| |
| |
| |
Letterkundige kroniek
Wegwijs in het Pocket-doolhof
door Dr. W. Peters
IN het Engels geschreven pockets domineren de markt van het boek in slappe kaft in zakformaat. Hun schreeuwerige omslag duldt de meer bescheiden verschijning van andere buitenlandse pockets nauwelijks naast zich; met een naar ruwe schatting wekelijkse verkoop van ruim zestig duizend exemplaren overtreffen zij deze ook numeriek, terwijl bovendien de keuze hier zo ruim is dat het niet te verwonderen valt indien een ernstig lezer, met beperkt budget, op zoek naar het serieuze boek, reageert met een ‘hier begin ik niet aan’. Hij weet zich wat betreft deze in het Engels geschreven pockets - en hiertoe beperken we ons nu - in een doolhof, en al spoedig ontdekt hij dat er geen betrouwbare gids is om hem te leiden. De winkelbediende blijkt totaal ondeskundig en heeft doorgaans geen idee welke waar hij te koop biedt. Hij kan afgaan op hetgeen de firmant zelf over zijn pockets meent te moeten mededelen. Dan zal hij enkel concluderen dat er met deze stroom van pockets nu niet bepaald een nieuw leven voor de geest wordt aangekondigd, of dat de Westerse Wereld een ander Athene gaat worden. De uitgespreide lectuur nodigt niemand om een stil hoekje op te zoeken, want al aanstonds is het duidelijk dat Broadway en Leicester Square, of desnoods Rembrandtplein, de academische aula zijn van dit goedkope boek: en deze plaatsen zijn niet bedoeld om ‘dorst naar kennis’ te lessen. Blijkens de meeste plaatjes op de kaften vooronderstelt de uitgever te maken te hebben met een lezerspubliek wiens voornaamste belangstelling uitgaat naar het lichaam van de vrouw. Vervolgens is hij er van overtuigd dat de beste aanbeveling voor een boek bestaat in een epitheton als: eerlijk, realistisch, provocerend, ondeugend, verleidend en onverkort, terwijl de lezer voorts wordt aangelokt door: woest, wild, ongebreideld, wulps, sordied, wellustig, enz., die dan opgewekt zelfstandige naamwoorden inluiden als: lust, liefde, hartstocht, misdaad, echtscheiding,
ontrouw, nachtclub, onderwereld, enz. In enkele gevallen wordt nog al wat ophef gemaakt van het feit dat hier of daar dit boek niet door de censuur kwam, of door de politie in beslag werd genomen: banned is wel de hoogste aanbeveling, naar het schijnt. We maakten het nog niet mee dat een boek zich eenvoudig als ‘echt pornografisch’ aandiende, ofschoon de fleurige plaatjes en pikante aanbevelingen, om niet te spreken van sappige titels als How Green was my sex-life, Nights of Love and Laughter, Naked in the Night, Time to Embrace, Kiss me Hard, Death likes it hot, enz. - enkele recente titels! - dit eigenlijk doen verwachten.
Bij het zoeken naar het goede en goedkope boek komt nu licht de vraag op of de inhoud van deze pockets gedekt wordt door wat men er aan de buitenkant van te zien en te lezen krijgt. Zo neen, dan stelt zich de vraag of het verantwoord is uiterlijk fatsoen zo laag aan te slaan en vulgarisatie zo onbeschaamd te prediken. Zo ja, dan kan de vraag niet ontweken worden of dergelijke import
| |
| |
enig voordeel biedt. Deze en dergelijke vragen gaan nu niet meer alleen de zoeker naar het goede boek aan, maar gelden ook ouders, leraren, en allen die bij de opvoeding van de jeugd betrokken zijn, omdat deze goedkope pockets juist binnen het financieel bereik liggen van de jeugd. Maar hiermede hebben we, menen wij, ook de importeur zelf en de boekhandelaar betrokken binnen dit doolhof van de pocket, omdat dezen toch een belangrijker taak hebben dan alleen maar een boek aan de man te brengen en daarop te verdienen.
Wij willen trachten in de bonte geschakeerdheid van in het Engels geschreven pockets enige schifting aan te brengen. Hierdoor zal het mogelijk zijn rijp en onrijp enigszins te leren onderscheiden. En een eerste, hoogst belangrijke schifting die we aanbrengen, is tussen pockets die uit Engeland stammen en pockets die in America verschijnen.
| |
De Engelse Pockets
Volledigheidshalve wijzen we eerst op een duurdere pocket: de Star uitgave. Reeds vanuit een technisch oogpunt weigert deze pocket in de grote hoop te worden opgenomen. Het formaat ligt iets boven het normale, zij is vaak ook wat zwaarder; papier en druk zijn beter, de kaft is erg sober gehouden: effen bruin, licht rood of blauw, met in kloeke witte letter titel en naam van de auteur. De romans in deze serie gepubliceerd - alle herdrukken - zijn van degelijke inhoud en bezitten gewoonlijk wel enige literaire mérites. Achter deze zeer respectabele uitgave staan de Engelse uitgevers Heinemann, Hamish Hamilton, Cape, Cassels en Chatto & Windus, namen die voldoende garantie bieden dat de Star-boeken zeker voor volwassenen geschikt zijn en zich afzijdig houden van alle banale, vulgaire en semipornografische tendenzen. Ze kunnen het best vergeleken worden met de Tauchnitz-uitgaven. Deze mogen als bekend verondersteld worden, omdat zo goed als alle Engelse klassieke en ook minder klassiek gebleken werken sinds 1842 in deze serie werden opgenomen. De tweede wereldoorlog ondeibrak de productie, maar deze werd toen vrijwel onmiddellijk overgenomen door een firma in Stockholm, die de z.g. Zephyrs op de markt bracht. Sinds 1952 is Tauchnitz weer begonnen met Engelse uitgaven, en heeft de Zweedse firma zich van dit terrein teruggetrokken. Formaat, druk en inhoud zijn voortreffelijk. Zoals de Tauchnitz niet mag worden ingevoerd in Engeland, is ook de Star uitgave enkel bedoeld voor de buitenlandse markt. Gezien dat een goed boek een gedistingueerd uiterlijk waard is, ook al komt de prijs daardoor een gulden hoger te liggen, achten we, mede om pedagogische redenen, genoemde uitgaven van zeer groot belang, en het is verheugend dat deze klasse zich tot nu toe op hoog peil handhaaft.
De echte Engelse pocket kent voornamelijk vier uitgaven. Op de eerste plaats is daar de Collins uitgave, die opvalt door de witte cirkel op groen of paars veld. De serie is onbelangrijk, zowel van wege het betrekkelijk gering aantal titels, alsook vanwege de geheel eigen aard van de inhoud: ze is bedoeld voor wie lijden aan ‘infirmity of noble minds’, de ziekte van nobele geesten, te weten, dorst naar moordverhalen, detective stories, thrillers en niet te vergeten de Wild West geschiedenis met zijn Buffalo Bill en andere onverwondbare helden en heldinnen. De serie bevat een zestigtal titels, en de grote namen onder de schrijvers zijn Agatha Christie en Peter Cheyney.
| |
| |
Collins publiceert sinds enkele jaren nog een tweede serie. Het zijn de fleurige Fontana books. Een aantrekkelijk uiterlijk: een kleurrijk plaatje tegen licht-getinte achtergrond in rose, blauw of geel, is in de meeste gevallen garantie genoeg voor de inhoud, al vertoont het plaatje soms verwantschap met Amerikaanse pockets. Deze reeks beperkt zich tot het populaire boek van vandaag. Naast de roman treffen we b.v. uitmuntende boeken aan als Arthur Bryant's English Saga, hetgeen de geschiedenis verhaalt van het Victoriaanse Engeland, C.S. Lewis' Mere Christianity en The Screwtape Letters (dit laatste in ons land overbekend onder de titel Brieven uit de Hel), de autobiographie van Neville Cardus, in eigen land beroemd om de unieke combinatie van eersterangs muziekcriticus, beste der cricketcommentatoren en eminent stylist. Deze boeken geven een vrij accurate aanduiding hoe hoog deze reeks mikt. Tot nu toe verschenen er een honderd titels, maar met een vijftal nieuwe uitgaven per maand breidt dit fonds zich snel uit.
Genoemde Collins-uitgaven moeten het afleggen bij de Pan Books en de Penguins. We mogen deze laatste, met hun broertje, de Pelicans, wel als bekend veronderstellen. Het nette rustige vrolijke oranje-witte uiterlijk is een juiste indicatie van wat de uitgevers beogen. Het is de oudste pocket uitgave, en dit jaar wordt zij meerderjarig. De duizendste Penguin verscheen in 1954, maar tellen we de Pelicans mee, dan mogen we binnenkort de twee duizendste titel verwachten. De geclassificeerde lijst van deze firma bevat niet minder dan 44 onderdelen, en bestrijkt wel haast het gehele terrein van de wetenschap. Met grote waardering vermelden we de onlangs begonnen serie van klassieke werken uit alle landen. Deze World-Classics, uiterlijk ook weer een genot voor het oog, bevat nu reeds meer dan 50 vertaalde werken. Fictie eist nog steeds het grootste aantal uitgaven voor zich op, en hier houdt de roman en novelle ongeveer gelijke tred met het moord- en detective verhaal. In de eerste categorie hebben Wood-house, Waugh, Huxley en Forester ieder tien romans gepubliceerd, terwijl in de laatste categorie Agatha Christie, de Amerikaan Erle Stanley Gardner en de Fransman Simenon het even ver gebracht hebben. Maandelijks worden gemiddeld van twaalf tot vijftien nieuwe titels uitgegeven.
Een echte aanwinst zijn de Pan books. Naast de koddige penguins en pelikaantjes ziet men nu steeds meer het flierefluitende pankereltje. Het montere ventje is op zich reeds een uitnodiging om te kopen. Het uiterlijk doet wat kleurenrijkdom betreft denken aan Amerikaanse pockets, maar onmiddellijk is het duidelijk dat de uitgevers (waarbij Collins, Heinemann, Macmillan, Hodder & Staughton nauw betrokken zijn) weigeren zich te verlagen tot het niveau van het ongezond suggestieve en het scabreuze; iets waarop ze trots gaan, en terecht. Pan books zijn voornamelijk romans van vandaag (de meeste entertainments van Graham Greene zijn in deze serie gepubliceerd), ofschoon ontsnappingsverhalen uit de oorlog, alsook boeken van historische inhoud, hun weg in deze serie vonden. We herinneren even aan The Last Days of Hitler, door de Oxford Professor Trevor-Roper, en aan het overbekende The Dambusters. Deze voortreffelijke serie bevat op het ogenblik 120 uitgaven, terwijl de maandelijkse vermeerdering ongeveer vijf bedraagt.
Eerst wanneer men een boekenzaak in Engeland eens rustig bekijkt, krijgt men een juiste indruk van de Engelse pocket-industrie. Immers, Amerikaanse pockets mogen niet worden ingevoerd, zodat de gehele markt zuiver Engels is. Nu wordt het duidelijk hoe deze pockets onze waardering verdienen. Er loopt
| |
| |
wel eens een boek doorheen dat voorbehouden is voor volwassenen, maar we kunnen er dan vrij zeker van zijn dat dit is vanwege het behandelde thema zelf, en niet vanwege de wijze waarop een thema behandeld werd. Dit valt des te meer te waarderen naarmate er in Engeland zulk een ruime verspreiding is van wat eigenlijk ondrukbaar moet worden geacht. Wie enigszins op de hoogte is van wat de Engelse zondagsbladen - enkele uitzonderingen daargelaten - presteren op het gebied van ‘printing the unprintable’, kan het alleen maar toejuichen dat de pocket-industrie niet tot dergelijk peil afzakt, ofschoon dit, financieel bekeken, een zeer aantrekkelijke manoevre zou zijn. Het is daarom jammer dat de pocket van Engelse afkomst, niettegenstaande een 300 nieuwe uitgaven per jaar, in feite van ondergeschikte betekenis is. De reden hiervan is dat zij de concurrentie-strijd tegen de Amerikaanse pocket feitelijk verloren heeft. De oorzaken hiervan zullen in hetgeen volgt aan het licht treden.
| |
De Amerikaanse Pockets
Terwijl de Engelse pockets gemakkelijk naar herkomst te onderscheiden zijn, is dit met Amerikaanse pockets niet het geval. Het voorkomen van zo goed als al deze pockets is hetzelfde, hetgeen betekent dat bij verkoop van dit product de naam van de producent betrekkelijk onbelangrijk is. ‘Covers sell’, zo verkondigt Dell Books, en als de plaatjes de verkoop in hand hebben, heeft het geen zin om de naam van de fabrikant als veilige gids voor een goede koop uit te spelen. Het resultaat is dat de Amerikaanse pocket naamloos is; snuffelaars die op de hoogte zijn van verschillende soorten Engelse pockets, weten menigmaal maai weinig onderscheid tussen die uit Amerika. Toch brengt kennis van deze soorten ook hier een zekere schifting teweeg.
Eerst vermelden we de New American Library. Deze publiceert drie series. De z.g. Mentor books zijn van wetenschappelijke aard, en brengen vaak het beste op het gebied van literaire kritiek, filosofie, geschiedenis, natuurkunde binnen ieders bereik. De serie bevat ook heel wat pseudo-wetenschap, en het terrein van het erotisch-sexuele in Freudiaanse, Havelock-iaanse of Kinsey-aanse zin wordt geenszins geschuwd, met het gevolg dat tractaten die thuis horen in de bibliotheek van een dokter of psychiater ook op deze goedkope markt een plaats vinden. Naast deze keurig verzorgde en waardevolle Mentor serie staat de Signet Key pocket. Deze is ingesteld op de praktische kant van het leven en verstrekt een gids om succes in het leven te hebben, zich vrienden te maken, meer geld te verdienen, goed voor de hond te zorgen, een lekker dineetje klaar te maken, enz. Het vijftigtal Signet Key boeken en de 150 Mentor books vormen echter slechts een kwart van het totale aantal door deze firma gepubliceerde pockets. De Signet books tellen immers reeds ruim 500 titels, waarvan de helft wordt ingenomen door de roman, de helft door detective en moord verhalen, mysteries en Wild West stories. De serie breidt zich uit met een 10 à 12 nieuwe boeken per maand. Over het gehalte spreken we nu nog niet, omdat de firma zich hierin niet onderscheidt van andere nog te vermelden uitgeversbedrijven.
De uitgaven van Pockets Inc. zijn direkt te herkennen aan het kangeroetje op de kaft, dat in zijn buidel een boek draagt. Op de ietwat duurdere uitgave heeft Gertrude - zo heet het kangeroetje - plaats moeten maken voor het parmantige rode vogeltje dat nu de Cardinal serie siert. Deze pocket valt echter nog meer op door het vele goud op de kaft. Deze met goud overladen Cardinal
| |
| |
boeken, die in Nederland bijna drie gulden kosten, heeft een jonger broertje in het zilver, iets minder sjiek, maar toch nog opvallend genoeg. Het merkwaardige is dat de plaatjes op de kaften van deze meer gedistingueerde uitgaven minder vulgair zijn dan op andere pockets van deze firma. De conclusie dat de inhoud van beter gehalte zou zijn, is echter niet gewettigd. Dat in 1951 de uitgever een regeling betreffende publicatie in Engeland aanging met het grootste en meest beruchte zondagsblad The News of the World, geeft enig idee in welke categorieën Pockets Inc. denkt.
Zoals de New American Library publiceert deze firma letterkundige en geschiedkundige studies, klassieke werken in origineel of vertaling, handy-books, en vooral fictie met een goede drie honderd romans, een honderd Wild West verhalen en dubbel dit getal mysteries. Pockets Inc. deed tot nu toe 1500 titels verschijnen, waarvan er momenteel nog een 900 in omloop zijn. Dit betekent niet dat die andere zes honderd uitverkocht zijn. Ze zijn uitgewerkt! Een der moeilijkheden waarmede deze kolossale bedrijven te kampen hebben is namelijk gebrek aan uitstalruimte. Als kaften de verkoop opvoeren, dan moet het plaatje gezien kunnen worden. Maar hoe en waar laat u 1500 plaatjes tegelijk zien? Dit is wat men noemt een kwestie van rack-space: ruimte in de rekken. Pockets Inc. levert deze rekken zelf en heeft hier ruim twaalf miljoen gulden in gestoken. Maar zelfs dit is niet voldoende. De steeds nieuwe aanvoer veroorzaakt opstoppingen: het komende en gaande boek vechten om rack-space, en het is duidelijk dat het komende boek eerste rechten heeft. Het gaande boek wordt dan uit de circulatie genomen en tot pulp vermalen. Een dergelijke periodieke schoonmaak betekent dan de vernietiging van een kleine tien miljoen exemplaren, maar deze ‘niet op korte termijn verkoopbare boeken’ vormen slechts een betrekkelijk gering percentage op de geweldige getallen wel verkochte boeken. Pockets Inc. rekent op verkoop van jaarlijks 50 miljoen exemplaren, en sinds de oorlog deed zij een half miljard van de hand! Op dergelijke getallen wordt het afvoeren van 275 titels van de lijst, hetgeen de vernietiging van acht miljoen exemplaren betekende, zoals dit in 1947 gebeurde, niet langer als een tragedie beschouwd.
De derde grote pocket-uitgeverij is de Popular Library. Zij boogt op een verkoop van jaarlijks 35 miljoen. Ze publiceert voornamelijk ontspanningslectuur, bevattende romans, mysteries en Westerns, maar ook puzzle boeken, en collecties van cartoons, plaatjes en tekeningen van nog al dubieus karakter, met weinig humor en veel dat vulgair en soms ook schunnig is. Iedere maand voegt ook deze firma een tiental nieuwe uitgaven aan haar lijst toe.
In grootte volgt nu Bantam Books, kenbaar aan het rode haantje; ze publiceert enkel moderne werken. Dit brengt een zeker gevaar mee, te weten dat de boeken voor een bepaalde markt geschreven worden, en zich dus aan deze markt aanpassen. Zo gebeurt het dat van de 300 titels niet minder dan 50 als onderwerp hebben een stuk geschiedenis, en meestens Amerikaanse geschiedenis. Het aantal romans is tweemaal dit getal, terwijl het wilde westen zich tevreden moet stellen met een veertigtal verhalen, de mystery met nog iets minder.
Naast deze vier zeer groten moeten enkele kleinere godheden vermeld worden. De Avon Books hebben een zeer mooie naam: Shakespeare's Strafford toch is aan de Avon gelegen, maar hiermede hebben we het mooiste van de serie wel gezegd. Deze boeken treft men niet zo vaak aan bij de boekhandelaar, en in ons oordeel is dit geen verlies. De plaatjes- en prentjes-boeken door Avon books gepubliceerd, geven alleen al te denken. De Perma Books gaan we voorbij gezien
| |
| |
deze sinds 1954 gepubliceerd worden door Pockets Inc. De Dell Books gaf aanvankelijk herdrukken uit van spannende verhalen van allerlei caliber. Tegenwoordig slaat zij haar vleugels wijder uit, en zodoende kon Merton's Seeds of Contemplation het beleven in deze serie te verschijnen. Ook de Dell Books ontmoet men niet zo vaak, ofschoon er maandelijks toch tien of twaalf nieuwe uitgaven of herdrukken verschijnen. Ten slotte vestigen we de aandacht op de Balantyne Books. Het formaat ligt iets boven dat van de gewone pocket, en de prijs is steeds iets hoger. Opvallend is dat de kaft veel soberder wordt gehouden. Daardoor distancieert ze zich enigszins van de rest van de pocket-firmanten. Ze moet dit wel doen omdat ze tegelijk met de goedkope uitgave ook een ‘echt boek’ op de markt brengt. Om deze reden betrekken we Balantyne Books niet in onze verdere bespreking. Ze vormen een klasse apart, een zeer goede klasse, maar uit hoofde van gelijktijdige publicatie dienen ze als normaal boek besproken te worden. Ofschoon dit uitgevers-avontuur van recente datum is, deed zij reeds een honderdtal boeken verschijnen, en voegt hier jaarlijks een dertig aan toe, waarvan, merkwaardig genoeg, de helft wordt opgeëist door wild west en mystery.
Genoemde uitgaven bestrijken ongeveer 85% van de Amerikaanse pocket-industrie, en we achten ons daarom verantwoord indien we van andere uitgaven (Gold Medal, Fawcett, Red Seal, enz.) verder zwijgen. Productie en consumptie van deze materie zijn ontstellend. Enkele getallen zijn interessant, en ook belangrijk, omdat zij tegelijkertijd laten zien wat bizonder in trek is. Aan de kop van de best-sellers gaat het boek voor jonge moeders: Baby and Child Care staat op zeven miljoen verkochte exemplaren, en dit getal groeit ieder jaar met nog eens een miljoen. Daarna komt de Amerikaanse Webster Dictionary met ruim zes miljoen exemplaren. Verheugend zijn de vier miljoen exemplaren die de kookkunst behandelen. Een glimlach komt ons op de lippen wanneer we er kennis van nemen dat vier miljoen Amerikanen zich toeleggen op de kunst zich vrien den te maken en anderen te beïnvloeden (how to win friends and influence people). Oprecht verheugend is de ander half miljoen exemplaren van het Pocked Book of Verse, gevolgd door een ruim miljoen van Shakespeare's Tragedies. George Orwell's 1984 bereikte bijna een miljoen. Ook Plato's Dialogues slaat met zijn 300.000 exemplaren geen slecht figuur.
Op het terrein van het gefingeerde verhaal staat ver boven aan God's Little Acre, het zinnelijk maar goed verteld verhaal van Erskine Caldwell: 41 herdrukken met over de zes miljoen exemplaren. Dit is geenszins de enige miljonair: Lilian Roth's autobiographie, I'll cry to-morrow, was dit reeds na enkele weken, terwijl gezonde kost als The Egg and I en Cheaper by the Dozen deze mijlpaal ook bereikte. Maar we zijn nu reeds zo ver dat een miljonair nog maar nauwelijks in tel is. Men moet dubbel-miljonair zijn, wil men iets betekenen. Dan moet de schrijver zich echter niet aan serieuze fictie wagen, maar zijn toevlucht nemen tot moord en misdaad. Onbedreigd gaat hier Erle Stanley Gardner aan de kop: over de vijf en zeventig miljoen exemplaren! Goed, hij schreef hiervoor een dikke dertig boeken, maar dan betekent dit toch nog altijd een gemiddelde van twee miljoen. Mickey Spilane, nog zo'n held van bloed, pistolen en moord, komt met zijn twintig miljoen exemplaren nauwelijks aan bod.
We komen nu tot de serieuze vraag naar de beoordeling van deze Amerikaanse fictie in pocket-formaat. Wat stijl en vorm betreft kunnen we al heel kort
| |
| |
zijn: waar het niet gaat over klassieke werken, komen ze niet uit boven het peil van vlotte journalistiek en reportage. Literaire mérites zijn er niet. De inhoud?
Indien uitgevers preken dat titels, beschrijvingen en vooral plaatjes een grote verkoopkracht bezitten, kan men voorop vaststellen dat de inhoud doorgaans zal beantwoorden aan hetgeen de would-be-koper in het vooruitzicht wordt gesteld. Dat titel en plaatje de inhoud niet zouden dekken, kan als regel niet opgaan. Immers, het is ondenkbaar dat de koper zich herhaaldelijk zou laten bedriegen. Wanneer hij denkt een ei te kopen, en hij krijgt een lege dop, dan is hij een tweede keer wel voorzichtiger. Hiermede is reeds een soort a priori argument gegeven dat veel van hetgeen de pockets bieden naar het semi-pornografische zweemt, en zo zinnelijk-sexueel is dat het geen gezonde lectuur kan vormen, ook al houden we rekening met het feit dat de scherpe concurrentie om rack-space vaak een toegevoegd motief is om het decolletté wat lager te leggen (lowering the neckline, zoals het heet!). Dat niemand zich laat beetnemen en niet teleurgesteld wil zijn in zijn aankoop, houdt ook weer in dat de inhoud steeds gewaagder zal zijn. Lezing bevestigt dit volledig, en we menen hierbij twee tendenzen te kunnen onderscheiden. De eerste tendens is dat schrijvers elkaar als het ware bespieden om te weten tot hoever het betreden terrein van het pikante en prikkelende nog veilig is. Men vermijdt natuurlijk moeilijkheden met de zedenpolitie. De kwestie is nu, precies te weten waar de politie het rode stoplicht zal laten flikkeren. Men tast dan af hoe ver men gaan kan: is iets stotends, of ‘realistisch’ gepasseerd, dan probeert een volgend schrijver net iets verder te gaan: om dit ene woord of passage zal de politie toch niet ingrijpen. Zo is het eigenlijk niet verwonderlijk dat boeken, die vlak na de oorlog opspraak verwekten, op het ogenblik als min of meer onschuldig worden gekwalificeerd. Op deze wijze zakt de standaard ongemerkt, maar gevaarlijker achten we het dat aldus het oordeel omtrent hetgeen drukbaar en ondrukbaar is geleidelijk aan zo vertroebeld wordt
dat er geen grenzen meer schijnen te zijn. Auteurs kunnen zich dan misschien beroepen op wat voorgangers in dit opzicht presteerden, de lezers zijn langzaamaan verzeild geraakt in een zwoele, vaak wulpse atmosfeer waarin de stank niet eens meer wordt opgemerkt.
Een tweede tendens, bij lange na niet zo algemeen als de juist gesignaleerde, is dat schrijvers in het verhaal zelf een loopje nemen met de censuur en de spot drijven met het obscene. Op deze wijze wordt iedere maatregel reeds bestempeld als vooringenomenheid of bekrompenheid, en men zoekt dan plaats voor het stiekeme mopje dat als steek bedoeld is op iedereen die dergelijk schuin grapje niet ten volle waardeert.
Nog bedenkelijker wordt de inhoud van vele pockets indien men bemerkt hoe realistische beschrijvingen van gewaagde scènes geen enkele functie in het verhaal zelf vervullen. Waar het thema ernstig is en men heeft met een serieus bedoeld werk te doen, kan het voorkomen dat passages rauw zijn, misschien zelfs wat prikkelend-sexueel. Niemand zal hierover vallen: de meeste boeken zijn nu eenmaal niet voor pubers geschreven, ofschoon we onmiddellijk er aan toevoegen dat de zaken anders liggen wanneer in een goedkope uitgave boeken juist binnen het bereik van pubers gebracht worden. Veel ernstiger wordt de situatie echter, wanneer dergelijke beschrijvingen en passages er vrij evident worden ingelast om de verkoop-waarde te verhogen, wanneer m.a.w. ze net zo goed gemist kunnen worden zonder enige afbreuk te doen aan het verhaal. Hoe sterk deze tendens wel is blijkt overvloedig uit vele overigens onschuldige detec- | |
| |
tive-verhalen, waarin de moord plaats vindt in de slaap- of badkamer, waar de vermoorde een zeer lichtzinnig revuemeisje is, waar de detective en passant hartstochtelijk verliefd raakt op een der verdachten, waar min of meer te pas of te onpas woorden als lust, thigh, ghastly, lurid, enticing, breast, enz. geplaatst worden (in een onlangs verschenen pocket werd met deze praktijk een loopje genomen), terwijl de moord evengoed in de keuken had kunnen plaats vinden.
Een ernstig bezwaar tegen de Amerikaanse pocket zal steeds blijven dat zekere thema's met uitgesproken voorliefde behandeld worden. We hebben hiermede niet voornamelijk op het oog de driehoeksverhouding met begeleidende ontrouw, echtbreuk, e.d., maar onderwerpen als de zich ontwikkelende erotische en sexuele liefde van jongens en meisjes, de reactie van de mens op de huwelijksbeleving, mentaliteit en gedachtenwereld van de prostituée, en dergelijke, lokken maar al te gauw uit tot het schrijven van prikkellectuur, ook al wordt dit - in mindere of meerdere mate - gecamoufleerd door dergelijk geschrijf aan te dienen als een sociale of psychologische roman. De ware bedoelingen spreken bovendien in de meeste gevallen maar al te duidelijk uit kaft en begeleidend commentaar bij het plaatje.
Geen wonder dat de indruk die lezing van vele pockets achterlaat is dat Amerika een groot riool is van ‘sensuality, immorality, filth, perversion and degeneracy’ (deze serie woorden troffen we aan in een rapport van het House of Representatives Select Committee over pornografie, hier handelend over de pockets). Het land van ‘sex-starved idiots’ (aldus een Amerikaans pocketcriticus) wekt de indruk voornamelijk te bestaan uit nachtclubs, publieke huizen en kroegen, beruchte, levensgevaarlijke stadswijken, een goed georganiseerde onderwereld, enz. Veelzeggend lijkt het ons dat vrienden van het Russisch regiem de verspreiding van deze Amerikaanse pockets - in Rusland zelf verboden - glimlachend begroeten, als kosteloze communistische propaganda, omdat zij er van overtuigd zijn dat deze pocket niet kan nalaten moraal en moreel van de Westerse wereld danig aan te tasten. Ze staan in deze niet alleen: in Amerika zelf wordt de toename in jeugd-criminaliteit door mensen van gezag mede op rekening geschoven van de grote pocket-firma's. Het is een punt dat moeilijk aan de hand van bijeengegaard materiaal te bewijzen is, maar slechts weinige ter zake kundigen betwijfelen de negatieve invloed van deze lectuur. Uitgevers mogen zich dan al verdedigen met een ‘we are not educators’, maar dan dienen zulke uitgesproken zakenmensen een beetje voorzichtiger te zijn met een leus als ‘good reading for the millions’. Merkwaardig is ook hoe de weg naar meer dubieuze lectuur gewezen wordt. Doorgaans bevat het boekje een of meer bladzijden met titels van andere pockets van hetzelfde gehalte: dit betekent dat, indien de lezer een scabreus boek in handen gevallen is, hij een wegwijzer naar ‘meer’ achterin zal aantreffen.
Met klem doen we hier uitkomen dat niet alle Amerikaanse pockets binnen deze veroordeling vallen. Er zijn ook goede pockets. Langzaamaan wordt het echter een vraag of het de moeite waard is af te dalen in een donkere uitgewerkte mijn, omdat er hier of daar nog wel een schep kolen te vinden is. En als je die schep kolen nog maar direct weet te vinden! Dan is het verstandiger deze mijn te verlaten. En dit des te eerder omdat er een andere mijn is van goed gehalte: de Engelse pocket. Het is daarom jammer dat de Amerikaanse pocket met zijn voor velen aantrekkelijker uiterlijk en inhoud maar weinig ruimte heeft overgelaten in ons eigen land voor de Penguins en Pan Books.
| |
| |
We vermelden reeds terloops hoe de goedkope pocket als vanzelf de aandacht trekt van de jonge mens met bescheiden geldmiddelen. De pocket-afdeling in stationskiosk en in de grotere boekenzaak heeft voornamelijk de belangstelling van jongere mensen tot, laten we zeggen, 25 of 30 jaar, en van deze jongere mensen behoort een aanzienlijk percentage tot de middelbare-school jeugd. Indien we deze factor bij voorafgaande beschouwingen betrekken, lijkt ons de situatie in eigen land nog al zorgwekkend. En waar het bij de steeds doorlopende stroom van pockets voor welke instantie ook, laat staan de boekverkoper zelf, praktisch onmogelijk is degelijke voorlichting te geven, heeft het weinig of geen zin om deze stroom over ons land binnen te laten spoelen. Er is al modder genoeg.
Ouders, opvoeders, kopers en boekhandelaren, die het niet alleen om grotere omzet gaat, dienen de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen waar het gaat over de Amerikaanse pocket, en met name heeft de bona fide importeur een grote verantwoordelijkheid. Hier staat tegenover dat zij doorgaans gerust kunnen zijn wanneer zij in aanraking komen met Penguin, Fontana of Pan book. Nog eens: er zijn uitzonderingen: ook deze Engelse uitgaven zijn niet op touw gezet om alleen jonge mensen een goed en goedkoop boek in handen te geven.
|
|