| |
| |
| |
Anastazy Mikojan
Zyrill Boldirev
IN de feesthal der Metaalwerken te Warschau, die de naam dragen van de in 1942 vermoorde eerste secretaris der Poolse communistische partij, Nowotko, staat vóór de duizend- en duizendkoppige arbeidersmenigte een zwartharig man van nauwelijks middelbare grootte, wie ondanks zijn eenvoudige kleding en ongedwongen houding aan te zien is dat hij gewoon is te bevelen en gehoorzaamd te worden, Anastazy Ivanovietsj Mikojan! Hier staat hij en men heeft, zoals bij Luther op de Rijksdag te Worms, de indruk dat hij niet anders kan. Niet anders kan dan in het platste partijjargon een ‘roemvol Nieuwjaarsfeest van de communistische partij'’ meevieren, ‘die met succes een socialistische gemeenschap opbouwt’, die als ‘Leninistische partij leert van de massa, de massa zelf leidt en ze tot overwinning van het socialisme voert’. Hij voorspelt dat de U.S.S.R. rijker zal zijn dan de meest gefortuneerde kapitalistische landen. Hij spreekt over de ‘revisionisten te Bonn.... die, door de Amerikaanse imperialisten ondersteund, het steeds drukker over hun agressieve plannen hebben’. Kan de Sovjetmachthebber nr. twee heus niet anders?
Acht maanden vroeger bevond zich dezelfde Mikojan te midden der Bonner revisionisten. Hij toonde de fijnste manieren, droeg elegante kleding en deelde complimenten uit naar alle kanten. De groot-industriëlen uit het Rijnland en Westfalen, de politici en zelfs de tegen communistische verleidingen meest geharde coryfeeën der Bondsrepubliek waren verrukt over de charmante gast, die nog bij doorgewinterde sceptici hoop op een betere verhouding met de U.S.S.R. en vooral op voordelige affaires met haar wekte. Als hij zo, omgeven door bedrijfsdirecteuren, door de fabrieksruimten schreed of met de meest gehaaide monopoliekapitalisten weelderige maaltijden verwerkte en zich aan de uitgezochte Duitse wijnen te goed deed, zou men nauwelijks kunnen denken dat hier een doodsvijand, een leider van het proletariaat en.... een gewezen kandidaat van het priesterschap aanzat.
Nog twee momentopnamen! Wij zijn in Ischl, de vroegere zomerresidentie van Keizer Frans Jozef. De Sovjetminister die Oostenrijk bezocht verblijft in deze bekoorlijke badplaats van het Salzkammergut, die hij, verlangend ook andere dingen dan industriewerken te zien, uitdrukkelijk wenst te bezoeken. Ook de Oostenrijkers zijn betoverd door de excellentie uit Moskou. Zo'n charmant heer! Als hij maar gunstige indrukken
| |
| |
mee naar huis neemt! Natuurlijk moet men hem al het bezienswaardige tonen, doch in juiste keuze. Wat is er zo al in Ischl? Vanzelfsprekend: de villa van Frans Léhar die zelfs in Rusland bij ieder bekend en geliefd is. Doch Mikojan: ‘'t Spijt me, ik heb weinig tijd. Interesseert me niet erg. Maar de villa van de keizer zou ik graag zien’. Grote verlegenheid, maar de wens is bevel. In allerijl wordt de dame des huizes, een aartshertogin, ingelicht. Mikojan verschijnt en hij is van een Chinese, of liever, van een oud-Europese beleefdheid. Tenslotte zitten de aartshertogin en de communistenleider vreedzaam bijeen, ledigen tesamen enige flessen bier en gaan genoegelijk uiteen. Wat Anastazy Ivanovietsj daarna uitgelaten heeft, is - als we de berichten van getuigen moeten geloven - zo onwaarschijnlijk, dat wij het nauwelijks durven herhalen. De oude keizer zou wel gezegd hebben: ‘Het was zeer mooi, het heeft me veel genoegen gedaan’.... Daarentegen heeft diezelfde Mikojan met ijzeren vuist tweemaal in Hongarije Sovjetische orde geschapen. De eerste keer, toen hij de als hinderlijk beschouwde Rákosi ondanks zijn verdiensten voor de partij met een handbeweging uit zijn ambt zette, de tweede keer, toen hij - die toch in Rusland als gematigd beschouwd wordt - de beslissende voorbereidingen tot interventie in Boedapest en tot bloedige onderdrukking van de opstand trof.
Deze aalgladde bemiddelaar, deze met alle zalven ingesmeerde onderhandelaar aller onderhandelaars, die de Russische export en import allerbekwaamst geleid heeft, deze aangename causeur is tevens een man van de daad, even schrander als vrij van gewetensangsten. Als hij zich schijnbaar aan een totaal andere omgeving aanpast, is dit tactiek, die niets verandert aan de communistische beginselen. Preekt hij matiging, dan berust dit op een helder inzicht in de mogelijkheden van het ogenblik, welk inzicht hij meer dan enig Sovjetstaatsman schijnt te bezitten. Karakteristiek lijkt ons Mikojans houding tegenover twee op elkaar gelijkende gebeurtenissen. Terwijl hij in Hongarije tot ingrijpen aanspoorde, was hij het, die Chroestsjef, na diens terugkeer uit Warschau in de bewogen oktoberdagen van 1956, tot toegevendheid jegens Gomulka bewoog. De ver ziende Armeniër doorzag van den beginne af de wezenlijke verschillen tussen de situatie in Polen en die in Hongarije, tussen Gomulka en Nagy, tussen de betrekkelijk gemakkelijke taak aan de midden-Donau en de niet te onderschatten gevolgen, die een openlijke breuk met de Weichselrepubliek zou meebrengen.
De wijsheid van de wikkend-en-wegende, doch op het juiste moment snel beslissende koopman-diplomaat, een wijsheid die het volk kenmerkt, dat eens de Padischah en de Tsaar zovele meesters der buitenlandse politiek leverde en in het gehele Oosten bekend is om zijn sluw- | |
| |
heid.... deze in kritieke tijden en in een land van verrassingen zo kostbare eigenschap heeft Mikojan vooral daardoor bewezen, dat hij zich nooit naar de eerste plaats gedrongen heeft, ofschoon hij talent genoeg bezit om die schitterend te bezetten. Hij gaf zich helder rekenschap van twee feiten: dat na de Georgiër Stalin-Dzjoegazjvili geen ander dan een Rus - Ukraïners staan daarmee gelijk - zich als heerser over de Sovjet-Unie zou kunnen handhaven. Vervolgens dat het al te gevaarlijk is naar de hoogste macht te streven. De voorbeelden Berya, Malenkof, Molotof, Zjoekof, Boelganin bewijzen dat overduidelijk. Anastazy Ivanovietsj heeft geen Caesaraspiraties. Hij is liever in het derde Rome, in Moskou, de tweede dan in een dorp of in een afgelegen fabriek, in een ver verwijderd economisch comité, tenslotte in een proces tegen partijsplitsers de eerste; met dit primaat eindigt immers gewoonlijk al te onstuimige eerzucht, wanneer de gelukkige rivaal dit beveelt.
Mikojan staat op de tweede plaats, als onontbeerlijk vakman, als economisch diplomaat van grote bekwaamheid en brede invloed, sinds hij in 1926 voor het eerst een portefeuille kreeg toegewezen. Hij overleefde de periode Stalin, die hem waardeerde, doch op het laatst wantrouwend gade sloeg; hij diende Stalin slaafs, doch haatte hem van ganser harte. Onder Malenkof, die zijn gezworen tegenstander was, viel hij niet uit en hij is tot nu toe, en wordt dit steeds meer, de meest geraadpleegde adviseur van Chroestsjef. Als enige der oude garde - behalve de onvermijdelijke en ongevaarlijke Vorosjilof - heeft hij zich in het partij-presidium weten te handhaven. Tegelijk met een jonge beschermeling van het huidige almachtige opperhoofd, Koslof, is hij langs de functie van eerste plaatsvervangende ministerpresident boven alle andere leden der Sovjetregering opgeklommen. Zijn stem telt altijd en overal als de tweede na Chroestsjef.
Wij hebben de tegenwoordige situatie van Mikojan uiteengezet. Nu zullen we de opgang en de achtergrond van deze ongewone mens belichten. Gaan we even drie en zestig jaar terug. De 25ste november 1895 wordt in een dorp bij Bakoe, de Kaukasische olie-metropool, Anastazy Ivanovietsj Mikojan geboren als zoon van een arbeider van Armeense herkomst. Zijn voorvaderen waren boeren. De industrialisering heeft hun nakomelingen naar de stad gelokt, van de ploeg naar de machine. Doch zij hebben, zoals alle Armeniërs, de handelsaanleg geërfd. In de eerste twee decennia van Anastazy Ivanovietsj' verblijf op deze aarde kwam dit alles nog niet tot uitdrukking. Want hij werd onder invloed van zijn vrome moeder, evenals de Georgiër Stalin, voor het priesterschap bestemd. Anders dan deze was hij een voortreffelijk leerling: hij heeft het Seminarie ten einde toe gevolgd en de lagere wijdingen ont- | |
| |
vangen. Toch was hij toen reeds een overtuigd Marxist, die in 't geheim de socialistische auteurs bestudeerde en met revolutionaire geheime organisaties contact had gevonden. Na het uitbreken van de eerste wereldoorlog liet hij het masker vallen. Hij zei de geestelijke stand, de overgeleverde maatschappelijke ordening openlijk vaarwel, werd spoedig een der plaatselijke partijbonzen van Tbilisi (Tiflis), redigeerde een communistische krant, werd door de Tsaristische regering scherp in het oog gehouden en nam actief deel aan de gevechten, die in Bakoe door Lenins handlangers ter overname der macht gevoerd werden. Een jaar lang genoot de jonge rebel de gevaarlijke voldoening van een revolutionaire machtsroes. Toen verschenen de Britse troepen als ‘de beulsknechten van het imperialisme’. Zes en twintig communistische coryfeeën werden gevangen genomen en ter dood gebracht. Mikojan, de zeven en twintigste, bleef in leven. Wel zat ook hij in de gevangenis, werd er zwaar ziek, vond echter in de algemene verwarring, veroorzaakt door een staking
der havenarbeiders, de vrijheid terug. Terstond haastte hij zich naar het rode leger, dat in Zuid-Rusland tegen generaal Denikin en de Witten vocht. Toen ging hij naar Moskou. Zijn buitengewone begaafdheden en de faam, die hem vooruit vloog, bezorgden hem op zevenentwintig-jarige leeftijd de toegang tot het centraal-comité der ‘Bolsjewiekenpartij’; toen hij eenendertig was, kwam hij als kandidaat (plaatsvervanger) in het politbureau en in de regering.
Sindsdien beheerde hij de ressorts van de binnenlandse handel, de volksvoeding en de handel met het buitenland. In zijn drie en dertigjarige werkzaamheid heeft Mikojan niet slechts geen enkel opvallend wansucces te boeken, hij glipte ook door alle strikken heen, die hem door de wisselende conjuncturen in het Kremlin gezet werden. Daarbij heeft zich deze fanatische communist, aan wiens overtuiging geen twijfel mogelijk is, met verbazende lenigheid bewogen in zijn verschillende werkkringen, zonder ooit de Marxistisch-Leninistische beginselen te verloochenen. Als economisch diplomaat neigde hij nu eens meer naar het Westen, dan weer naar Duitsland; doch slechts schijnbaar, want ten slotte kent hij enkel het belang der U.S.S.R. en der Marxistische wereldrevolutie. Hij leerde door vele en lange reizen de Verenigde Staten, China en Midden-Europa kennen. In vele belangrijke beslissingen der Sovjetregering heeft hij de hand gehad. Daarbij was hij vaak voorstander van een gematigde houding, niet uit zuivere menselijkheid of uit zwakheid tegenover de tegenstander, doch wijl hij de politiek, evenals de economie en de strijd, als een kunst van het mogelijke beschouwt. Het verzet tegen al te radicale demonteringen in Duitsland, die Malenkof verlangde, zijn volhardende en elastische strijd tegen de geheime
| |
| |
politie, het Oostenrijkse staatsverdrag, de verzoening destijds met Tito en de latere pogingen om niet in een scherpe oppositie tegenover Joegoslavië te geraken, de wijze behandeling van China en Polen; dit alles is voor een goed deel Mikojans werk. Hij is het ook die met niet geringe hardnekkigheid Chroestsjef stijft in zijn plannen om een topconferentie tot stand te brengen met de U.S.A., om vervolgens met Groot-Brittannië tot een modus vivendi te komen en eindelijk om het Rapackiplan op enigerlei wijze te verwezenlijken.
Men late zich echter niet misleiden. De beleefde, voorzichtige, buigzame Mikojan met zijn katachtige lenigheid kan ook zijn klauwen en een roofdiernatuur tonen, die geniet van het kat-en-muis-spel. De voedingsminister Mikojan aarzelde niet de levering van levensmiddelen door koppige boeren af te dwingen door bommen te laten gooien op weerspannige dorpen. De commissaris bij het rode leger was destijds berucht wegens zijn onbarmhartigheid. In de strijd tegen Berya, Malenkof, Zjoekof, Boelganin - een strijd, waarbij het weliswaar niet slechts om het politieke, doch ook om het fysieke bestaan ging - heeft Mikojan zich door geen kleinzerigheid laten weerhouden om de rivalen eronder te krijgen, zonder zelf op de voorgrond te treden. Hij is nog minder geneigd om b.v. in de kwestie Duitsland matiging of tegemoetkoming aan den dag te leggen, als hij dat niet gewenst acht. Toch hoort hij ook weer niet tot de harde koppen, die de geruchten over een nieuw Hitlerdom te Bonn ernstig nemen. Mikojan is de belichaming van die economische politieke staatskunst, die in het kader van een communistisch regiem mogelijk schijnt.
|
|