inhoud, een beter lot dan dat van de journalistieke eendagsvlieg. Zijn boek geeft ons 'de levende reflectie van een scheppend kunstenaar op zijn kunst in al haar facetten', zoals het stofomslag terecht vermeldt. Subjectiviteit is hierdoor onvermijdelijk en niet eens ongewenst. De schrijver toont zich hier als essayïst en een essay legt men andere maatstaven aan dan aan een zgn. objectief-wetenschappelijk tractaat. Men kan bovendien de vraag op werpen in hoeverre objectiviteit in aesthetische waarde-oordelen wel mogelijk is, maar dat is een kwestie op zich.
De structuur van het boek en de bedoelingen van de schrijver met zijn stellingen, geven er overigens wel eens aanleiding toe, dat de lezer, verschillende uitspraken confronterend, op tegenspraken stuit, waarvan de schijnbaarheid eerst bij een volgend opstel aan het licht komt. Meermalen komen de accenten, door Andriessen's originele en paedagogiserende wijze van getuigen, met iets te veel klem hiér of dáár te liggen, zodat men soms mét een duidelijke expositie aanvankelijk een lichtelijk-vertekend beeld van de waarheid opneemt. Men kan zijn bundel dan ook het best beschouwen als een soort van organisch geheel, in welks licht men de samenstellende delen, in casu de diverse opstellen, moet bezien.
Andriessen hanteert op voortreffelijke wijze het betekenis volle en verstaanbare woord. Hij schrijft boeiend en gevoelig over zijn vak, zonder loze lyriek, dikwijls geestig, altijd intelligent, beheerst en wijs. Als een haas springt hij met grote en lichte sprongen kris-kras door het overvolle veld der muziek, hier en daar even knabbelend aan wat hem de moeite waard lijkt. En álles is de moeite waard: van Orlando di Lasso tot Gershwin en van het strijkkwartet tot draaiorgels.
Het leveren van detail-kritiek is vanwege het grote aantal aangeroerde onderwerpen enerzijds ondoenlijk, anderzijds ook ongewenst wanneer deze kritiek 's schrijvers aesthetisch oordeel zou betreffen. Men stelt dan immers slechts de ene meestendeels subjectieve mening in de plaats van de andere. Maar Andriessen zal de laatste zijn om het erg te vinden, als men het met hem oneens moet zijn, omdat hij nadrukkelijk het recht erkent van de individuele smaak en de persoonlijke vrijheid.