Brief uit Rio de Janeiro
Een beslissende kentering in Brazilië
door Prof. dr. F.B. De Avila S.J.
VERLEDEN jaar ben ik, na een afwezigheid van negen jaar, teruggekeerd in mijn geboorteland, Brazilië. De algemene indruk, bij ieder nieuw contact, was steeds dezelfde: Brazilië maakt op dit ogenblik op alle gebied - religieus, demografisch, cultureel, sociaal en economisch - een kentering in zijn geschiedenis door. En deze uiterst belangrijke en beslissende kentering is symptomatisch voor heel Latijns Amerika.
De eigenlijke inzet is de opbouw, of juister nog, de wederopbouw van een onmetelijke katholieke wereld, waar het katholicisme zowel in de breedte als in de diepte moet worden gevestigd. Laten we even nader onderzoeken wat die weder-opbouw impliceert.
* * *
Wie in Latijns Amerika voet aan wal zet en in reëel contact komt met het volk, staat verbaasd over de grote geloofsreserves die hij er aantreft. Ze werden opgebouwd door de noeste missioneringsarbeid uit vroegere eeuwen of leven voort als het erfdeel van de Spaanse, Portugese en Italiaanse immigranten.
Een onbeduidend feit illustreert, beter dan welke beschouwing ook, hoe onverwacht de gehechtheid aan het overgeleverde geloof tot uiting kan komen. Een priester-missionaris, op rondreis in de binnenlanden van Brazilië, bracht een bezoek aan een talrijk gezin. Trots roept de vader zijn zoontje, omdat die jongen van vijf jaar reeds al zijn gebeden van buiten kende. Ongedwongen en zonder enige aarzeling, zegt de jongen het Weesgegroet op, dan het Onze Vader, het Symbolum, de Akten, enz. Tenslotte - het was in 1950 - voegt hij er, zonder één enkele hapering, het gebed aan toe, dat Pius XII voor het Heilig Jaar had opgesteld en dat de priester zelf niet van buiten kende.
Bij het gewone volk, vooral in het binnenland, stuit men vaak op een bewonderenswaardig geloof. Jammer genoeg mist het meestal iedere diepgang. Voor één jongen die zijn gebeden dagelijks bidt en enigermate begrijpt, zijn er duizenden die, niettegenstaande hun geloofstradities, in de meest verregaande godsdienstige onwetendheid leven en blootgesteld zijn aan al de verlokkingen van het protestantisme en het spiritisme.
De protestantse propaganda - hoofdzakelijk gefinancierd door de Verenigde Staten - beperkt zich geenszins tot de grote steden waar onderwijsinrichtingen worden gebouwd. Ook het binnenland, vooral in het Noorden, wordt zeer ijverig bewerkt. In het Amazonegebied varen kleine schepen de stroom op: bij iedere stad, ja bij iedere nederzetting leggen ze aan. Aan de bevolking - die meestal in zeer ellendige omstandigheden leeft - worden medicijnen en levensmiddelen uitgedeeld .... en tevens de protestantse leer verkondigd. De dominees trekken zo van dorp tot dorp en richten gemeenschappen in over heel het stroomgebied. Hun uitrusting is allermodernst en het is geen zeldzaamheid in