| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
VOLGENS oude gewoonte heeft president Eisenhower begin Januari aan het Congres het jaarlijks verslag uitgebracht over de ogenblikkelijke toestand en over het program, dat de regering zich voor het jaar 1954 gesteld heeft. Zijns inziens had zich een grote strategische verandering voorgedaan en als gevolg daarvan was het initiatief aan ‘ons’ gekomen. Het Koreaanse conflict was beëindigd. In West-Duitsland, Perzië en andere gebieden van de wereld nam de ontwikkeling een gunstig verloop. Militaire hulp aan het buitenland zal worden voortgezet, de technische bijstand blijft gehandhaafd en er moet een gezonder en vrijer stelsel van handel en betaling worden geschapen, waarbij onze bondgenoten genoeg kunnen verdienen en onze eigen economie kan bloeien. Om de interne veiligheid te verzekeren stelde de president voor, dat degenen, die bewust deelnemen aan communistische samenzwering hun Amerikaans burgerschap zouden verliezen. Een krachtige militaire positie gedurende de periode van onrustige vrede kan bereikt worden door een volledige benutting van de luchtmacht en van de moderne wapens, met name het gebruik van atoomenergie voor de verdediging van de vrije wereld, waarvoor grotere uitwisseling van gegevens nodig is. De te waterlating van de eerste atoomonderzeeër, de ‘Nautilus’ met een bijna onbegrensde actieradius, is de eerste proeve op dit gebied. De achterstelling van de betekenis van de landmacht werd door Foster Dulles verdedigd met het argument, dat geen enkele plaatselijke verdedigingsmacht op zichzelf sterk genoeg is om de sterke communistische landstrijdkrachten te kunnen tegenhouden. De manier voor de vrije landen om een plotselinge overval te land te voorkomen is het ter beschikking hebben van een strijdmacht, waarmee krachtig kan worden teruggeslagen op door ons zelf te bepalen plaatsen. Door zulke vergeldingsmaatregelen zal de vijand van agressie weerhouden worden. Aldus wordt een maximum
van veiligheid bereikt tegen de kosten, die de gemeenschap dragen kan. In dit vooruitzicht heeft de Amerikaanse regering haar nationale veiligheid met 3,9 mlliard dollars besnoeid.
Malenkof daarentegen sloeg een zachter accoord aan. Hij wenste het Amerikaanse volk uit de grond van zijn hart succes bij het ontwikkelen van vreedzame betrekkingen met alle volken. Hij geloofde, dat er geen objectieve hindernissen waren voor verbetering van de betrekkingen tussen beide landen. De conferentie te Berlijn op 25 Jan. begonnen zal de ernst van deze wensen moeten bewijzen. Bij de voorbereidingen tot deze conferentie zijn de concessies uitsluitend van de kant der ‘Grote Drie’ gekomen. Zij hebben op verzoek van de Sovjets de datum der bijeenkomst van 4 Jan. tot 25 Jan. verschoven. In plaats van het door hen voorgestelde zachte Lugano hebben zij toegestemd in het koude Berlijn. Na langdurige besprekingen der onderhandelaars werd fundamentele overeenstemming bereikt over het gebouw, waarin vergaderd zou worden. Gedurende de eerste en de derde week komen de vier ministers van buitenlandse zaken bijeen in het gebouw van de geallieerde bestuursraad in West-Berlijn en in de tweede week in het gebouw van de Sovjetambassade in Oost-Berlijn. Indien op deze conferentie - de eerste der ‘Grote Vier’ sinds 1949 - de Sovjetvertegenwoordiger, Molotof, een constructieve houding wil aannemen en niet zal trachten verdeeldheid onder de Westerse ministers te zaaien, verwacht Dulles geen langere duur van deze bijeenkomst. Ter verzekering van een gemeenschapplijk standpunt hebben de Westerse Drie op 23 Jan. een voorbespreking ge- | |
| |
houden, waarbij zij vastlegden, dat vóór alles de Duitse en de Oostenrijkse problemen besproken moeten worden. Ook zonder de wereldproblemen, als China en Indo-China, balanceert de conferentie, die althans enkele spanningen wil verminderen, op de punt van de naald. Van zijn kant wenst de Sovjet-Unie een gedemilitairiseerd neutraal Duitsland onder communistisch bewind, aan de andere zijde houden het de westerse mogendheden met Adenauer, dat bij het herstel van de Duitse eenheid eerst vrije
verkiezingen moet ghouden worden, waarna een grondwetgevende nationale vergadering een nationale regring tot stand moet brengen, die vrijheid van handelen bezit. De Westerse staatslieden zijn niet van zins de defensieve NATO, nóch de E.D.G. die toezicht houdt op de Duitse bewapenings-industrie, als ruilobject te gebruiken voor twijfelachtige Russische concessies.
De eerste week van de conferentie is beneden de verwachting van Dulles gebleven. Over de regeling van Duitsland en Oostenrijk is ternauwernood een woord gevallen. Teneinde spitsvondige discussies over de volgorde der agenda, waaraan de conferentie van Parijs in '49 bezweken was, te vermijden, verrasten de ‘Grote Drie’ Molotof met hun goedkeuring om als eerste punt een vijf-mogendheden-conferentie te bespreken. Dulles voer heftig uit tegen communistisch China, dat geen recht had mee te spreken over Europa en er beter aan deed eerst de politieke conferentie over Korea te bespoedigen. Als bezettende mogendheden komt het uitsluitend aan de Grote Vier toe deze zaken te regelen. Om iets anders te doen, daartoe hebben we het recht niet want de wereldproblemen zijn de zaak van V.N. Molotof liet zich door geen logica uit het veld slaan en een poging doende om de eindeloos geduldige Bidault en Eden van Dulles te verwijderen door de eerste uitzicht te geven op een mogelijk nieuwe situatie in Indo-China en de tweede het lokaas voor te houden van een winstgevende handel op een markt van 700 millioen mensen, bracht hij China nogmaals op tafel. De Drie maakten zich voorlopig van het geval af met het voorstel in een geheime zitting er op terug te komen. Nog kwam men aan het tweede punt Duitsland niet toe. Want Molotof goochelde uit zijn zak een resolutie, waarbij een wereldconferentie algemene vermindering van bewapening zou bespreken, waaraan ook door niet-leden van de V.N. (dus ook door communistisch China) wordt deelgenomen. Een gelijktijdige oplossing van het probleem der atoomwapens kon daaraan gekoppeld worden. Ook deze resolutie werd naar de geheime zitting verwezen. Nu was de weg vrij om het probleem-Duitsland onder de ogen te zien. De geslepen Molotof stelde voor, vertegenwoordigers van Oost- en West-Duitsland bij deze besprekingen toe te laten. Tijdens de discussie was Eden Molotof een slag voor en ontwikkelde het program der Westelijken omtrent
Duitsland, de bovengenoemde wensen aanvullend met het voorstel, dat de eenmaal in vrijheid gekozen Nationale Vergadering de grondwet zal opstellen en voorbereidingen zal treffen voor een vredesverdrag. Een nieuw gekozen regering zal dan het vredesverdrag afsluiten en ratificeren.
Dertig dagen na de mislukte ‘hersenspoeling’ van 90 dagen, die volgens afspraak op 23 December jl. afliep, heeft de Indiase voorzitter van de neutrale repatriëringscommissie, generaal Thimaja, de 22.000 weigerachtige krijgsgevangenen, Chinezen en Noord-Koreanen, aan de geallieerden overgedragen. De Chinezen zijn naar het nationale Formosa ingescheept en de N.-Koreanen kunnen zich in het Z.-Koreaanse leger laten inlijven of een andere plaatsing, zo die er is, zoeken. De honderd Amerikaanse soldaten, die in hun krijgsgevangenschap communist zijn geworden, zijn als deserteurs van de legerlijst geschrapt en werden door de andere partij slechts schoorvoetend toegelaten. De inleidende besprekingen voor de nog te
| |
| |
houden politieke conferentie zijn indertijd door de vertegenwoordiger van de V.N. generaal Dean, afgebroken omdat hij intrekking eiste van de beschuldiging van trouweloosheid de V. Staten naar het hoofd geworpen. Hoewel deze belediging niet is ingetrokken hebben de premiers Tsjou en Lai en Nam Il voorgesteld het contact te hervatten, dat op lager niveau door verbindingsofficieren wordt voorbereid.
De nieuwe president van Frankrijk, Coty, die de teugels van het bewind op 17 Jan. overnam, is door toedoen van zijn voorganger Auriol er voor gespaard gebleven zijn ambt met een ministercrisis in te gaan. Auriol weigerde Laniel te ontslaan met het oog op de vraagstukken, die in Januari beslist zouden worden. De premier wenste echter ook de goedkeuring van de Assemblée. Het vertrouwensvotum werd met 319 tegen 249 stemmen gegeven. Misschien kan men beter zeggen: afgedwongen. Want ware een regeringscrisis op dat ogenblik niet funest geweest dan zou het beleid van de regering, vooral wat het binnenlandse betreft, bij de meerderheid geen genade hebben gevonden. Onverwacht werd het kabinet nog overvallen door een ernstige betoging van Marokkaanse religieuse- en stamleiders in Tetoean in Spaans-Marokko. Het feit, dat in Augustus jl. de Sultan van Marokko werd afgezet en naar Corsica gevoerd, blijkt niet met aller instemming geschied te zijn. Zelfs Spanje was van dit voornemen niet in kennis gesteld. Franco - geen Francophiel - steunt de ontevredenen, die de nieuwe sultan afwijzen en voor de kalief van Tetoean, Moulai Hassan, volledige souvereiniteit eisen. De bedreiging van de sultan van Rabat, dat ieder, dei zijn gezag niet erkent, ipso facto buiten de Mohammedaanse gemeenschap staat, kan de opstandelingen geen vrees aanjagen, sterk als zij zich voelen door de volle steun van de Arabische Liga. Veiligheidshalve heeft de Franse regering de afgezette sultan uit het gezichtsveld van de Arabische Liga naar Madagascar overgebracht.
Meer dan deze politieke kwestie spreekt tot het Spaanse gemoed de nationale van Gibraltar. Strikt genomen is het een anomalie, dat het Britse Rijk, overal op de terugtocht, alleen uit prestige-overwegingen, zich in deze waardeloos geworden vesting blijft verschansen. Franco heeft de Britse regering verzocht af te zien van het bezoek, dat in Mei a.s. als laatste étappe koningin Elisabeth voornemens is aan deze Kroonkolonie te brengen. Hooghartig is dit verzoek afgeslagen. ‘Engeland kan geen vreemde inmenging dulden in de voornemens van de koningin om haar rijksdelen te bezoeken’. Daarop heeft de Caudillo de studenten losgelaten, die zich in felle anti-Britse betogingen, gepaard met vernielingen van Britse bezittingen en met een aanval op het Britse gezantschapsgebouw te buiten gingen. Zulk een Spaanse furie had de dictator niet bedoeld. De politie moest hardhandig ingrijpen, de studenten voelden zich bedrogen en van anti-Britsch werd de betoging ‘anti-phalange!’
Na vijf maanden het bewind te hebben gevoerd is in Italië de regering-Pella afgetreden. Het was gebleken, dat de verschillende stromingen in de Christen-democratische Partij geen gemeenschappelijke basis voor een regeringsprogram konden vinden. Na enkele weken waagde het de meer links-geörienteerde Fanfani het erop zich (26 Jan.) aan de Kamer voor te stellen met een gedurfd sociaal program, waarbij bestrijding van de werkeloosheid, uitvoering van openbare werken, woningbouw voor de armsten, landhervorming in snel tempo de hoofdschotel vormden. Van de 590 stemmen beschikt Fanfani slechts over hoogstens 284 stemmen en komt derhalve 12 stemmen tekort om de absolute meerderheid (296) te halen. Uit partijbelang kreeg Fanfani nóch van de socialisten, nóch van de monarchisten steun. Het kabinet was ten dode opgeschreven en na 12 dagen stond president Einaudi opnieuw voor een crisis, die misschien door de terugkeer van de Gasperi kan worden opgelost.
| |
| |
| |
Nederland
Doordat de Eerste Kamer de E.D.G. heeft goedgekeurd is Nederland het eerste land, dat de ratificatie van het op 27 Mei 1952 te Parijs gesloten verdrag toelaat. Van de 40 aanwezige Kamerleden hebben 4 tegengestemd. De Voorzitter zelf, mr Jonkman, prof. Gerretson en de 2 communisten. De eerste had juridische bezwaren van internationale aard, de tweede was bevreesd, dat onze constitutie in het gedrang zou komen en de communisten waren de gecamoufleerde spreekbuis van hun Russische machthebbers. Minister Beyen heeft getracht de opposanten gerust te stellen. Door zich meer te richten op de versterking van de luchtmacht was er geen wijziging gekomen in de Amerikaanse defensiepolitiek, er was geen tegenstelling tussen de eed van trouw aan de Koningin en aan de Gemeenschap, de Nederlandse troepen zijn niet bestemd voor de Noord-Europese sector. De minister kon van de bondgenoten geen duidelijk omschreven verklaring eisen, maar hij stond op het standpunt, dat de regering het als een breuk in de verdragsverhoudingen zou beschouwen indien er vrede werd gesloten, voordat alle grondgebieden der partijen waren bevrijd. Om senator Sassen gerust te stellen zeide hij, dat bij de geestelijke verzorging der soldaten rekening zou worden gehouden met de christelijke levenshouding van ons volk. Zij zouden dezelfde geestelijke verzorging krijgen als nu hier.
Volgens een artikel in de ‘Times’ bevindt Indonesië zich in de greep van wanorde en onrust. Voor millioenen Javanen betekent de Darul-Islam meer dan de regering zelf. Toen een aantal Nederlanders, beschuldigd van subversieve handelingen, gearresteerd werden, schreven opgewonden Indonesische bladen, dat de gevangenen in contact stonden met het Hoge Commissariaat. De Indonesische minister van Buitenlandse zaken, Mr Sunarjo, heeft deze overdrijvingen ingetoomd en verklaard, dat hij met Nederland hartelijke betrekkingen wenst. Deze kunnen slechts tot stand komen, wanneer de Unie, die een belemmering is voor een onafhankelijke buitenlandse politiek, wordt verbroken en Nieuw-Guinea niet langer wordt gekoloniseerd door een buitenlandse mogendheid doch een deel van Indonesië is geworden. Deze vraagstukken staan echter op de derde en vierde plaats. Vooraf wordt de aandacht besteed aan een bilateraal verdrag met Japan en aan het vestigen van diplomatieke betrekkingen met de Sovjet-Unie.
De bijeenkomst van de Partijraad van de K.V.P. op 24 Jan. stond, afgezien van voorstellen omtrent de partij-reorganisatie, in het teken van de eenheid. Hoewel het Rapport-van der Grinten, dat concludeert, dat nóch de historie, nóch het belang van het katholicisme, noch het belang van de staat de ontbinding van de politieke eenheid van de katholieke Nederlanders eist, als te recent nog niet in behandeling kon komen, was de nieuw gekozen voorzitter der K.V.P., mr Van Doorn, in staat om onder aller instemming positief vast te leggen, dat wij als katholieken in één sterke staatkundige partij samen moeten optrekken. Hij sprak de wens uit, dat het overleg met de katholieke broeders van twee andere partijen er toe zal mogen leiden elkaar in één verband te vinden. Nadat een vijftal Kamerleden een verslag over de meest belangrijke kwesties in de vertegenwoordiging behandeld, had uitgebracht, wees prof. Romme op het bedriegelijke van de levensbeschouwelijke ‘neutraliteit’ der P.v.d.A. Eertijds had het N.V.V. met de papieren formule van ‘moderne vakbeweging’ getracht de katholieke arbeiders voor zich te winnen. Maar de arbeiders hebben zich door dit mom, waarachter het socialisme zich verborg, niet laten misleiden. Thans moeten de katholieken wederom de socialisten, die zich achter een leuze verbergen, dwingen om kleur te bekennen. Verdedigen alleen is niet genoeg. De aanval is nodig. Zij kan tot een zuivering van de staatkundige toestand in ons
| |
| |
land voeren’. In deze uitlatingen kan men Prof. Romme geen duistere vaagheid verwijten. En toch informeerden stemmen in het andere kamp naar de bedoeling!
1-2-'54
K.J.D.
| |
België
De politieke stemming is een wankelbaar iets. Men vergelijke slechts de morele positie van de meerderheidspartij op het einde van 1953 met die in het begin van 1954. Het nieuwe jaar heeft de C.V.P. nog niet veel goeds gebracht. Integendeel, de hechte eenheidsgeest die na het Congres in November heerste, lijkt fel aangetast en steeds meer rijst twijfel aan het behoud van de volstrekte meerderheid.
Wat is de oorzaak van deze ontwikkeling? Is ze niet juist te zoeken in het naderen van de verkiezingen, waarbij het zedelijk peil van de politiek in de strijd om kanshebbende plaatsen een dieptepunt bereikt? Of is er, zoals sommigen vrezen, werkelijk een desintegratie van de C.V.P. aan de gang, onder de middelpuntvliedende strekkingen van standen, taalgroepen, enz? Een onderzoek naar de ‘rechtse rebellie’ kan zeker tot beter begrip leiden. Het is merkwaardig, dat zowel de heer St Remy, die eindelijk zijn scheur-partijtje ondubbelzinnig heeft opgericht, als de groep hoofdzakelijk Waalse en Franstalige parlementsleden die tegen de partijtucht ‘wringen’, uitgesproken mannen van rechts zijn, die de steun genieten van de ‘Libre Belgique’. De houding van deze mannen nadert gevaarlijk dicht een steriel negativisme, dat zoekt naar de instemming van malcontenten - conservatieve malcontenten in dit geval.. Reeds meer dan eens werd een parallel getrokken tussen hun houding en die welke het katholieke Frankrijk, politiek gezien, naar de afgrond heeft geleid. In deze kringen verzet zich een diepgeworteld egoistisch individualisme tegen al wat de gemeenschap vorm geeft: tucht, solidariteit, staat.
Deze strekking is echter steeds latent aanwezig. Waarom wil ze nu autonoom optreden? Men kan zich afvragen, of de regering geen psychologische kansen verkeken heeft, om de ontevredenheid van deze groepen in de kiem te smoren, door de oprichting van een Ministerie van Handel en Ambachten b.v. De grote reden kan ook daarin bestaan, dat thans weer zeer bewust op de sentimenten van die groepen beroep wordt gedaan door een Saint-Remy, wie het vooral om zijn zetel te doen is. De geschiedenis van de Christelijke Verzameling voor Volk en Vrijheid bewijst duidelijk, dat deze Verzameling enkel tot doel heeft, haar voorman naar de Kamer te loodsen. Als een Proteus is zij van gedaante verwisseld, om toch maar geen vat te geven: eerst politieke groepering, dan sociaal-economisch verbond en tenslotte politieke partij. Uit de megalomane kartel-eisen van de CVVV blijkt duidelijk, hoe ze steeds bewust naar de dissidentie gericht is geweest.
Jammer genoeg werd die dissidentie een scheurlijst, die aan de meerderheidspartij wel enkele zetels zou kunnen kosten. Nu reeds speelt de morele druk van die dissidentie een nefaste rol. Dit is ontstellend duidelijk tot uiting gekomen bij de verrassende verwerping van de pensioenwet voor zelfstandigen in de Kamer, op 28 Januari. Deze wet, die hardnekkig door volksvertegenwooriger De Saeger verdedigd werd en de instemming van de sterkste Vlaamse middenstandsgroepering en van de meeste boeren verworven had, omdat ze blijkbaar aan een verzuchting van de kleine middenstander beantwoordde, was zeker geen volmaaktheid. De groep van de zelfstandigen, waarop ze gebaseerd is, is een sociologisch en economisch monster. De standpunten van de betrokkenen zelf waren erg verdeeld. Dat ze toch is gevallen, is én aan de regering te wijten - die eenvoudig de stemming vrij liet en aldus het tegenstemmen der Socialisten uitlokte - én aan de halsstarrige vijandschap
| |
| |
van de ‘Fédération des Classes Moyennes’ en van de ‘Libre Belgique’. De Franstalige middenstand blijkt het ontwerp wezenlijk vijandig gezind te zijn geweest, want ook de meest ‘partijtrouwe’ kamerleden die zich tot dat publiek wenden, hebben de tucht, die dan toch in zekere zin t.o.v. een regeringsontwerp verondersteld werd, over boord geworpen.
Het gevolg is op twee vlakken voelbaar geworden. Vooreerst op dat van de partij-eenheid. Na de ‘encommissionering’ van het ontwerp tot wijziging van art. 123 sexies, kwam die stemming als een kaakslag aan de Vlaamse leden van de meerderheid. In de eerste hitte gingen stemmen op voor een scheuring in een Vlaamse en een Franstalige partij. We geloven niet aan de ernst van deze stemmen. Maar wat zou er gebeuren, indien dergelijke incidenten zich zouden herhalen?
Vervolgens op dat van de ‘ontbindingspropaganda’ der oppositie. Liberalen en Socialisten hielden met een doodernstig gezicht vol dat een aftreden van de regering normaal was. Daar de vertrouwenskwestie niet gesteld was, was deze bewering ongegrond. Het ontbindingsgeroep zelf heeft ook niet veel zin. De Senaat immers zal wellicht rond midden Februari het E.D.G.-verdrag aanvatten, hetgeen een stemming van de verklaring tot grondwetsherziening voor begin Maart en - automatisch - verkiezingen voor begin April in het vooruitzicht stelt. In dezelfde Senaat bestaat weliswaar een neiging de besprekingen te rekken. Nochtans worden voormelde data in politieke kringen als waarschijnlijk aanvaard.
Het ontbindingsgeroep, en de pogingen de regering stokken in de wielen te steken, zijn dan ook in hoofdzaak voorverkiezings-maneuvers. Een typisch voorbeeld van deze laatste - het voorstel Huysmans tot verkorting van de militaire diensttijd tot 18 maand - mislukte jammerlijk door de tegenstand van de Liberalen, dhr Devèze aan 't hoofd. Nieuwe maneuvers zijn op komst in verband met de stijging van de levensduurte, belichaamd in een indexcijfer op 420,0. Een interpellatie is aangekondigd, het ABVV heeft protest aangetekend. De hele kwestie lijkt voort te spruiten uit een verhoging van de koffie- en cacaoprijzen, en zal wellicht niet zwaarder gaan wegen. Maar ja, in een voorverkiezingsperiode wordt getracht van alle hout pijlen te maken!
En meteen is volop de periode van modellijsten, polls en dies meer aangebroken, met al de komische kanten van de politieke concurrentie. De verkiezingen hangen in de lucht. De oppositiepartijen gaan ze op opportunistische wijze tegemoet. Noch door hun programma, noch in hun politieke lijn hebben ze bewezen, regeringspartijen te kunnen zijn. De Christelijke Volkspartij slaat - afgezien van een neiging tot psychologische blunders - op dit stuk een heel wat beter figuur. Toch vreest zij voor haar meerderheid. Anderdeels kan echter de vraag gesteld, of een hechte eenheidsgeest in de kern, niet belangrijker is dan een wankele meerderheid.
L. Deraedt
|
|