En zo vervolgde het Anglicaanse weekblad:
‘Mr. Eden's handelwijs deze week (evenals de verkiezing, zonder precedent, van een gescheiden man tot Democratisch candidaat voor de presidentskeuze in de Verenigde Staten) toont aan in welke mate de openbare mening in dit opzicht ten kwade is geëvolueerd, zelfs sinds 1936’.
* * *
Deze en andere bedenkingen van de Church Times werden door de Britse pers uitvoerig, en doorgaans schamper becommentariseerd. Minder door Eden's politieke vrienden - de Lord Beaverbrook-pers uitgezonderd - dan door de Liberale en Labour bladen. Deze zijn er opvallend scherp tegen in gegaan. Met al dan niet gefingeerde verontwaardiging werd vooral storm gelopen tegen de naar mijn mening ietwat ongelukkige zinspeling op de troonsafstand van Koning Edward VIII, de huidige Hertog van Windsor, voor wie de Britten een diep maar zelden uitgesproken ‘zwak’ blijven koesteren. Terwijl de officieuse Times en ernstige Zondagskranten als The Observer en The Sunday Times het stuk gewoonweg negeerden, verkoos de Liberale en non-Conformistische Manchester Guardian het oorlogspad te betreden met een artikel getiteld ‘Onverdraagzaamheid’. De krant viel o.a. vooral over het woordje ‘heidense wereld’ dat door de Church Times was gebruikt, en schreef dat bij het lezen van een dergelijke commentaar ‘de meesten onzer zich eerder gelukkig zullen voelen tot een “heidense generatie” te behoren als er daarbuiten geen ander alternatief bestaat dan de wet van een onverdraagzaam clerikalisme dat - de seculiere wetgeving ten spijt - tot het aanvaarden van zijn enge beginselen dwingt’.
Excerpten uit andere bladen zal ik de lezer besparen. Te meer daar ik er op wil wijzen hoe buitengewoon gereserveerd en delicaat de Britse katholieke pers in dit verband is geweest. De gewraake zinspeling op het huwelijk van de Hertog van Windsor werd er buiten beschouwing gelaten. Over 't algemeen hebben The Universe, The Tablet en The Catholic Times er zich toe bepaald te beklemtoonen dat het Anglicaanse weekblad het niet op de persoon van de Minister had gemunt, en te wijzen op de heersende geestesverwarring. The Universe b.v. tekende aan: ‘Wat in strijd is met de allerelementairste definitie van het Christendom, is de stelling dat zedelijke maatstaven worden vastgesteld door de “publieke opinie” van een bepaalde periode en dat de onbetwijfelbare woorden van God-zelf als clerikalisme kunnen afgewezen worden’.
‘Voor de rest’, schreef The Universe nog, ‘moeten we erkennen dat de veronderstelling dat politieke personen de dogmatische leer van het Christendom nog aanvaarden, niet langer houdbaar is en, naar menselijke berekening, in onze tijd vermoedelijk niet meer mogelijk zal zijn. Toch moet worden toegegeven dat de verandering minder drastisch is dan ze schijnt te zijn, daar het Victoriaanse tijdperk reeds zeer veel zuiver formalistisch Christendom heeft gekend. Naar onze mening’, aldus besluit het blad, ‘zou de aanslag op de goede smaak gepleegd nog zoveel erger zijn geweest indien er, in plaats van de burgerlijke plechtigheid, in een kerkgebouw op plechtige wijze woorden waren voorgelezen die klaarblijkelijk alle toepasselijkheid zouden gemist hebben’.
Van zijn kant schreef The Tablet:
‘In wezen heeft de Church Times geschreven dat we er ons niet al te zeer over moeten verwonderen wanneer de echtscheiding zich openbaart in alle kringen, hogere en lagere, van een maatschappij die haar zozeer heeft begunstigd. Dat is de werkelijke toestand en Mr. Eden is feitelijk de derde minister die gedivorceerd is (alles samengenomen zijn het er vier, H.v.d.P.) in Mr. Churchill's huidig kabinet. Wie in het historisch Christendom gelooft heeft het recht goede nota te nemen van hetgeen er is gebeurd en het te betreuren’.
De conclusie van het stuk is alleszins merkwaardig en van bijzonder belang (ook buiten de aangelegenheid van Mr. Eden's huwelijk om) daar het in weinig woorden de houding en positie bepaalt van de Katholieken in het Britse staatsleven van