garages, ingangen, ontvanghallen en soms kleine winkeltjes. Zo kan ook de tuin onder de woning doorlopen. 's Zomers vinden de bewoners tussen de pijlers schaduw en koelte, want zelfs de zeewind heeft er vrije toegang. Ook de woningen zelf worden door deze bouwwijze luchtiger en ondervinden minder last van stof en straatvuil. De architecten van Tel Aviv hebben met dit type huis, voorzien van loggia's, borstweringen en zonneschermen, soms uiterst fijn uitgebalanceerde exterieurs geschapen zoals men in andere landen maar zelden aantreft. Bijzonder aardig zijn ook de op Zuid-Amerikaanse voorbeelden geïnspireerde, met kleine openingen doorbroken afscheidingen van de woonterrassen.
Iedere serieuze behandeling van dieper gaande eigentijdse stijlproblemen zou het bestek van deze bijdrage te buiten gaan. Beperken wij ons daarom tot de oppervlakte: de klimatologische, bouwtechnische en programmatische situatie. Zo zijn in een land met een zomerse overvloed van licht kleine ramen dikwijls wenselijker dan grote en deze kunnen de gevel een apart karakter verlenen. Het felle licht vraagt bovendien een andere toepassing van het kleurengamma dan in Europa. Fijnere tinten en schakeringen missen hun uitwerking. De noordwestelijke gevel van het huis moet zoveel mogelijk ontvankelijk zijn voor de frisse zeebries, terwijl de zuidwestelijke zijde de bewoners dient te beschermen tegen de hete woestijnwind. Dat geldt wel het meest voor Haifa, waar de zeebries in de zomermaanden ook 's nachts waait. Daar in Tel Aviv bij nacht de landwind overheerst, zullen deze twee steden in het grondplan, de uiterlijke vormgeving en de wandopeningen van hun huizen typische verschillen te zien geven.
Een andere factor, die wel degelijk invloed uitoefent op de bouwstijl, is de economische. Deze komt vooral tot uiting in de keuze van het materiaal: beton in plaats van hout, holle cementstenen en dakplaten in plaats van baksteen en dakpannen. Vlakke betondaken met regenafvoer of betonnen gewelven zijn economischer dan de oud-Arabische stenen gewelven, maar toch altijd nog duurder dan eenvoudige zadeldaken. Daarom blijft men in de goedkope nederzettingen bij deze ‘mediterrane’ bouwvorm. Geornamenteerd betonnen hekwerk wordt vaak, meer of minder gelukkig, ter afscheiding van balkons en keukenterrassen gebruikt. De laatste tijd zijn de van Brazilië overgenomen zonneschermen in de vorm van draaibare, dunne betonplaten modern geworden.
Intussen heeft men ook de eerste steen van grotere bouwwerken gelegd, die op lange termijn voltooid zullen worden: het regeringscentrum en de nieuwe universiteit in Jeruzalem, het provinciehuis in Tel Aviv, de orthodox-religieuze hogeschool in Bnei Brak, de nieuwe technische hogeschool in Haifa. Vooral het goed in het landschap gesitueerde complex van laatstgenoemde hogeschool belooft in zijn afzonderlijke delen een leerzaam, zij het enigszins onharmonisch overzicht te worden van de verschillende richtingen die de architectuur van het jonge Israël is ingeslagen.
Tenslotte zou ik nog willen wijzen op de waardige eenvoud, waarmee men in alle streken van Israël gedenktekenen heeft opgericht voor de gevallenen van de bevrijdingsoorlog van 1948. Een zuivere, karakteristieke uitwerking van het klimatologisch, constructief en programmatisch beperkte Israëlitische bouwplan kan uitsluitend tot een hoogstaande stijlontwikkeling leiden, die misschien met de twee begrippen ‘Middellandse Zeecultuur’ en ‘oriënt’ omlijnd kan worden, binnen het kader van een eigentijdse architectuur wel te verstaan.