volgend jaar is, dat President Truman er op zint de leden van het Congress zoveel twistappels als hij kan ter behandeling te geven, en aldus een Congress machteloos te maken, dat in de afgelopen periode zich alles behalve een vlotte medewerker met zijn wetgevend program heeft getoond.
Nog een conjectuur is, dat de President tracht alle godsdiensten op een gezamenlijk front tegen het Communisme samen te trekken, en dat dit als de inzet is van een dergelijk grootscheeps plan.
Een interpretatie, die zelden wordt genoemd en toch misschien wel de juiste is, zegt dat de President eenvoudig doet wat hij in geweten meent dat goed is.
Op het ogenblik lijkt het dat men de zaak zal laten betijen en dat ze het nooit tot stemming in het Congress zal brengen.
De felle storm die deze twist in de gemoederen heeft opgejaagd, is een verschijnsel dat de aandacht verdient. De Verenigde Staten hebben een lange geschiedenis van tussentijdse oplaaiingen van dweperig anti-Katholicisme, en vermoedelijk staan we aan de vooravond van een nieuwe uitbarsting. Als na-oogst van de oorlog van 1914-1918 kwam de anti-Katholieke, anti-Joodse en anti-Neger Ku Klux Klan-beweging, die weer opvlamde in 1928 tijdens de campagne voor de Presidentsverkiezing, waarin Al Smith, een Katholiek, als een der candidaten optrad. In die tijd werd het overal rondgebazuind, dat dit een manoeuvre was van het Vaticaan om het bestuur van de Verenigde Staten over te nemen; in de meer achterlijke gebieden van het Zuiden had men reeds angstwekkende nachtmerries dat de Paus zijn intrek zou nemen in het Witte Huis.
Het jammerlijke van de huidige situatie is, dat vage maar wijd verspreide gevoelens van angst voor de toenemende politieke macht der Katholieken nu op een concrete kwestie zijn samengebundeld. De vorm waarin het verschijnsel optreedt is dezelfde als overal, waar het probleem van minderheidsgroepen zich heeft voorgedaan. Zie eens de angstwekkende gelijkenis op zijn modellen in het volgend citaat uit een preek, dat opvallend geplaatst werd in de New York Times van 29 October 1951: ‘Nu het Rooms-Katholicisme de stroom tegen heeft in Europa, dat eeuwen lang zijn bolwerk was, is het met ononderbroken heimelijke drang bezig zich een positie van bevoorrechting en overheersing te verwerven in de Nieuwe Wereld, - en er kan geen twijfel zijn omtrent het succes dat die pogingen bekroont’.
‘Het heeft een ontstellende macht over het raderwerk van het Amerikaanse leven - de pers, radio, bioscoop en het gehele gebied van het openbare leven. Zonder ophouden oefent het druk uit op ambtenaren van stad, staat of rijk, op de politieke organisaties, die in vele van onze steden de macht in handen hebben, op verenigingen van arbeiders, sociale werkers, onderwijzers’.
Dit is een passage uit een preek van Robert MacCracken, predikant in een chique kerk te New York, die zegt dat de Protestantse Kerken in het land ‘een verzetsbeweging moeten opbouwen’ tegen het ‘opdringen’ van de Katholieke Bisschoppen, en verklaart dat de benoeming van Clark ‘alleen maar het nieuwste voorbeeld’ was van het openlijk streven naar ‘macht en overheersing’ van de Katholieke Kerk.
Sommige van de minder verbitterde protesten van de Protestantse gemeenschap betreuren alleen dat de stap van President Truman hen achteruitstelt in hun wedijver voor het geloof der mensen, en hun tegenstanders bevoordeelt; maar de overgrote massa der protesten ontwaart een politiek spel, dat tot doel heeft de Katholieken aan de politieke macht te helpen.
Die geestesgesteldheid is, jammer genoeg, reeds aanzienlijke tijd bezig zich te ontwikkelen.
Een van de meest effectieve bevorderaars van deze richting is Dr Paul Blanchard met zijn talrijke artikelen, toespraken en twee boeken, die een wijde kring van lezers hebben gevonden: ‘De Amerikaanse Vrijheid en de Katholieke Macht’ (American Freedom and Catholic Power) en het pas gepubliceerde ‘Communisme, Democratie en de Katholieke Macht’ (Communism, Democracy and Catholic Power).