Een grote rol speelt volgens de praeadviseur bij het tot stand komen van de vormen, waarin zich het maatschappelijke leven voltrekt, de sociale aanleg van de mens, door hem genoemd de menselijke sociabiliteit. Deze openbaart zich in de drang van de mens tot levensbehoud, in de neiging om zich in de gemeenschap te doen gelden, te ontplooien en tot zelfverwezenlijking te geraken.
Deze sociabiliteit heeft twee hoofdvormen, t.w. de gesloten of defensieve, die uit een noodtoestand ontstaat, en de open sociabiliteitsvorm, waarbij de mensen niet in ondergeschiktheid elkaar ontmoeten, doch als dragers van eigen absolute waarden.
Verder vallen in de sociabiliteit drie typen te onderscheiden. Het eerste sociabiliteitstype is dat, hetwelk beoogt het nastreven van de primaire noodzakelijke levensbehoeften en wordt genoemd het quasi-instinctmatige type. In dit type vinden de politieke gemeenschappen hun oorsprong.
Het tweede type is de sociabiliteit, waarin gestreefd wordt naar menselijke levensgoederen, liggende buiten de eerste levensbehoeften. Bij deze streving laat de mens zich leiden door zijn rationele vermogens en zin voor doelmatigheid.
Het eigen terrein voor dit sociabiliteitstype is dat van het vrije maatschappelijke leven.
Hieruit ontstaan de vrije- of deelgemeenschappen.
Daar bij dit type in tegenstelling met het eerste type het rationeel denken domineert noemt Dr Loeff dit het rationele type.
Bewegen beide eerste types zich op het terrein van het menselijk levensgoed, bij het derde sociabiliteitstype benaderen de mensen elkaar meer op geestelijk niveau.
Men aanvaardt hier de evenmens als persoon, die een eigen levensopgave heeft, welke men dient te respecteren.
Dit sociabiliteitstype wordt door de schrijver het morele type genoemd, omdat het tot uitdrukking komt onder de impuls van het morele bewustzijn. Wij zijn hier in de sfeer, waarin de vriendschap en het liefdesideaal hun aantrekkingskracht uitoefenen onder invloed waarvan de ‘société du bien commun’ geleidelijk overgaat in de ‘société du bien de la communion’.
De gemeenschap welke hieruit ontstaat is de personengemeenschap. De personengemeenschap werkt in op en bevrucht de andere gemeenschappen en doet op deze wijze de rechtsgemeenschap ontstaan, welke onderscheiden moet worden van de politieke- en doelgemeenschappen en welke met haar morele zin de feitelijke verhoudingen doordringt. In het algemeen zullen de betrekkingen op het lager niveau der sociabili-