De les der historie is nu geleerd en de bezoeker wordt van aangezicht tot aangezicht gesteld tegenover de levende werkelijkheid: een in werking zijnde kernreactor. Deze kernreactor - een z.g. ‘swimming pool’- of bassin-reactor - is het glorievolle pronkstuk van de atoomtentoonstelling. Hij is door het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in Amerika aangekocht en zal, na de sluiting van de tentoonstelling te Delft opgesteld en gebruikt worden ten behoeve van het Nederlandse hoger onderwijs. Zijn naam ontleent dit reactor-type aan het feit, dat hij is ondergebracht in een, vele tonnen wegende, met zuiver water gevulde, stalen kuip, die vier meter diep in de grond steekt. Een reactor, die zonder enig gevaar te naderen is, daar het water de straling reflecteert. Een blik van boven af in het bassin doet de bezoeker het wondere verschijnsel aanschouwen van de merkwaardig-lichtende blauwachtige gloed, welke het Cerenkow-effect wordt genoemd. Behalve met deze ‘levende’ reactor kan de bezoeker, door modellen en afbeeldingen, kennis maken met andere reactortypen, zoals o.m. de bekende Britse Calder Hall-reactor, die reeds electrische stroom levert aan het Engelse openbare electriciteitsnet.
Maar electriciteit is niet het enige van de zegeningen van het ‘vreedzaam atoom’. In het isotopen-laboratorium, het ‘hot lab’ en in het isotopenpaviljoen wordt hem getoond, hoe men zich tegen de radioactieve straling beveiligt en hoe geneeskunde, landbouw en industrie van diezelfde straling de zegenrijke vruchten weten te plukken. Hier wordt hij geconfronteerd met de ‘dag van morgen, die nu al begonnen is’.
* * *
Een ander zegenrijk geschenk van het atoom aan het mensdom, het electron, vraagt in een volgende afdeling zijn aandacht. Electronica, dat betekent radiocommunicatie, televisie, radar, electronenmicroscoop, de indrukwekkende electronische rekenmachines en de spookachtige apparaten voor afstandsbediening, welke voor het bedrijven van reactoren vrijwel onmisbaar zijn. Een andere wonderwereld, die reeds ten volle de wereld van de bezoeker is.
De bezoeker bepaalt zelf, hoe diep hij wil afdalen in de geheimzinnige wereld van atoom en atoomkern: er zijn filmzaaltjes, waar om het uur instructieve films vertoond worden, zaaltjes, waar populaire voordrachten gehouden worden, en een leeszaal met een bibliotheek over het onderwerp ‘het atoom’.
Een leerzame vergelijking wordt de weetgierige bezoeker als het ware opgedrongen: de vergelijking van de ontwikkeling van de atoomwetenschap en -techniek met die van een halve eeuw luchtvaart. Het is een goede gedachte van de organisatoren van deze atoomtentoonstelling geweest er ook een kleine tentoonstelling van de luchtvaarthistorie bij te betrekken, waar o.m. copieën van historische vliegtuigen getoond worden.
* * *
En het slot? Een bezoeker met een hoofd vol van een overweldigende hoeveelheid indrukken. Waar moet hij heen? Zich blindelings storten in de overstelpende drukte van het verkeersplein vóór de uitgang? Neen, hij wordt eerst voorzichtig geleid in een aangenname, rustige omgeving, die noopt tot mijmeren en dromen. Aan de rand van een in voortdurende beweging zijnd water, waar een grote slinger rustig maar onverstoorbaar de seconden wegtikt en waar twee enorme afbeeldingen aan de wanden hem de polen laat zien waartussen de ontsluiting van het atoom zich heeft voltrokken, de bouw van de pyramide en de atoomcentrale van Calder Hall.