| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
DE leden van de V.N. herdachten 20 Juni te San Francisco het tienjarig bestaan van deze wereldorganisatie. Volgens de voorzitter Mr van Kleffens moest het nuttig effect van deze herdenking niet gezocht worden in een behandeling van resoluties, maar in de persoonlijke ontmoeting der vooraanstaande staatslieden, die thans een uitstekende gelegenheid kregen om vorm te geven aan de komende dingen, in overeenstemming met de doelstellingen, waarover men het tien jaren geleden eens was geworden. Namens het Amerikaanse Congres hield Eisenhower een vurig pleidooi voor ontwapening om de bespaarde militaire uitgaven af te dragen als hulpverlening aan onder-ontwikkelde gebieden. Bijna ieder lid deed een duit in het zakje. Maar het meest gespannen was men naar wat de steeds glimlachende Molotof te berde zou brengen. Geheel in de lijn van de nieuwe Sovjet-tactiek sprak hij, nu Moskou het voorstel tot vermindering van de conventionele bewapening aanvaard had, de hoop uit, dat de spanningen met het westen opgeheven zouden worden, daarbij de nadruk leggend op ‘de vriendschappelijke gevoelens, die het Sovjet-volk koestert voor het Amerikaanse volk’. Enige uren later werd een Amerikaanse Sabre door een Russische Ming neergeschoten! Als panacée stelde Molotof de ‘zeven punten’ ter voorbeeld, waarover Moskou, Peking en New Delhi het eens waren geworden en die ook te Bandung ter sprake waren gekomen. De zakelijke Dulles diende hem onmiddellijk van antwoord. Om aan de koude oorlog een eind te maken zijn geen zeven punten nodig, sprak hij. Daarvoor bestaat een buitengewoon eenvoudige methode: Naleving van het Handvest der V.N., afzien van gebruik van geweld in het contact met andere landen, afzien van steunverlening aan of leiden van subversieve handelingen in andere landen. Hij staafde zijn betoog met verwijzingen naar de agressieve politiek van de Sovjet in het westen en van rood China in het oosten. Te oordelen naar het applaus,
waaraan ook Molotof deelnam, was Dulles' rede het hoogtepunt van de herdenkingszitting.
Bij het sluiten van de bijeenkomst (25 Juni) las van Kleffens een door alle delegaties goedgekeurde verklaring voor, waarin uitdrukking werd gegeven aan de gemeenschappelijke wens, dat komende generaties van de gesel van oorlog gespaard zouden blijven. Men zou trouw blijven aan de beginselen van het Handvest en met kracht voortgaan op de weg naar een ontwapeningsovereenkomst.
Alvorens de terugreis naar Moskou te aanvaarden heeft Molotof de Conferentie der ‘Grote Vier’ een deuk gegeven. 16 Juni hadden de westelijke mogendheden elkaar in een voorbespreking ontmoet en waren overeengekomen, dat de conferentie slechts enkele dagen zou duren, dat de agenda niet van te voren werd vastgesteld en dat zij bij bepaalde grote problemen naar overeenstemming zouden streven. Achteraf maakte Molotof, na eerst zijn instemming te hebben betuigd, tegen deze plannen bezwaar. Om de Russische achterdocht te bezweren verklaarde Eden, dat het eerste doel van de conferentie was door onderling contact tot vertrouwen te komen. Maar dat hij niet wenste af te wijken van de volgende drie beginselen: wij zijn niet van plan de Nato op te heffen, wij wensen geen scheiding tussen ons Koninkrijk en onze Amerikaanse bondgenoten en wij zullen blijven streven naar hereniging van Duitsland. Ook president Eisenhower liet zich in een persgesprek hoopvol en vredelievend uit. Dit werd de aanleiding dat op een receptie bij de Amerikaanse ambassade alle Sovjet-leiders - met uitzondering van de president Voroshilof en de afwezige Molotof - verschenen. Kroesjtsjef stak een geprepareerde redevoering af, ruig van vorm en stekelig van
| |
| |
inhoud: ‘Het doet ons veel genoegen naar Genève te gaan, doch indien u niet van plan bent ernstig te praten, dan kunnen we voorlopig nog best wachten. Het kan mij niet schelen of u het prettig vindt of niet, maar ik zeg u: niet uw wensen, maar onze daden geven de doorslag. We hebben onze voorstellen niet gedaan om er iemand plezier mee te doen. We deden deze voorstellen slechts omdat ze de enige juiste zijn’.
Bij het vertrek van de Sovjet-delegatie uit Jougo-Slavië werd een communiqué uitgegeven, dat behalve enige conventies tot verbetering der betrekkingen tussen Moskou en Belgrado de volgende concrete punten bevatte: toelating van communistisch China tot de V.N. en bevrediging van de ‘rechtmatige’ aanspraken van China op Formosa. Nu het eigen communisme van Tito door Moskou erkend is, zijn in de satellietstaten. vooral in Hongarije, wilde verwachtingen gewekt. Maar de bezoeken aan Sofia en Boekarest, na Belgrado, geven hiertoe geen grond.
Kanselier Adenauer heeft de portefeuille van Buitenlandse zaken aan H. von Brentano overgedragen; tot minister van defensie benoemde de president Th. Blank en tot minister voor parlementaire aangelegenheden Joachim von Merkatz. Bij zijn bezoek aan de V. Staten besprak de kanselier met de Westerse ministers de uitnodiging hem gedaan om een bezoek aan het Kremlin te brengen. Hij wilde eerst de afloop van de conferentie te Genève afwachten, zodat het wel September zou worden. Om niet nutteloos tijd te verspillen wilde hij er zeker van zijn, dat 9000 Duitse krijgsgevangenen werden vrijgelaten. West-Duitsland was niet bereid de regering van Oost-Duitsland te erkennen en de Oder-Neisse-linie als Oostelijke grens te aanvaarden.
Sinds West-Duitsland, in de Nato opgenomen, zijn militaire bijdrage moet leveren heeft de kanselier met grote haast zich aan het werk gezet. De minister van Defensie kwam tegemoet aan de wensen van de Bondsdag om parlementaire contrôle op de strijdkrachten. Blank stelde voorop, dat men beginnen moest met 6000 vrijwilligers als kern. Het nieuwe West-Duitse leger zal bestaan uit 370.000 man, verdeeld over 12 divisies. Na de pas gehouden atoom-manoeuvres koesteren de Duitsers geen hoge verwachtingen over de efficiëncy van dit conventioneel wapen.
De inwendig verscheurde Democrazia christiana in Italië heeft zich moeten neerleggen bij de keuze tot president van de links georiënteerde voorbeeldige katholiek Giovanni Gronchi. Bij zijn installatie (12 Mei) ontwikkelde hij een sociaal program, waarvoor de Grondwet de mogelijkheid biedt, maar waarvan de uitvoering door de rechtervleugel steeds vertraagd werd. De president zal er niet voor terugschrikken desnoods ‘een opening naar links’ te maken, d.w.z. samen te gaan met de Nenni-socialisten, de bondgenoten der communisten. Het is echter de vraag, of de president, wiens handen in een republiek meestal sterk gebonden zijn, zijn hoge plannen kan verwezenlijken. Voorshands handhaafde hij de conservatieve Scelba tot deze door de ‘Concentratie’ der christendemocraten op zij werd geschoven. Gronchi wees prof. Segni tot formateur aan. Dat deze, die op het standpunt van de president stond, slaagde, was slechts te danken aan de vele concessies, die hij aan de liberalen, om hun medewerking te krijgen, moest doen omtrent sociale hervormingen op het terrein van landbouw en industrie. Met het gevolg dat de nieuwe regering maar weinig verschilt van de oude. Het nieuwe kabinet bestaat uit christendemocraten, sociaal-democraten en liberalen. De republikeinse partij zal de regering steunen.
De Argentijnse president Peron is in zijn strijd tegen de Kerk te hard van stapel gelopen. Behalve de reeds vroeger vermelde decreten wist de leider van het Vakverbond scheiding van Kerk en staat door te drijven: alle artikelen in de Grondwet hierop betrekking hebbende, zullen binnen twee maanden door een gekozen grondwetgevende vergadering geschrapt worden. Vrijstelling van belastingen voor kerkelijke
| |
| |
goederen zal vervallen. Het aartsbisschoppelijk paleis van kardinaal Copello werd geplunderd, een zevental kerken in Buenos Ayres werden door Peronisten in brand gestoken. De gebouwen en bezittingen van de Katholieke Actie werden geconfiskeerd. De dictator liet de massa ophitsen en hield de pers en de andere voorlichtingsdiensten onder zijn contrôle. De kerkelijke overheid kreeg de kans niet om zich te verweren. Het hoogtepunt was wel de gevangenneming van de kanunnik mgr Ramon Novoa en van de vicaris-generaal mgr Manuel Tato, die onder strenge bewaking naar het vliegveld werden overgebracht en naar Rome uitgewezen. Het Vaticaan ontving de ballingen met eerbied en welwillendheid en publiceerde, dat, volgens de bepalingen van de kerkelijke Codex, Peron en zijn medewerkers in de kerkelijke ban waren gedaan. Enkele uren later brak er opstand uit van een deel van het landleger, de vloot en de luchtmacht. Het weer was tegen de luchtmacht, de marine kon haar doelen niet voldoende opmerken en het leger kreeg geen contact met de andere eenheden. Nochtans zijn er in Buenos Ayres en te Rosario nog honderden doden gevallen. De redder van de regering was generaal Lucero, die getuigde, dat het leger absoluut loyaal is jegens de president. Aanvankelijk had het de schijn, dat Peron voorgoed van het politieke toneel verdwenen was, maar generaal Lucero heeft hem weer doen terugkeren, doch als totaal veranderd mens. ‘Ik ben katholiek en we hebben vele katholieken in ons midden. Wij vallen niet de godsdienst aan; laten we niet pogen de zaken door middel van geweld te beslissen’. De gehele Argentijnse regering van 16 ministers, is afgetreden, de kerken zullen op staatskosten hersteld worden, de Katholieke Actie kreeg haar bezittingen terug en een gelukwens-telegram aan de Paus op het feest van Petrus en Paulus moest Perons' bekering bewijzen.
Dit telegram werd met verwijtende gereserveerdheid beantwoord: ‘Wij bidden dat God uw hart zal verlichten, zodat uw volk opnieuw in vrijheid zijn katholieke tradities zal kunnen beleven’. Dank zij de besprekingen van de nuntius met de nieuwe ministers konden ook de verdreven prelaten naar hun land terugkeren. De primaat, kardinaal Copello liet in alle kerken een verklaring voorlozen, dat ‘verzoening en overeenstemming onze grote doelstellingen zijn’. De radicale oppositie, die al jaren verdrukt werd, liet zich niet zo makkelijk overhalen de strijdbijl te begraven. Peron had in een radio-rede de radicalen geprezen om hun streven naar orde en wettelijkheid. Zij behoefden de Peronistische doctrine niet te aanvaarden. ‘Er zijn reeds te veel Peronisten. Wij hebben er niet meer nodig’. Vredelievende coëxistentie tussen alle Argentijnen is van het hoogste belang voor het land. ‘Voor deze vredelievende coëxistentie wenste het bestuur der radicale partij meer dan vriendelijke woorden. Er bestond geen vrede zonder vrijheid. Een bewijs voor zijn eerlijkheid zou de president kunnen leveren, indien de nationale omroep ook ter beschikking van de partij werd gesteld, terwijl zij standvastig haar beslissing zal handhaven om het heersen van juiste zedelijke normen, vrijheid en democratie in Argentinië te verzekeren’.
De regering antwoordde uiterst beleefd dat zij het gebruik van de nationale omroep volgens de wet niet mocht toestaan!
| |
Nederland
Na besprekingen met de fractie-leiders van de ‘brede basis’ en na correspondentie met de demissionaire regering is de heer Burger, dezelfde die het kabinet 17 Mei ten val had gebracht, 2 Juni geslaagd dit weer op de been te helpen. Nog voordat de ‘formateur’ zijn verslag aan Hare Majesteit kon uitbrengen, had het ministerie-Drees zijn ontslagaanvrage ingetrokken. Van beide zijden heeft men concessies gedaan, maar de essentiële kwamen van de P.v.d.A., die haar huurbelasting definitief in de steek
| |
| |
liet. Tevens liet zij de eis varen, dat tegelijk met de huurverhoging aan de eigenaars onderhoudsplicht werd opgelegd. Er komt nu een algemene huurverhoging van 5%. Ter compensatie van de huurders wordt de belastingverlaging van af 1 September gesteld op 570 millioen, maar op andere wijze dan de regering had voorgesteld. In plaats van met 8%, wordt de inkomstenbelasting met 6% verminderd. De omzetbelasting op textiel wordt geheel opgeheven, terwijl de accijns op suiker sterk verminderd wordt. Voor de huiseigenaren vervallen de opcenten op de grondbelasting en zij mogen voortaan 15% in plaats van 10% aan afschrijvingen op hun bezit aftrekken van de inkomstenbelasting. Over het behoud van het kabinet en de wijze, waarop dit zich handhaafde, was de heer Romme, die erger gevreesd had, ‘niet ontevreden; ik hoop het te blijven’. Enige dagen later gaf de minister-president een uiteenzetting van het verloop van zaken. Er was reden om aan te nemen, dat er geen uitzicht bestond op de vorming van een ander kabinet. Er was geen andere keus dan vervroegde verkiezingen als gevolg van Kamer-ontbinding of voortzetting van het werk van het zittend kabinet. Na overleg was gebleken, dat dit laatste mogelijk was. Omdat het votum der Kamer niet gericht was tegen de regeringspolitiek in het algemeen, achtte het kabinet zich gerechtigd onder deze omstandigheden zijn taak weer op te nemen, terwijl het, mede in verband met verschillende belangrijke en urgente wetsontwerpen, het landsbelang niet gediend achtte met een langdurige onderbreking.
Na jarenlange pogingen, door uitwisseling van nota's met de Indonesische regering, recht te verkrijgen voor de Nederlandse gevangenen, heeft minister Luns door de uitgave van een ‘Witboek’ een beroep gedaan op de wereldopinie. Daarin beschuldigt hij de Indonesische regering van weigering van consulaire bijstand, waarop de gevangenen volgens internationale overeenstemming recht hebben; van afpersing van verklaringen onder physieke en psychologische druk teneinde een veroordeling uit te lokken; van psychische druk op de verdedigers der beklaagden, waardoor zij, met name Mr Bouman, de verdediging hebben moeten neerleggen. Al deze beschuldigingen worden uitvoerig met feiten gestaafd. Het verhoopte effect is echter uitgebleven. Het State Department beschouwt dit geschil als van binnenlandse aard en wenst zijn vriendschappelijke betrekkingen met Indonesië niet in gevaar te brengen. Toen minister Luns de bekende Amerikaanse rechtsgeleerde Mr Charles Horsky bereid had gevonden zich als waarnemer en als adviseur naar Djakarta te begeven, werd ook aan deze een visum geweigerd, onder voorwendsel, dat het verzoek om een visum een kennelijke poging was de V.S. in het geval te betrekken en dat de tussenkomst van Amerikaanse rechtsgeleerden de gevoelens van het volk in Indonesië ten nadele van de V.S. zouden doen omslaan. Intussen vond het proces-Jungschläger langzaam voortgang. Een verzoek van mevrouw Bouman een commissie naar Nederland te sturen om de daar woonachtige getuigen te horen, werd door de rechter, Maengkom, afgeslagen met een beroep op ‘technische’ bezwaren en Sujarno, officier van Justitie, vroeg zich af, of deze commissie er wel veilig zou zijn. Sensationeel was, dat de getuige Fritz Baden zijn vroegere aanklachten herriep als pure fantasie. Hij was daartoe gekomen door de bedreiging, dat hij zelf, zijn vrouw en zijn kinderen zouden worden doodgeschoten, als hij niet bekende. Baden zal nu wegens meineed vervolgd
worden. Daarop verzocht mevrouw Bouman, dat ook Tomasoa, een man uit de onderwereld, die een reeks vals bevonden beschuldigingen tegen Jungschläger had gelanceerd, ook van meineed zou beschuldigd worden, doch Sunarjo weigerde hierop in te gaan, want hij geloofde aan diens verklaring. Wat echter de directeur van de K.P.M. de heer Harinck ten gunste van Jungschläger en zijn alibi getuigde werd door Soenarjo afgewezen met de woorden: ‘God alleen is op de hoogte van alle handelingen van de mens’.
| |
| |
De zucht om bij Nederlanders subversieve strevingen te onderstellen werd in de hand gewerkt door het dwaze plan van Westerling met de ‘Evipan’ Ambon en Ceram te gaan bevrijden. Indonesië heeft de schrik voor Westerling te pakken en trof voorbereidingen alsof de ‘Armada’ op komst was, Het avontuur bleef steken in de Dollard, het schip werd aangehouden nog voordat Westerling aan boord was geweest.
Soekarno heeft wel ernstiger tegenstanders dan Nederland. Zijn meermalen herhaalde voorspelling: ‘Dit jaar komt West-Irian in ons verband terug’ laat de Indonesiërs onverschilliger dan de houding van het leger. Sinds de October-staatsgreep (1952) gold, dat de legercommandanten op basis van ancienniteit werden benoemd. Tegen de benoeming van de 35-jarige Bambang Utoyo tot stafchef maakten de hogere officieren, onder leiding van kolonel Zulkifli Lubis, bezwaar: zij boycotten de installatie en Lubis, waarnemend stafchef, weigerde zijn fuctie over te dragen. De kolonel werd door de regering geschorst, maar trok zich van deze schorsing niets aan, zodat het leger twee stafchefs bezat: een erkende en een niet erkende. De aanhangers van Lubis gaven na langdurige beraadslagingen de verklaring uit, dat de officieren eenparig van oordeel waren, dat de eenheid van het leger binnen het kader van de eenheid van de staat gehandhaafd moest worden’. Een afgevaardigde van het parlement heeft een motie van wantrouwen tegen de minister van defensie ingediend, omdat hij de benoeming van Bambang heeft doorgedreven.
10-7-'55
K.J.D.
| |
België
Na een periode van homerisch schelden en uitdagen, die meer dan een maand duurde, ging de oorlog tussen het Comité voor Vrijheid en Democratie en het Comité voor Gemeenschappelijke Actie tenslotte toch niet door. De Luikse vakbondleider Renard had op 1 Mei de arbeiders der zware industrie opgeroepen om met hun werktuigen te verhinderen dat het C.V.D. te Luik zou betogen - dit in het anti-Vlaamse jargon dat in 1950 zo doeltreffend gebleken was. Het ging Renard om niets anders dan om een krachtproef. Nadien zocht hij een meer ‘moreel’ standpunt: het C.V.D. zou slechts te Luik niet betogen, indien het weigerde, het recht voor de minderheid, dat het zelf opeiste, overal te erkennen: dus ook voor de linksen en de ministers in Vlaanderen. Deze eis, reeds vooropgesteld bij het uitstellen van de eerste betoging, op 6 Juni, werd zeer krachtig met het oog op de betoging, aangekondigd voor 2 Juli. Natuurlijk zijn de storingen van linkse vergaderingen, volgens het ordewoord van het C.V.D. ‘zonder de vrijheid van het woord te belemmeren’, niet te vergelijken met de onbewimpelde oproep tot geweld van Renard. Wanneer het woord ‘fascistisch’ gebruikt wordt, is het alleen hierop toepasselijk. Maar het is de linksen dan toch gelukt, hun koopje te sluiten en minister Vermeylen kondigde met een stille triomf op 30 Juni voor de Kamer een wapenstilstand van 3 maanden aan. Daarmee was de zorg om onlusten voor de regering van de baan.
Ook wat het C.V.D. betreft, is deze ontknoping logisch te noemen. Het is een feit, dat het nooit gewelddaden had goedgekeurd. Het is daarnaast een feit, dat de strekking, de oppositie tot het normale te beperken, het in de leiding gehaald had. Theo Lefèvre sprak in het Parlement wel van ‘alle middelen’, maar Eyskens had geroepen ‘alle wettelijke middelen’ en het is deze tendenz die doorwoog. In dat licht kan het C.V.D. tevreden zijn: de betogingen van 2 en 10 Juli, de tweede wellicht zeer belangrijk, kunnen rustig doorgaan.
Of de wapenstilstand, alles bijeen, een passend gebaar was, zal slechts door de toekomst uitgewezen worden. O.i. is die terugkeer tot de strikte wettelijkheid en dat
| |
| |
vermijden van de krachtproef niet zo gelukkig. De linksen kennen de macht van het C.V.D., het C.V.D. kent niet de ware macht der linksen. Het weet niet, in hoever Renards homerische reden zouden gesteund worden door de actie van zijn mannen. Het heet dat de linksen ook tevreden waren over het vermijden der krachtproef omdat ze hun troepen niet warm kregen, maar met dat al waren die troepen zeker warmer dan op 26 Mei. Hoe dan ook, men begrijpt niet goed waarom het C.V.D., hard van stapel gelopen zoals het tegen een dwangwet past, thans remt en de wet Collard laat tot stand komen. Het heeft al aan twee doelstellingen verzaakt: het ontwerp is niet ingetrokken; het zal hoogstwaarschijnlijk door de Senaat voor het verlof goedgekeurd worden. Een bestaande wet Collard zal de toestand bemoeilijken en de toekomst wie weet hoe zwaar hypothekeren. Want de tekst die na een gedenkwaardige marathonzitting van 35 uren op 13 Juni door de Kamer werd goedgekeurd, is wel een eerste vorm van compromis, zonder echter op te houden een potentieel levensgevaarlijk wapen tegen het vrij onderwijs en de christelijke cultuur te zijn. Het is gevaarlijker dan ooit: na lang genoeg mild te zijn toegepast om de ogen te verblinden, kan het op het gepaste ogenblik worden ingezet ‘met het inzicht te doden’. En welke tribulaties zullen nodig zijn om, in de onbekende politieke constellatie van morgen, die wet nog op te heffen of onschadelijk te maken, als ze in het Staatsblad verschenen is?
In ieder geval dient vastgesteld dat de opstandige, ontembare klank Vlaanderen bij het C.V.D. verdrongen is door die van de wettelijkheid en de orde: zo wordt een burgerlijke maatschappij steeds een mogelijke prooi voor extremismen die minder scrupules kennen.
In dit nieuwe perspectief moeten natuurlijk ook de doelstellingen van de Christenen een ander uitzicht krijgen. De strijd tegen het ontwerp Collard verstevigde de banden tussen de meerderheidsgroepen: hij prikkelde het anticlericalisme. In het nieuwe perspectief dient, om tegen de schoolwet in te gaan, eerst de regering ten val gebracht. Dus was de vroegere tactiek verkeerd. Dus dient nu verdeeldheid tussen de gegeringspartijen gebracht. Dus moet bijna de schoolstrijd in sordino gevoerd worden en daarentegen de klaroen geblazen op sociaal en economisch gebied. De meerderheid maakte een ernstige crisis door n.a.v. de verhoging der werkgeversbijdrage met 1%, tot oplossing van de financiële moeilijkheden van de ziekteverzekering. Die verhoging, die niet gepaard ging met de onontbeerlijke hervormingsvoorstellen, werd afgekeurd door de voornaamste organisaties van werkgevers, middenstanders en landbouwers. Er was dan ook een sterke liberale tegenstand, die slechts na een drietal weken en enkele mislukte Senaatszittingen kon worden overwonnen. De Eerste-Minister beloofde inderdaad in een van die reden waarvan hij het geheim bezizt, dat de nodige hervormingsmaatregelen zouden worden doorgevoerd, waarna de liberale senatoren de verhoging goedkeurden. Maar bij de liberale groepen werd de verklaring van dhr Van Acker met alle passende scepsis onthaald.... Dit vraagstuk kan het regeringshuishouden nog heel wat moeilijkheden berokkenen.
Hetzelfde is het geval met de belastingverhoging. Niet alleen wordt de omzetbelasting verhoogd (op een ogenblik dat Nederland en andere landen de hunne verlagen), maar moesten ook de slachttaks, een reeks invoerrechten en morgen tenslotte wellicht ook nog de grondbelasting eraan geloven. Dhr Liebaert vult aldus toch zijn kas door meer indirecte belastingen te heffen. Dit is een kaakslag voor het socialistische vakverbond dat liever de hoge winsten van de topconjunctuur belast zag. Naast de noodzakelijkheid, troepen die weinig op het schoolvraagstuk reageren toch in de hand te krijgen, spelen deze elementen zeker een rol in de verstrakking van het A.B.V.V., die tot een ruim sociaal conflict kan leiden. Het A.C.V. staat trouwens
| |
| |
langs dezelfde kant, wat de sociale eisen betreft: minimum-uurloon van 20 fr., en - verder op de achtergrond - de vijf-dagen-week. Het Verbond der Belgische Nijverheid wijst deze eisen af, omdat tal van sectoren de conjuncturele voorspoed niet genieten en niet in staat zouden zijn nieuwe lasten te dragen; daarenboven omdat ons loonpeil, door dat van onze buitenlandse concurrenten stilaan benaderd, weer omhoog zou gaan en België's internationale concurrentiepositie opnieuw bemoeilijken. Het V.B.N. was nochtans accoord om te onderzoeken welke voordelen dank zij de verbetering der productiviteit konden worden toegekend. Het staat nog niet vast, of het A.B.V.V. de geëiste - en door de andere organisaties thans minder bestreden - bijeenroeping van de nationale arbeidsconferentie zal bekomen. Wel staat vast dat de arbeidsvrede hoe langer hoe minder een zekere verworvenheid is.
De regeling die door de E.G.K.S. inzake de Belgische kolenmijnen werd getroffen, heeft al tot een interpellatie geleid over het ontnemen van het perequatievoordeel aan de Limburgse mijnen en de verhoging van de prijs voor huishoudkolen. De minister verzocht de kolenfederatie, de prijzen te herzien, op straf van toepassing van maximumprijzen door de E.G.K.S. Fedechar en de Limburgse mijnen zijn dan ook tegen de beslissing van de E.G.K.S. in beroep gegaan.
Tenslotte dient het uraniumaccoord vermeld dat op 20 Juni tussen België en de Verenigde Staten gesloten werd. Zonder twijfel zijn de beschikking over een gedeelte van het erts en de mededeling van gegevens interessante voordelen. Zij nemen echter niet weg, dat de Belgische zelfstandigheid in deze - nog halfduistere - kwestie van het kongolees uranium, niet veel meer dan een schoon woord is gebleken.
L. Deraedt
|
|