begroting op tijd en tamelijk ongewijzigd in veilige haven zou krijgen, toen een der partijen, de M.R.P. waarop de regering steunde, uit de band sprong en het besluit van haar fractie, genomen met 33 tegen 22 stemmen en 2 onthoudingen, bekend maakte, dat zij zich van stemming zou onthouden. Het ging over de vraag: of het overschot van de sociale verzekering (ca. 18 milliard) gebruikt zou worden om de contributies der werkgevers te verminderen, zoals de regering voornemens was, dan wel of het, volgens de wens van de M.R.F. gestort zou worden in het fonds voor de kindertoeslagen, dat in Frankrijk ruim genoeg is. Verontwaardigd wachtte Pinay de uitslag van de stemming, waaraan de 88 van de M.R.F. zouden ontbreken, niet af en verliet in het holle van de nacht met zijn collega's de vergadering om de president zijn ontslag aan te bieden. Auriol trachtte nog te sussen, maar begrijpelijkerwijze handhaafde Pinay zijn standpunt. Sarcastisch schreef een Frans blad: ‘Pinay heeft twee fouten gemaakt: hij is te lang (ca. 10 maanden) minister geweest en hij heeft het algemeen belang gesteld boven het particuliere’.
Ook in de ‘Franse Unie’ is het onrustig. Het opdringen der Vietnam-communisten kost aan Frankrijk zoveel geld en bloed, dat het zich om bijstand tot de Raad van de N.A.T.O. gewend heeft. Want de strijd in de delta van Hanoi is van niet minder vitaal belang voor de beschaving dan die in Korea wordt gevoerd. De Raad heeft het verzoek in welwillende overweging genomen, doch tevens besloten om, met het oog op de financiële toestanden der aangesloten leden, enige besnoeiing aan te brengen in de hoogdravende defensie-besluiten van Februari 1952 te Lissabon. In Tunesië pleegde de bejaarde Bey lijdelijk verzet tegen de Franse hervormingsmaatregelen, daarbij gesteund door de bevolking. De onrust nam nog toe, toen het lijk van de communistische vakbondleider, Fehrat Hatsjed, vermoedelijk door Franse terroristen vermoord, langs de weg gevonden werd. In arrenmoede spoedde zich, na herhaalde vergeefse pogingen om de Bey te spreken te krijgen, de resident-generaal de Hautecloque naar Parijs om de afzetting van de Bey ter sprake te brengen. Deze begreep te ver te zijn gegaan en zond met spoed een nota achterna, waarin hij voorstelde de besprekingen te heropenen. Zulks geschiedde en de Bey hechtte zijn zegel aan een viertal hem voorgelegde decreten. Men mag aannemen, dat tot de gematigdheid van Robert Schuman de resolutie van de V.N. heeft bijgedragen, waarin de hoop werd uitgesproken, dat Frankrijk en Tunesië onderhandelingen zouden voeren, welke tot zelfbestuur zullen leiden. Op voorstel van het Arabisch-Afrikaanse blok en eveneens onder protest van Frankrijk en met onthouding van Engeland, Nederland en België, welke mogendheden geen inmenging in ‘binnenlandse’ kwesties aanvaarden, namen de V.N. omtrent Marokko, waar de onrust zich vooral in Casablanca door bloedige botsingen openbaarde, eenzelfde besluit.
Op de opvolger van Pinay rust de zware taak ook dit geschil in het reine te brengen. De Gaullist, Jacques Soustelles, trachtte een kabinet saam te stellen. Het werd een mislukking, aangezien de formateur van de Gaulle het verbod had met de 31 ‘deserteurs’, die zich ‘Action Républicaine et sociale’ (A.R.S.) noemen, te onderhandelen en voor deze nieuwe opschuiving naar rechts nóch bij de socialisten, nóch bij de radicalen steun kon vinden. Daarop belastte Auriol het erelid van de M.R.F., G. Bidault, met deze opdracht en vervolgens René Mayer.
Om zijn woord gestand te doen heeft de president-elect, Eisenhower, alle openbaarheid vermijdend, een kortstondig bezoek aan het Koreaanse front gebracht. Teruggekeerd verklaarde hij, dat op de vijand alleen ‘daden indruk maken, ten uitvoer gelegd onder omstandigheden, die we zelf kiezen’. En dat hij het vertrouwen had, dat het bereiken ‘van een bevredigende oplossing kan worden bespoedigd’. Van een onderhoud met MacArthur, die een plan had om de oorlog te beëindigen, vernam de buitenwereld slechts, dat het ‘een bizonder aangenaam karakter’ had gedragen. Middelerwijl namen de V.N. de resolutie van India aan, waarbij bepaald werd, dat geen geweld mag worden gebruikt om de Koreaanse krijgsgevangenen te dwingen al dan niet naar hun land terug te keren en dat een vier-landencommissie,