaan was de S.U. bereid voorlopig de vrije toegang tot W.-Berlijn te garanderen.
Het W. heeft verklaard in geen geval te willen onderhandelen onder bedreiging van een ultimatum of van een dictaat, zoals de Brit Selwyn Lloyd het noemde. Uit het feit, dat de S.U. daarna verklaarde geen ultimatum te hebben bedoeld en dat een jaar eventueel ook langer kon zijn, blijkt eens te meer hoe men langs elkaar heen praat, omdat men het zelfs niet eens is over de betekenis van de verschillende woorden.
Eén ding is echter wel duidelijk, n.l. dat het W. ondanks alles eensgezind is gebleven en het been wil stijf houden. Eisenhower heeft herhaaldelijk verklaard slechts aan een topconferentie deel te willen nemen als er van te voren een redelijke kans was op succes. Ook Macmillan heeft hieraan niet kunnen tornen en als Chroestsjef gedacht heeft, dat hij Eisenhower toch wel tot andere gedachten kon brengen, moet hij nu toch wel inzien, dat de Amerikaanse president bedoelde, wat hij zei.
Of dit ook het geval is met Chroestsjef wordt betwijfeld. Wil hij nog wel een topconferentie? Zo ja, welke? Een van de vier grote mogendheden of een onderonsje tussen Rusland en de V. St.? Voor het laatste heeft hij steeds voorkeur gehad. Of voelt hij helemaal niets meer voor een topconferentie? Het zou niet de eerste keer zijn, dat hij na voortdurend aandringen op het houden van een dergelijke bijeenkomst plotseling geen interesse meer erin bleek te hebben.
Het grootste deel van zijn buitenlands verblijf bracht Chroestsjef door in Albanië, waar hij de kleinste van de Sovjet-Russische satellietstaten een stevige steun in de rug gaf door zijn belofte raketbases in dit land te zullen vestigen als
| |
| |
antwoord op soortgelijke maatregelen in de Nato-landen, Italië en Griekenland. Hij deed tevens het voorstel om een kernwapen-vrije Balkanzone te vormen, waartoe beide Nato-partners zouden moeten toetreden. Zijn dreigementen hadden echter niet de door hem verwachte uitwerking.
Het kan interessant zijn te raden naar de verdere plannen van de Sovjet-leider. Een van de veronderstellingen is, dat hij met het idee zou rondlopen de staten binnen het Russische imperium om te vormen tot een grote federatie; Rusland zou dan het toch altijd zeer grote risico kunnen nemen zijn troepen uit de tegenwoordige satellietlanden terug te trekken en deze - indien nodig - ook weer onmiddellijk kunnen terugsturen, daar een opstand dan een zuiver binnenlandse aangelegenheid zou zijn in de Sovjet-federatie. Of het zo ver komt, blijft natuurlijk een vraag, maar zijn uitlatingen in Boedapest zouden in die richting wijzen.
Alhoewel in het Sovjetkamp ook niet alles koek en ei is, komen de onderlinge meningsverschillen daar voor de buitenwereld niet zo duidelijk naar voren als in het W. het geval is. Men houdt hier bij het vaststellen van zijn standpunt veel meer rekening met allerlei nevenfactoren. Zo is voor de houding van de V. St. nu al van belang, dat volgend jaar de kandidaten moeten worden aangewezen voor het Witte Huis; de strijd tussen republikeinen en democraten wordt daardoor feller en de kritiek op Eisenhowers regering wordt steeds scherper. Dit bleek bij de benoeming van Mevr. Booth Luce tot ambassadrice in Brazilië; de benoeming werd tenslotte wel goedgekeurd, maar zij bedankte toch maar liever voor de eer; de benoeming van Lewis Strauss tot minister van handel stuitte op zo hevig verzet, dat zij ongedaan moest worden gemaakt. Eisenhower zal ook in zijn buitenlandse politiek veel meer rekening moeten houden met de opvattingen van de democraten.
Ook in de W.-D. Bondsrepubliek waren interne moeilijkheden. Nadat Adenauer er aanvankelijk in had toegestemd de kandidatuur voor Bondspresident te aanvaarden, maakte hij volkomen onverwacht bekend bij nader inzien het beter te vinden toch maar als bondskanselier aan te blijven. Hij beriep zich ter verdediging van dit besluit op de noodzaak, dat in de voor het W. uiterst belangrijke komende periode niet teveel wisselingen aan de top moesten plaats hebben; blijkbaar wil hij Eisenhower liever niet alleen op het slagveld achterlaten. Zijn enige motief zal dit wel niet zijn geweest. Het zal hem wel zijn tegengevallen, dat men ook in C.D.U.-kringen zijn opvattingen van het presidentschap à la de Gaulle niet deelde; ook leek het hem alles behalve prettig, dat men niet zijn kandidaat, Etzel, maar Erhard als bondskanselier verlangde. Adenauer meent, dat Erhard een nieuwe richting in de W.-D. buitenlandse politiek zal inslaan; hij zou meer Engelsgezind zijn en eerder met de Russen willen onderhandelen. Alle kritiek in en buiten de C.D.U. bewerkte niet, dat Adenauer zijn besluit herzag; het is er wel warm toegegaan en er dreigde zelfs een breuk tussen beide grote figuren, maar met veel moeite kon de twist worden bijgelegd. Geheel van harte bleek dit niet te zijn geweest; kort daarop liet ‘der Alte’ zich in een interview met een Amerikaans blad nogal denigrerend uit over Erhards capaciteiten voor het kanselierschap; dit leidde opnieuw tot hooglopende ruzie, die na zeer moeilijke bemiddelingspogingen weer werd bijgelegd, zij het dan ten koste van prestigeverlies van beiden. Het is te hopen, dat het Adenauer duidelijk geworden is, dat hij terdege rekening moet gaan houden met van zijn standpunt afwijkende meningen binnen de C.D.U.
Onder al deze bedrijven door zat deze partij nog met de moeilijkheid een
| |
| |
nieuwe kandidaat voor het presidentschap aan te wijzen; zij koos de tegenwoordige minister van landbouw, Lübke, maar haar coalitie-genote, de Deutsche Partei, voelt niets voor Lübke. Hij zou daardoor eerst bij de derde stemming, als een gewone meerderheid voldoende is, gekozen kunnen worden. Als tenminste de liberaal, Becker, niet gaat profiteren van de tegenstelling tussen de C.D.U. en de socialistische kandidaat, Schmid. De verkiezing zal ondanks gebleken ongenoegen van de S.U. en O-Duitsland en ondanks de aanmaning van Adenauer tot voorzichtigheid toch in W.-Berlijn plaats hebben volgens een besluit van de Bondsdagvoorzitter, Gerstenmaier.
Onmiddellijk na de verdaging van de conferentie van Genève pleitte Adenauer voor een W. topconferentie vóór de hervatting van de besprekingen tussen de ministers van de grote vier. Hij vond hiervoor steun bij Frankrijk, terwijl ook Italië en België zich in deze zin uitspraken. Italië deed dit tijdens het bezoek van de Gaulle ter gelegenheid van het feit, dat 100 jaar geleden Franse troepen bij Solferino met het leger van Sardinië de Oostenrijkers versloegen. De Gaulle kreeg een buitengewoon hartelijke ontvangst. Dit enthousiasme was niet alleen een uiting van dank voor de Franse hulp in het Italiaanse Risorgimento, maar was tevens een uiting van de hoge verwachtingen, die men in Italië heeft van de met dit bezoek gepaard gaande politieke en economische besprekingen in Rome. Men verwacht, dat de Gaulle zal proberen Italiaanse steun te krijgen voor de vorming van een sterke continentale groep, waarbij ook aan Spanje wordt gedacht, binnen de Nato en alhoewel Frankrijk daarin de leiding zou nemen, zou toch het Italiaanse prestige hierdoor sterk stijgen.
De Gaulle wil door versterking van de Franse macht op het vasteland of beter gezegd door het bewerken van een betere verstandhouding tussen Frankrijk en zijn naaste buren zijn land de positie van grote mogendheid verschaffen naast de V. St. en Engeland. Hij is zijn voorstel van vorig jaar om in de Nato een soort driemanschap te vormen nog niet vergeten; nu probeert hij het verzet hiertegen in de Europese Natolanden te verzwakken om daarna sterker te staan tegenover de W. grote twee. Bovendien heeft hij de afgelopen maand nog eens gedemonstreerd een onafhankelijke positie in de Nato te willen innemen door te weigeren raketinstallaties in Frankrijk te laten vestigen en eveneens te weigeren, dat er Amerikaanse kernwapenvoorraden zouden worden aangelegd, tenzij Frankrijk medezeggenschap zou hebben over het gebruik hiervan. Tevens wil de Gaulle, dat de V. St. en Engeland het Franse optreden in Algerije volledig steunen, omdat ook hier door Frankrijk de internationale veiligheid beschermd wordt. Tijdens de Geneefse conferentie verklaarde de Gaulle, dat Frankrijk niet genegen was nieuwe verplichtingen in de Nato op zich te nemen, een verklaring, die over het algemeen bitter weinig waardering ontmoette niet alleen voor wat de inhoud betreft, maar ook voor het ogenblik, waarop zij werd afgelegd, n.l. toen het W. behoefte had aan een zo groot mogelijke eensgezindheid tegenover de Russische dreigemtenten.
Ook uit Engeland kwam een bericht, dat de onderhandelingen in Genève bemoeilijkte. De overigens als uiterst betrouwbaar bekende Londense Times gaf een beschouwing over plannen van Macmillan om zijn kabinet te reorganiseren, waarbij Selwyn Lloyd zou worden vervangen. Al werd dit onmiddellijk door de prime minister gedementeerd, de positie van zijn minister van buitenlandse zaken werd erdoor verzwakt en daarom was de publikatie op zijn minst inopportuun.
De positie van Couve de Murville daarentegen werd versterkt. Niet alleen
| |
| |
houden de geruchten over een spoedig te verwachten einde van de Algerijnse oorlog aan - er zou al onenigheid heersen in de Vrije Algerijnse regering te Cairo, tengevolge waarvan de premier, Ferhat Abbas, en enkele andere leden zouden willen aftreden -, ook is premier Debré erin geslaagd een spoorwegstaking af te wenden door te dreigen een groot aantal spoorwegarbeiders onder militair gezag te plaatsen; na nieuwe besprekingen met de regering trokken de 3 grote vakbonden - communistische, socialistische en christelijke - het stakingsparool in, toen de regering zich bereid verklaarde nieuwe onderhandelingen te zullen openen over het loonvraagstuk.
Met binnenlandse moeilijkheden heeft ook Frondizi in Argentinië te kampen. Vorig jaar werd hij met communistische steun tot president gekozen. Hij is er in geslaagd de economische situatie van zijn land te verbeteren zij het door het brengen van grote offers. Terwijl de lonen bevroren waren, slaagde hij er echter niet in de prijsstijging te verhinderen. Van militaire zijde is Frondizi nooit con amore aanvaard; deze verweten hem nu gewezen aanhangers van Péron op voorname posten te plaatsen om zo bij de arbeiders in het gevlei te komen. Plotseling werd nu - van welke zijde is niet bekend - een stuk gepubliceerd, waarin sprake is van een overeenkomst tussen Frondizi en Péron, waarbij de laatste steun beloofde bij de presidentsverkiezing in 1958. Alhoewel Frondizi de juistheid ontkende, grepen de militairen dit aan om van de president te eisen, dat hij grondige wijzigingen zou aanbrengen in zijn politiek. Kort daarop trad de regering af en na enige moeite slaagde Frondizi erin een nieuwe te vormen, waarin hij een van zijn felste tegenstanders op een belangrijke post plaatste. Het is nog niet zeker, dat hij zich kan handhaven.
Moeilijkheden waren er ook in Kerala, de enige door communisten geregeerde deelstaat van India, tengevolge van de onderwijswetgeving, waarbij de staat grote invloed heeft gekregen op het bijzonder onderwijs. Uit protest werden de katholieke scholen gesloten; ook de Mohammedanen en de Hindoes protesteerden heftig tegen de regering. Het kwam tot relletjes, waarbij doden vielen en talrijken gevangen werden genomen. Premier Nehroe, die naar aanleiding hiervan een bezoek aan Kerala heeft gebracht, heeft als oplossing van de moeilijkheden aangedrongen op het houden van nieuwe verkiezingen.
Zoals bondskanselier Adenauer zijn afscheid van de praktische politiek had kunnen nemen door bondspresident te worden, maar het niet deed, zo heeft de Ierse Vader des Vaderlands, Eamon de Valera, de gelegenheid wel aangegrepen. De man, die Ierland leidde tot de volledige vrijheid, werd na 27 jaar als premier zijn land te hebben gediend op 17 juni met ruime meerderheid gekozen. Dezelfde dag werd er in Ierland gestemd over de vraag of het stelsel der evenredige vertegenwoordiging niet vervangen moest worden door het districtenstelsel. De Valera was voorstander van dit laatste, maar de meerderheid wenste hem hierin niet te volgen.
J. Oomes
| |
België
Koning Boudewijn is klaarblijkelijk met nieuwe opvattingen over de betrekkingen tussen de Kroon en de bevolking uit Amerika teruggekeerd. Naast zijn succesvolle persconferentie zijn er ook nog andere tekens die daarop wijzen. Dit, en de voorbereiding van het huwelijk van Prins Albert en donna Paola, liet het
| |
| |
klimaat rond het Hof aanzienlijk opklaren. Toch zou, volgens de bladen, er nog een poging geweest zijn, zich te verzetten tegen het vertrek van minister Van Hemelrijck naar Kongo. En het is een feit dat contact genomen werd door de voorzitters der drie traditionele partijen i.v.m. de positie van de Kroon en de dotaties voor de koninklijke familie.
De regering, gestuwd door de Eerste-Minister, deed een felle poging om een reeks belangrijke wetsontwerpen nog voor het parlementair reces te doen goedkeuren. Dit was o.m. het geval met de ontwerpen 162 en 163 tot bevordering van de economische expansie en de regionale economische politiek. Deze werden goedgekeurd ondanks een zeer weifelende en onzekere oppositie. Anders was het met het ontwerp tot fiscale vrijstelling voor realisatie van de meer-waarden. Hier immers bleek de meerderheid zelf verdeeld. In een motie had het A.C.V. deze maatregel strijdig met het algemeen belang genoemd. Deze stelling, natuurlijk gretig overgenomen door de socialisten, werd met veel hardnekkigheid verdedigd door C.V.P.-volksvertegenwoordiger De Saeger, in een opzienbarende minderheidsnota, en vanaf de kamertribune. Volgens dhr. De Saeger speelde het ontwerp uitsluitend in het voordeel van de holdings en zou het geen weerslag hebben op de regionale economie. De regering stelde echter de vertrouwenskwestie en behaalde na een marathonzitting in de Kamer de overwinning. Deze ontknoping is gelukkig te noemen, omdat ze de verdere uitvoering van het Sleutel-plan mogelijk maakt.
De Eerste-Minister had verder nog de goedkeuring gevraagd van het ontwerp tot zetelaanpassing en kieswethervorming, alsmede van de ontwerpen tot regeling van het repressie- en epuratieprobleem. De kieswethervorming is een liberaal programmapunt, door de regering aanvaard. De liberalen eisten de goedkeuring ervan in één Kamer vóór het reces. De christelijke opinie, voornamelijk in Wallonië, staat hier afwijzend tegenover. Er werd bij de minister van Binnenlandse Zaken een C.V.P.-liberale werkgroep opgericht om tot een compromis-formule te komen, en enkele amendementen die tegemoetkomen aan C.V.P.-wensen werden reeds aanvaard. Toch valt nog af te wachten of de Kamer lang genoeg zal zetelen om het ontwerp af te handelen. In de C.V.P.-fractie bestaat een sterke tendens tot vertraging. En het ontwerp werd zeker niet gediend door de houding van de liberale kamerleden die zich aan de zijde van de oppositie schaarden om de koppeling van voordelen voor oorlogsslachtoffers aan de repressie-ontwerpen te verkrijgen. Dit maneuver hing samen met het protest van sommige patriotische groeperingen tegen de repressie-ontwerpen en strekte ertoe de stemming dezer ontwerpen ook te verdagen, minstens tot na het verlof. De Senaat had intussen het ontwerp betreffende de schadevergoeding ten laste der zgn. incivieken goedgekeurd.
Zoveel moeite dhr. Eyskens ondervindt om zijn programma door het parlement te laten afwerken, zo haastig stemde een meerderheid van Kamerleden de verhoging der parlementaire vergoeding tot 300.000 Fr. Nochtans hadden gezaghebbende figuren gewezen op de ongrondwettelijkheid van die verhoging vóór de herziening van art. 57 der grondwet. Ze bleven een minderheid die echter consequent de verhoging weigerde. De bevoegde senaatscommissie sloot zich bij de houding dezer minderheid aan. De in de Kamer aanvaarde verhoging is bij de openbare opinie onpopulair en meer en meer stemmen gaan op voor een strakkere regeling van de parlementaire werkzaamheden, vnl. om het absentisme tegen te gaan.
| |
| |
Het prestige van het parlement kreeg nog een slag toegediend, toen B.S.P.-ondervoorzitter Van Eynde de Kamervoorzitter persoonlijk aanviel wegens diens verbond met de financiële machten. De socialistische groepsvoorzitter, bewogen door de eensgezinde hevige reactie van het parlement dat naar sancties uitzag, streek zalf op de wonde. Maar enkele dagen later kondigde het Bureau van de B.S.P. een onderzoek aan in deze aangelegenheid van ‘onverenigbaarheden’.
Tijdens het eerste weekend van juni congresseerden de Waalse socialisten te Namen en namen er wallingantische moties aan, tegen de ontworpen kieswet-hervorming, voor het federalisme en een regionale senaat. Bijzonder opgemerkt werd de aanwezigheid van dhr. Collard op dat congres. De B.S.P. was klaarblijkelijk verdeeld in dit geval: in de pers verschenen tegenstrijdige artikelen van Collard en van voorzitter Buset, die het voor de Vlamingen en de eenheid opnam. Deze gebeurtenissen waren van betekenis in het vooruitzicht van het B.S.P.-congres dat op 4 en 5 juli moest plaatshebben. Dit congres werd echter verdaagd tengevolge van de schielijke dood van dhr. Buset op 28 juni. Ook de C.V.P. werd in haar leiding zwaar getroffen door het overlijden van senator Jef Deschuyffeleer, voorzitter van de Vlaamse vleugel, op 21 juni.
Hierboven werd reeds gewag gemaakt van de nieuwe reis van minister Van Hemelrijck naar Kongo. Meer dan één twijfel werd geuit over de opportuniteit van deze reis. En het is duidelijk geworden dat de minister veel vijanden heeft onder de blanken in moederland en Kongo, die vurig zijn heengaan wensen. Van de andere kant bleken van zwarte zijde een aantal verwachtingen te hoog gespannen. Zo kwam Kasavoeboe voor de dag met een plan tot oprichting van een ‘republiek van Midden-Kongo’. De minister bevond zich aldus in de moeilijke positie van het juiste midden dat gewoonlijk niemand tevredenstelt. Hij weigert echter de moeilijkheden op te blazen. Hij liet krachtdadig optreden tegen de herriestokende ‘colons’ van Bukavu die hem op tomaten onthaald hadden, en wees Kasavoeboe scherp terecht met zijn plan dat tegen de politiek van 13 januari indruist; hij dreigde zelfs met sancties. Zijn afscheidsverklaring te Leopoldstad: geen overhaasting, uitvoering van de regeringsverklaring in het bepaalde tempo, geruststelling van de ambtenaren, was het gezond verstand zelf. Zijnerzijds betoogde de Gouverneur-Generaal in zijn rede voor de Gouvernementsraad dat de ontvoogding van Kongo en het invoeren van een volledig stelsel democratische vrijheden op verantwoorde wijze worden doorgevoerd. (Intussen zijn weer nieuwe stemmen opgegaan om de vervanging van de gouverneur-generaal door een nieuwe persoonlijkheid b.v. met het statuut van resident-minister, te suggereren). Het staat vast dat de toestand zich als zeer delicaat ontwikkelt, en dat vastberadenheid en snelheid in de uitvoering van de regeringsverklaring moeten samengaan met het verzekeren van een klimaat van orde en gematigdheid. Minister Van Hemelrijck blijft in die situatie tenvolle het vertrouwen waardig.
L. Deraedt
|
|