Streven. Jaargang 8
(1954-1955)– [tijdschrift] Streven [1947-1978]– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 298]
| |
Zorgelijke toestand in Ierland
| |
[pagina 299]
| |
oplost. Emigratie is echter een veel te mooi woord voor de hopeloze vlucht van tien en tien duizenden in de jaren tussen veertig en zestig van de vorige eeuw (daarna bedraagt gedurende enkele decennia het aantal van hen die Ierland verlaten nog slechts vijf en zeventig duizend per jaar), die door de honger werden verdreven of door hun heren uit hun boerderijtje werden gezet. (Werden niet een kleine honderd duizend gezinnen op straat gezet tussen 1850 en 1880). Emigratie is nu goed verzorgd en tot op zekere hoogte zijn het vaak de meer ondernemende lieden die een nieuw leven met betere vooruitzichten elders kiezen. Maar zo was het toen niet! Alles wat werk en brood zocht vertrok, en Engeland had dit te bieden, en zo kwamen ze in drommen over om ondergebracht te worden in afgrijselijke hutten, tussen vier kale muren vaak, onder de rook van de mill, de textielfabriek, of aan de voet van de afvalhoop van de mijn. De Ier mocht niet kieskeurig zijn, hij moest nemen wat hij krijgen kon, en hij werkte voor een krats. Niet alleen in Engeland zochten deze dood-arme Ieren hun heil. Velen trokken naar Amerika en Australië, maar Engeland absorbeerde de grote massa. Men mene niet dat deze emigratie geheel tot het verleden behoort. De trek naar Engeland duurt voort, dit niettegenstaande de Ieren maar weinig liefde koesteren jegens de Engelsen: het onrecht van eeuwen, en zeker het onrecht hun grootouders aangedaan, zit hun in het bloed. In het nieuwe land blijven ze een eigen groep vormen, ze zoeken elkaar steeds weer op, en gezien de meesten katholiek zijn, vinden we dergelijke groepvorming ook binnen de parochie, hetgeen niet altijd een zegen is voor de parochie als geheel, vooral niet als de pastoor dan ook nog een Ier is. Toch blijven ze komen, niet druppelsgewijze, maar twintig tot dertig duizend per jaar. We hadden de laatste jaren gelegenheid in contact te treden met de arbeiders die een tunnel aanlegden tussen Manchester en Sheffield en gedurende die tijd ondergebracht waren in een groot kamp: veruit het merendeel van deze hoofdzakelijk ongeschoolde arbeiders bleek Iers te zijn: jonge kerels, pas uit Ierland overgekomen, óf hier reeds lang verblijvend en rondzwervend van het ene karwei naar het andere. Maar meer nog dan jonge mannen zijn het jonge vrouwen die Ierland verlaten en veel meer dan in gezinnen gaan zij meestal in fabrieken werken. Tegen duizend mannen emigreren ongeveer veertien honderd meisjes en vrouwen naar Engeland. Deze uittocht van zovele duizenden Ieren heft de jaarlijkse natuurlijke bevolkingstoename (geboorten min het aantal sterfgevallen) geheel op. Eerst twee jaar geleden kon een absolute toename van één tiende procent geconstateerd worden. De voor de hand liggende vraag is natuurlijk wat dan wel de reden mag zijn dat zovele Ieren nog steeds hun land | |
[pagina 300]
| |
verlaten. Ierland schijnt niet zulk een goed land voor haar kinderen te zijn als wij misschien wel menen. Men gaat niet naar elders tenzij men moet, of tenzij het minstens voordelig is. Het broodmotief van de vorige eeuw speelt nu geen rol meer, maar de bestaansmogelijkheid die Engeland biedt is aantrekkelijk. In Engeland verdient men goed geld. Toch is dit antwoord wel wat al te eenvoudig. Het tekent de Ier als iemand die leeft om goed geld te verdienen. Bovendien geeft het nauwelijks een verklaring van de alarmerende uittocht van jonge vrouwen.
Ierland is industriëel niet sterk ontwikkeld. Het is van nature een agrarisch land. Maar voor de jonge boer of de man van het dorp biedt Ierland maar weinig perspectief. Wij weten hoe moeilijk het in eigen land is om de jonge boer zijn stuk land te bezorgen, maar in Ierland is het nog veel moeilijker. Het land is voor de Ierse boer een familiestuk, waarvan hij de trouwe, maar ook zeer vasthoudende, hoeder is. Hij leeft er op en hij gaat er op dood, en eerst dan gaat het over in de handen van zijn oudste zoon, die vaak tegen de tijd van vader's dood een goede veertiger of misschien een vijftiger is. De mogelijkheden om een toekomst te vinden op het land zijn zodoende erg miniem. Geen wonder dat de jongere zoons - en de meisjes volgen deze zoons, waarover zo aanstonds - wegtrekken en dat de plattelandsbevolking sinds de oorlog jaarlijks afneemt met een tien tot twaalf duizend man. Dit brengt met zich mee dat steeds minder grond bebouwd kan worden: hetgeen nu nog bebouwd wordt is slechts de helft van de bouwgrond tijdens de oorlogsjaren. Daarbij komt nog dat de bijna spreekwoordelijk eigenzinnige boer die zo aan zijn land vasthoudt, ook zweert bij zijn werkwijze, niet veel wil weten van nieuwe methodes en moderne machines, e.d. Dit alles wijst naar de ondergang van Ierland als agrarisch land. Van hogerhand doet men nu veel om deze ramp te voorkomen en het gehele landbouwbedrijf nieuw leven in te blazen, beter te organiseren, te moderniseren, en een nieuwe boerenbevolking op te voeden. Wie de Ierse kranten leest zal het opgevallen zijn hoe vaak er geschreven wordt over landbouw en veeteelt met allerlei details en hoezeer beklemtoond wordt dat hier de redding ligt van Ierland.
Maar waarom vertrekken zoveel meisjes? waarom verwisselen zij het boerenbestaan in een beschermd godsdienstig milieu voor een fabrieksbestaan in de vreemde? Want dit lijkt toch wel een onbegrijpelijke keuze. Wanneer wij deze Ierse fabrieksmeisjes ontmoetten, te midden van een heidense omgeving, en zo vaak iets stakkerigs met zich meedragend, hebben wij ons afgevraagd: waarom blijf je toch niet thuis? | |
[pagina 301]
| |
wat zoek je hier in 's hemels naam? Het antwoord op zulke vragen heeft natuurlijk ook een economische kant: Engeland biedt, zuiver materieel gezien, een betere bestaansmogelijkheid. Maar dit antwoord raakt de kern van de zaak niet. We geven de lezer eerst enige getallen. De gemiddelde leeftijd waarop de Ier trouwt is vijf en dertig. Het meisje moet gemiddeld wachten tot ze dertig is. Wil ze een goede partij doen, waaronder verstaan wordt een flinke boer trouwen, dan zal ze moeten zorgen haar eigen portie mee te brengen: zo niet, dan heeft zij geen kans, hoe veel ze ook van een man mag houden, en hij van haar. De ouders verzetten zich, het sociale geweten van de Ierse bevolking komt in opstand, maar een boer trouwt niet met een net meisje dat niet goed bij kas is. Dat is eeuwen lang zo geweest, de standen moeten gehandhaafd blijven, etc. Maar behalve dat de vrouw lang moet wachten en zelf wat moet bezitten, is de kans na dit lange wachten nog erg gering. Als iedere boer maar trouwde als hij vijf en dertig was! De Ier is niet trouwlustig. Ierse mannen tussen de twintig en dertig zijn voor bijna negentig procent ongehuwd. Van de vijf Ieren tussen de dertig en vijf en dertig zijn er maar twee getrouwd. En neemt men de leeftijdsgroep van vijftien tot vijf en veertig dan is deze slechts voor iets meer dan een kwart getrouwd! Met dergelijke getallen voor ogen staan we niet verwonderd dat jonge vrouwen naar elders gaan waar, naar zij menen, haar kansen op een huwelijk gunstiger liggen. Dit heeft natuurlijk ook zijn schaduwzijde. En ofschoon we in deze niemand te na willen komen en het vast staat dat de geloofsafval onder de Ierse meisjes in vergelijking met die onder de mannen niet verontrustend is, bestaat er naar onze smaak toch te veel gehengel naar een man, een te veelvuldig bezoek aan dansgelegenheden, meer dan goed of verheffend is. Van de andere kant is ook begrijpelijk dat deze vrouwen liefst zo gauw mogelijk uit de fabriek weg willen, en zelfstandig willen zijn - om helaas vaak te ontdekken dat ze na hun huwelijk toch weer naar de fabriek terugmoeten, om mee te verdienen: het leven in Engeland is zo duur.
We keren naar Ierland terug, want de vraag dient beantwoord waarom dit land het geringste aantal huwelijken ter wereld heeft, waarom het zo rijk is aan vrijgezellen en ongehuwde vrouwen, en waarom de mannen, als ze trouwen, dat zo laat doen. De economische factor hebben we vermeld, maar deze verklaart niet alles. Zijn de Ierse meisjes dan zo onaantrekkelijk, of interesseren zich de mannen zo weinig voor meisjes? Door dit laatste te bevestigen benaderen we de waarheid het dichtst. De Ier is niet erg romantisch aangelegd; de traditie schildert hem de vrouw als degene die het huishouden op gang houdt, die organi- | |
[pagina 302]
| |
seert, voor hem zorgt, en hem kinderen geeft. De liefde treedt weinig op de voorgrond. Het gevolg is dat de man, wanneer hij een stuk in de dertig is, en het tot dan toe betrekkelijk goed alleen gerooid heeft, zich eerder een inwonend huishoudster kiest dan een beminde vrouw. Dit betekent ook dat de Ier zich meer interesseert voor andere dingen en men behoeft maar een Ierse krant bij te houden om te ontdekken welk een belangrijke rol paardenraces en sport in zijn leven spelen. Daarnaast heeft hij de bioscoop, die hij drie maal zo vaak bezoekt als de Nederlander, en niet te vergeten de kroeg; dat Ierland een droeve reputatie heeft wat betreft dronkenschap is maar al te zeer bekend. Er komt bij deze verklaring nog een andere factor. In min of meer scherpe bewoordingen hebben zo goed als al degenen die onlangs hun bijdrage zagen opgenomen in een bundel opstellen over het onderhavige onderwerpGa naar voetnoot2) hun verwondering zo niet hun verbijstering er over uitgesproken dat in Eire aan het huwelijk niet die eerbied wordt bewezen die het toekomt. Ierland is een door en door katholiek land, een land met zeer veel geestelijke roepingen; een diepe eerbied jegens de geestelijkheid kenmerkt het volk. Een priester of een religieus in een familie is een grote eer, en de priester en religieus nemen een belangrijke plaats in in het Ierse leven, door parochie, school, ziekenhuis, enz. Maar dit brengt met zich mee dat het celibaat te veel in het middelpunt staat, en teveel eerbied voor zich opeist als een goed op zich. Men ziet niet scherp genoeg dat het ‘om wille van Mij’ en ‘om wille van het Rijk’ essentieel is voor een juiste waardering van het niet gehuwd zijn. Nu zou dit alles nog niet zo erg zijn als deze eerbied voor het celibaat op zich niet zijn donkere schaduw wierp op het huwelijk; tegenover honourable staat voor de Ier niet less honourable, maar vaak eenvoudig dishonourable. Het gevolg is een niet te ontkennen preutsheid ten opzichte van alles wat de physieke kant van het huwelijk betreft, een uitgesproken achterdocht jegens alles wat als voorbereiding tot het huwelijk dient: contact tussen jonge mensen, verkering, dansen, e.d. Hiermede is de weg tot een gezond huwelijk wel erg vernauwd, en in genoemd boek krijgt de geestelijkheid een lang niet malse critiek te horen omdat zij, het gevaar voor misbruik vrezend, alle gebruik als gevaarlijk heeft afgeschilderd en bijgevolg onthouding van het sexuele heeft aangeprezen als de veilige weg door het leven. Het is nu ook begrijpelijk hoe een gezonde emancipatie van de jonge vrouw en een zich los maken van het ongezond gezag van het te bazige vrouwengeslacht vlak boven haar, | |
[pagina 303]
| |
een voorname factor is bij de emigratie; een normale vrouw wordt wel naar elders gedreven waar de kansen op het huwelijk gunstiger liggen.
Het is vooral sinds de oorlog dat Eire wakker geschud is en zich is gaan bezinnen op zijn plichten jegens zijn eigen volk. De Valera heeft verschillende keren gesproken over het emigratie-probleem en getracht zijn mensen thuis brood en goed werk te geven. Maar men heeft een zich zo scheef ontwikkelde gang van zaken niet onmiddellijk verholpen. En zelfs al zou men er in slagen de emigratie te verminderen, daarmede is men nog geenszins klaar met het probleem van te weinig en te late huwelijken. Men verwacht te veel indien men meent dat de Ier op korte termijn trouwlustig gaat worden. Immers, geheel afgezien nog van de aangegeven sociale en godsdienstig-morele oorzaken van het lage huwelijkspercentage, zijn sommige geleerden er van overtuigd dat het Keltisch, of misschien juister, het Gaelisch karakter de Ier een diepgewortelde voorliefde geeft voor de eenzaamheid, voor het alleen zijn, en dat bijgevolg zijn vrijgezellennatuur niet zo zeer het product is van ongunstige sociale of godsdienstige omstandigheden en opvattingen, als wel op een dergelijke bodem het beste aardt. In dit geval zal het voor Eire nog moeilijker zijn en nog langer duren een gezonde bevolkingspolitiek te realiseren. |
|