Brief uit Rome
Een vierde eeuwfeest met Toekomst
DE Pauselijke Gregoriaanse Universiteit, wier hoofdgebouwen midden in het centrum van de stad staan, vlak tegenover het voormalig koninklijk en huidig presidentieel paleis het Quirinaal, is voorzover ik weet zo niet de enige, dan toch zeker enig in haar soort. Ze is een universiteit van uitsluitend kerkelijke wetenschappen, of beter uitgedrukt misschien, van wetenschappen voor geestelijken van belang, maar ze omvat die dan ook allemaal, althans in opzet. De faculteiten voor theologie, kerkelijk recht, wijsbegeerte, kerkgeschiedenis, missiewetenschappen, bijbelwetenschappen, de faculteiten voor de bestudering van het antieke en het moderne Oosten, met daarenboven nog een onlangs opgericht instituut voor sociale wetenschappen, nu nog onderdeel der wijsgerige, maar volgens sommige insiders niet onwaarschijnlijk binnen afzienbare tijd een afzonderlijke negende faculteit, instrueren jaarlijks een goede twee en een half duizend priesterstudenten en priesters op alle terreinen van wetenschap, waarbij de Kerk direct geïnteresseerd is. Zowel het professoren- als het studentencorps wordt gerecruteerd uit naties van alle werelddelen. De professoren, bijna uitsluitend Jezuïeten, worden door de Generaal der Orde uit alle provincies gekozen. Op het ogenblik heeft de Nederlandse provincie der Compagnie het grootste aantal, namelijk vijf, waaronder de Nijmeegse eredoctor professor Hoenen, waarbij evenwel in het oog te houden is, dat Nederland maar één provincie heeft, terwijl er in België tweë zijn, in Frankrijk vier, in Duitsland drie, in Italië vijf, in Spanje vijf, in de Verenigde Staten zes enz. Uit een interessante statistiek der universiteit over het vorige academisch jaar blijkt, dat al vormen de Italiaanse studenten de grootste groep, ze toch bij lange na niet overheersend zijn; deze groep omvatte 476 studenten, maar er waren er 308 uit de Verenigde Staten, 275 uit Spanje, 177 uit Brazilië, 175
uit Frankrijk, 116 uit Duitsland, 132 uit Engeland, 106 uit Ierland, 105 uit Mexico, 65 uit België, 33 uit Columbia, 28 uit Nederland, en verder kleinere groepen uit andere landen, alles tezamen een 60-tal verschillende nationaliteiten. Typerend voor de verhoudingen is ook, dat van de verschillende taalgroepen de Engelssprekenden veruit het grootste percentage vormen, Italiaans en Spaans vrijwel gelijk zijn vertegenwoordigd, terwijl er dubbel zoveel Frans- als Duitssprekenden zijn. In exacte cijfers: Engels 25,50%, Italiaans 20,80, Spaans 20,60, Frans 12,39, Portugees 8.54 en Duits 6,10. De officiële voertaal op deze universiteit is Latijn, waarin alle colleges gegeven worden en die bij alle academische zittingen wordt gebruikt.
De Gregoriaanse universiteit heeft bij de opening van dit academisch jaar haar 400-jarig bestaan gevierd. Het idee, om uit alle naties priesterstudenten naar Rome te laten komen en daar hun opleiding en vorming te geven is vier eeuwen geleden opgekomen bij de grote kerkelijke strateeg Ignatius van Loyola, de stichter van de Jezuïetenorde. De Gregoriaanse universiteit stamt in rechte lijn af van het Romeins College, door hem aan de voet van het Capitool gebouwd, waar jongens uit heel Europa hun wijsgerige en theologische studies kwamen doen en, in die dagen der Protestantse scheuring, de jaren vóór hun priesterwijding doorbrachten in colleges midden in het centrum van de éénheid der Kerk. Het Germaans College, waar de in vuurrode togen geklede Duitse studenten, de ‘kardinaaltjes’ zoals de Romeinen ze noemen, wonen, is het eerste, het Pauselijk Amerikaans College, de 14e October door