Streven. Jaargang 12
(1958-1959)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 260]
| |
Historische kroniek
| |
[pagina 261]
| |
Henry en hij zou diens dochter Mary terzijde staan, maar onder heel andere omstandigheden dan Margaret Pole-Plantagenet, zijn moeder, had gedroomd. Henry was bijna tien jaar ouder dan Pole. Geboren in 1491, werd hij koning in 1509, huwde de Spaanse Catharina in hetzelfde jaar en had in 1516 zijn dochter Mary. Ruim tien jaar later begon hij stappen te doen om de nietigverklaring van zijn huwelijk te verkrijgen. Niemand kon vermoeden, dat dit proces tot een godsdienstige omwenteling in Engeland voeren zou. Tegen Luther had Henry in een onder zijn naam verschenen werk de katholieke leer verdedigd en in 1521 de titel ‘Verdediger des Geloofs’ van de Paus ontvangen. Hij was geen Lutheraan, maar hij bleek een totalitariër. Hij stond aan het hoofd van een natie, wier godsdienstige gezindheid alle vreemde bezoekers trof. Onder leiding van voortreffelijke geesten, scheen de Kerk eerder een tijd van opgang dan neergang, laat staan verdrukking of vervolging, tegemoet te gaan. Maar, in 1531 aanvaardde de geestelijkheid Henry's titel van ‘Opperhoofd der Kerk van Engeland’, een jaar later volgde de onvoorwaardelijke onderwerping van de geestelijkheid aan het onbeperkte koninklijke gezag ‘in sacris’, weer een jaar later huwde Henry met Anne Boleyn en volgde de pauselijke ban, die in 1534 beantwoord werd met de afscheiding van Rome. Stap na stap is altijd de taktiek geweest van dictatoren en Henry was er een van het zuiverste water. Binnenlandse omstandigheden begunstigden hem. Er was geen tegenstand van oude adel, grotendeels uitgeroeid in vroegere, onderlinge strijd. Er was bijna geen verzet van de kerkelijke leiders, integendeel, als zijn aartsbisschop had Henry laten benoemen Thomas Cranmer, die, zoals Pole later zou opmerken, eden niet achteraf brak, maar bij eed vooraf verklaarde, ze te zullen brekenGa naar voetnoot2). Er was de steun van de velen, die zich op kolossale wijze verrijkt hadden met de geroofde, kerkelijke goederen. Massaal verzet, dat onder zijn eisen had de aanstelling van Pole in het landsbestuur, mislukte bij gebrek aan leiding en samenwerking ener- en door Henry's even wreed als listig optreden anderzijds. De Engelsen maakten kennis met een politiestaat en een daaraan beantwoordende Wetgeving. Daarbij diende de internationale toestand de Engelse koning. Karel V en Frankrijk's Frans I waren in voortdurende strijd gewikkeld om de macht. Beide vorsten waren nauw geliëerd met Henry. Diens eerste vrouw was Karel's tante, terwijl Frans' moeder de zuster van Henry was. Voor beiden was hij een begeerde bondgenoot en voor elk een te vrezen vijand. Voor katholieken werd de zaak nog meer verward door het feit, dat de Paus als vorst over Italiaans gebied gewikkeld was in de politieke strijd en dat heel gemakkelijk de voorstelling ingang vinden kon, dat ook de huwelijkszaak van Henry een voorwerp was van pure politiek alléén. Het geslacht, dat voor het vreselijke conflict in Engeland stond, herinnerde zich Alexander VI, wiens onzalige herinnering nóg de goede aan een Adriaan VI overschaduwt. Het zou, na alles wat gebeurd was en rondom hen elders gebeurde, een mirakel zijn geweest, zo de meesten onmiddellijk de volle betekenis van Henry's maatregelen hadden doorzien. Slechts heiligen konden het als de Karthuizers, en zij betaalden die helderziendheid met een vreselijke doodGa naar voetnoot3). | |
[pagina 262]
| |
IIReginald Pole was zeven en twintig, toen het dramatisch gebeuren in Engeland een aanvang nam. Stand, studie en verblijf in het buitenland maakten hem ouder. Hij kende Rome en beschikte over zijn ervaring in Italiaans academisch milieu. Toen hij terug kwam in Engeland, heeft hij ongetwijfeld wederom contact gehad met Sir Thomas More, die kanselier werd in 1529. Hij heeft ook kennis gemaakt met Thomas Cromwel en het pleit voor Pole, dat hij deze discipel van Machiavelli onmiddellijk peildeGa naar voetnoot4). Geen betere bron over hofzaken in het algemeen en over Henry in het bijzonder dan zijn eigen moeder. Zo wordt veel verklaarbaar. Hij werd onvermijdelijk gemengd in de huwelijksaffaire van Henry. De koning tracht hem te winnen voor eigen standpunt. Pole aarzelt. Hij wordt uitgezonden naar Parijs, om de Sorbonne te overtuigen van Henry's recht. Hij komt terug. Heel de familie rekent op zijn instemming. Henry is er zo zeker van dat hij hem zelf wil horen. De rijkste bisdommen zijn te geef. Zij kunnen Reginald niet bekoren. Zijn opinie blijkt een andere dan Henry verwachtte. Het wordt een pijnlijk onderhoud tussen de koning en Pole. Het wonderlijke is, dat Henry hem toestaat, Engeland te verlaten. Wie lost de raadsels op van dictatoren? Henry Tudor en Reginald Pole gingen uiteen en zouden elkaar nimmer terug zien. In 1535 vielen de hoofden van Kardinaal Fisher en Sir Thomas More op het schavot. Pole begreep, dat het werkelijk nacht werd in zijn vaderland, als zulke lichten konden worden gedoofd. Ook als Henry hem niet uitdrukkelijk had verzocht, eigen opinie te geven, zou hij zijn gedachten hebben geformuleerd. Pole nam de tijd en al schrijvend zond hij copie aan Italiaanse vrienden. Aan zulke openhartigheid waren de zonen van het zonneland niet gewoon. Maar Pole stond op het standpunt, dat Henry lang genoeg was gevleid en dat Engelsen prijs stelden op duidelijke taal. Boeken hebben hun geschiedenis en Pole's meest polemische boek is een aparte geschiedenis waard. Zijn werk was alleen bestemd voor Henry zelf. Het is ondenkbaar, dat Pole bepaalde personalia onmiddellijk verspreid wilde zien. Hij hield geen rekening met degenen, die dit juist wel wilden om politieke of minder nobele motieven. Vóór hij het wist, kwamen bladzijden van zijn werk, dat Henry niet anders dan als een scherpe aanval op zijn persoon kon beschouwen, onder de ogen des konings. En Duitse protestanten zorgden voor een nadruk, waarbij zij onder het Paulinische motto ‘omnia probate, quod bonum est tenete’, achter Pole's werk de felste aanvallen op het pausschap afdrukten. Geen wonder dat Pole zich later juist ten aanzien van dit werk uitvoerig verdedigde zowel tegenover keizer Karel als tegenover koning Edward VI. Het boek werd het scheiwater tussen hem en Henry. Op bevel van de Paus kwam hij naar Rome, waar hij in 1536 tot kardinaal werd gecreëerd. Afkomst en positie stempelden hem tot de leider van de verzetsbeweging in Engeland en, waar hij buitengaats was, moest hij de aangewezen man zijn om bij de Europese vorsten steun voor dit verzet te verzoeken. Vandaar zijn legaatschappen bij keizer Karel en koning Frans. Maar, gelijk reeds opgemerkt, kon Henry het verzet in Engeland neerslaan en, alle beloften aan de Paus gedaan ten spijt, dachten | |
[pagina 263]
| |
Karel noch Frans aan afbreking van betrekkingen met Engeland of aan gewapende interventie. Henry liet geen poging onbenut om Pole in handen te krijgen of hem althans het leven te ontnemen. Hij waagde het officieel diens uitlevering te vragen aan de Franse koning en hij had een fortuin beschikbaar gesteld voor degene, die Pole vermoorden zou. Hoever zijn razernij ging, bewijst niet slechts het feit, dat hij het stoffelijk overschot van de in 1170 vermoorde aartsbisschop van Canterbury liet opgraven en de als heilige vereerde martelaar in 1533 bij formeel proces liet veroordelen als opstandeling tegen het koninklijk gezag. Het gebeente moest publiek worden verbrand en zijn eigendom verviel aan de kroon, hetgeen betekende dat het graf van de heilige en diens kapel werd geplunderd ten gunste van de koning. Dat Henry het niet bij doden liet, ondervond Pole, toen ook zijn meer dan zeventig jarige moeder, uit de gevangenis werd gehaald en onthoofd. Zij was Henry's naaste verwante, de laatste afstammeling van het koningshuis Plantagenet en weigerde het hoofd op het blok te leggen. De moord, één der bloedigste vlekken uit Henry's bloedig regiem, had plaats op 27 mei, 1541. De zoon van de martelares was inmiddels door de Paus benoemd tot bestuurder van het niet ver van Rome gelegen Viterbo. Dat bestuur liet hem tegelijk tijd voor studie en discussie over vraagstukken, die toen de theologische wereld beroerden, o.a. over dat der rechtvaardigmaking, waaromtrent Pole's opinie werd samengevat in het epigram, dat een mens zo geloven moet, als redt het geloof alleen en zo werken als komt het heil slechts van eigen inspanning. Het was voldoende, om de irenische man verdacht te maken bij extremisten, die niet slechts bezwaar hadden tegen zijn verzoenend optreden maar blijkbaar ook zijn persoon niet ontzagen en overgingen tot regelrechte laster. Voorlopig was hij onaantastbaar en kon nog een rol van betekenis spelen op het Concilie van Trente, al dwong zijn gezondheidstoestand hem, zich spoedig terug te trekken. De Trentse leer over de rechtvaardigmaking heet mede zijn werk. Over de betekenis van een Concilie zijn trouwens zijn denkbeelden gedrukt. Ook op weg naar Trente was hij niet veilig geweest voor Henry, maar diens lange bewind liep ten einde. In de donkere morgen van 2 januari 1547 ging de meest gevleide en daardoor meest gevreesde despoot heen. Pole heeft hem gekarakteriseerd als de man, die de vrije Engelsen tot slaven had gemaakt en Lingards beschrijving is ook na anderhalve eeuw onaantastbaar gebleken: ‘He became as rapacious as he was prodigal: as obstinate as he was capricious: as fickle in his friendships, as he was merciless in his resentments. Though liberal of his confidence, he soon grew suspicious of those who he had ever trusted; and, as if he possessed no other right to the crown than that which he derived from the very questionable claim of his father, he viewed with an evil eye every remote descendent of the Plantagenets; and eagerly embraced the slightest pretexts to remove those whom his jealousy represented as future rivals to himself or his posterity. In pride and vanity he was perhaps without a parallel’Ga naar voetnoot5). Het was deze man tegen wie Pole zijn strijd had te voeren. En de dood van de één betekende niet het einde van de strijd voor de ander. Genadeloos had de wraak van Henry Tudor de zoon van Margaret Plantagenet vervolgd en voor wie er onder het regiem van diens opvolger amnestie wezen mocht, niet voor Reginald Pole. Geen eerherstel voor de man, die in 1549, zo hij gewild had, de | |
[pagina 264]
| |
tweede Engelse Paus had kunnen zijn. Hij richtte zich vergeefs tot het kind, dat koning heette, maar eerder de indruk maakt een typisch slachtoffer van hersenspoeling te zijn geweest en allerzekerst een werktuig in de handen van een kliek dieven en titeljagers voor wier bewind zelfs Burnet, de klassiek protestantse schrijver van folio-formaat, geen goed woord vinden kanGa naar voetnoot6). Pole kende al deze plunderaars. Hij wist, hoe zij zich verrijkten en kerken afbraken om zich paleizen te bouwen, hoe zij elkander schavotteerden en Engels verzet neersloegen met troepen uit den vreemde. Hij zag van verre toe en was de vijftig gepasseerd. In zijn tijd was zo'n man oud en hij was niet sterk en al zo lang balling. Er scheen geen reden om te geloven, dat hij nog ooit vaderlandse grond betreden zou en hij kon zich slechts troosten met de gedachte, dat na de verwoestende storm een nieuwe lente komen kon onder een nieuw geslacht. Zijn tijd scheen voorbij. | |
IIIOp persoonlijk bevel van Henry VIII besteeg Sir Thomas More het schavot. Het was 6 juli 1535. Op dezelfde dag van dezelfde maand in 1553 stierf Henry's zoon, Edward VI. De arme knaap was in behandeling van een kwakzalfster gegeven. Of hij door zijn familie vergiftigd werd, liet Lingard nog in het midden, maar Lee bevestigt het. Wat daarvan zij, John Dudley, die zich onder Edward reeds alle macht verworven had, was vastbesloten zijn zestienjarige schoondochter (ook schoonzuster van Robert Dudley, in onze geschiedenis beter bekend als Leicester) Jane Grey op de troon te plaatsen en de wettige opvolgster, Mary Tudor, onschadelijk te maken. Het plan mislukte: door Arundel, één der ingewijden uit de regerende kliek gewaarschuwd, ontsnapte Mary aan Dudley's greep en kon, mede dank zij eigen moed, na enige dagen de troon bestijgen. Het was een feit van de grootste internationaal politieke betekenis, dat tegelijk onafzienbare religieuze gevolgen hebben kon en dit niet voor Engeland alleen. Het een zowel als het andere werd evenzeer begrepen door de vorsten, voorop keizer Karel, als door de Paus en uiteraard ook door Reginald Pole. In de benedictijnse stilte aan het Gardameer, waar hij zich, na in 1549 bijna tot Paus gekozen te zijn, had terug getrokken, richtte hij zich op. Zou zijn tijd toch gekomen zijn? Hij wendde zich onmiddellijk tot de hem zeer genegen Paus Julius, die intussen zijn keuze reeds had gemaakt. Er kon geen twijfel zijn of Pole moest nu naar Engeland. Op 3 augustus 1553 werd hij benoemd tot pauselijk legaat. Maar, het zou langer duren dan hij dacht, eer hij Londen zou terug zien. Twee omstandigheden hielden zijn voortgang op. Er was ten eerste de inwendige, politieke situatie in Engeland. Er was ten tweede het daarmee samen hangende verzet van keizer Karel, die eigen plannen had. Mary was koningin en had ongetwijfeld de meerderheid van het volk achter zich. Maar, er was een harde kern van gevaarlijk verzet en een groep beduchten voor herstel van het pauselijk gezag. De harde kern vormde de bewuste, fel anti-katholieke groep, voor een deel gesteund door geestverwanten uit den vreemde. Alleen in Londen, dat met zijn 120.000 inwoners een leidende positie Ga naar voetnoot7) | |
[pagina 265]
| |
innam, woonden een 15.000 vreemdelingen van de nieuwe richting. De beduchten schuilden in de waarlijk niet onaanzienlijke groep nieuwe rijken, die zich op enorme schaal meester hadden gemaakt van kerk- en kloostergoed. Hun onuitroeibare vrees was vooral, dat herstel van de oude godsdienst betekende: teruggave van dat goed. Karel had omtrent de begerigheid naar kerkelijk goed ervaring opgedaan in Duitsland. Dat was punt één. En punt twee was, dat de keizer, die vroeger zelf had willen trouwen met Mary, het nu wijze politiek achtte, dat de Engelse koningin de vrouw zou worden van zijn zoon Filips. Eerst het huwelijk, dan het religieus herstel en voor het eerste moesten de Engelsen worden gewonnen en het laatste diende met grote behoedzaamheid te geschieden. De intelligente en vrome Mary was het in religieus opzicht volkomen eens met Pole. Haar briefwisseling met de kardinaal en haar persoonlijk gedrag bewijzen dit overvloedig. Maar, zij had rekening te houden met de internationaal politieke toestand en met de moeilijkheden in Engeland. De keizer was altijd haar vriend en beschermer geweest en een huwelijk met Filips had aanlokkelijke kanten. Zij kreeg zo met name steun tegen haar omgeving, die verre van betrouwbaar was. Voor het huwelijk was tenslotte een meerderheid te vinden. Karel en Filips konden die, waar nodig, kopen met grote bedragen en bovendien waren de bepalingen van het huwelijkscontract in ongewone mate gunstig voor Engeland. Pole was té Engels om het gevaar ervan niet te beseffen. Hij kende te goed de afkeer van zijn landgenoten voor alles wat vreemd en vooral wat Spaans was. Omgekeerd begrepen Karel, Filips en hun adviseurs, hoe de kardinaal, wiens persoon zij de grootste achting toedroegen, nooit hun onvoorwaardelijk werktuig zou zijn. Het heeft niet aan hen gelegen, of Pole had Engeland nooit bereikt. Maar hij bleef het vertrouwen behouden van Paus Julius en deze handhaafde zijn legatuur. Men heeft gezegd, dat Pole, hoewel geleerd, heilig, cultureel, bereisd en ervaren, geen diplomaat was. Hij heette te lijdelijk, te ambtelijk, te idealistisch. Een brave, ja heilige man, vond Granvelle, maar geen man om zaken mee te doen. Afgezien van het feit, dat Granvelle zelf in de Nederlanden niet slaagde, rijst de vraag, of buitenstaanders zich een juist oordeel vormen over de werkelijke positie van een diplomaat. Kan men in ernst twijfelen aan Pole's moed? aan zijn begrip van de Engelse mentaliteit? Surtout pas de zèle, was de waarschuwing van Talleyrand. In die zin zakte Pole. Een man, die verteerd werd door de ijver voor Gods huis, mocht kardinaal en van koninklijke bloede en geleerd en tegelijk volkomen onverschillig zijn voor geld en waardigheden, dat was bewonderenswaard en bijna ongelofelijk, maar te mooi om waar en vooral om voor de mannen, die het best bedoelden, maar minder hoog grepen te onpraktisch om bruikbaar te zijn. Voor wie het werkelijke leven kent, is het duidelijk genoeg. Pole was niet zo onnozel of hij zag zeer goed, wat men dacht. Zijn krasse brief aan Filips bewijst, hoe hij, waar het nodig was, initiatief nemen dorst. Hij kwam tenslotte in Engeland en was in november 1554 in Londen. Daar heeft hij snel gewerkt. Op het feest van St.-Andries herenigde hij in een volle parlementszitting, waar Mary en Filips aanwezig waren, zijn vaderland met Rome. Wie aan zijn diplomatieke gaven twijfelt, moet zich herinneren, dat hij in het Engels absolveerde. Een formele hereniging van Engeland met Rome betekende volstrekt niet, dat zonder meer kon worden aangeknoopt aan het bestaande. Daarvoor was er té | |
[pagina 266]
| |
veel gebeurd en té veel veranderd in de mentaliteit der Engelsen. Of Pole zich daarvan voldoende bewust is geweest? Of zelfs anderen, die niet als hij jaren lang in den vreemde hadden geleefd, het gewijzigde geestelijke klimaat onderkenden? Men mag zelfs verder gaan en zich afvragen, in hoever dit het geval was in heel de Christelijke wereld van die dagen. De situatie, waarvoor Pole stond, was wel een zeer bijzondere. In Engeland was de reformatorische beweging van de kroon uitgegaan en bij wet opgelegd. Onder Henry door afscheuring van Rome, onder zijn opvolger in veel sterker, kalvinistische vorm doorgevoerd. In Engeland echter bleef het succes der beweging een vraag. Zij stuitte op ernstig verzet enerzijds van roomsgezinden, anderzijds van protestantse kant. Waar nodig, bezigde Henry geweld en hij poogde de beweging te remmen: onder zijn bewind bestegen zowel katholieken als protestanten het schavot. In de volgende periode kregen de kalvinisten meer kans en werden vreemde huurlingen ingezet tegen de katholieken. Toen Mary optrad, droeg heel de wetgeving een anti-roomse signatuur. Ook afschaffing daarvan bracht geen verandering in de anti-roomse, zo niet beslist protestantse kleur der administratie. Wat zeggenschap had, was op het kussen gekomen als gezuiverde of zuiveraar van het pausdom, rijk geworden veelal door goederen, die aan de oude, pauselijke bedeling heetten ontrukt. Die goederen mocht Mary, howel zij zelf er afstand van deed, met pauselijke bewilliging aan de nieuwe bezitters laten, maar hoe kon zij restaureren met medezeggingschap van lieden, die zij even onmisbaar moest achten als onbetrouwbaar? Het was een politieke vraag van ver strekkende betekenis en, welke talenten Pole moge hebben gehad, hij was geen politicus en, voorzover het maar enigszins mogelijk was, wilde hij verre blijven van alle politiek. Hem interesseerde bovenal het religieuze herstel. En hoe verward was de kerkelijke toestand! Bijna een kwart eeuw was er verlopen, sinds zijn land werd afgescheurd van Rome. Een heel geslacht was opgegroeid onder de felste antiroomse propaganda. Alle bisschoppen waren geëxcommuniceerd. Van de 22 bisschoppen waren er 13 aangesteld onder uitsluitend gezag van Henry. Zij waren geldig geconsacreerd. Onder Edward waren er 8 benoemd, maar 7 ervan onder een nieuw, betwijfeld ritueel. Er waren 12 bisschoppen gehuwd, ofschoon de helft daarvan zeker geldig was gewijd. En er leefden nog 4 van hun diocesen beroofde bisschoppen. De enige, met pauselijke bewilliging benoemde prelaat was de aartsbisschop van Canterbury, Thomas Cranmer. Even begaafd als buigzaam, blijft hij een onbegrijpelijke figuur en wie zijn tragisch einde uit eigen stukken leest, kan slechts concluderen, dat zelfs geen Pole hier redden kon. Die mentaliteit had kans, jarenlang het godsdienstig leven der Engelsen te beïnvloeden en de ontstellende uitwerking ervan moest Pole stuiten. Reeds als legaat riep hij een synode bijeen, waarin de maatregelen werden beraamd voor heropbouw door ware hervorming. De decreten, die onder zijn leiding werden vastgesteld, bewijzen overduidelijk niet slechts zijn pastorale bezorgdheid, maar zijn visie ver daarbuiten van universiteit tot ziekenverpleging. Priester en tegelijk in dezelfde maand maart 1556 bisschop gewijd, begon hij zijn taak als aartsbisschop van Canterbury. Zo hij slechts in vrede, lang genoeg en door pauselijk vertrouwen gesteund, verder had kunnen werken! Pole's positieve arbeid werd verstoord door de binnenlandse en de internationale politiek en door pauselijk wantrouwen. Mary Tudor, die hij zo trouw terzijde stond, is door vijandige propaganda | |
[pagina 267]
| |
de historie ingegaan als ‘bloody Mary’. En het is waar, dat onder haar bestuur enige honderden slachtoffers zijn gevallen. In een blijkbaar voor breder publiek bestemd boek heet Pole de leidende geest bij dit bedrijfGa naar voetnoot8). Wij kennen uit eigen, nationale geschiedenis de traditie van met protestants bloed doordrenkte bodem. Het ligt er maar aan, hoe wijd men de boog spant en als men onverdachte katholieken, die Alva meende te moeten liquideren meerekent, ‘komt men allengs tot een getal van omstreeks achttien duizend’Ga naar voetnoot9). Lang te voren was echter reeds van onverdachte zijde vastgesteld: ‘Vooreerst is het ketteronderzoek in ons vaderland, voorzover ik weet, nog nooit tot een punt van nauwgezette nasporing gemaakt’Ga naar voetnoot10). Het is curieus, dat ongeveer hetzelfde geldt van de zogenaamde bloedige Mary: ‘No one has made a detailed critical of the Marian persecution’Ga naar voetnoot11). De nieuwste en beste biografe van Mary Tudor getuigt over de vervolging onder deze Engelse koningin: ‘Who led in it and who followed after, we do not know’Ga naar voetnoot12). Mary's theorie week niet af van die van al haar protestantse tijdgenoten. Haar praktijk - zo het althans háár praktijk was en niet veeleer anderen schuld treft - was geen andere dan die van protestantse leidersGa naar voetnoot13). Met dit verschil misschien, dat zij bereid was voor haar belijdenis te ondergaan, wat zij anderen voor de loochening ervan lijden lietGa naar voetnoot14). Maar er is geen enkele reden te geloven, dat Pole een ketterjager was. Een onverdachte protestant heeft Mary gestempeld als ‘A Princess never sufficiently to be commended of all men, for her pious and religious Demeanour, her Commisseration towards the Poor, and her Munificence and Liberality towards the Nobility and Church-men’Ga naar voetnoot15). En Pole was voor de grootste liberale historicus ‘the gentle Cardinal’. Koningin en kardinaal ervoeren de waarheid van het grafschrift van de enige Nederlandse paus: Hoe maken de omstandigheden uit, wat het resultaat is van 's mensen werk! Heel de Engelse mentaliteit - en Pole kende haar - verzette zich tegen alle gespanjoliseer en een Spanjaard heette hun koning. De Engelsen hadden geleerd, Rome zo niet te haten, dan toch te wantrouwen. De wonderlijke situatie ontstond, dat de paus - en welk een paus! - in conflikt raakte met de Spaanse koning, die getrouwd was met de koningin van Engeland. Paulus IV had nooit iets begrepen van Pole. De Engelsman was voor de even grijze als heftige Napolitaan een ketter en de heilige Ignatius een tyran. Het is een troost te weten, dat de wereld omvattende Bask zijn gebeden beloofde aan Pole. Ignatius stierf éér het karakter van zijn orde voorwerp van strijd werd met de Paus. De levende Pole echter werd het slachtoffer van het diepe wantrouwen van Paulus IV, dat zich reeds geopenbaard had tijdens het conclaaf, waarin de Engelsman bijna zelf het pausschap verkreeg. Het extreme karakter van de Napolitaan werd nog meer geprikkeld, toen deze in conflict geraakte met Filips van Spanje, die de Ga naar voetnoot16) | |
[pagina 268]
| |
steun kreeg van zijn echtgenote Mary. De Paus wilde Pole afzetten als aartsbisschop en ging zover om hem de legatuur te ontnemen en naar Rome te ontbieden. Men kreeg de even tragische als paradoxale toestand, dat de intens katholieke Mary de eminente verdediger van het Romeinse primaat moest beschermen tegen de paus. Uit eerbied voor diens waardigheid wierp hij een publiek verweer in het vuur. Hij liet het oordeel aan de toekomst. Terwijl Mary's ambassadeur Sir Edward Carne zijn best deed, Pole te verdedigen bij de Paus, poogde de Koningin zelf alle onaangenaam nieuws uit Rome voor de kardinaal verborgen te houden. Onwankelbare trouw was één der karaktereigenschappen van deze eerlijke vrouw. Maar Pole was een te ervaren man om niet te begrijpen, wat gebeurde en vermoedelijk wist hij spoedig van de gevangenneming van zijn grote vriend, kardinaal Morone. Hij wist zeer wel het vertrouwen van de Paus niet meer te bezitten en het leed daarover brak zijn toch al nooit sterke gezondheid voor goed. Dat was in de tweede helft van 1557 en in de volgende lente was hij reeds ten dode opgeschreven. Tegelijk begon de inzinking van Mary. Haar echtgenoot Filips was overzee, op nageslacht kon zij niet meer rekenen en zij had evenmin vertrouwen in de oprechtheid van Elizabets godsdienstige gezindheid als zij er zeker van was, dat deze niet Henry's dochter heten mocht. Vroeg in de ochtend van 17 november 1558 woonde Mary nog de Mis bij in St. Jame's Palace en om zes uur was zij overleden. Aan de overzijde van de Thames, in Lambeth Palace, maakte ook Reginald Pole zich gereed voor zijn laatste, grote tocht. Hij overleed binnen zestien uur na het overlijden van zijn Koningin op 59-jarige leeftijd. Haar dood mocht de zijne hebben verhaast, maar hij was voorbereid. Zijn testament had hij op 4 oktober ondertekend. Een vreemdeling, de Italiaan Priuli, die in eigen vaderland Pole's weldoener geweest en zijn onafscheidbare vriend gebleven was, werd zijn executeur en erfgenaam, maar deze wilde niets voor zichzelf behouden dan brevier en dagboek van de overleden prelaat. Pole wilde begraven worden in de kathedraal van Canterbury, in de door Henry beroofde kapel van zijn voorganger, St. Thomas, de martelaar. Op zijn graf staan slechts de woorden: Depositum Cardinalis Poli. Geen geschriften kunnen iets toevoegen aan de glorie van zijn naam, ‘per se clarissima’, schreef Beccatelli. Men heeft zich daar blijkbaar aan gehouden, want de grote Engelsman moest wel tweehonderd jaar wachten, eer er iets verscheen, wat op een Engelse biografie leek en weer twee eeuwen na dat verschijnen verzekert een andere Engelsman, dat nog het wachten is op een wetenschappelijk verantwoorde biografie. Hij heeft in zijn land behoord tot de overwonnenen, maar ook aan de overwinnaars is nooit de nobiliteit ontgaan van de man, die de edelste was onder de adel van zijn land en tijd, waardig in één adem genoemd te worden met John Fisher, de grootste onder de geestelijken en Thomas More, de voorbeeldigste onder de burgers. Wie bij de herdenking van zijn sterfdag na vier honderd jaar kennis neemt van Pole's leven en werk, stemt nog in met het getuigenis van een plooibare diplomaat als William Paget, die over de kardinaal rapporteerde: ‘we maie be bold to write unto you, that we believe verely that whensoever he shall be in England, the same shall fare the better for him, for he is the Man of God, fuul of all Godliness and Vertue’.... Paget diende niet meer onder Elizabeth. |
|