| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
DE leider van de in coalitie met de C.D.U. verbonden Duitse liberale partij, dr. Dehler heeft al meermalen getoond het oneens te zijn met de buitenlandse politiek van kanselier Adenauer. Dehler voelt meer voor onderhandelingen met de Sovjet dan voor het nakomen van de Parijse verdragen. Om in die richting iets te bereiken was het zaak de C.D.U. achteruit te dringen. Als slachtoffer werd aangewezen de premier van Noordrijn-Westfalen, Karl Arnold, die, hoewel niemand op zijn beleid iets af te dingen had, door samenwerking van liberalen en sociaal-democraten ten val werd gebracht om ‘een einde te maken aan de politieke verstarring en de overmatige druk van de C.D.U.’. Adenauer was van mening, dat een coalitie, die in een der afzonderlijke Länder verbroken wordt, niet betrouwenswaardig meer is ten opzichte van de gehele West-Duitse Bond en liet de C.D.U.-fractie in de Bondsdag besluiten de samenwerking binnen de coalitie slechts met die afgevaardigden voort te zetten, die de coalitie trouw steunen. Tot hen behoren het Bondsdaglid Euler met 11 andere Bondsdagleden en de vier liberale ministers in het kabinet-Adenauer. Hoewel het verlies van een aantal liberalen de regering-Adenauer verzwakt heeft, is de huidige Bondsregering toch nog in de meerderheid. Zij kan rekenen op 283 van de 437 stemmen. Bovendien is de kanselier in de rug gedekt, wanneer de herbewapeningswetgeving, die een wijziging van de grondwet met een gekwalificeerde meerderheid van twee derden vordert, ter sprake zal komen. De socialisten hebben namelijk toegezegd, dat zij zullen vóórstemmen voor de invoering van de dienstplicht en de oprichting van een West-Duitse ‘Bundeswehr’, sinds zij ter zake van het toezicht op en het gebruik van de strijdkrachten geruststellende concessies hebben gekregen.
Zoals in het Midden-Oosten de Arabische staten de invloed van Groot-Brittannië telkens trachten terug te dringen, zo beklaagt zich de Franse regering, dat het verzet der Noord-Afrikaanse bevolking aangeblazen wordt door Cairo. In Tunis en Marokko heeft Parijs het protectoraat afgeschaft en de onafhankelijkheid met eigen leger en diplomatie erkend. Er blijft niettemin samenwerking op basis van vrijheid en gelijkheid in ‘onderlinge afhankelijkheid’. Voor Marokko werd het verdrag, getekend door Pineau en de Marokkaanse premier, Si Bekkai, het uitgangspunt om van Spanje de ontruiming te eisen van het gebied van Tetuan, opdat, nu het verdrag van 1911 waardeloos is geworden, geheel het gebied waarlijk één en vrij zou zijn. Met Algerije lag de zaak moeilijker. Ondanks het bezoek van premier Mollet aan Algiers heeft de opstand er zich steeds heftiger uitgebreid. De Franse premier meende geen concessies te mogen doen alvorens de rust in het gebied hersteld was en vroeg derhalve aan de Assemblée speciale volmachten om de z.g. ‘noodtoestand’ te kunnen proclameren, d.w.z. om met een versterkt Frans leger de revolutionnaire beweging neer te slaan en dan eerst de beloofde hervormingen toe te passen. De Assembleé verleende met overstelpende meerderheid haar toestemming (455 tegen 66). De communisten, die jaren lang een campagne hebben gevoerd tegen de ‘onderdrukking’, stemden eensgezind vóór, van hogerhand geïnstrueerd om aldus de vriendschappelijke betrekkingen met het linkse kabinet te handhaven en uiteindelijk tot een ‘volksfront’-regering te komen. De scherpe woorden van minister Pineau over de westelijke politiek kunnen het hunne tot deze frontverandering hebben bijgedragen. Pineau was van mening, dat de houding van het westen tot het oosten herziening nodig had. ‘In plaats van een oorlogspolitiek dienen wij een vredespolitiek te scheppen ten einde te
bereiken, dat ons gemeenschap- | |
| |
pelijk ideaal van rechtvaardigheid, gelijkheid en vrijheid zegeviere. De publieke opinie immers zal noodzakelijk de man volgen, die vredesoplossingen biedt, zelfs indien die oplossingen niet oprecht zijn’.
Op zijn terugreis uit Pakistan, waar de Seato haar jaarlijkse bijeenkomst had gehouden, deed Pineau New-Delhi aan om Nehroe te ontmoeten. Ook tegenover de premier van India verklaarde Pineau zich voorstander van nauwer contact met de Sovjet-Unie en met de communistische landen sinds er ‘een fundamentele verandering’ in de Sovjet-politiek was gekomen! Daar Nehroe reeds vóór het beruchte bezoek van Boelganin en Kroestsjef tot deze opvatting was gekomen, stemde hij van harte met Pineau in. Verder huiswaarts gaande bezocht Pineau de Egyptische leider Nasser, die hem de verzekering gaf, dat in de afgelopen maanden geen enkele verzetsstrijder in Egypte was opgeleid of vanuit dat land naar Algerije was gezonden. De Franse minister van buitenlandse zaken kreeg de indruk, dat Nasser niet aan agressie dacht, doch zich geheel wijden wilde aan de economische en sociale ontwikkeling van Egypte.
Of er een ‘fundamentele’ verandering in Moskou is doorgevoerd, moet nog bewezen worden. Ten opzichte van het buitenland doet de ‘glimlach-politiek’ nog opgeld, die alleen maar een ander facet is van de koude oorlog. De ongeneerde onthullingen waarmee Kroestsjef afgod Stalin van zijn voetstuk wierp verbaasden het buitenland niet zozeer om de inhoud - men heeft ‘vadertje Stalin’ en ‘oom Josef’ altijd met argwaan bekeken - maar om het opzienbarende feit, dat eindelijk ook voor de communisten de waarheid ontsluierd werd. Het viel velen hunner aanvankelijk te zwaar om te verbranden wat zij aanbeden hadden. Vooral de Georgiërs weigerden hun beruchte landgenoot te verloochenen. De ‘grote schoonmaak’ gaat echter door: De fouten van het Stalin-bewind: persoonsverheerlijking en tyrannie worden afgeschaft. Een collectief bewind is ingesteld en de onderdanen krijgen zelfs het recht om met het collectieve leiderschap van mening te verschillen zonder daarbij als verrader jegens dit bewind of de partij te worden gebrandmerkt.
De spanning tussen Israël en de omringende Arabische staten is door de zich herhaaldelijk afspelende incidenten tot een bedenkelijke hoogte gestegen. Reeds lang voelt zich Israël bedreigd, vooral sinds de Sovjet aan Egypte wapens levert en de V. St. om een wapenwedloop te voorkomen aan Israël dergelijke leveranties weigeren. Er zat voor Israël niets anders op dan bij Franse wapenfabrikanten antitankwapens te bestellen. Zelfs kreeg het Israëlische parlement het voorstel te behandelen om door een preventieve oorlog het dreigend gevaar te bezweren. Met alle kracht verzette zich premier Ben Goerian tegen deze roekeloosheid: ‘Wij zullen de vrede zo lang mogelijk bewaren, maar wanneer er een oorlog tegen ons wordt begonnen, dan zullen wij die winnen’.
Te Cairo kwamen terzelfder tijd de Egyptische president Naser, de Syrische president Sjoekri el Koeatly en koning Saoud van Zuid-Arabië bijeen om verdedigingsplannen te bespreken tegen een eventueel Israëlisch lente-offensief en tevens hoe zij hun beleid op economisch en politiek gebied zouden kunnen coördineren. Daar zij de kans schoon zagen koning Hoessein van Jordanië in het Arabische kamp te lokken door financiële steun, werd de Syrische premier naar Amman gezonden om er te praten. Immers door de stotende wijze, waarop de vorst zijn Britse commandant van het Arabische Legioen, Glubb pasja uit het land had gezet, schenen de financiële en politeike banden met Engeland verbroken te zijn. Later bleek, dat Hoessein het niet zo kwaad bedoeld had. Eden, beïnvloed door Glubb's kalmerende woorden, is van zijn eerste verontwaardiging bekomen en heeft zijn vertrouwen niet verloren. In ieder
| |
| |
geval blijven andere Britse officieren in het Jordaanse leger en de financiële steun aan Jordanië is niet stop gezet. Het ligt voor de hand, dat Eden in het Lagerhuis harde noten te kraken kreeg en dat hem ongezouten verwijten werden gedaan om zijn onduidelijke politiek. De nieuwe oppositie-leider Gaitskell viel hem onbarmhartig aan. De premier werd uitgejouwd en zijn ontslag werd geëist. Nochtans behield Eden bij de stemming een voldoende meerderheid.
De deportatie van aartsbisschop Macarios uit Cyprus naar de Seychellen moet gezien worden in verband met de crisis in het Midden-Oosten. In geval van een uitbreken van het Israëlisch-Arabisch conflict is het ongestoord bezit van dit eiland voor de Britten een levensbelang. Volgens een Brits witboek waren de besprekingen o.a. vastgelopen op de eis van Macarios tot volledige bevoegdheden op binnenlands gebied, terwijl Groot-Brittannië, behalve het beheer van de defensie en de buitenlandse betrekkingen, ook toezicht op de binnenlandse veiligheid wilde behouden. Toen gebleken was, dat de aartsbisschop betrokken was bij de ondergrondse verzetsorganisatie en zijn woning beschikbaar stelde als tijdelijke bergplaats voor wapens en het drukken van pamfletten, was de Britse gouverneur sir John Harding tot de slotsom gekomen, dat de persoon van de aartsbisschop in de weg stond voor een vreedzame oplossing van de kwestie-Cyprus. De nieuwe Griekse regering-Karamanlis, ten zeerste verontwaardigd over deze doorkruising van de Enosis, riep onmiddellijk haar gezant uit Londen terug als protest tegen een daad, die niet in overeenstemming te brengen is met de ‘huidige beschaving’. In het Lagerhuis was de oppositie verontwaardigd over deze ‘daad van dwaasheid’. De leider van de linkervleugel der Labourpartij, Bevan, beschuldigde de regering er van niet te weten wat zij doen moest en diende een motie van wantrouwen in, die verworpen werd. Onaangenamer voor Eden was de verklaring van de Amerikaanse ambassadeur in Griekenland, waarin hij uiting gaf aan het ‘medeleven van de Amerikaanse regering in verband met de recente ontwikkeling op Cyprus’, verzacht door een uitlating van Eisenhower, dat hij beide partijen een goed hart toedroeg. Hij wilde graag zijn ‘vrienden helpen bij het zoeken naar een oplossing’.
Het is een opvallende blunder van de Britse premier, dezelfde als die de Franse regering beging tegen Joesef, de sultan van Marokko.
| |
Nederland
Hoezeer rechtsopvattingen internationaal kunnen verschillen kwam aan de dag bij het intervieuw, dat de Indonesische ambassadeur in buitengewone dienst mr. Oetojo Ramelan aan de Nederlandse pers verleende. Hij noemde de opzegging der akkoorden een voorbeeld van goed staatsmanschap en verwachtte van de Nederlandse regering zoveel realiteitszin, dat zij zou kunnen begrijpen, dat deze opzegging de enig mogelijke uitkomst was na de mislukte conferentie te Genève. Nederland denkt daar niet zo lichtvaardig over, maar heeft de V.N. ervan op de hoogte gesteld.
Een soortgelijk protest richtte de Nederlandse regering tot die van Indonesië. Hierop kwam het zwakke antwoord, dat een vrijwillig gesloten verdrag, waarin geen bepalingen voorkomen over de geldigheidsduur en de wijze van uittreding en opzegging ten alle tijde kan worden verbroken! Toch stemde Nederland er mee in, dat inmiddels de diplomatieke betrekkingen werden voortgezet. Graaf van Bylandt was niet ingelicht over en niet uitgenodigd, zoals voor de deken van het corps diplomatique normaal zou geweest zijn, tot de receptie van Dulles te Djakarta. Dat de zo dikwijls ontactische Amerikaan juist nu, terwijl de zaak-Jungschläger hangende was, een bezoek aan Soekarno bracht en hem uitnodigde tot een bezoek naar de V. Staten, gaf de Nederlandse
| |
| |
regering een gevoel van onbehagen, waarvan zij mededeling deed aan de Amerikaanse regering te Washington. Zonder nadere motivering riep zij de Hoge Commissaris (tijdelijk of voorgoed) terug. Ook hij gaf geen gunstig beeld van de toestand: ‘De situatie is hoogst onbevredigend en geeft in de practijk moeilijkheden’. Nadat de uitslag der verkiezingen vaststaat heeft Harahap zijn ontslag genomen en trad eind Maart de nieuwe regering van Ali Sastroamidjojo op. Zij bestaat uit een coalitie van de drie grote partijen, de P.N.I., de Masjoemi en de Nahdatoel Oelama. Door toedoen van de laatstgenoemde partij bleven de communisten uitgesloten. Het parlement telt 260 leden waarvan 70% regeringsgezind is.
De eis tot doodstraf van Jungschläger door de officier van justitie Soejarno werd door het aanwezige publiek met instemmend gejuich ontvangen. In zijn pleidooi ging Soejarno van het standpunt uit, dat de getuigen à charge de waarheid spraken en dat de uit Nederland overgekomen getuigen à décharge allen leugenaars waren. Zelfs insinueerde hij, als verzachtende omstandigheid, dat beklaagde niet op eigen initiatief had gehandeld, maar als oud-militair gemeend heeft een opdracht van hogerhand te moeten uitvoeren, in het belang van Nederland.
In een uitvoerig en scherpzinnig pleidooi heeft mevrouw Bouman, niet bezweken onder de hoon en de bedreigingen van het Indonesische publiek, de argumenten van de officier van justitie stuk voor stuk uiteengerafeld en aangetoond, dat bij goed vooronderzoek deze zaak nooit voor de rechter was gekomen, daarbij wijzend op de inconsequentie van de eiser, die, in weerwil dat hij verzachtende omstandigheden aannam, de allerzwaarste straf heeft gevorderd. Soejarno meende zijn eis te moeten handhaven!
In de Tweede Kamer is na enige discussie de Grondwet aangepast aan de gewijzigde rechtsorde met de Antillen en Suriname. Van de andere wetten trok de Ouder-domsverzekering, aangenomen met bijna algemene stemmen, de meeste belangstelling van het Nederlandse volk. Het aantal uitkeringen zal in 1957 stijgen van 369.000 tot 712.000 en de bedragen van 279 miljoen tot 722 miljoen. Naar aanleiding van de benoeming van de katholieke F.R. graaf de Marchant d'Ansembourg tot opvolger van de niet-katholieke gezant bij het Vaticaan jhr. van Weede, maakte de leider van de P.v.d.A.-fractie in de Tweede Kamer Mr. Burger zich ongerust over een wijziging in het benoemingsbeleid der regering. Het werd hem duidelijk gemaakt, dat voor de geschiktheid tot deze post de godsdienstige overtuiging geen rol speelt. In de ‘Stichting van de Arbeid’ bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, dreigde een scheuring te ontstaan, die tot vernietiging had kunnen leiden, over de vraag, hoeveel percent de lonen, wegens toegenomen welvaart, weer omhoog moesten. De drie vakbonden stelden, volgens de werkgevers, te hoge eisen. Na weken van gekibbel bemiddelde de regering en bereikte eenstemmigheid. Over 1955 werd een uitkering van 3% toegestaan en voor 1956 een gedifferentieerde verhoging van 0-6%. Doorberekening in de prijzen is slechts toegestaan bij verhogingen tot 3%. De voorzitters der drie vakbonden wreven in hun handen: Middelhuis vond de oplossing ‘niet onbevredigend’. Het N.V.V. was ‘in het algemeen voldaan’ in zijn woorden bijna letterlijk overeenstemmend met Ruppert; die ‘over het geheel genomen tevreden was over de bereikte resultaten’.
1-4-'56
K.J.D.
| |
België
De problemen die we in de vorige kroniek aanraakten, en ook het middenstands vraagstuk dat zich nochtans sterk opdrong, zijn tegen het einde van maart overscha- | |
| |
duwd geworden door het vraagstuk van de kernenergie. Hun eigen ontwikkeling was ook minder belangrijk. De grote interpellatie over het schoolvraagstuk bewees andermaal het hopeloze van een duel met cijfers en statistieken. Toch kon de minister wel de concrete vragen, maar niet de zedelijke nederlaag ontwijken: door zijn stilzwijgen gaf hij toe dat zijn politiek op een onaanvaardbare discriminatie berust. De interpellatie over Kongo toonde opnieuw aan hoe de toekomst van het Belgisch beleid er bedreigd wordt door de onevenwichtige en willekeurige politiek van de regering. Inzake ziekte-verzekering deden de socialisten een concessie aan de regering, waar ze hun mutualiteit de installatie van het medico-mutualistisch comité lieten bijwonen; maar daags nadien bevestigde het A.B.V.V. opnieuw zijn oppositie. De geleidelijke stijging van de levensduurte heeft haar uiting gevonden in het indexcijfer dat op 102,9 is komen te staan, en de weddeverhoging voor de staatsambtenaren ten gevolge moet hebben. De vrees voor een inflatoire beweging n.a.v. de werken voor de tentoonstelling gaf aanleiding tot maatregelen bij de regering. De vraag werd trouwens opgeworpen, of de tentoonstelling niet uitgesteld diende te worden; dit lijkt echter uitgesloten. Het uitblijven van een constructieve politiek voor de middenstand heeft deze tot een solidaire protestmanifestatie aangezet: de lichtstaking van 13, 14 en 15 maart. Deze staking schijnt niet zonder resultaat te blijven: ze heeft inderdaad onrust verwekt bij de liberalen die meer en meer gaan beseffen dat het tijd wordt, voor hun kiescliënteel een meer aangepaste politiek te voeren. Dhr. Destenay beweert in een artikel wel dat het huidig beleid geheel van liberalisme doordrenkt is.... maar eiste toch zelf een nieuw, meer liberaal
regeringsprogramma. Onafhankelijk van de proteststaking hield de C.V.P. een partijraad over het middenstandsvraagstuk, waarop een belangwekkend voorstel van middenstandsprogramma werd voorgedragen, o.m. inzake de terugslag van de R.M.Z. op de kleine werkgever en de passende plaats van de middenstand in de georganiseerde economie, door een aangepaste bedrijfsorganisatie. Dit, of een verwant programma is echter nog niet officieel. De christelijke middenstandsorganisatie, althans voor het franstalige landsgedeelte, zit trouwens in een slop sedert de desintegratie van de Fédération Nationale des Classes Moyennes, die nog geen waardige vervangster heeft gevonden in de M.I.C. of Beweging der Christelijke Zelfstandigen en Kaders.
Iedereen stemt toe, dat de atoomenergie voor vredesdoeleinden in Europa dringend moet worden benut. Men is zelfs akkoord, dat de samenwerking tussen de Zes nauwer dient te zijn dan in E.O.E.S.-verband. De twistpunten zijn echter: eigendom van de kernbrandstoffen, contrôle over de aanwending ervan, beperking tot vredesaanwending. Van Belgische zijde komt daarbij: Kongo's positie in een dergelijke samenwerking der Zes, en de compensaties die België voor zijn - zeer belangrijke - opbrengst van uraanerts moet eisen. De vraagstukken eigendom en controle hangen uiterst nauw samen. Het is duidelijk dat een echt doeltreffende contrôle op deze zeer gevaarlijke materie slechts dan mogelijk is wanneer de Gemeenschap practisch over de nucleaire stoffen beschikt. Dit is trouwens de formule waartoe landen als de U.S.A., Canada. Groot-Brittannië zijn gekomen. De financiële groepen die over de kernstoffen en installaties beschikken en hopen te zullen beschikken, zien hierin echter een beperking die ze blijkbaar wensen te vermijden. Langs de andere kant zijn bepaalde kringen, vooral in Frankrijk, van oordeel, dat Frankrijk of Europa het atoomwapen niet uit de hand mogen geven op straf van eeuwige afhankelijkheid van de grote atoommogendheden. Tussen deze beide groepen kon gemakkelijk een eenheidsfront tot stand komen. Daartegenover staan dan de echte aanhangers van Europa. Zij bepleiten terecht, dat Europa niet opgewassen is tegen de dubbele inspanning: vredesaanwending/militaire
| |
| |
aanwending; dat het te kiezen heeft en dat die keuze wegens het belang van de economische expansie en de sociale vooruitgang, noodzakelijk de vredeskant moet opgaan. Dit is a fortiori voor de christenen het geval, zoals nog blijkt uit de Paasboodschap van Z.H. de Paus. Tevens bepleiten zij, dat alleen de striktste contrôle misbruik voor oorlogsdoeleinden kan voorkomen, en dat alleen een gemeenschappelijke gecontroleerde uitbouw van de kernenergie op Europees vlak de verspilling en versplintering kan verhoeden die zou volgen uit een nationale of private aanwending van deze energie. Betekent dit ‘nationalisatie’ op Europees vlak? Geenszins: de ertslagen en de nucleaire installaties van het privé-initiatief blijven eigendom van dit laatste; de kernbrandstoffen dienen op billijke wijze en zonder discriminatie ter beschikking gesteld te worden van de verbruikers.
De Europese oplossing, geconcretiseerd door een Europese Commissie voor Kernenergie, werd voorgestaan door het Comité Monnet. De leden van dit Comité hadden op 18 januari jl. een verklaring ondertekend die voor 5 april moest voorgelegd worden aan de onderscheiden parlementen en waardoor dezen hun regeringen aansporen voor die Euratom-commissie te ijveren. Deze verklaring kwam ter sprake op de E.G.K.S.-vergadering die in de week van 12 maart te Brussel bijeenkwam. Ingevolge de werking van de hierboven aangeduide tegenstanders en de tactloze nadruk van sommige socialisten op de ‘socialiserende’ strekking van de oplossing-Monnet, namen de christelijke en de liberale groep een genuanceerde houding aan. In deze beide kampen bestond inderdaad een tweespalt die voor België duidelijk tot uiting kwam n.a.v. de interpellatie Buset-Destenay-Lefèvre, interpellatie pro forma met als doel de indiening van een motie die het Belgisch Parlement zou veroorloven stelling te kiezen. Een hevige perscampagne tegen de als socialistisch uitgekreten Europese oplossing en haar aanhangers in het niet-socialistische kamp, vermocht noch de beslistheid noch de invloed van deze laatste te ondermijnen. De gemeenschappelijke motie, versmelting van die der drie interpellanten, behaalde de stemmen van welhaast alle C.V.P.- en liberale kamerleden; het was, paradoxaal, de socialistische groep die het grootste aantal onthoudingen moest boeken. Dhr. Buset was wellicht té gematigd geweest.... Wel mag de moedige houding van de drie voorzitters onderlijnd worden, evenals het feit dat dit samengaan der partijen op één der vitale punten voor 's lands toekomst geen verflauwing in de oppositie van de christelijke gemeenschap tegen de linkse schoolpolitiek inhoudt. Welke zijn nu de eigenaardigheden van de Belgische motie? Het omstreden begrip ‘eigendom’ wordt vervangen door het begrip ‘terbeschikkingstelling van de
Commissie’. De ‘uitsluitend vredelievende ontwikkeling’ bleef behouden. Het statuut en de belangen van Kongo worden als te vrijwaren bepaald. De Europese Gemeenschappelijke Markt wordt ‘even onmisbaar’ genoemd als Euratom zelf.
Wat is de politieke betekenis van die motie en de uitgebrachte stemming? Zonder twijfel een overwinning voor de Europeërs. Maar het staat nog niet vast, of ze geen Pyrrhus-overwinning kan worden. Men mag immers niet denken dan de hele C.V.P. en alle liberalen nu overtuigde voorstanders van Euratom zijn geworden. Alleen hebben deze beide groepen blijkbaar tot geen prijs hun voorzitters willen laten vallen. Evenmin moet men denken, dat de tegenstand van de financiële groepen en van de ‘militaristen’ geluwd is. Een internationale campagne die onmiddellijk na de stemming in de Kamer begon, levert het tegenbewijs: ze gaat wellicht uit van het - zeer verdeelde - Frankrijk. Zodat het welslagen van Euratom nog allesbehalve gewis is, al moet men hopen dat tenslotte het gezond verstand het op de verkeerd begrepen belangen en kortzichtige prestige-redenen zal winnen.
L. Deraedt
|
|