| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
GENEVE is vooral de laatste jaren een politiek centrum van internationale besprekingen. Verleden jaar werd er beslist over het lot van Vietnam. In de maand Juli bespraken er de ‘Grote Vier’ op het hoogste niveau de belangen van het westen. Nauwelijks was deze conferentie geëindigd of de V. Staten en rood China zochten er op laag niveau (in dit geval gezanten) contact over enkele hangende problemen. In Augustus was er een congres van atoomgeleerden.
Het feit alleen, dat een conferentie op hoog niveau kon plaats hebben, was een winstpunt voor de initiatiefnemer, Eden. Want sinds de conferentie van Potsdam (1946) was een dergelijke gedachtenwisseling stop gezet. Thans kwamen de minister-presidenten, respectievelijk, Eden, Faure, Boulganin, vergezeld door hun ministers van buitenlandse zaken: MacMillan, Pinay en Molotof, benevens Eisenhower met Dulles, 18 Juli in een vergadering, die zich onderscheidde door de zichtbare bedoeling elkaar niet te kwetsen en door hoffelijke omgang een sfeer te scheppen van intieme vertrouwelijkheid. De oude vriendschap tussen Eisenhower en maarschalk Tsjoekof droeg daartoe niet weinig bij. Allen waren overtuigd, dat deze conferentie slechts een inleiding kon zijn tot de oplossing der onderlinge geschilpunten. Boulganin was van tevoren overtuigd, dat niet alle strijdvragen ineens zouden verdwijnen, hoewel hij hoopte op een stelsel van collectieve veiligheid. Eden zag in onderlinge bespreking een begin om het wantrouwen weg te werken. Eisenhower waarschuwde, dat men slechts stap na stap voortgang kon maken en Adenauer, die zijn tenten in de nabijheid had opgeslagen, verklaarde, dat het wel jaren kon duren voordat een positief resultaat bereikt zou worden. De voornaamste punten gingen over de hereniging van Duitsland, de veiligheid van Europa en het vraagstuk der ontwapening. Het zou logisch geweest zijn, indien de Duitse hereniging de voorrang had gekregen, want zolang dit vraagstuk bestaat is de veiligheid van Europa niet verzekerd.
Om de Sovjet tegemoet te komen opperde Eden het voorstel een gedemilitairiseerde zône langs de Oostgrens van Duitsland aan te leggen, terwijl Faure met een veel te gedetailleerd plan voor de dag kwam. Tot grote teleurstelling van Bonn bleef Boulganin van mening, dat de eenwording van Duitsland niet overhaast mocht geschieden. Het onuitgesproken bezwaar was, dat West-Duitsland als gewapend lid van de Nato voor Moskou niet acceptabel was. De Nato zelf werd ‘voorlopig’ erkend, in de hoop tot een collectief veiligheidsverdrag te komen, waarin ook het pact van Warschau kon opgevangen worden. Over de eerste twee vraagstukken werd men het eens, dat deze ‘nauw verband met elkaar hielden’. De hereniging van Duitsland zal worden uitgevoerd door middel van vrije verkiezingen in overeenstemming met de nationale belangen van het Duitse volk en met de belangen van de Europese veiligheid. Met deze niets-zeggende formulering werd Adenauer afgescheept.
Omtrent de ontwapening kwam Eisenhower met een opzienbarend voorstel, waarop Moskou het antwoord voorlopig schuldig bleef. Niet minder dan uitwisseling der militaire gegevens stelde hij voor om bij de huidige wapens van atoombom en andere geheime wapens het gevaar voor agressie te voorkomen. Onder toenemende spanning hield hij 21 Juli een magistrale rede, waarvan Faure verklaarde, dat er iets is veranderd aan het probleem van de ontwapening. En Eden verzekerde, dat hij diep getroffen was door de zuiverheid van Eisenhower's ver-strekkende voorstellen. Doch de
| |
| |
Russen reageerden niet en luisterden zwijgend toe. President Eisenhower stelde voor, dat de V. Staten en Rusland - de erkende bezitters van nieuwe en verschrikkelijke wapens - elkaar volledige en gedetailleerde gegevens zouden verstrekken over hun militaire inrichtingen - ‘blauwdrukken’ zei hij -. Beide landen dienden elkaar in staat te stellen om bij wijze van contrôle uitgebreide luchtverkenningen boven elkaars gebied te verrichten. Zij zouden elkaar verlof geven met vliegtuigen alle foto's te nemen van militaire terreinen en inrichtingen. Hij bedoelde dit voorstel, waarbij hij ‘hart en ziel’ geraadpleegd had als een onmiddellijke practische stap om het onderling vertrouwen tussen de Sovjet-Unie en de V. Staten te herstellen. In de ‘Richtlijnen’, die de ‘Grote Vier’ voor hun ministers van buitenlandse zaken die einde October zullen bijeenkomen, opstelden, werd hun opgedragen kennis te nemen van de werkzaamheden der sub-commissie van ontwapening van de V.N. waarin de Grote Vier en Canada vertegenwoordigd zijn. Eisenhower's voorstel bleef in dit compromis onvermeld. Eindelijk, begin Augustus, verbrak de Russische premier Boulganin het stilzwijgen en noemde het ontwapeningsvoorstel van de Amerikaanse president ‘niet realistisch en onuitvoerbaar’. Een dag later beweerde hij, dat deze woorden verkeerd waren uitgelegd en dat, hoewel hij de voorkeur gaf aan de Russische voorstellen, hij nimmer zou weigeren de voorstellen van anderen ernstig te bestuderen.
Het vierde punt van de agenda der conferentie: het onderling contact tussen oost en west uit te breiden en te verstevigen door uitwisseling van geleerden, door het toerisme onderling te bevorderen, m.a.w. door in het IJzeren Gordijn een gat te maken, werd door Boulganin toegepast toen hij alle buitenlandse diplomatieke missies, met vrouw en kinderen op zijn landgoed gastvrij ontving en de gelegenheid bood om te zwemmen, te zeilen en te vissen. In de beste stemming zijn de Grote Vier te Genève uiteengegaan en hebben unaniem aan hun landgenoten meegedeeld, dat de koude oorlog tot het verleden behoorde en dat in de wereld een tijdperk van nieuwe vriendschappelijke houding geschapen was! Het is de vraag of er niet te vroeg gejuicht is. De gulglimlachende Russen hebben in feite niets toegegeven.
De ‘Civiltà cattolica’ heeft tot voorzichtigheid gemaand tegenover de ‘gevaarlijke utopie van de ‘coëxistentie. Het naast-elkaar bestaan, waarvan de Sovjet-Unie droot, is dat van de wolf en het lam, van het op alle punten gewapende blok en het zwakke welhaast ontwapende blok’. En op het internationale Pax Christi-Congres te Nijmegen sprak kardinaal Feltin over de vrede volgens de leer van de Bergrede.
Onmiddellijk na de Conferentie op hoog niveau had een minder officiële bijeenkomst plaats op ‘laag niveau’ nl. tussen Johnson, Amerikaans gezant te Praag en de Chinese gezant Lu Wang. Dat zulks mogelijk was is vooral te danken aan de bemiddeling van de Indiër Menon, die men overal kan aantreffen, waar partijen bij elkaar moeten worden gebracht. Het State Department was echter niet toeschietelijk. Deze bespreking zou geen erkenning insluiten van rood China, dat als bewijs van goede wil moest beginnen met elf Amerikanen, sinds jaren, als spionnen wederrechtelijk vast gehouden en wreed mishandeld, vrij te laten. Een feit, dat Eisenhower met opluchting en vreugde verwelkomde. Tsjou en Lai had in een rede verklaard, dat zijn toegeeflijkheid niet als teken van zwakheid mocht beschouwd worden. Hij was bereid met de plaatselijke autoriteiten van Formosa te onderhandelen over de vreedzame bevrijding van dit eiland en gekant tegen het denkbeeld van twee China's. Hierop heeft Dulles geantwoord, dat de status van Formosa, Quemoy en Matsu niet voor onderhandelingen vatbaar zijn. Dit is een situatie, die de chinese communisten hebben te aanvaarden. Te meer, omdat de V. Staten niet buiten de tegenwoordigheid van Tsang kai Sjek om, over diens gebied wensen te spreken. Vandaar dat de conferentie der ambassa- | |
| |
deurs zich vooralsnog beperkt tot besprekingen over uitwisseling van de nog in rood China vertoevende Amerikanen en die van de in de V. Staten verblijvende Chinezen.
In Augustus zag Genève uit 72 landen 1200 atoom-geleerden bijeen, om te spreken over het vreedzame gebruik van atoom-energie. Merkwaardig was, dat de anders zo geheimzinnige Russen zonder terughoudendheid hun atoomkaarten op tafel legden en tot verbazing der aanwezigen documenten aanboden, waaruit bleek, dat zij in deze wetenschap ver vóór waren. Kwade tongen beweren evenwel, dat de verbazing slechts geveinsd was en dat men van weerskanten alleen die ‘geheimen’ prijs gaf, waarvan men aannam, dat zij door spionnage reeds aan de tegenpartij bekend waren. In ieder geval kan deze conferentie op haar wijze bijdragen tot vermindering van het oorlogsgevaar.
Hoe langer hoe meer blijkt, dat de vervanging van de populaire sultan van Marokko (20 Augustus 1953) Moh. Ben Joessoef door Ben Arafa een misgreep der Franse regering is geweest. De nationalisten (de Istiqlal), staan op het standpunt, dat Frankrijk met deze maatregel het verdrag van 1911 heeft overtreden en blijven weigeren Arafa, die door de pasja van Marrakesj, El Gaoui gesteund wordt, te erkennen. De nieuw benoemde resident-generaal Grandval had de moed om met krachtige hand in te grijpen in de relletjes en de moorden, die de Franse kolonisten, bijgestaan door de Franse politie, tegen de nationalistische Marokkanen en tegen hun Franse medestanders, bedreven. Om prestige redenen was het onmogelijk de weggevoerde sultan op de troon te herplaatsen. Het Franse kabinet over deze dynastieke kwestie verdeeld kon er door ten val komen. Na geheime besprekingen van het coördinatie-comité, bestaande uit bestuurders der drie Noord-Afrikaanse gebieden: Algiers, Tunis en Marokko, vergenoegde zich Grandval met een raad van regentschap voor twee jaar. Maar El Gaoui protesteerde, dat volgens de tractaten Frankrijk geen bevoegdheid daaromtrent had, hierin bijgevallen door de bekende rechtskundige in internationaal recht, prof. Gidel. Verder wenste Grandval onverwijld toezeggingen voor hervorming en een belofte voor zelfbestuur.
Met het doel de fatale datum (20 Augustus), vóór te zijn, gelastte het Franse kabinet sultan Arafa onmiddellijk een ministerie te vormen, waarin alle schakeringen van de Marokkaanse opinie vertegenwoordigd moesten zijn. Maar de nationalistische partijen verwierpen een regering onder Arafa's leiding. Het was hem onmogelijk, zoals hij aan de Franse regering schreef, deze partijen te consulteren. Evenwel was hij bereid een georganiseerde, democratische oppositie te aanvaarden van de meerderheid.
De treuzelende regering was echter te laat. Zoals de resident-generaal voorzien had brak een terreur-golf los ter ‘viering’ van de herdenking van de wegvoering van de vorige sultan, waarbij te Oued Zem de ergste gruwelen geschiedden. Zelfs in Algiers stonden in verschillende plaatsen de Fransen bloot aan landelijk georganiseerde aanvallen. Hier vielen honderden doden, in Marokko overtrof het aantal slachtoffers de duizend. Voor Grandval, die anderhalve maand geleden gekomen was met de vurige wens orde en vrede te herstellen door overeenstemming, was deze ontwikkeling een zware slag. Zijn waarschuwingen waren in de wind geslagen. Met bloedige hand heeft de regering gestraft, zo men niet van wraakneming mag spreken. Aan de oppervlakte is de orde hersteld, maar dit is niet de weg die naar verzoening leidt.
Te Aix-les-Bains is men overeengekomen, dat Ben Arafa zal vervangen worden door een regentschapsraad, die een representieve regering moest samenstellen. Deze regering zal dan met Frankrijk over een nieuw verdrag onderhandelen, waarbij Marokko een grote mate van autonomie zal gegeven worden. De ‘Nieuwe koers’ van minister-president Faure is niet naar de zin van Ben Arafa en - wat erger is - vond
| |
| |
in de langdurige Franse ministerraad felle bestrijding van de conservatieve ministers. Indien de twee jaar geleden afgezette sultan zijn verblijf te Madagascar mag ruilen voor een in Frankrijk, voelen de conservatieve partijen hun politiek nog meer bedreigd. Grandval, die de weg naar de verzoening gewezen heeft, als zondenbok de woestijn in te jagen, is een onrecht waaraan alle dankbaarheid vreemd is.
| |
Nederland
Het compromis tussen het kabinet en de Tweede Kamer over de huur- en belastingwetten vond in de Eerste Kamer scherpe critiek. Men betreurde het, dat er geen lijn was uitgestippeld om te komen tot een algehele huurpolitiek. Volgens de een was de woningpolitiek een grandiose mislukking. Een andere afgevaardigde rekende de Kamer voor, dat de 5% verhoging 40 millioen bedroeg, waar tegenover staat, dat de staat voor compensatie 106 millioen offert, mitsgaders een belastingverlaging voor het Nederlandse volk van 36 millioen. Met deze 142 millioen zou een huurverhoging van bijna 18% mogelijk geweest zijn. Aan de regering werd ‘kruimel-politiek’ verweten, omdat het wegens politieke redenen: de coalitie tussen de K.V.P. en de P.v.d.A., waarvan de ene partij tégen, de tweede vóór de huurbelasting is, (de kern van de zaak) niet durfde aanpakken. Minister Witte gaf in zijn antwoord hoog op van de toekomst. Hoewel het woningtekort thans ingelopen wordt met 17.000 woningen per jaar, was ook hij, en met hem de regering, niet tevreden met de huidige woningproductie. Zij moet worden opgevoerd, maar er zijn grenzen: de arbeidskrachten en het materiaal. De opvoering der productiviteit is niet alleen het werk van de regering, maar uiteindelijk het werk van het Nederlandse volk: van de arbeider tot en met de architect. Nochtans hoopte de minister door afremming van bouw in andere sectoren en door toepassing van meer systeembouw dit jaar een productie te bereiken, welke hoger is dan de 65.000 woningen, welke gepland waren. Tenslotte werd de Huurwet, die 1 September in werking trad, met 31 tegen 2 stemmen aanvaard.
Met het oog op de verkiezingen van 1956 heeft de K.V.P. een werk-program gelanceerd, dat onder de titel ‘Voor Christendom, Vrijheid en Welvaart’, de doorbraak van het christendom in het openbare leven tot centraal thema heeft. Hierin wordt nader uitgewerkt, hoe de partij zich voorstelt de rechten van de menselijke persoon, de verdieping van de sociale gezindheid, de versterking van de persoonlijke verantwoordelijkheid, de ontplooiing van het gezin, vooral ook door de woningvoorziening te verwezenlijken.
Het conflict tussen de regering en het leger in Indonesië is ten voordele van het leger beslist. Nog voordat de motie van wantrouwen tegen het beleid van de minister van defensie in de vertegenwoordiging aanhangig was gemaakt, nam het hele ministerie-Sastroadmidjojo zijn ontslag en enkele dagen later werd de oud-minister van Justitie wegens belangrijk gepleegde corruptie door de militaire politie gevangen genomen. Hoewel Soekarno van zijn pelgrimstocht naar Mekka, waarbij hij onderweg een bezoek bracht aan het Egyptische staatshoofd, Nasher, was teruggekeerd, liet hij, ‘formeel afwezig’ de regeling van de crisis over aan de vice-president, Moh. Hatta, leider van de grootste partij: de mohammedaanse Masjoemi. Hatta wist de leiders van het leger te kalmeren en benoemde zijn partijgenoot Harahap tot premier, terwijl de gematigde diplomaat Anak Agoeng minister van buitenlandse zaken werd. Mocht deze regering het probleem-Nieuw-Guinea minder urgent vinden, uit de woorden, die Soekarno bij de herdenking van de onafhankelijkheidsverklaring 17 Augustus sprak, kan men hetzelfde niet opmaken: ‘Niet één imperialistische luis mag overblijven’ riep de
| |
| |
president, zich aan zijn gehoor aanpassend, uit. Nederland moet de explosiviteit van dit conflict zien en medewerken om de bronnen van spanning weg te nemen. Van alle moeilijkheden tussen beide landen lag de schuld bij de koppige Nederlanders. Het verkrijgen van Nieuw-Guinea is voor Soekarno langzamerhand een prestige-kwestie geworden, waarbij hij steun vindt bij de Oosterse landen van de Bandung-conferentie.
De permanente vertegenwoordigers bij de V.N. van Cuba en van Columbia hebben op verzoek van de Nederlandse regering een bezoek gebracht aan Nieuw-Guinea. Zij bevonden, dat dit gebied nog niet rijp is voor zelfbestuur en prezen het Nederlands bestuur als efficiënt, zonder over ‘kolonisme’ te willen spreken. Andere uitgenodigde leden van de V.N. hebben voorzichtigheidshalve geweigerd een kijkje te komen nemen in dit gebied.
27-8-'55
K.J.D.
| |
België
A la Pyrrhus of niet, het is met een overwinning van de regering, dat de eerste phase van de schoolstrijd is afgesloten: de wet Collard is goedgekeurd, en wordt geleidelijk uitgevoerd.
Begin Juli was de stelling der christenen nochtans sterk genoeg. De nationale betoging van 10 Juli had 250.000 man te Brussel bijeengebracht. C.V.P.-voorzitter Theo Lefèvre maakte er de uitslag van het petitionnement bekend. Het verzoekschrift was daags tevoren, voorzien van 2.197.209 handtekeningen, geplaatst uit naam van 3.3.414.913 staatsburgers, aan de kabinetschef des Konings overhandigd. De vorst had gemeend, persoonlijk de afvaardiging niet te kunnen ontvangen, misschien niet geheel onbeïnvloed door de intimidatiecampagne van zekere linkse pers. Deze pers zou ook de geldigheid van het petitionnement betwisten, maar alle bewijsstukken werden op het Koninklijk Paleis neergelegd. De houding van de vorst werd intussen in christelijke kringen maar matig geapprecieerd. Op de 10-Juli-betoging werden ook, duidelijker dan ooit, de financiële wachtwoorden herhaald: boycott van iedere lening die de regering te goede kan komen, terugtrekking van de gelden bij spaarkas en postchèque. Nog in de loop van dezelfde maand zou de lening voor de Spoorwegen erge moeilijkheden baren en de regering opnieuw voor acute schatkistproblemen stellen die echter niet ernstig genoeg bleken, om er het bijltje bij neer te leggen.
Nadat de christenen van iedere onwettelijke actie hadden afgezien, zouden zij tot het einde toe in de strijd rond de wet-Collard de verzoening uitspelen. Dit was inzonderheid het geval bij de bespreking in de Senaat. Door een motie van een aantal oudstrijdersverenigingen was de vorming van een nationale commissie tot uitwerking van een nationale oplossing voor het schoolvraagstuk vooropgesteld; dit hadde de schorsing van het ontwerp-Collard meegebracht. C.V.P.-fractievoorzitter Strye nam, nadat dhr Van Zeeland een dergelijk standpunt verdedigd had, die motie over. Om de psychologische uitwerking van deze zet te pareren, verklaarde de socialistische groepsvoorzitter Rolin, met de motie in te stemmen, op voorwaarde dat zou worden teruggekeerd tot de wetgeving van vóór 1950. Even flakkerde een hoop op een vredelievende bijlegging van het geschil op. Maar spoedig bleek, dat het linkse manoeuver als enig doel had, de christenen impliciet de voorkeur te laten geven aan de wetgeving Collard boven de wetgeving van vóór 1950. Max Buset, bijna geheel hersteld van een hartcrisis, was categoriek: geen toegeven op de wet-Collard. Daar de terugkeer tot de oude wetgeving, ook om sociale en onderwijstechnische redenen totaal onmogelijk was, konden de christenen trouwens op de pseudo-voorwaarde van dhr Rolin niet ingaan. Op 21 Juli, België's nationale feestdag, - met een merkwaardige delicaatheid dus -
| |
| |
werd dan ook de tweede ongelukswet door de meerderheid goedgekeurd. Op 6 Augustus verscheen ze in het Staatsblad. Ze werd op de voet gevolgd door de eerste, eer gematigde uitvoeringsbesluiten. Maar bij de oprichting van de nieuwe rijkstechnische scholen kwam haar rol als wegbereidster van de ontkerstening onverbloemd tot uiting. Veel reactie verwekte dit alles niet meer. De herrie rondom de artikelen 28 en 30 die niet regelmatig door de Kamer zouden zijn gestemd, de perspolemiek rondom de bedrieglijke voorlezing van telegrammen van bepaalde oudstrijdersverenigingen door de Eerste-minister, de campagne van zekere Vlaamse liberalen om, achteraf, nu toch een nationale commissie te laten oprichten, gingen allen onder in de verlofstemming: de timing van de regering was uitstekend! Zelfs de belangrijke verklaring van de Bisschoppen, waarbij ze hun vroegere brandmerking van de dwangwet handhaafden, vermocht dat klimaat niet totaal te overwinnen.
Kortom, de socialisten hebben het hoofd weten te bieden aan het christelijk verzet. Als revolutionairen zijn de christenen in hun ogen volslagen mislukt en hun superioriteitscomplex van geweld-mensen is versterkt uit deze eerste proef gekomen. Maar die eerste proef sluit de strijd niet af. En men ziet met belangstelling uit naar het beloofde actieplan van het Comité voor Vrijheid en Democratie. Het dynamisme van de christelijke gemeenschap op zichzelf is niet aangetast zoals o.m. het succes van de IJzerbedevaart getuigt. Maar het vertrouwen in de leiding, zo hoognodig, wordt zeker niet gediend door fantasietjes als de beslissing van de C.V.P.-Senaatsgroep om, tegen de mening van de andere partij-instanties in, vlak na de stemming van de ongelukswet met de ‘collega's’ van de meerderheid naar Moskou te reizen....
Wellicht is het feit, dat het C.V.D. op algemeen politiek plan in het defensief is teruggedrongen, niet vreemd aan de verfelde actie van de aan dit Comité deelnemende sociale organisaties. Het Nationaal Christen Middenstandsverbond ontwerpt doeltreffende maatregelen tot het verwezenlijken van zijn, in een belangrijke verklaring opnieuw samengevatte programmapunten. Het Algemeen Christelijk Vakverbond behaalde langs de andere kant de belangrijke overwinning van 30 Juli. Zijn actie is weliswaar niet denkbaar zonder reële sociale moeilijkheden; deze zijn trouwens nog niet van de baan: het indexcijfer stijgt opnieuw al is dit in zijn nieuwe kleedje minder opvallend, het probleem der ziekteverzekering blijft brandend. Maar wellicht zou het A.C.V. zich, zonder de strijd tegen de anticlericale regering, niet zo radicaal tegen het accoord van 13 Juli (een voor de regering gunstig stel goede voornemens) hebben verzet. Nu had het reeds vooraf de periodieke staking uitgeroepen waardoor het van de eerste conferentie uitgesloten bleef; een fout van Van Acker want toen de periodieke staking door een strategische werd afgelost, diende hij het A.C.V. toch bij de besprekingen toe te laten, waardoor de verhoogde resultaten als een overwinning van dit syndicaat voorkwamen: herstel, vanaf 1.8, van de volledige premie voor de moeder thuis; doeltreffende voorbereiding van een meer algemene invoering der 5-dagen-week (die er tijdens de staking in vele bedrijven kwam) en van het minimum-uurloon van 20 fr, ook voor de bedienden. Rechtstreeks was het niet de regering die de kosten betaalde, wel de patroons: het moet in hun macht gelegen hebben want ze gaven betrekkelijk gemakkelijk toe. Maar onrechtstreeks kan een broedende patronale ontevredenheid de regering wel nadelig worden. Het valt af te wachten, hoe deze haar financiële moeilijkheden zal oplossen, vooral i.v.m. de nieuwe begroting, die echter slechts rond 95 milliard zou bedragen. Zal,
nu de wet-Collard gestemd is, het cement van de regering Van Acker nog houden? Langs de andere kant vindt de regering verhoogde middelen in de belastingsopbrengst, vnl. die ingevolge de verhoging der onrechtstreekse belastingen, en heeft zij haar leningspolitiek versoepeld o.m. door de
| |
| |
oprichting van het Wegenfonds. Het lijkt er niet naar, dat de nieuwe begroting onoverkomelijke vraagstukken zal laten oprijzen.
Ook op koloniaal gebied kwam, n.a.v. de bespreking van de begroting, een ernstig meningsverschil tussen de meerderheidspartijen tot uiting: de Liberalen blijven eer tot kolonialistische opvattingen geneigd, terwijl de socialisten een krachtig anticolonialisme huldigen. Deze laatste opvatting is té emanciperend. Maar ze is juist inzover de sociale en menselijke verheffing van de inboorlingen dé voornaamste taak in Kongo blijkt te zijn. Deze taak moet tegen heel wat belangen en voordelen worden doorgezet. Maar, de weg volgend die de Koning in zijn grote rede na zijn terugkeer uit Kongo had gebaand, heeft Gouverneur-generaal Pétillon ondubbelzinnig aangekondigd, dat ze vastbesloten wordt aangepakt.
L. Deraedt
|
|