voorstellen eens zijn en verklaarde zich dus tegen; hij kon niet verhinderen, dat zijn partij zich met geringe meerderheid voor de grondwet uitsprak; als hij echter zegt, dat deze grondwet te veel op het lijf van de Gaulle is geschreven, heeft hij wel gelijk, maar Frankrijk heeft geen andere keus.
Achtereenvolgens spraken de verschillende partijen met uitzondering van de communistische zich uit voor de grondwet. Opmerkelijk was de grote meerderheid, waarmee dit gebeurde op het socialistische partijcongres; dit herkoos tevens Guy Mollet, minister in de regering de Gaulle, als secretaris-generaal; er bleek het een en ander veranderd te zijn sedert mei van dit jaar!
Dat het referendum op 28 september een meerderheid opleverde voor de Gaulle, was normaal, maar niemand had durven verwachten, dat deze zo groot zou zijn. Bijna 80% van de uitgebrachte stemmen was voor de grondwet. Hierbij traden enkele belangrijke feiten naar voren. Allereerst was het percentage thuisblijvers aanmerkelijk lager dan bij vorige verkiezingen; verder was het aantal neen-stemmers beduidend lager dan het totaal aantal stemmen, dat de communisten bij vorige gelegenheden hadden behaald, waarbij dan nog rekening moet worden gehouden met het feit, dat onder de neen-stemmers ook een aantal niet-communisten zijn geweest; en vervolgens bleek, dat verschillende vooraanstaande neen-stemmende politici zelfs in hun eigen district niet door de meerderheid der kiezers werden gevolgd. Bij de a.s. verkiezingen voor een nieuwe Nationale Vergadering zal moeten blijken in hoeverre hier sprake is van een werkelijke frontverandering der kiezers. Vooreerst is het wachten op het door de Gaulle vast te stellen kiesstelsel.
Van de Afrikaanse gebieden koos alleen Guinée de onafhankelijkheid. De Gaulle liet er geen gras over groeien en nam onmiddellijk maatregelen om alle banden zo spoedig mogelijk te verbreken; Guinée zou echter nog zoeken naar een weg om - zij het in uiterst los verband - toch tot een vorm van samenwerking te komen.
Ook in Algerije leverde het referendum een verrassing op. Ondanks het bevel van de F.L.N., die op 20 september in Caïro een ‘regering van vrij Algerije’ had gevormd, om de stemming te boycotten, bracht volgens de officiële cijfers 83% der kiezers een stem uit en verklaarde de overgrote meerderheid zich voor de grondwet. Dit cijfer zal door de ultra's wel worden gebruikt om de Gaulle te sturen in de richting van volledige integratie. Gelukkig heeft hij tot nu toe blijk gegeven zich niet te laten dwingen in een andere dan zijn eigen richting, maar het wordt toch tijd, dat hij het sfynxachtige in zijn houding t.a.v. Algerije opgeeft en eindelijk aan alle extremistische richtingen duidelijk maakt wat hij wil. Hij zal er daarbij rekening mee moeten houden, dat Algerije nu eenmaal niet even Frans is als de Dauphiné. Dank zij de grote meerderheid heeft hij de kans.
Op Cyprus beëindigde de EOKA op 7 september het bestand. De Britten houden vast aan hun 7-jarenplan, dat door Griekenland en aartsbisschop Makarios is verworpen. De laatste stelde voor na een periode van zelfbestuur onafhankelijkheid aan Cyprus te verlenen; zonder goedkeuring der V.N. zou hierin geen verandering mogen gebracht worden, maar Engeland voelt hier niets voor. Nu probeert Spaak te bemiddelen; hij wil een ronde-tafelconferentie tussen de betrokkenen tot stand brengen en stelt tevens enkele wijzigingen voor in het Britse plan; in Griekenland is dit gunstig ontvangen. Intussen heeft Engeland ondanks het aangekondigde verzet een begin gemaakt met de uitvoering van het eigen plan.